ancsosa
Tot de n-e generatie.
1 . Everdina Johanna van Twiller.
2 . Cornelis Hendrikus van Twiller.
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Catharina Fransisca Faas
... hieruit :
... gehuwd met ...
3 . Hendrika Elisabeth Muller.
... , huwelijk ontbonden, hieruit :
4 . Lambertus Johannes van (Bertus) Twiller, alias II Tak 2.5.1.1.5.1, geboren op 4 februari 1857, Nijkerk, gestorven circa 1925 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 68 jaar oud), Bakker, Milicien. [Bron 4]
... gehuwd op 6 juli 1881, Amsterdam, met ...
5 . Elisabeth Helena Johanna van Delden, geboren op 4 mei 1828, Utrecht, gestorven.
... hieruit :
8 . Lambertus van (*** Stamvader 2e Amsterdamse tak ***) Twiller, alias II Tak 2.5.1.1.5, geboren op 24 september 1817, Nijkerk, gestorven, Broodbakker.
... -(X2) :
gehuwd op 28 oktober 1868, Amsterdam, met ...
...
Matje Verbrugge, geboren in 1832, Weesp, gestorven
... hieruit :
... gehuwd op 8 mei 1856, Amsterdam, met ...
9 . Catharina Margaretha Eversen, geboren in 1822, gestorven op 12 december 1861 (leeftijd bij overlijden: 39 jaar oud). [Bron 9]
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
16 . Bart van Twiller, alias II Tak 2.5.1.1, geboren op 4 mei 1772, Nijkerk, gestorven op 25 april 1834, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 61 jaar oud). [Bron 16]
... gehuwd op 19 oktober 1804, Nijkerk, met ...
17 . Jannetje van Harten, geboren in 1781, Vooerhuizen, gestorven op 3 februari 1864, Lunteren (leeftijd bij overlijden: 83 jaar oud). [Bron 17]
... (getuigen : Claas van Aller 1784-1860), (gezin vertrok na de dood van de vader naar Amsterdam op 15 -4-1842 met zoons Evert en Lambertus), hieruit :
32 . Lambertus van Twiller, alias II Tak 2.5.1, geboren op 25 november 1736, Nijkerk, gestorven op 17 februari 1795, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud). [Aantekening 32]
... gehuwd op 11 augustus 1771, Nijkerk, met ...
33 . Evertje van der Goot, geboren op 16 augustus 1741, Nijkerk, gestorven op 12 juli 1819, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 77 jaar oud). [Bron 33]
... hieruit :
64 . Bart Geurtse van Twiller, alias II Tak 2.5, geboren op 1 december 1707, Nijkerk, gestorven op 9 september 1781, Nijkerk, begraven op 13 september 1781, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 73 jaar oud). [Bron 64]
... gehuwd op 25 april 1736, Nijkerk, met ...
... hieruit :
66 . Aalt Jansen van der Goot, gestorven in 1768.
... -(X2) :
gehuwd in 1746 met ...
...
Evertje Jans
...
... gehuwd in 1736 met ...
... hieruit :
128 . Geurt Aerts van (Geurt Aertse Koeboer) Twiller, alias II Tak 1, geboren op 8 juni 1670, Nijkerk, gedoopt op 8 juni 1670, Nijkerk, gestorven. [Bron 128]
... gehuwd op 12 maart 1699, Nijkerk, met ...
129 . Geertien Everts, geboren op 26 december 1677, Nijkerk, gestorven.
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
256 . Aert Jans, Schoenmaker in de Veenestraat Nijkerk. [Aantekening 256]
... gehuwd voor 1649 met ...
257 . Reintgen Gosens van (*** stammoeder van de Nijkerker tak *****) Twiller, geboren op 23 maart 1628, Nijkerk, gestorven na 1671. [Aantekening 257]
... (De vrouw geeft de familie naam door), hieruit :
514 . Goosen Gortz van Twiller, alias Goosen Geerts Twijler, geboren in 1594, Nijkerk, gedoopt, RK, gestorven in maart 1639, Nijkerk, begraven op 19 maart 1639, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 45 jaar oud). [Aantekening 514]
... gehuwd op 28 februari 1619, Nijkerk, met ...
515 . Enneken Gerritsdr Collert, gestorven op 20 juni 1646, Nijkerk. [Bron 515]
... hieruit :
1.028 . Gort Aelts van Twiller, geboren voor 1561, Nijkerk, gestorven voor maart 1601. [Aantekening 1028]
... gehuwd circa 1590 met ...
1.029 . Reinike Ardts van Slichtenhorst, gestorven na maart 1610. [Aantekening 1029]
... hieruit :
1.030 . Gerrit Wouters Collert.
... gehuwd met ...
... hieruit :
2.056 . Aelt Seghers van Twiller, geboren circa 1530, Nijkerk, gestorven circa mei 1561, Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet" ( Long Oedeem), begraven (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 31 jaar oud). [Aantekening 2056]
... gehuwd met ...
2.057 . Truide Goosens van Westenappel.
... hieruit :
2.058 . Arendt Hermansz van Slichtenhorst, geboren circa 1565, Slichtenhorst, gestorven. [Bron 2058]
... -(X2) :
gehuwd op 26 april 1618, Nijkerk, met ...
...
Goudje Henricks [Bron 2058x2]
...
dochter van Henrick Heymans Beeckman en
? ?
...
... gehuwd, Nijkerk, met ...
2.059 . Grietgen van Wenckum, geboren in 1570, gestorven voor 1617. [Bron 2059]
... hieruit :
2.060 . Wolter Gerrits Collert, geboren in 1532, Nijkerk, gestorven in 1566, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 34 jaar oud). [Bron 2060]
... gehuwd met ...
2.061 . Bye Hendricks Beeckman, geboren in 1543, Nijkerk, gestorven. [Bron 2061]
... hieruit :
4.112 . Segher Ghijsberts van Twiller, geboren circa 1500, Nijkerk, gestorven. [Aantekening 4112]
... gehuwd met ...
4.113 . Goude Maessen. [Aantekening 4113]
... hieruit :
4.114 . Gosen van Westenappel, gestorven in 1555, Abstman van Paderborn. [Aantekening 4114]
... gehuwd met ...
... hieruit :
4.116 . Herman van Slichtenhorst.
... gehuwd met ...
... hieruit :
4.120 . Gerrit Collert, geboren in 1491, Nijkerk, gestorven in 1526, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 35 jaar oud).
... gehuwd met ...
... hieruit :
4.122 . Hendrick Peelen Beeckman, geboren in 1500, Nijkerk, gestorven. [Bron 4122]
... gehuwd met ...
... hieruit :
8.224 . Ghijsbert van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1470, gestorven, Leenman in 1520. [Aantekening 8224]
... gehuwd met ...
... hieruit :
8.232 . Elbert van Slichtenhorst. [Bron 8232]
... gehuwd met ...
... hieruit :
8.240 . Elbert Collert, geboren in 1466, Nijkerk, gestorven in 1513, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 47 jaar oud). [Bron 8240]
... gehuwd met ...
8.241 . Goete ??, gestorven in 1505, Nijkerk. [Bron 8241]
... hieruit :
8.244 . Peel Woltersen Beeckman, geboren in 1463, Nijkerk, gestorven in 1526, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud). [Bron 8244]
... gehuwd met ...
8.245 . Bye Killen van Vaneveld, geboren in 1471, Putten, gestorven in 1530, Putten (leeftijd bij overlijden: 59 jaar oud). [Bron 8245]
... hieruit :
16.448 . Jacob van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1440, gestorven ((op document genoemd 1429-85)). [Aantekening 16448]
... gehuwd met ...
... hieruit :
16.480 . Gerrit Collert, geboren in 1437, Nijkerk, gestorven. [Bron 16480]
... gehuwd met ...
16.481 . ? ?. [Bron 16481]
... hieruit :
16.490 . Kille van Vaneveld, geboren in 1434, Putten, gestorven in 1484, Putten (leeftijd bij overlijden: 50 jaar oud). [Bron 16490]
... gehuwd met ...
16.491 . ? ?. [Bron 16491]
... hieruit :
32.896 . Jacob van Twiller, geboren circa 1392, gestorven, leenman in 1439. [Aantekening 32896]
... gehuwd met ...
... hieruit :
32.960 . Elbert Collert, geboren in 1401, Nijkerk, gestorven. [Bron 32960]
... gehuwd met ...
32.961 . ? ?. [Bron 32961]
... hieruit :
32.980 . Jacob van Vaneveld, geboren in 1396, Putten, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
65.792 . Gijsbert van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1370, gestorven, leenman in 1429. [Aantekening 65792]
... gehuwd met ...
... hieruit :
65.920 . Ghert Collert, geboren in 1373, Nijkerk, gestorven. [Bron 65920]
... gehuwd met ...
65.921 . ? ?. [Bron 65921]
... hieruit :
65.960 . Thomas van Vaneveld, geboren in 1366, Putten, gestorven. [Bron 65960]
... gehuwd met ...
65.961 . ? ?. [Bron 65961]
... hieruit :
131.584 . Ghiselbert Jacobszoon van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1345, gestorven na 1385, Hof van het gerecht Scherpenzeel, Tijnshouder. [Aantekening 131584]
... gehuwd met ...
... hieruit :
131.840 . Arnt Wolters de Erentel, geboren in 1341, Nijkerk, gestorven in 1407, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 66 jaar oud). [Bron 131840]
... gehuwd met ...
131.841 . ? ?. [Bron 131841]
... hieruit :
131.920 . Aelt Killen van Vaneveld, geboren in 1341, Putten, gestorven in 1414, Putten (leeftijd bij overlijden: 73 jaar oud). [Bron 131920]
... gehuwd met ...
131.921 . ? ?. [Bron 131921]
... hieruit :
263.168 . Jacob van *** Stamvader Twiller en Twillert *** Twiller, geboren waarschijnlijk in 1310, gestorven. [Aantekening 263168]
... gehuwd met ...
... hieruit :
263.680 . Wolterus de Erentel, geboren in 1313, Nijkerk, gestorven in 1399, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 86 jaar oud). [Bron 263680]
... gehuwd met ...
263.681 . ? ?. [Bron 263681]
... hieruit :
263.840 . Kille van Vaneveld, geboren in 1311, Putten, gestorven. [Bron 263840]
... gehuwd met ...
