ancsosa
Tot de n-e generatie.
2 . Jan (Jantje Piet) Koelewijn.
... gehuwd met ...
3 . Trijntje Zijl.
... hieruit :
4 . Peter Koelewijn, geboren op 30 augustus 1850, Bunschoten, gestorven op 20 november 1922, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 72 jaar oud), Visser op de BU 126.
... gehuwd met ...
5 . Klaasje Malestein, geboren op 9 augustus 1845, Hoogland, gestorven.
... hieruit :
6 . Lammert Zijl, geboren op 2 oktober 1852, Bunschoten, gestorven op 31 maart 1925 (leeftijd bij overlijden: 72 jaar oud), Visser.
... gehuwd op 19 januari 1878, Bunschoten, met ...
7 . Jannetje Koelewijn, geboren op 14 mei 1855, Bunschoten, gestorven.
... hieruit :
8 . Jan (Jan Piet) Koelewijn, geboren op 17 december 1823, Bunschoten, gestorven op 9 maart 1896 (leeftijd bij overlijden: 72 jaar oud), Visser op de BU 112.
... gehuwd op 19 juni 1847 met ...
9 . Grietje Duijst, geboren op 5 januari 1828, gestorven op 18 februari 1891 (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud).
... hieruit :
10 . Klaas Malenstein, geboren op 12 februari 1811, gestorven op 7 april 1865, Hoogland (leeftijd bij overlijden: 54 jaar oud).
... gehuwd op 12 mei 1838, 12, met ...
11 . Maria Hoolwerf, geboren op 20 juli 1818, gestorven op 20 mei 1863, Hoogland (leeftijd bij overlijden: 44 jaar oud).
... hieruit :
12 . Lammert Zijl, geboren op 22 juli 1813, gestorven op 20 april 1887 (leeftijd bij overlijden: 73 jaar oud), Visser.
... gehuwd op 5 maart 1836 met ...
13 . Beeltje van Veen, geboren in 1814, Bunschoten, gestorven op 28 mei 1893, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 79 jaar oud).
... hieruit :
14 . Dirk Koelewijn, geboren op 11 september 1830, gestorven op 19 januari 1886 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud).
... gehuwd op 25 november 1854 met ...
15 . Teuntje Muijs, geboren op 26 april 1826, gestorven op 12 januari 1914 (leeftijd bij overlijden: 87 jaar oud).
... hieruit :
16 . Pieter Koelewijn, geboren op 30 oktober 1774, Bunschoten, gestorven op 2 januari 1856, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 81 jaar oud), Visser.
... -(X1) :
gehuwd op 3 april 1803, Bunschoten, met ...
...
Hilletje Wildeman, geboren op 13 juni 1783, Bunschoten, gestorven op 16 december 1820, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 37 jaar oud)
...
dochter van Wouterus Wildeman, Schepen Bunschoten 1749-1814 en
Willempje Vedder 1755
... hieruit :
... gehuwd op 4 augustus 1821, Bunschoten, met ...
17 . Jannetje Hartog, geboren op 15 juli 1792, Bunschoten, gestorven op 2 november 1874, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 82 jaar oud).
... hieruit :
18 . Jan Duijst, geboren op 21 januari 1804, Bunschoten, gestorven op 25 januari 1876, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 72 jaar oud).
... gehuwd op 12 mei 1827, Bunschoten, met ...
19 . Willempje Hartog, geboren op 10 november 1811, Bunschoten, gestorven op 23 september 1871, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 59 jaar oud).
... hieruit :
20 . Harmen Malenstein, geboren op 9 april 1773, gestorven op 12 februari 1855 (leeftijd bij overlijden: 81 jaar oud), Veehouder.
... gehuwd op 6 mei 1804 met ...
21 . Hendrikje Staal, geboren op 12 februari 1781, gestorven op 12 september 1858 (leeftijd bij overlijden: 77 jaar oud).
... hieruit :
22 . Zeger Hoolwerf, Burgemeester Bunschoten (1830-1847), geboren op 25 oktober 1775, Bunschoten, gestorven op 20 maart 1847, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 71 jaar oud), Veehouder, Burgemeester. [Aantekening 22]
... gehuwd op 17 januari 1795, Bunschoten, met ...
23 . Gerritje Wildeman, geboren op 12 januari 1776, gestorven op 10 april 1832 (leeftijd bij overlijden: 56 jaar oud).
... hieruit :
24 . Lammert Zijl, geboren op 29 juli 1787, gestorven op 28 december 1858 (leeftijd bij overlijden: 71 jaar oud), Visser.
... gehuwd op 1 november 1812 met ...
25 . Trijntje Blok, geboren op 28 januari 1787, Diemen, gestorven op 21 januari 1832, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 44 jaar oud).
... hieruit :
26 . Jochem van Veen, geboren op 29 maart 1779, Smilde ge. Diever, gestorven op 16 mei 1856 (leeftijd bij overlijden: 77 jaar oud), Schipper visventer.
... gehuwd in juli 1807 met ...
27 . Maria Smit, geboren op 30 juni 1781, gestorven.
... hieruit :
28 . Wouter Koelewijn, geboren op 26 juni 1798, Bunschoten, gestorven op 24 augustus 1836, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 38 jaar oud), Visser.
... -(X1) :
gehuwd op 4 mei 1822, Bunschoten, met ...
...
Engeltje Duijst, geboren op 31 augustus 1798, Bunschoten, gestorven op 15 november 1822, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 24 jaar oud)
...
dochter van Cornelis Duijst 1771-1846 en
Evertje Snapper 1776
...
... gehuwd op 6 mei 1826, Bunschoten, met ...
29 . Jannetje Oudsten, geboren op 31 december 1802, Bunschoten, gestorven op 30 oktober 1853, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 50 jaar oud).
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd op 11 mei 1840, Bunschoten, met ...
...
Willem Heijnen, geboren op 22 februari 1814, Bunschoten, gestorven op 15 januari 1845, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 30 jaar oud)
...
zoon
van Gijsbert Heijnen 1783-1853 en
Woutertje Kampveld 1783-1826
... hieruit :
30 . Gijsbert Muijs, geboren op 22 november 1796, gestorven op 29 mei 1877 (leeftijd bij overlijden: 80 jaar oud).
... gehuwd op 2 april 1825, Bunschoten, met ...
31 . Geertje Zwart, geboren op 19 december 1789, Nijkerk, gestorven op 8 juni 1861, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 71 jaar oud).
... hieruit :
32 . Roelof Koelewijn, geboren in september 1747, Bunschoten, gedoopt op 24 september 1747, Bunschoten, gestorven op 5 december 1819, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 72 jaar oud), Visser. [Aantekening 32]
... gehuwd op 8 mei 1774 met ...
33 . Marretje Duif, geboren op 24 november 1753, ELburg, gestorven op 1 augustus 1814 (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud).
... hieruit :
34 . Bort Hartog, geboren op 16 maart 1755, Bunschoten, gestorven op 2 maart 1831, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 75 jaar oud), Visser.
... -(X1) :
gehuwd op 22 oktober 1779, Bunschoten, met ...
...
Mengsje Poort, geboren op 14 mei 1744, Bunschoten, gestorven voor 1781
...
dochter van Pieter Jansz Poort 1702-1745 en
Marritje Blokhuis 1708-1753
... hieruit :
... gehuwd op 5 mei 1782, Bunschoten, met ...
35 . Eibertje Janse Bonneveld, geboren op 17 februari 1760, Ermelo, gestorven op 3 februari 1826, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud). [Aantekening 35]
... hieruit :
36 . Cornelis Duijst, geboren op 22 februari 1771, Bunschoten, gestorven op 13 december 1846, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 75 jaar oud).
... -(X2) :
gehuwd op 14 februari 1794, Bunschoten, met ...
...
Evertje Snapper, geboren op 22 maart 1776, Bunschoten, gestorven
...
dochter van Wijnand Snapper, Burgemeester Bunschoten 1736-1781 en
Engeltjen Huijgen †1799
... hieruit :
... gehuwd op 13 maart 1803, Bunschoten, met ...
37 . Grietje Wittop, geboren op 22 augustus 1774, Bunschoten, gestorven op 19 oktober 1853, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 79 jaar oud).
... hieruit :
38 . Jan Hartog, geboren op 21 december 1760, gestorven op 29 januari 1824 (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud).
... -(X1) :
gehuwd op 6 mei 1787, Bunschoten, met ...
...
Francijntje Mooij, geboren op 3 november 1765, Bunschoten, gestorven op 2 september 1808 (leeftijd bij overlijden: 42 jaar oud)
...
dochter van Jacob Willemse Mooij 1739-ca 1783 en
Lutje Heek 1741-1787
... hieruit :
... gehuwd op 20 augustus 1809, Bunschoten, met ...
39 . Lammertje Snapper, geboren op 1 augustus 1772, Bunschoten, gestorven op 22 oktober 1844, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 72 jaar oud).
... hieruit :
40 . Flip Malenstein, gestorven circa 1799, Veehouder, Schappherder, Dagloner.
... -(X2) :
gehuwd op 2 februari 1784 met ...