263.841 . ? ?. [Bron 263841]
... hieruit :
0203 - 592 (90 r) Twiller, Lambertus - Registratie testament - 15 februari 1783
Datering: 15 februari 1783
Toegangnummer: 0203
relatie tot persoon: gehuwd met Evertje van der Goot
relatie tot stuk: zijn echtgenote als erfgenaam
akte datum: 17 september 1782
Tussenvoegsel: van
Soort akte: Registratie testament
Voornaam: Lambertus
Achternaam: Twiller
Inventarisnummer: 592
Bladzijde: 90 r
woonde aan de Vetkamp (lijst weerbare mannen)
Notaris Vitringa 1847-1851 Bookmark Delen Reageren Notariële akte 152 Schuldbekentenis Datering:
30-06-1847 Beschrijving:
Schuldbekentenis met hypotheek Notaris:
C.L.Vitringa Standplaats notaris:
Nunspeet Genoemd:
Grietje van Twiller openen Jacobus van Nijendaal
Lambertus van Nijendaal openen Albertus van Nijendaal openen Gerrit van Nijendaal
Egbarta van Nijendaal
Evertje van Nijendaal
Aalt Jan van Nijendaal
Johannes Bernardus Hulsink Vestiging:
Nunspeet Vindplaats:
Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe
Woont op de Hogenhof bij overlijden van ongehuwde dochter Evertje
Burgerlijk huwelijksakte tussen Aalbert Prins & Jannetje van Aller in Nijkerk op 2 dec. 1840, Akte: 45, Toegang: 0207 - Huwelijk Aalbert Prins & Jannetje van Aller Burgerlijk huwelijksakte tussen Klaas van Aller & Jannetje Koestapel in Nijkerk op 22 feb. 1815, Akte: 8, Toegang: 0207
0203 - 592 (90 r) Twiller, Lambertus - Registratie testament - 15 februari 1783
Datering: 15 februari 1783
Toegangnummer: 0203
relatie tot persoon: gehuwd met Evertje van der Goot
relatie tot stuk: zijn echtgenote als erfgenaam
akte datum: 17 september 1782
Tussenvoegsel: van
Soort akte: Registratie testament
Voornaam: Lambertus
Achternaam: Twiller
Inventarisnummer: 592
Bladzijde: 90 r
woonde aan de Vetkamp (lijst weerbare mannen)
Gerrit komt 2x voor in het opvarenden boek van de VOC. Aangekomen met het schip De Drie Papagaaien op de Kaap waar hij overstapte op het schip Diemen op reis naar Azie. Of hij daar of onderweg is overleden is niet duidelijk Ook is niet bewezen dat het om dezelfde Gerrit gaat maar beide gekomen uit Nijkerk en hetzelfde schip.
Voornaam opvarende Gerrit
Tussenvoegsel opvarende van
Achternaam opvarende Twiller
Herkomst opvarende Nieuwkerk
Datum indiensttreding 03-10-1752
Functie bij indiensttreding Soldaat
Uitleg over functie Militair
Uitgevaren met het schip DIEMEN
Opgestapt op de kaap op schip De Drie Papegaaien
Opgestapt op de kaap Ja
Opgestapt op de kaap namens kamer Amsterdam
Datum uit dienst 1753-06-17
Waar uit dienst Azie
Reden uit dienst Kamer Amsterdam
Uitleg over reden einde dienstverband Opgestapt aan de Kaap, in dienst van kamer Amsterdam; werknemers die op de Kaap in dienst werden genomen, zijn in dienst bij kamer Amsterdam.
Schuldbrief Onduidelijk
Maandbrief Nee
Bronverwijzing Nummer toegang: 1.04.02, inventarisnummer: 6295, folionummer: 370
Voornaam opvarende Gerrit
Tussenvoegsel opvarende van
Achternaam opvarende Twiller
Herkomst opvarende Nieuwkerk
Datum indiensttreding 04-12-1750
Functie bij indiensttreding Soldaat
Uitleg over functie Militair
Uitgevaren met het schip Diemen
Datum uit dienst 1755-04-14
Waar uit dienst Azie
Reden uit dienst Overleden
Schuldbrief Ja
Maandbrief Nee
Bronverwijzing Nummer toegang: 1.04.02, inventarisnummer: 6261, folionummer: 175
Woonde aan de Holkerstraat
Woonde aan de Veenestraat (Lijst weerbare mannen)
0931 Kleine Sint Anna Gilde te Soest
Archief Eemland reageren
29 Kopie van het Extract koopconditie voor Aart van het Klooster dd 9 februari 1822, waarbij Johannes Smits, molenaar te Zoest, voor zichzelf en voor zijn moeder Elisabeth van Twiller, weduwe van Willem Smits, en van zijne huisvrouw Hendrina de Ridder verkoopt(publiek) aan Jan van het Klooster, landbouwer te Zoest, handelende voor zijn vader Aart van het Klooster, 500 roeden best hooiland zijnde de helft van 1000 roeden waarvan de wederhelft behoort aan het Sint Annagilde te Zoest, strekkende van de rivier de Eem tot aan de gragt, belend ten oosten en ten zuiden Aart Wantenaar, westen Rijk Stalenhoef en noorden den Eem
Datering: 1822
Omvang: 1 stuk
Volgens Andre Jansen
Arend en Jelis vetrokken naar amsterdam en voerden daar de naam Willes of Willis.
Volgens Andre Jansen
Arend en Jelis vetrokken naar amsterdam en voerden daar de naam Willes of Willis.
0203 - 592 (90 r) Twiller, Lambertus - Registratie testament - 15 februari 1783
Datering: 15 februari 1783
Toegangnummer: 0203
relatie tot persoon: gehuwd met Evertje van der Goot
relatie tot stuk: zijn echtgenote als erfgenaam
akte datum: 17 september 1782
Tussenvoegsel: van
Soort akte: Registratie testament
Voornaam: Lambertus
Achternaam: Twiller
Inventarisnummer: 592
Bladzijde: 90 r
woonde aan de Vetkamp (lijst weerbare mannen)
Jan (Johan, Johannes) van Twiller Referred to by Jeremias van Rensselaer as Neeff Jan van Twiller (cousin Jan van Twiller). He was probably a younger brother of Wouter van Twiller, or perhaps, of Aert Goossens van Twiller, who on July 26, 1663, executed in the colony a power of attorney to Mr. Peel van Hennedela (Peel van Hennekeler), schout at Nieukerck, to demand of his brother in law Aert Janz, shoemaker at Nieukerck, an accounting of the estate of his deceased father Goosen van Twiller and his mother Enneken.
http://vanhoesen.blogspot.com/
Munsell Albany Anals Vol 4 In Bevereijck were Johannes van Twiller, merchant, from 1643 until 1663 and Aert Goossens van Twillert from 1661 until 1684
----------- Nijkerks Tijnsboek folio 47
1706 Jan Aertse Schoemaker 1708. Gerrit Janse Schoemaker. Goert Goosens van Twiller. Goossen van Twijler op Slichtenhorst.
Eigenaar van het goed Twiller ofwel de Twiller hoeve volgens vermelding in publicatie VVG 1993 blz 163
Nijkerk Doopinschrijving Doop Goert Twijler, 20-04-1620 Doopdatum:20-04-1620 Doopplaats:Nijkerk Dopeling:Goert Twijler Moeder:Eneken Collertz Vader:Gosen Twijler Kerkelijke gemeente:Nijkerk Toegangsnummer: 0176 Retroacta Burgerlijke stand Inventarisnummer:1135
1649 3. GOERD GOESEN TWILLERS. Martij 1 mo soluta est cormeda GOERT GOESEN TWILLER gestorven op het goett Twiller to Nykerck anno 1648 cormedalis in sanguine, per viduam filiam CLAES VAN STRYLANDT ten overstaen van CLAES VAN STEENLER cum restante censu capitali met 30 hgld. pro culina 30 stb. huius mater adhuc superstes dicta ENNIKEN [GERRITS, vr.v.] GOESEN TWILLER, et habet pater praedictum adhuc in vivis filios ZEGER [GOESENSEN] innuptum et WOUTER, et AERT GOESENSEN, qui obijt in Westindia, filiam REYNTGEN [GOESENSEN] nuptam AERT JANSEN den schoomaeker [= schoenmaker] in de Veenstraet [te Nijkerk] et GERTGEN [GOESENSEN] innuptam. vide Collect. fol. 57 par. ultimo [= laatste paragraaf]. [zie ook 1650-1]
1650) 1. ENNIKEN GOESEN TWILLERS. 3 Januario ontfangen van ENNIKEN [GERRITS, vr.v.] GOESEN TWILLERS tot Nykerck den Hoofftthyns resteerend van voorgaende iaeren bys op dato exclusive in alles cum duplo 5-5-0 Dsq 1649 incluys van 30 iaeren. Genuit proles 7, scilicet WOUTER, ZEGER, AERT, AELT et GOERDT [GOESENSEN] qui Duo posteriores obierunt, et filias duas REINTJEN et GERTJEN [GOESENSEN] vide Coll. fol. 57 circa finem. [zie ook 1667-11]
Pagina:76 Volgnummer op pagina:20 Vindplaats:Gelders Archief
wordt genoemd in register van overleden keurmedigen 1649 - 3
Wouter overleed 10 dagen na zijn vrouw Geerten
Pest???
16-11-1667 Geertgen, Wouter Twijlers vrouw
16-11-1667 Kill Gijsbertsz
16-11-1667 Weijmtgen Riijckes
20-11-1667 Lutger Reijmersz Laeken coper, 2d
21-11-1667 een kindt van Wouter Gijsbertsz
23-11-1667 Aeltgen, Reijner Opstals dochter, 2d
26-11-1667 Wouter Goossensz Twijler
Begraafboek
16-11-1667 Geertgen, Wouter Twijlers vrouw
Ging naar Nieuw Amsterdam maar kwam ook weer terug naar Nijkerk
Bij de foto's kwartierstaat Huwelijks akte
Begraafboek Nijkerk 1654-1679
33-R 09-07-1654 Amelis van Twiller
10-07-1654 een kindt van Jurriaen van Cooth
15-07-1654 een kindt van Aert Abrahamsz
19-07-1654 een kindt van Aelt Jansz
20-07-1654 een kindt van Seger Goossensz Twijller
09-01-1671 Geertgen van den Hogenhoef
11-01-1671 Seger Goosens van Twiller
12-01-1671 Mevrouw Schimmelpenning
14-01-1671 een kindt van Segers meidt
16-01-1671 een kindt van Aerdt Gerritsen
New Netherland 1621-1664 Immigrants to New Netherland
1659 In the Faith (De Trouw)
Sailed from Amsterdam February 12, 1659
Captain Jan Jansen Bestevaer
Arrived at New Amsterdam May, 1659
Aert Goossen Van Twiller from Niewkerk
Hij vertrok naar Amerika maar keerde ook weer terug
Dit klopt echte niet met het keurmedigen register waarin staat dat hij ion Westindien is gestorven.
Jan (Johan, Johannes) van Twiller Referred to by Jeremias van Rensselaer as Neeff Jan van Twiller (cousin Jan van Twiller). He was probably a younger brother of Wouter van Twiller, or perhaps, of Aert Goossens van Twiller, who on July 26, 1663, executed in the colony a power of attorney to Mr. Peel van Hennedela, shout at Nieukerck, to demand of his brother in law Aert Janz, shoemaker at Nieukerck, an accounting of the estate of his deceased father Goosen van Twiller and his mother Emmeke. Jan van Twiller was one of the Gecommitteerden (commissioners) in the colony in 1649, and at that time boarded with van Slichtenhorst. From July 24, 1652, to July 24, 1657, he held the office of raedts persoon (councilor), at an annual salary of f50. He probably left the colony in 1657.
Munsell Albany Anals Vol 4 In Bevereijck were Johannes van Twiller, merchant, from 1643 until 1663 and Aert Goossens van Twillert from 1661 until 1684
Dit is in tegenstelling met de vermelding in het kerurmedigen register waar staat dat hij al voor 1648 overleden is in Westindia
1649 3. GOERD GOESEN TWILLERS. Martij 1 mo soluta est cormeda GOERT GOESEN TWILLER gestorven op het goett Twiller to Nykerck anno 1648 cormedalis in sanguine, per viduam filiam CLAES VAN STRYLANDT ten overstaen van CLAES VAN STEENLER cum restante censu capitali met 30 hgld. pro culina 30 stb. huius mater adhuc superstes dicta ENNIKEN [GERRITS, vr.v.] GOESEN TWILLER, et habet pater praedictum adhuc in vivis filios ZEGER [GOESENSEN] innuptum et WOUTER, et AERT GOESENSEN, qui obijt in Westindia, filiam REYNTGEN [GOESENSEN] nuptam AERT JANSEN den schoomaeker [= schoenmaker] in de Veenstraet [te Nijkerk] et GERTGEN [GOESENSEN] innuptam. vide Collect. fol. 57 par. ultimo [= laatste paragraaf]. [zie ook 1650-1]
New Netherland 1621-1664 Immigrants to New Netherland
1659 In the Faith (De Trouw)
Sailed from Amsterdam February 12, 1659
Captain Jan Jansen Bestevaer
Arrived at New Amsterdam May, 1659
Aert Goossen Van Twiller from Niewkerk
Hij vertrok naar Amerika maar keerde ook weer terug
Dit klopt echte niet met het keurmedigen register waarin staat dat hij ion Westindien is gestorven.
Jan (Johan, Johannes) van Twiller Referred to by Jeremias van Rensselaer as Neeff Jan van Twiller (cousin Jan van Twiller). He was probably a younger brother of Wouter van Twiller, or perhaps, of Aert Goossens van Twiller, who on July 26, 1663, executed in the colony a power of attorney to Mr. Peel van Hennedela, shout at Nieukerck, to demand of his brother in law Aert Janz, shoemaker at Nieukerck, an accounting of the estate of his deceased father Goosen van Twiller and his mother Emmeke. Jan van Twiller was one of the Gecommitteerden (commissioners) in the colony in 1649, and at that time boarded with van Slichtenhorst. From July 24, 1652, to July 24, 1657, he held the office of raedts persoon (councilor), at an annual salary of f50. He probably left the colony in 1657.
Munsell Albany Anals Vol 4 In Bevereijck were Johannes van Twiller, merchant, from 1643 until 1663 and Aert Goossens van Twillert from 1661 until 1684
Dit is in tegenstelling met de vermelding in het kerurmedigen register waar staat dat hij al voor 1648 overleden is in Westindia
1649 3. GOERD GOESEN TWILLERS. Martij 1 mo soluta est cormeda GOERT GOESEN TWILLER gestorven op het goett Twiller to Nykerck anno 1648 cormedalis in sanguine, per viduam filiam CLAES VAN STRYLANDT ten overstaen van CLAES VAN STEENLER cum restante censu capitali met 30 hgld. pro culina 30 stb. huius mater adhuc superstes dicta ENNIKEN [GERRITS, vr.v.] GOESEN TWILLER, et habet pater praedictum adhuc in vivis filios ZEGER [GOESENSEN] innuptum et WOUTER, et AERT GOESENSEN, qui obijt in Westindia, filiam REYNTGEN [GOESENSEN] nuptam AERT JANSEN den schoomaeker [= schoenmaker] in de Veenstraet [te Nijkerk] et GERTGEN [GOESENSEN] innuptam. vide Collect. fol. 57 par. ultimo [= laatste paragraaf]. [zie ook 1650-1]
----------- Nijkerks Tijnsboek folio 47
1706 Jan Aertse Schoemaker 1708. Gerrit Janse Schoemaker. Goert Goosens van Twiller. Goossen van Twijler op Slichtenhorst.
Jan (Johan, Johannes) van Twiller Referred to by Jeremias van Rensselaer as Neeff Jan van Twiller (cousin Jan van Twiller). He was probably a younger brother of Wouter van Twiller, or perhaps, of Aert Goossens van Twiller, who on July 26, 1663, executed in the colony a power of attorney to Mr. Peel van Hennedela (Peel van Hennekeler), schout at Nieukerck, to demand of his brother in law Aert Janz, shoemaker at Nieukerck, an accounting of the estate of his deceased father Goosen van Twiller and his mother Enneken.
http://vanhoesen.blogspot.com/
Munsell Albany Anals Vol 4 In Bevereijck were Johannes van Twiller, merchant, from 1643 until 1663 and Aert Goossens van Twillert from 1661 until 1684
Zij wordt genoemd in register van overleden keurmedigen 1667 - 11
Document. toegang 0124 inv 998 blad 364ve.
Missive van Harderwijk aan het Hof. Daar zij Claes van Oldebarnevelt beloofd hebben hem alle weigerachtige betalers goed recht te laten wedervaren, verzoeken zij Aelt Godschalx als borg van Gryette van Dasseler en de vrouw van Goert van Twyller voor het gericht hunner staat Claes van Oldbarnevelt te laten te recht staan.
VVG keurmedigen register. Ryckelant Roelofs, ged. Nijkerk 22-10-1598, overl. v28-2-1671, tr. Jan Goerdsen Twiller, wnd. Nijkerk, zn. van Goert Aerts/Aelts van Twiller en Reineke Aerts, keurmedig, op ´t Slichtenhorst.
vermeld in Herengoederen 30-3-1601 oprukking na transport door schoonmoeder Truijde
Zij kocht in 1605 het halve herengoed Ter Beeck op Slichtenhorst (vvg1999/163)
Eigenaar van het goed Twiller ofwel de Twiller hoeve volgens vermelding in publicatie VVG 1993 blz 163
volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht
<brP
1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegess en diens vrouw betr. het goed Twyler
Datering: 1557 februari 9
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventarisnummer:
986Vindplaats: Gelders Archief
Zie De Herengoederen op de Veluwe, deel 2 (uitgave VG, 1992) nrs 206 en 212 ook vermeld in VG 1999 blz 164
Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet"
Hij kocht op 4 augustus 1550 het herengoed Twiller (Twijler of Twilre) op het buurtschap Slichtenhorst onder Nijkerk.
4-8-1550
Consent van transport door Jan Giesbers en Clara zijn echtgenote van hun aandeel in Twiller aan Aelt Zegers en Truide voor 700 Karolus guldens met consent vaan Aelt Zegers en Truide om Twijler te bezwaren ten behoeve van Jan Giesbers en Clara
Aelt en Truide ware "dat alste bloet"
20-5-1552 Aprobatie van een accoord tussen Aelt Zeghers en Truide (die Twilre gekocht hadden van jan Ghisberts en Clara) en Jacob Abelen œ Griete over de inlossing van 4 morgen land onder Twiller behorende voor 400 Carolus gld en approbatie van bezwaring gedurende zes jaar van deze 4 morgen door Aelt Zeghers ten behoeve van Jacob Abelen met een rente van 9 Philips gld van wege de 100 Philips gld en 100 Carolus gld die zij nog schuldig waren aan Jacob Abelen.
28-1-1562 Approbatie voor de betering van het niet tijdig aflossen van de bezwaring van 4 morgen onder Twiller met een jaarrente van 9 Philips gld ten behoeve van Andreas Aelts, momber van de onmondige kinderen van zaliger Aelt Zeghers, die in mei 1561 is overleden 'van de watersucht als met verstaet'
15-5-1575 Truijde Twillers, weduwe van Aelt Zegers, consetn om een kamp Twillers Camp genaamd, groot 4 morgen, pandschapsgewijze te mogen laten bezitten door jan Jacobs
30-3-1601 Reijntgen, weduwe van Goert Aertss van Twiller, oprukking na transport door haar schoonmoeder Truijde Twillers.
28-3-1610 Reijntgen, weduwe van Gerrit Aerts van Twiller, oprukking.
oprukking bekomen
is het uitstel verkrijgen van de verplichting als bezitter van een horig goed horig te worden.
Dit uitstel werd voor de tijd van zes jaar verleend tegen betaling van enige guldens (VG 1982 nr1 blz4-5)
GA. Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe
Regest 1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegerss en diens vrouw betr. het goed Twyler Datering: 1557 februari 9 Toegangsnummer: 0124 Hof van Gelre en Zutphen Inventarisnummer:986 Inzien
na de lijst van Adre Jansen. Hij stuurde volgende tekst
de lijst bevindt zich in Gelders Archief 0001 Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen, inv.nr. 130.2 (wat ik meen ik ook Dion had doorgegeven). Het is een ingebonden verzameling van lijsten van horige personen en horige goederen waarvan een deel kopieën lijken, van elkaar dan wel van een andere niet- of elders bewaarde lijst. Grosso modo zijn de lijsten per ambt en in een logische volgorde opgebouwd. Twiller komt in het archiefstuk verscheidene malen voor. Het stukje dat u heeft ontvangen was het meest uitgebreide. Qua datering is het nog niet zo makkelijk. Er is wel een gedateerde lijst uit januari 1493. Mijn indruk is dat de lijst waarvan de foto is genomen wat ouder is. Of hij (c.q. het origineel) ook uit 1455 stamt zoals een extractenlijst van de kelnarij van Putten zegt, vraag ik me af. Die lijst uit het kelnarijarchief (Paul op den Brouw heeft een transcriptie gepubliceerd op zijn site odeeby) heeft uit de algemene lijst alleen die inschrijvingen gekopieerd ie relevant zijn voor de kelnarij, nl. de abtsgoederen en personen. Het noteren van die lijsten was belangrijk voor de hertogelijke inkomsten: horige lieden betaalden een hoofdtijns en verder kreeg hun heer een deel van hun erfenis. Van de horige goederen werden ook bedragen betaald bij overlijden etc. Daarnaast ontving de hertog herenguldens, niet alleen van de herengoederen maar ook van de abts- en vrouwengoederen, omdat(?) hij daarvan voogd was. (Geer)trui Gosens moet een dochter zijn geweest van Gosen van Westenappel. Hij komt bv. voor in de veetelling van 1526. De volgorde van die lijst is m.i. echter geen logische, je kunt uit de plaats van de namen niets afleiden t.a.v. de buren. Wel is de lijst geordend naar buurschap; hieruit blijkt dat Gosen in Slichtenhorst woonde. Het erf Westenappel waar Gosen zijn naam aan ontleende was een abtsgoed. Daardoor was de kans groot dat Gosen zelf ook een abtsman was. Dat blijkt te kloppen: volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. In 1555 is hij overleden (blz. 75 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht.
De transcriptie van de passage over Twiller luidt:
[in marge: Twyler]
Item Maes Jansen wonende opt guet to Twyler
eygen man eyhgen guet myns gen. lieven heren
ende heeft 1 kemerlinc tot enen wive. Dit
guet en is anders nyt gesplit dan dar is een
man int Sticht ind heefter hoifslaigen aff. Hoe
desen man vurs. heit en weet ic nijet.
Omgezet naar modern Nederlands:
"Item Maas Jansen wonende op het goed Twiller
eigen man van mijn genadige lieve heer [=hertog van Gelre]
en heeft een kamerling als vrouw. Dit
goed is verder niet gesplitst behalve dat er
een man in Sticht is die er hoefslagen van heeft.
[Hiermee worden landerijen ten noorden van de Slichtenhorsterweg bedoeld].
Document. toegang 0124 inv 998 blad 364ve.
Missive van Harderwijk aan het Hof. Daar zij Claes van Oldebarnevelt beloofd hebben hem alle weigerachtige betalers goed recht te laten wedervaren, verzoeken zij Aelt Godschalx als borg van Gryette van Dasseler en de vrouw van Goert van Twyller voor het gericht hunner staat Claes van Oldbarnevelt te laten te recht staan.
VVG keurmedigen register. Ryckelant Roelofs, ged. Nijkerk 22-10-1598, overl. v28-2-1671, tr. Jan Goerdsen Twiller, wnd. Nijkerk, zn. van Goert Aerts/Aelts van Twiller en Reineke Aerts, keurmedig, op ´t Slichtenhorst.
vermeld in Herengoederen 30-3-1601 oprukking na transport door schoonmoeder Truijde
Zij kocht in 1605 het halve herengoed Ter Beeck op Slichtenhorst (vvg1999/163)
vermeld in Herengoederen 30-3-1601 oprukking na transport door schoonmoeder Truijde
Zij kocht in 1605 het halve herengoed Ter Beeck op Slichtenhorst (vvg1999/163)
Document. toegang 0124 inv 998 blad 364ve.
Missive van Harderwijk aan het Hof. Daar zij Claes van Oldebarnevelt beloofd hebben hem alle weigerachtige betalers goed recht te laten wedervaren, verzoeken zij Aelt Godschalx als borg van Gryette van Dasseler en de vrouw van Goert van Twyller voor het gericht hunner staat Claes van Oldbarnevelt te laten te recht staan.
VVG keurmedigen register. Ryckelant Roelofs, ged. Nijkerk 22-10-1598, overl. v28-2-1671, tr. Jan Goerdsen Twiller, wnd. Nijkerk, zn. van Goert Aerts/Aelts van Twiller en Reineke Aerts, keurmedig, op ´t Slichtenhorst.
Director van Rensselaerswyck van 1648 tot 1652
After the death of the patroon between 1643 and 1646, Brant Aertsz van Slichtenhorst was appointed Director of the Colony on November 10, 1647. He arrived in the colony on 22 March 1648. (page 14) His contract provided that he was to hold the office of Hoof-officier, as such he was to preside over the court, to act as public prosecutor and to perform the combined duties of a modern sheriff and chief of police. As Director, he was the chief administrative officer of the colony and as such was to collect the patroon’s revenues derived from farms. Mills, licenses to trade, etc. . In addition to his salary, he was to receive on third of the fines and proceeds from confiscated property. As a third source of income, he was to have the toepachten, or fees paid in addition to the annual rent and tithes of the farms.
The court as organized by Van Slichtenhorst consisted at first of four and afterwards of five persons, of whom two were designated a Gecommitteerden, or commissioners, and two, or afterwards three, are in the record indiscriminately referred to as raden, raetspersonen, gerechtspersonen, or rechtsvrienden. The duties of the commissioners were primarily of an administrative nature, while those of the raden seem to have been chiefly judicial. The Gecommitteerden represented the patroon and acted under definite instructions. The raden, on the other hand, were appointed by the director, but represented the colonists, it being at that time held sufficient if persons who were to represent others were chosen from among them, so as to represent their class. The only requirement was that they should not be in the patroon’s service. (Page 17) The proceedings of the court presided over by Van Slichtenhorst cover the period from April 2, 1648, to April 15, 1652. They form the most important source for the history of the colony during that period. The outstanding event of the that period was the controversy between Van Slichtenhorst and General Peter Stuyvesant reading the jurisdiction of the territory around Fort Orange, which forms one of the dramatic events of the history of New Netherland. This controversy had it origin in the claim made by the patroon, as early as 1632, that “all lands lying on the west side of the river, from Beyren Island to Moeneminnes Castle” ...” even including the place where Fort Orange stands,” had been bought and paid for by him. The Dutch West India Company, on the other hand, maintained that the territory of the fort, which was erected several years before the land of the colony was purchases from the Indians, belonged to the Company and consequently (Page 18) was not included in the patroon’s purchase. The question ... came to be an issue when Van Slichtenhorst, soon after his arrival in the colony, began to issue permits for the erection of houses in the immediate vicinity of the fort. Stuyvesant objected on the ground that they endanger the security of the fort and ordered the destruction of all building within range of a cannon shot. ...Van Slichtenhorst, protested vigorously and proceeded with the erection of the buildings. In 1651 Van Slichtenhorst was summoned to appear before the director General and council at Manhattan and was there detained for four months. [The controversy was settled on April 10, 1652, when the director General and Council erected a separate Court for Fort Orange, independent of that of the Colony. By virtue of this, the hamlet of Beverwyck was taken out of the jurisdiction of the patroon and became an independent village which afterwards became the city of Albany.] Van Slichtenhorst vigorously protested against the erection of the court at Fort Orange and Beaverwyck and with his own hands tore down the proclamation which had been posted on the house of the patroon. For this he was arrested on April 18, 1652, and taken to Manhattan, where he was detained until August 1653. With his arrest, Van Slichtenhorst’s administration came to a close. On July 24, 1652, he was succeeded as director by Jan Baptist Van Rensselaer and as officer of justice by Gerard Swart, so that thereafter the two functions were no longer combine in one person. [Swart continued as Schout until 1665, when by order of Governor Richard Nicholls the Court of the Colony was consolidated with that of Fort Orange.
VVG Genealogie Fragmenten
Brant Aertsz van Slichtenhorst, luitenant-schout 1635, otr. Nijkerk/Putten 19-12-1613 Aeltgen Gijsberts van Wenckom, dr. van Gijsbert Gerrits van Wenckum, v. Nijkerk 1589, en Bate van Domseler, eigenaar van 1/4 van Emeler, gen. de Olde Hofstede, krankzinnig op latere leeftijd.
- 14-6-1622: Brant Aertsz. van Slichtenhorst, wnd. tot Nykerck, is erfgenaam van Bartraet van Dompselaer, in leven weduwe en boedelhawster van Henrick van Meholt (ook: Mehelt?). In die kwaliteit machtigt hij Evert van Wede, procureur voor de Hove van Utrecht, om mede namens hem te komen tot een akkoord tussen enerzijds de curateur en crediteuren van genoemde boedel en anderzijds Peter Schade voor Mr. Henrick d´Wilt, Raedt in de voornoemde Hove.
Getuigen: Gerrit Willems. (timmerman) en Frederick Jans van der Ham (tekent als: Frederick Janss.) (Amersfoort Volmacht: 14-06-1622 Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 251 V).
- 8-7-1623: Thonis Henricksz en Marritgen Dircx zijn vrouw verkopen aan Brant Aertsz van Slichtenhorst en Aeltgen van Wenckum zijn vrouw huis, hof en hofstede en de Muurhuizen, waaraan belend Heer Peter Man en Brant Aertsz van Slichtenhorst voor 6 gulden, 6 stuivers per jaar aan de Lieve Vrouwe Kapel; 1 gulden, 9 stuivers aan St. Jans Broederschap; 14 stuivers aan St. Petersgasthuis. Hoofdsom 400 gulden aan Coenraat Fransen (Transporten 436-16).
- 1624: Engelbertus Schevenhuijs beleent Brandt Aertsen en Altjen van Wenckum met Strijp ter Beek et welcke sie angekoft van Henric Beekman (Henrick Beekman Henrick draagt goed over aan genoemde echtelieden) (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 1630: Beekmansgoet alias die Strijpe besit Brandt Aerts hij ende sijn huijsfrou onhorich te letten opt misbruijck (in ander handschrift; betaalt Brandt Artzen 5ds. voor opruckinge (onder geschreven in ander handschrift: Carel Gerritzen 4. morgen gnt. Den Duist (AKP (Wartena) 37e).
- 11-6-1632: Brant Aertzn. van Slichtenhorst, Brant Aertzn., wnd. te Nijekerck, man van Alidt van Wenckum. Huwelijkse voorwaarden: 09-12-1613. Zij vermaken elkaar de lijftocht van al hun bezittingen die zij in deze stad staende en uitstaende hebben, tot wederhuwelijk van de langstlevende en langer niet.
Zij secluderen de weeskamer van Amersfoort.
Getuigen: Cornelis van Ingen, Frederick Janzn, van den Ham en Andries Corneliszn. (Testament: 11-06-1632 J. van Ingen AT 002a003 folio 257 V – 258).
- 1633: Aelt Brandtsen hadde lade peinden ant gereide op Strijp ter Beke om te hebben de jure van approbatie over pandschap vor den Kelner de welcke peinding verklaart worden van geenen werde. “In de saecke van Willem van Huijsteen als volm. van sijne beste moeder Aelt Brands doen peinden aan het gerede van Beekmansgoet. Op 2-3-1607 onderpand drie morgen door Henrick Henrichs Beekman met vrouw Weyme Aelts aen voorseyde Aelt en sijne huijsvrouw Wychmoet (van Coot?) ende van Brant Aerts van voorn. Henrick geacquireert..” (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 26-9-1635: Lidmaat NG Gemeente te Amersfoort; in de Muerhuysen in den ouden Lombert bij ´t Gevangenhuys; met attestatie van Harderwijk en zijn huijsvrouw Aeltgen van Wenckom; vertrokken.
- 7-7-1641: Brant Aertsz van Slichtenhorst, Luitenant Schout, verkoopt voor hemzelf en als vader voor zijn onmondige kinderen bij zijn overleden vrouw Juffrouwe alid van Wenckum; Aernt van Slichtenhorst, zoon van Brant aan Johan Francken, Majoor dezer stad, en Catharina du Molin zijn vrouw en hun erven een huis en erf in de Muurhuizen van de straat tot achter aan de Singelgracht, waaraan belend erfgenamen van de heer Renkman en verder nog Brant Aertsz van Slichtenhorst (Transporten 436-19)
- 1643: Brant Aertsen bezitter Beekmansgoed ofte Strijp ter Beek. Verscheidene leenacten te weten:.Rutgerus Fleetman gevet opruckinge aen Brant Aertsen;.Rutgerus Fleetman approbiert het transport van Strijp ter Beek geschiet van Brandt Aertsen op Wolf van Hennekeler den Jonge en Arnolda van Coot, echtelieden (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 1657: Stripterbeek gevrijd (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980).
- 1648: Brant Aertsz van Slichtenhorst from Nykerck province of Gelder land According to O Callaghan History of New Netherland 8 69 van Slichtenhorst was appointed director of the colony Nov 10 1646 and sailed with his family and servants for Virginia Sept 26 1647 The records of the colony show that he arrived March 22 1648 and held the office of director till July 24 1652 when he was succeeded by Jan Baptist van Rensselacr Between June 20 1651 and July 24 1652 van Slichtenhorst was most of the time at the Manhatans and JB van Rensselaer acd d in his stead for the first two months apparently in conjunction with Capt Slijter April 4 1650 de Hooges complained to the council that Director van Slichtenhorst had thus far rendered no accounts The director replied that hy wet wat souwde ontfangen dan dot het Antonij de Hooges hecft opqesnapt hat he would have received something if Antonij de Hooges had not gobbled it up Van Slichtenhorst was still in the colony in July 1655 and lived in Holland in 1660 (Rensselaer Bowier Manuscripts Being the Letters of Kiliaen Van Rensselaer, 1630-1643, and Other Documents Relating to the Colony of Rensselaerswyck By New York State Library, Kiliaen van Rensselaer, Arnold Johan Ferdinand Van Laer, Nicolaas de Roever, Susan De Lancey Van Rennselaer Strong, page 838).
VVG herengoederen deelII/213 Ter Beeck
07-05-1623 Jan Wouters Collert, weduwnaar van Marie Willems, krijgt consent voor een be- zwaring met 1300 gld. ten behoeve van Claes Renger, die dat goed mag gebruiken voor de tijd van vier of zes jaar, te beginnen mei 1621. 08-07-1624 Jan Wolters oprukking.
Wolter Gijsbert en Segher Gijsberts zijn volgens WvT en HvT broers. Dot blijkt uit onderoek naar meerdere bronnen.
Segher woonde op de hoeve genaamd Twiller, Twijlre of Twilre of ook Cleyn Twiller waaruit ook blijkt dat er verwantschap is met het geslacht van Wolter Gijsbert dat afkomstig is van t'Willaer uit Scherpenzeel.
Wolter was beleend met groot Twillaer in Scherpenzeel en later Watergoor in Nijkerk.
(Peter van de Born)
Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485)
Fol.4
Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer
It Thomas blome
Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer It maes henrics van IIII mergen veens
In der Columpnen van putten inder prochien van nyekerck van dat hietet grawenveen daer aff den Thyns van elliken mergen IIII d
fol. 22 Aelt Seger gysberts soin alleer It Aelt van morsseler van III mergen
Grawenveen Fol 29vso Griet Arnt brantss wyff ende pueris alleer It Aernt henrich westvelincs van lande gecoft tegen gertruyd rensen alleer bessel henrics wyff van aller IIII alde gr ende van erve alleer maes andries blomens VIII gr tsamen VIII mergen gelegen op slichtenhorsterbroick maict tsamen XVI s So blyft op Arnt VIII s
It Seger gysberts sal betalen van den voirss summe van IIII mergen VIII s
Fol 205vso Item goude zeger gysbertss wyff mit oeren kynderen alleer Thomas blomen XXII s
Fol 206 Item henrick Reynerss alleer goude zeger gysbertss huysfrou wedue alleer maes henricks van IIII mergen veens XVI d
fol 241 Item Aelt zeger gysberts alleer peter van hoirssenvoirde van VIII mergen veens II s VIII d alleer hermans van staveren
Tynsboek 103 (1502-1555) Fol 15 Aelt Zeger Ghysberts,(Arys Aelts),alleer Thomas Blome 22 st.(Aris Aelts). (Henrick v Henneckeler sall betailen van Gijsbert Henricxs somme die hyr vanc doirgedain ys. 1 alt gr). (Peel Rant sal oich betailen van Gysbert Henrixs somme vurs. die vanc doirgedain ys. 1 alt gr.).
fol 24
Henrick Reyners,(Arrys Aelts),alleer Goude,Zeger Ghysberts wedue,alleer Maes Henricks van 4 mrg veens 16 den. (Reyner Goertss).
Fol 122 Aelt Zeger Ghijsberts,(nb.Andries Aelts),van 4 mrg gelegen op Slichtenhorsterbroick, alleer Arnt Henrick Westvelincks 8 st. (Hz.Andries Aeltzs).
Fol 159 Aelt Zeger Gijsbertz,(Arys Ailts),alleer Peter v Horssenvoirde van 8 mrg veens alleer Hermans v Staveren 2 st. 8 den. (Arys Ailtss).
documenten Twiller en historie...
Tijnsgoed_Twiller.htm
Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485)
Fol.4 Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer
It Thomas blome
Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer
It maes henrics van IIII mergen veens
volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht
<brP
1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegess en diens vrouw betr. het goed Twyler
Datering: 1557 februari 9
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventarisnummer:
986Vindplaats: Gelders Archief
Zie De Herengoederen op de Veluwe, deel 2 (uitgave VG, 1992) nrs 206 en 212 ook vermeld in VG 1999 blz 164
Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet"
Hij kocht op 4 augustus 1550 het herengoed Twiller (Twijler of Twilre) op het buurtschap Slichtenhorst onder Nijkerk.
4-8-1550
Consent van transport door Jan Giesbers en Clara zijn echtgenote van hun aandeel in Twiller aan Aelt Zegers en Truide voor 700 Karolus guldens met consent vaan Aelt Zegers en Truide om Twijler te bezwaren ten behoeve van Jan Giesbers en Clara
Aelt en Truide ware "dat alste bloet"
20-5-1552 Aprobatie van een accoord tussen Aelt Zeghers en Truide (die Twilre gekocht hadden van jan Ghisberts en Clara) en Jacob Abelen œ Griete over de inlossing van 4 morgen land onder Twiller behorende voor 400 Carolus gld en approbatie van bezwaring gedurende zes jaar van deze 4 morgen door Aelt Zeghers ten behoeve van Jacob Abelen met een rente van 9 Philips gld van wege de 100 Philips gld en 100 Carolus gld die zij nog schuldig waren aan Jacob Abelen.
28-1-1562 Approbatie voor de betering van het niet tijdig aflossen van de bezwaring van 4 morgen onder Twiller met een jaarrente van 9 Philips gld ten behoeve van Andreas Aelts, momber van de onmondige kinderen van zaliger Aelt Zeghers, die in mei 1561 is overleden 'van de watersucht als met verstaet'
15-5-1575 Truijde Twillers, weduwe van Aelt Zegers, consetn om een kamp Twillers Camp genaamd, groot 4 morgen, pandschapsgewijze te mogen laten bezitten door jan Jacobs
30-3-1601 Reijntgen, weduwe van Goert Aertss van Twiller, oprukking na transport door haar schoonmoeder Truijde Twillers.
28-3-1610 Reijntgen, weduwe van Gerrit Aerts van Twiller, oprukking.
oprukking bekomen
is het uitstel verkrijgen van de verplichting als bezitter van een horig goed horig te worden.
Dit uitstel werd voor de tijd van zes jaar verleend tegen betaling van enige guldens (VG 1982 nr1 blz4-5)
GA. Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe
Regest 1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegerss en diens vrouw betr. het goed Twyler Datering: 1557 februari 9 Toegangsnummer: 0124 Hof van Gelre en Zutphen Inventarisnummer:986 Inzien
na de lijst van Adre Jansen. Hij stuurde volgende tekst
de lijst bevindt zich in Gelders Archief 0001 Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen, inv.nr. 130.2 (wat ik meen ik ook Dion had doorgegeven). Het is een ingebonden verzameling van lijsten van horige personen en horige goederen waarvan een deel kopieën lijken, van elkaar dan wel van een andere niet- of elders bewaarde lijst. Grosso modo zijn de lijsten per ambt en in een logische volgorde opgebouwd. Twiller komt in het archiefstuk verscheidene malen voor. Het stukje dat u heeft ontvangen was het meest uitgebreide. Qua datering is het nog niet zo makkelijk. Er is wel een gedateerde lijst uit januari 1493. Mijn indruk is dat de lijst waarvan de foto is genomen wat ouder is. Of hij (c.q. het origineel) ook uit 1455 stamt zoals een extractenlijst van de kelnarij van Putten zegt, vraag ik me af. Die lijst uit het kelnarijarchief (Paul op den Brouw heeft een transcriptie gepubliceerd op zijn site odeeby) heeft uit de algemene lijst alleen die inschrijvingen gekopieerd ie relevant zijn voor de kelnarij, nl. de abtsgoederen en personen. Het noteren van die lijsten was belangrijk voor de hertogelijke inkomsten: horige lieden betaalden een hoofdtijns en verder kreeg hun heer een deel van hun erfenis. Van de horige goederen werden ook bedragen betaald bij overlijden etc. Daarnaast ontving de hertog herenguldens, niet alleen van de herengoederen maar ook van de abts- en vrouwengoederen, omdat(?) hij daarvan voogd was. (Geer)trui Gosens moet een dochter zijn geweest van Gosen van Westenappel. Hij komt bv. voor in de veetelling van 1526. De volgorde van die lijst is m.i. echter geen logische, je kunt uit de plaats van de namen niets afleiden t.a.v. de buren. Wel is de lijst geordend naar buurschap; hieruit blijkt dat Gosen in Slichtenhorst woonde. Het erf Westenappel waar Gosen zijn naam aan ontleende was een abtsgoed. Daardoor was de kans groot dat Gosen zelf ook een abtsman was. Dat blijkt te kloppen: volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. In 1555 is hij overleden (blz. 75 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht.
De transcriptie van de passage over Twiller luidt:
[in marge: Twyler]
Item Maes Jansen wonende opt guet to Twyler
eygen man eyhgen guet myns gen. lieven heren
ende heeft 1 kemerlinc tot enen wive. Dit
guet en is anders nyt gesplit dan dar is een
man int Sticht ind heefter hoifslaigen aff. Hoe
desen man vurs. heit en weet ic nijet.
Omgezet naar modern Nederlands:
"Item Maas Jansen wonende op het goed Twiller
eigen man van mijn genadige lieve heer [=hertog van Gelre]
en heeft een kamerling als vrouw. Dit
goed is verder niet gesplitst behalve dat er
een man in Sticht is die er hoefslagen van heeft.
[Hiermee worden landerijen ten noorden van de Slichtenhorsterweg bedoeld].
Hofhorig Abstman van het Benedictijner klooster Abdinkhot te Paderborn.
In beheer bij de Kelnarij van Putten
alleen van de herengoederen maar ook van de abts- en vrouwengoederen, omdat(?) hij daarvan voogd was.
(Geer)trui Gosens moet een dochter zijn geweest van Gosen van Westenappel. Hij komt bv. voor in de veetelling van 1526. De volgorde van die lijst is m.i. echter geen logische, je kunt uit de plaats van de namen niets afleiden t.a.v. de buren. Wel is de lijst geordend naar buurschap; hieruit blijkt dat Gosen in Slichtenhorst woonde.
Het erf Westenappel waar Gosen zijn naam aan ontleende was een abtsgoed. Daardoor was de kans groot dat Gosen zelf ook een abtsman was. Dat blijkt te kloppen: volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald.
1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et
Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat."
Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht
volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht
<brP
1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegess en diens vrouw betr. het goed Twyler
Datering: 1557 februari 9
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventarisnummer:
986Vindplaats: Gelders Archief
Zie De Herengoederen op de Veluwe, deel 2 (uitgave VG, 1992) nrs 206 en 212 ook vermeld in VG 1999 blz 164
Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet"
Hij kocht op 4 augustus 1550 het herengoed Twiller (Twijler of Twilre) op het buurtschap Slichtenhorst onder Nijkerk.
4-8-1550
Consent van transport door Jan Giesbers en Clara zijn echtgenote van hun aandeel in Twiller aan Aelt Zegers en Truide voor 700 Karolus guldens met consent vaan Aelt Zegers en Truide om Twijler te bezwaren ten behoeve van Jan Giesbers en Clara
Aelt en Truide ware "dat alste bloet"
20-5-1552 Aprobatie van een accoord tussen Aelt Zeghers en Truide (die Twilre gekocht hadden van jan Ghisberts en Clara) en Jacob Abelen œ Griete over de inlossing van 4 morgen land onder Twiller behorende voor 400 Carolus gld en approbatie van bezwaring gedurende zes jaar van deze 4 morgen door Aelt Zeghers ten behoeve van Jacob Abelen met een rente van 9 Philips gld van wege de 100 Philips gld en 100 Carolus gld die zij nog schuldig waren aan Jacob Abelen.
28-1-1562 Approbatie voor de betering van het niet tijdig aflossen van de bezwaring van 4 morgen onder Twiller met een jaarrente van 9 Philips gld ten behoeve van Andreas Aelts, momber van de onmondige kinderen van zaliger Aelt Zeghers, die in mei 1561 is overleden 'van de watersucht als met verstaet'
15-5-1575 Truijde Twillers, weduwe van Aelt Zegers, consetn om een kamp Twillers Camp genaamd, groot 4 morgen, pandschapsgewijze te mogen laten bezitten door jan Jacobs
30-3-1601 Reijntgen, weduwe van Goert Aertss van Twiller, oprukking na transport door haar schoonmoeder Truijde Twillers.
28-3-1610 Reijntgen, weduwe van Gerrit Aerts van Twiller, oprukking.
oprukking bekomen
is het uitstel verkrijgen van de verplichting als bezitter van een horig goed horig te worden.
Dit uitstel werd voor de tijd van zes jaar verleend tegen betaling van enige guldens (VG 1982 nr1 blz4-5)
GA. Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe
Regest 1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegerss en diens vrouw betr. het goed Twyler Datering: 1557 februari 9 Toegangsnummer: 0124 Hof van Gelre en Zutphen Inventarisnummer:986 Inzien
na de lijst van Adre Jansen. Hij stuurde volgende tekst
de lijst bevindt zich in Gelders Archief 0001 Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen, inv.nr. 130.2 (wat ik meen ik ook Dion had doorgegeven). Het is een ingebonden verzameling van lijsten van horige personen en horige goederen waarvan een deel kopieën lijken, van elkaar dan wel van een andere niet- of elders bewaarde lijst. Grosso modo zijn de lijsten per ambt en in een logische volgorde opgebouwd. Twiller komt in het archiefstuk verscheidene malen voor. Het stukje dat u heeft ontvangen was het meest uitgebreide. Qua datering is het nog niet zo makkelijk. Er is wel een gedateerde lijst uit januari 1493. Mijn indruk is dat de lijst waarvan de foto is genomen wat ouder is. Of hij (c.q. het origineel) ook uit 1455 stamt zoals een extractenlijst van de kelnarij van Putten zegt, vraag ik me af. Die lijst uit het kelnarijarchief (Paul op den Brouw heeft een transcriptie gepubliceerd op zijn site odeeby) heeft uit de algemene lijst alleen die inschrijvingen gekopieerd ie relevant zijn voor de kelnarij, nl. de abtsgoederen en personen. Het noteren van die lijsten was belangrijk voor de hertogelijke inkomsten: horige lieden betaalden een hoofdtijns en verder kreeg hun heer een deel van hun erfenis. Van de horige goederen werden ook bedragen betaald bij overlijden etc. Daarnaast ontving de hertog herenguldens, niet alleen van de herengoederen maar ook van de abts- en vrouwengoederen, omdat(?) hij daarvan voogd was. (Geer)trui Gosens moet een dochter zijn geweest van Gosen van Westenappel. Hij komt bv. voor in de veetelling van 1526. De volgorde van die lijst is m.i. echter geen logische, je kunt uit de plaats van de namen niets afleiden t.a.v. de buren. Wel is de lijst geordend naar buurschap; hieruit blijkt dat Gosen in Slichtenhorst woonde. Het erf Westenappel waar Gosen zijn naam aan ontleende was een abtsgoed. Daardoor was de kans groot dat Gosen zelf ook een abtsman was. Dat blijkt te kloppen: volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. In 1555 is hij overleden (blz. 75 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht.
De transcriptie van de passage over Twiller luidt:
[in marge: Twyler]
Item Maes Jansen wonende opt guet to Twyler
eygen man eyhgen guet myns gen. lieven heren
ende heeft 1 kemerlinc tot enen wive. Dit
guet en is anders nyt gesplit dan dar is een
man int Sticht ind heefter hoifslaigen aff. Hoe
desen man vurs. heit en weet ic nijet.
Omgezet naar modern Nederlands:
"Item Maas Jansen wonende op het goed Twiller
eigen man van mijn genadige lieve heer [=hertog van Gelre]
en heeft een kamerling als vrouw. Dit
goed is verder niet gesplitst behalve dat er
een man in Sticht is die er hoefslagen van heeft.
[Hiermee worden landerijen ten noorden van de Slichtenhorsterweg bedoeld].
Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1520.
DNL 1940 P.V. Inv. 14, deel 1607-09, proces no. 25
een dochter van Gijsbert Wolters en Elisabeth (Scholten van Vanevelt;
zie C.P.H. 1608 I I ) .
Haar broeder Wolter Gijsberts tr. Alijdt van Wenckum Bycketsdr.
(C.P.H. 1627 V, Henrick van Nulde contra Goetschalck Claessen; zie hierboven
aant. 94),
uit welk huwelijk drie zonen, Gijsbert, Amelis, en Rvkct, die den naam Van Twiller aannamen,
Wolter Gijsbert en Segher Gijsberts zijn volgens WvT en HvT broers. Dot blijkt uit onderoek naar meerdere bronnen.
Segher woonde op de hoeve genaamd Twiller, Twijlre of Twilre of ook Cleyn Twiller waaruit ook blijkt dat er verwantschap is met het geslacht van Wolter Gijsbert dat afkomstig is van t'Willaer uit Scherpenzeel.
Wolter was beleend met groot Twillaer in Scherpenzeel en later Watergoor in Nijkerk.
(Peter van de Born)
Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485)
Fol.4
Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer
It Thomas blome
Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer It maes henrics van IIII mergen veens
In der Columpnen van putten inder prochien van nyekerck van dat hietet grawenveen daer aff den Thyns van elliken mergen IIII d
fol. 22 Aelt Seger gysberts soin alleer It Aelt van morsseler van III mergen
Grawenveen Fol 29vso Griet Arnt brantss wyff ende pueris alleer It Aernt henrich westvelincs van lande gecoft tegen gertruyd rensen alleer bessel henrics wyff van aller IIII alde gr ende van erve alleer maes andries blomens VIII gr tsamen VIII mergen gelegen op slichtenhorsterbroick maict tsamen XVI s So blyft op Arnt VIII s
It Seger gysberts sal betalen van den voirss summe van IIII mergen VIII s
Fol 205vso Item goude zeger gysbertss wyff mit oeren kynderen alleer Thomas blomen XXII s
Fol 206 Item henrick Reynerss alleer goude zeger gysbertss huysfrou wedue alleer maes henricks van IIII mergen veens XVI d
fol 241 Item Aelt zeger gysberts alleer peter van hoirssenvoirde van VIII mergen veens II s VIII d alleer hermans van staveren
Tynsboek 103 (1502-1555) Fol 15 Aelt Zeger Ghysberts,(Arys Aelts),alleer Thomas Blome 22 st.(Aris Aelts). (Henrick v Henneckeler sall betailen van Gijsbert Henricxs somme die hyr vanc doirgedain ys. 1 alt gr). (Peel Rant sal oich betailen van Gysbert Henrixs somme vurs. die vanc doirgedain ys. 1 alt gr.).
fol 24
Henrick Reyners,(Arrys Aelts),alleer Goude,Zeger Ghysberts wedue,alleer Maes Henricks van 4 mrg veens 16 den. (Reyner Goertss).
Fol 122 Aelt Zeger Ghijsberts,(nb.Andries Aelts),van 4 mrg gelegen op Slichtenhorsterbroick, alleer Arnt Henrick Westvelincks 8 st. (Hz.Andries Aeltzs).
Fol 159 Aelt Zeger Gijsbertz,(Arys Ailts),alleer Peter v Horssenvoirde van 8 mrg veens alleer Hermans v Staveren 2 st. 8 den. (Arys Ailtss).
documenten Twiller en historie...
Tijnsgoed_Twiller.htm
Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485)
Fol.4 Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer
It Thomas blome
Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer
It maes henrics van IIII mergen veens
Scherpenzeels Leenboek Een rente van ƒ 5.- Karolus op het erf Groot Willaer. ..-.-14..: Jacob van ‘t Willaer, als getuige vermeld 1485, 107 fol. 19v.
Jacob had een Hofstede in Arnhem
2090 Burgerweeshuis te Arnhem Inventaris 9. Regesten Bookmark Delen Reageren Archiefdienst 40 Winant Ridder en Gelis ingen Nuwelant, schepenen te Arnhem, oorkonden dat Johan van Wetten en zijn vrouw Aleit aan Derick van Wetten, Johans vader, een jaarrente van 2 oude schilden hebben overgedragen, te betalen met Pasen, uit hun thans door henzelf bewoonde huis en hofstede, gelegen in de Overstrate tussen huis en hofstede van Jacob van Twiller en huis en hofstede van Metken Scheeres Datering:
1439 februari 6 [des vridaegs na Sente-Agathendach, der heiliger joncfrouwen] NB:
a) Oorspr., inv.nr. 392; met de enigszins geschonden zegels der oorkonders in groene was. b) Afschrift, inv.nr. 501, folio 89 verso. c) Afschrift, inv.nr. 502, folio 108. In dorso van het oorspr.: "Jan van Raetyngen, in der Overstraete van tween schilden", "Modo Hermen van Schevichaven", "1439, N 67, Oeverstraat" en, in potlood "LB" en "N 61". Boven afschrift b) staat dat het hier het huis van Jan van Ratynghen betreft. Boven afschrift c) onder meer: "No. 67" en "... uuijt der weeduwe van zaliger Jan van Schevichaven huijs in der Oeverstraet staende, modo Arndt van Schevichaven, brouwer". Vindplaats: Gelders Archief
Jacob wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1521. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
Scherpenzeels Leenboek
5-8-1530: Bertout Willemsz. voor Grietje, zijn vrouw, natuurlijke dochter, bij overdracht door Jacob van ‘t Willaer, haar vader, te lossen, 141 fol. 51.
Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1520.
Jacob wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1439. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
In het Nedersticht zijn drie judicialen van de bisschop van Utrecht bewaard gebleven:
op blz 99 : jaar 1435 Item Jacob van Twijlre is Fijen Moeijen soen ende is gecomen van Aernhem tot desen tuyghe ende vermet hem erffgenaam van desen guede nae sijn dode.
op blz 96: jaar 1442. Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren, dat hem kundich is dat Fije voerscreven geboeren waert in den jair doe men screeff negen des iersten jairs na den couden wijnter voerscreven omthrent alle Goits heyligen dage ende dat hem dyt te gehoegen is dat coemt toe want hem op die selve tijt een zuster geboeren waert dair he hoer ouder van weet. Ende Jacob voerscreven seecht dat Fije sijne ooms dochter is.
Scherpenzeels Leenboek Een rente van ƒ 5.- Karolus op het erf Groot Willaer. ..-.-14..: Jacob van ‘t Willaer, als getuige vermeld 1485, 107 fol. 19v.
Jacob had een Hofstede in Arnhem
2090 Burgerweeshuis te Arnhem Inventaris 9. Regesten Bookmark Delen Reageren Archiefdienst 40 Winant Ridder en Gelis ingen Nuwelant, schepenen te Arnhem, oorkonden dat Johan van Wetten en zijn vrouw Aleit aan Derick van Wetten, Johans vader, een jaarrente van 2 oude schilden hebben overgedragen, te betalen met Pasen, uit hun thans door henzelf bewoonde huis en hofstede, gelegen in de Overstrate tussen huis en hofstede van Jacob van Twiller en huis en hofstede van Metken Scheeres Datering:
1439 februari 6 [des vridaegs na Sente-Agathendach, der heiliger joncfrouwen] NB:
a) Oorspr., inv.nr. 392; met de enigszins geschonden zegels der oorkonders in groene was. b) Afschrift, inv.nr. 501, folio 89 verso. c) Afschrift, inv.nr. 502, folio 108. In dorso van het oorspr.: "Jan van Raetyngen, in der Overstraete van tween schilden", "Modo Hermen van Schevichaven", "1439, N 67, Oeverstraat" en, in potlood "LB" en "N 61". Boven afschrift b) staat dat het hier het huis van Jan van Ratynghen betreft. Boven afschrift c) onder meer: "No. 67" en "... uuijt der weeduwe van zaliger Jan van Schevichaven huijs in der Oeverstraet staende, modo Arndt van Schevichaven, brouwer". Vindplaats: Gelders Archief
Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1429. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
Leeftijd aangenomen nav analogie van zoon Jacob gedocumenteerd als Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren in het jaar 1442
Jacob wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1439. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
In het Nedersticht zijn drie judicialen van de bisschop van Utrecht bewaard gebleven:
op blz 99 : jaar 1435 Item Jacob van Twijlre is Fijen Moeijen soen ende is gecomen van Aernhem tot desen tuyghe ende vermet hem erffgenaam van desen guede nae sijn dode.
op blz 96: jaar 1442. Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren, dat hem kundich is dat Fije voerscreven geboeren waert in den jair doe men screeff negen des iersten jairs na den couden wijnter voerscreven omthrent alle Goits heyligen dage ende dat hem dyt te gehoegen is dat coemt toe want hem op die selve tijt een zuster geboeren waert dair he hoer ouder van weet. Ende Jacob voerscreven seecht dat Fije sijne ooms dochter is.
Het Willaer in Scherpenzeel
De naam t’ Willaer wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1357.
Domarchief Utrecht nr 1378; 17-06-1357 (St Adolfsdag).
Daarin ruilt de dom-
proost van Utrecht een tijns met ridder Diederick van Lienden uit het goed Podelpoel in IJzerdoorn.
Het wordt geruild tegen een aantal tijnsen in Maarn en Scherpenzeel. Éen van die tijnzen in Scherpenzeel betreft een tijns van twee schellingen uit het goed ‘t Willaer, dat eigendom is van ridder Gijsbrecht van Sterckenberch die zelf op kasteel de Sterkenburg in Driebergen woonde.
http://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm
Inventaris 288
Transcriptie (Peter van den Born) Alle den ghenen die desen brief sullen sien of horen lesen doe ic verstaen Ghiselbert van Twyller Jacobs zoon als een hof van den erve toe Wittenborch dat ghecomen syn Gode van Wyttenborch ende Lubborch syn echte wyff vor nu vor den richter ende vor tynsgenoten die hier na bescreven staen ende hebben nu opghedraghen den rechten eyghendom van den erve to Wyttenberch eghen ende eyndenA alst gheleghen is ende syt van nu helden to tynse jarlix om enen groten te tynse op sinte Mertensdach daer men bier ende broet mede copen mach welke vorss[eide] Wyttenberch ic hier verliet hebbeB ende verlie den rechten eyghendom Rutger Jacobs zoen ende Matgriten syne wive behouden? nu ende mine nacomelinghe enen tynd als vorss[eid] is daer die gheseide minen vier tynsghenoten als Johan van Scerpenzel Claes van Colvenscoten Evert van Arler Zweder van Glashorst ende ander vele gude lude in ord de des briefs besegelen want ic Ghisebert vorss[eid] als een hof op desen tyt ghene segel en hebbe daerom hebbe ic gebeden Johan van Scerpenzel als een tynghenote desen brief over nu te besegelen ende ic Johan vorss[eid] om beden will Ghiselbert vorghenoemt ende ic daer mede over sat als een tynsghenoet daerom soe hebbe ic desen brief besegelt mit minen segel want ic Meus van den Broke hier mede over sat als een richter daerom heb ic desen brief mede besegelt mit minen segel mit den hof ghegheven int jaer onses Heren dusent driehondert twe ende tseventich op sinte Katherienen dach.
BEWERKT UIT "SCHERPENZEELSE BOERDERIJEN EN HUN BEWONERS" door Henk van Woudenberg.
Hofstede Wittenberg van 1372-1933. De boerderij Wittenberg ligt al eeuwenlang te noordweste van Scherpenzeel. Van deze boerderij bestaat een heel oude akte uit 1372. Een bijzondere akte die een kijkje geeft in de situatie vaneen groot deel van Scherpenzeel in die tijd. Wat is er aan de hand? Wittenberg is verkocht en deze verkoop moet worden geregistreerd. Dat doet men in die tijd voor "een hof van den erve toe Wittenborch", het zogenaamde tijnshof met aan het hoofd de tijnsheer, de eigenaar van het gerecht waartoe Wittenberg behoort. Die tijnsheer heet Gijsbert Jacobsz van Twiller. Gezien zijn achternaam is hij eigenaar van ´t Willaer. Bij zo´n registratie zijn er ook getuigen aanwezig. Deze zogenaamde tijnsgenoten hebben ook bezittingen in hetzelfde gerecht. Het zijn in dit geval Elias van Colvenscoten, Ernst van Orlo (Orel), Sweder van Glashorst en Johan van Scherpenzeel. Als we aannemen dat deze mannen zich ook naar hun bezit hebben genoemd; Kolfschoten, Orel en Glashorst, dan blijkt dat de tijnshof Twiller in ieder geval ongeveer een derde deel van het huidige Scherpenzeel omvatte. Johan van Scherpenzeel speelt een aparte rol. Gijsbert Jacobsz van Twiller heeft op dat moment zijn zegel niet bij de hand. Daarom vraagt hij Johan van Scherpenzeel om namens hem te zegelen. De bezittingen van Johan van Scherpenzeel binnen dit gerecht zijn niet bekend. Geschiedschrijvers vermoedden al dat er vroeger kleinere gerechten geweest moeten zijn, die op een gegeven moment samengevoegd worden. Zo is Scherpenzeel waarschijnlijk ook ontstaan en één van de gerechten heette Twiller. De naam Wittenberg staan in de akte als Wyttenborch. Dus borch in plaats van berg. Het woord borch komt terug in het woord burcht dat erop zou kunnen duiden dat er een versterkt huis heeft gestaan.
Tot zover de achtergrond van de akte. Want wie verkochten en wie kochten Wittenberg? Hun namen staan ook in de akte. Gode van Wittenborch en zijn vrouw Lubborch verkopen het aan Rutger Jacobsz en zijn vrouw Margriet. Achternamen hebben de vrouwen in die tijd nog niet. De nieuwe eigenaren moeten jaarlijks op St. Maarten (11 nov.) een bedrag, een tijns, aan de tijnsheer betalen. In dit geval "enen groten"" daer men bier ende broet mee copen mach. "Enen groten" is een geldstuk met de naam "een grote konings toernooi". Blijkbaar mag men in plaats van geld ook betalen met bier en brood. In deze akte wordt ook de eerst bekende schout van Scherpenzeel genoemd: richter Meus van den Broke. In 1416 komt ´Wittenberch´ voor in een lijst van de erven die tiend moeten betalen aan de St. Paulusabdij uit Utrecht. In 1467 moet de nalatenschap van Otto, heer van Scherpenzeel verdeeld worden 3 . Zijn oudste zoon Godert/Gerrit erft de heerlijkheid Scherpenzeel en nu moet de rest gedeeld worden met zijn drie broers Dirck, Goosen en Carcelis van Scherpenzeel. Dirck van Scherpenzeel krijgt Wittenberg toebedeeld met honderd Averlandse Keurvorsten Rijnsgulden. Dit geld wordt omgezet in een hypotheek die niet binnen zes jaar mag worden afgelost. Godert/Gerrit moet zijn broer elk jaar 5 Rijnsgulden rente betalen. Broer Goosen krijgt twee jaar lang de opbrengst van het hout uit de Scherpenzeelse bossen. Broer Carcelis krijgt het geld dat zijn vader tegoed had van de Hertog van Gelre. In 1476 blijkt Godert/Gerrit van Scherpenzeel eigenaar te zijn in plaats van zijn broer Dirck.
Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1429. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
Leeftijd aangenomen nav analogie van zoon Jacob gedocumenteerd als Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren in het jaar 1442
Ghisebert wordt genoemd in Gelders Archief 0520 Huis Hackfort als zijnde Jacobszoon.
Inv 11 Ghiselbert van Twiller Jacobszoon, als "hof" van het goed te Wittenborch, oorkondt, dat Gode van Wittenborch en zijn vrouw Lobborch mede ten overstaan van richter en tynsgenoten, het goed te Wittenborch overdragen aan Rutgher Jacobsz. en diens vrouw Margryte.
Het Willaer in Scherpenzeel
De naam t’ Willaer wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1357.
Domarchief Utrecht nr 1378; 17-06-1357 (St Adolfsdag).
Daarin ruilt de dom-
proost van Utrecht een tijns met ridder Diederick van Lienden uit het goed Podelpoel in IJzerdoorn.
Het wordt geruild tegen een aantal tijnsen in Maarn en Scherpenzeel. Éen van die tijnzen in Scherpenzeel betreft een tijns van twee schellingen uit het goed ‘t Willaer, dat eigendom is van ridder Gijsbrecht van Sterckenberch die zelf op kasteel de Sterkenburg in Driebergen woonde.
http://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm
Inventaris 288
Transcriptie (Peter van den Born) Alle den ghenen die desen brief sullen sien of horen lesen doe ic verstaen Ghiselbert van Twyller Jacobs zoon als een hof van den erve toe Wittenborch dat ghecomen syn Gode van Wyttenborch ende Lubborch syn echte wyff vor nu vor den richter ende vor tynsgenoten die hier na bescreven staen ende hebben nu opghedraghen den rechten eyghendom van den erve to Wyttenberch eghen ende eyndenA alst gheleghen is ende syt van nu helden to tynse jarlix om enen groten te tynse op sinte Mertensdach daer men bier ende broet mede copen mach welke vorss[eide] Wyttenberch ic hier verliet hebbeB ende verlie den rechten eyghendom Rutger Jacobs zoen ende Matgriten syne wive behouden? nu ende mine nacomelinghe enen tynd als vorss[eid] is daer die gheseide minen vier tynsghenoten als Johan van Scerpenzel Claes van Colvenscoten Evert van Arler Zweder van Glashorst ende ander vele gude lude in ord de des briefs besegelen want ic Ghisebert vorss[eid] als een hof op desen tyt ghene segel en hebbe daerom hebbe ic gebeden Johan van Scerpenzel als een tynghenote desen brief over nu te besegelen ende ic Johan vorss[eid] om beden will Ghiselbert vorghenoemt ende ic daer mede over sat als een tynsghenoet daerom soe hebbe ic desen brief besegelt mit minen segel want ic Meus van den Broke hier mede over sat als een richter daerom heb ic desen brief mede besegelt mit minen segel mit den hof ghegheven int jaer onses Heren dusent driehondert twe ende tseventich op sinte Katherienen dach.
BEWERKT UIT "SCHERPENZEELSE BOERDERIJEN EN HUN BEWONERS" door Henk van Woudenberg.
Hofstede Wittenberg van 1372-1933. De boerderij Wittenberg ligt al eeuwenlang te noordweste van Scherpenzeel. Van deze boerderij bestaat een heel oude akte uit 1372. Een bijzondere akte die een kijkje geeft in de situatie vaneen groot deel van Scherpenzeel in die tijd. Wat is er aan de hand? Wittenberg is verkocht en deze verkoop moet worden geregistreerd. Dat doet men in die tijd voor "een hof van den erve toe Wittenborch", het zogenaamde tijnshof met aan het hoofd de tijnsheer, de eigenaar van het gerecht waartoe Wittenberg behoort. Die tijnsheer heet Gijsbert Jacobsz van Twiller. Gezien zijn achternaam is hij eigenaar van ´t Willaer. Bij zo´n registratie zijn er ook getuigen aanwezig. Deze zogenaamde tijnsgenoten hebben ook bezittingen in hetzelfde gerecht. Het zijn in dit geval Elias van Colvenscoten, Ernst van Orlo (Orel), Sweder van Glashorst en Johan van Scherpenzeel. Als we aannemen dat deze mannen zich ook naar hun bezit hebben genoemd; Kolfschoten, Orel en Glashorst, dan blijkt dat de tijnshof Twiller in ieder geval ongeveer een derde deel van het huidige Scherpenzeel omvatte. Johan van Scherpenzeel speelt een aparte rol. Gijsbert Jacobsz van Twiller heeft op dat moment zijn zegel niet bij de hand. Daarom vraagt hij Johan van Scherpenzeel om namens hem te zegelen. De bezittingen van Johan van Scherpenzeel binnen dit gerecht zijn niet bekend. Geschiedschrijvers vermoedden al dat er vroeger kleinere gerechten geweest moeten zijn, die op een gegeven moment samengevoegd worden. Zo is Scherpenzeel waarschijnlijk ook ontstaan en één van de gerechten heette Twiller. De naam Wittenberg staan in de akte als Wyttenborch. Dus borch in plaats van berg. Het woord borch komt terug in het woord burcht dat erop zou kunnen duiden dat er een versterkt huis heeft gestaan.
Tot zover de achtergrond van de akte. Want wie verkochten en wie kochten Wittenberg? Hun namen staan ook in de akte. Gode van Wittenborch en zijn vrouw Lubborch verkopen het aan Rutger Jacobsz en zijn vrouw Margriet. Achternamen hebben de vrouwen in die tijd nog niet. De nieuwe eigenaren moeten jaarlijks op St. Maarten (11 nov.) een bedrag, een tijns, aan de tijnsheer betalen. In dit geval "enen groten"" daer men bier ende broet mee copen mach. "Enen groten" is een geldstuk met de naam "een grote konings toernooi". Blijkbaar mag men in plaats van geld ook betalen met bier en brood. In deze akte wordt ook de eerst bekende schout van Scherpenzeel genoemd: richter Meus van den Broke. In 1416 komt ´Wittenberch´ voor in een lijst van de erven die tiend moeten betalen aan de St. Paulusabdij uit Utrecht. In 1467 moet de nalatenschap van Otto, heer van Scherpenzeel verdeeld worden 3 . Zijn oudste zoon Godert/Gerrit erft de heerlijkheid Scherpenzeel en nu moet de rest gedeeld worden met zijn drie broers Dirck, Goosen en Carcelis van Scherpenzeel. Dirck van Scherpenzeel krijgt Wittenberg toebedeeld met honderd Averlandse Keurvorsten Rijnsgulden. Dit geld wordt omgezet in een hypotheek die niet binnen zes jaar mag worden afgelost. Godert/Gerrit moet zijn broer elk jaar 5 Rijnsgulden rente betalen. Broer Goosen krijgt twee jaar lang de opbrengst van het hout uit de Scherpenzeelse bossen. Broer Carcelis krijgt het geld dat zijn vader tegoed had van de Hertog van Gelre. In 1476 blijkt Godert/Gerrit van Scherpenzeel eigenaar te zijn in plaats van zijn broer Dirck.