...
Jannetje Willems
...
... -(X3) :
gehuwd op 13 december 1789 met ...
...
Klaasje Klaassen, geboren, Nijkerk
...
... gehuwd op 8 maart 1767 met ...
41 . Annetje van der Winden, geboren, Nijkerk.
... hieruit :
42 . Gerret Staal, geboren op 19 november 1752, Bunschoten, gestorven op 7 februari 1825, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 72 jaar oud), Gerechtsbode,dijkbode,mandnemaker.
... gehuwd op 11 mei 1777, Bunschoten, met ...
43 . Magteltje Hoolwerf, geboren op 10 februari 1754, Bunschoten, gestorven in 1784, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 30 jaar oud).
... hieruit :
44 . Gijsbert Teunisse Hoolwerf, geboren, Putterdijk onder Putten, gestorven circa 1791, Bunschoten, veehouder, raad te Bunschoten.
... gehuwd op 3 maart 1771, Putten, met ...
45 . Trijntje van Halteren, geboren op 17 september 1730, Bunschoten, gestorven in 1793 (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud).
... hieruit :
46 . Wouterus Wildeman, Schepen Bunschoten, geboren op 26 januari 1749, Bunschoten, gestorven op 29 juni 1814, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud), Veehouder te Spakenburg. [Aantekening 46]
... gehuwd op 13 november 1775, Bunschoten, met ...
47 . Willempje Vedder, geboren op 1 juni 1755, Bunschoten, gestorven, Bunschoten.
... hieruit :
48 . Lambert Zijl, geboren op 5 september 1762, gestorven op 31 december 1804, Amsterdam (leeftijd bij overlijden: 42 jaar oud).
... -(X2) :
gehuwd op 29 januari 1797 met ...
...
Jannetje Hendriks Hop, geboren op 15 april 1764, Putten, gestorven op 28 juli 1827, Amsterdam (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud)
...
dochter van Hendrik Lubbertsz Hop en
Theunisje Knelissen
... hieruit :
... gehuwd op 9 april 1787, Harderwijk, met ...
49 . Evertje Karzen, geboren op 15 juli 1764, Heerde, gestorven.
... hieruit :
50 . Thomas Blok.
... gehuwd met ...
51 . Justina Hermina Honderdmark.
... hieruit :
52 . Arend Hendriksen van Veen.
... gehuwd met ...
... hieruit :
54 . Jan Smit, geboren op 12 oktober 1738, gestorven in 1793 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud), veehouder winkelier.
... gehuwd op 3 september 1779 met ...
55 . Beeltje Wittop, geboren op 16 maart 1738, Bunschoten, gestorven op 19 januari 1814 (leeftijd bij overlijden: 75 jaar oud), Winkelierster.
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Jacob Teuling Baas, geboren op 2 januari 1735, Bunschoten, gestorven in 1778 (leeftijd bij overlijden: 43 jaar oud), Mandenmaker
...
zoon
van Wouter Baas Teuling 1697-1762 en
Stijntje Teunis 1697
... hieruit :
56 . Jacob Koelewijn, geboren op 23 maart 1770, Bunschoten, gestorven op 27 september 1844, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 74 jaar oud), Visventer, visser.
... gehuwd op 7 augustus 1794, Bunschoten, met ...
57 . Geertje Wouterse Hopman, geboren op 19 oktober 1771, Bunschoten, gestorven op 7 mei 1848, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 76 jaar oud).
... hieruit :
58 . Dirk Hendriks Oudsten, geboren op 25 april 1774, Bunschoten, gestorven op 17 oktober 1853, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 79 jaar oud), visser.
... gehuwd op 26 oktober 1793, Bunschoten, met ...
59 . Neeltje Hannes Freeke, geboren op 22 december 1771, Katwijk, gestorven op 4 maart 1839, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 67 jaar oud).
... hieruit :
60 . Klaas Muijs, geboren op 11 september 1760, Bunschoten, gestorven op 21 april 1817, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 56 jaar oud).
... gehuwd op 21 oktober 1787, Nijkerk, met ...
61 . Teuntje Willems van Oudhuijzen, geboren, Hoevelaken, gestorven op 12 april 1844, Bunschoten.
... hieruit :
62 . Roelof Jans Swart, gestorven op 1 mei 1813.
... gehuwd met ...
63 . Marritje Dirks, geboren in mei 1759, Schokland, gedoopt op 12 mei 1759, Schokland, Ens, gestorven op 24 maart 1804, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 44 jaar oud). [Bron 63]
... hieruit :
64 . Pieter Dircks Koelewijn, geboren in augustus 1716, Bunschoten, gedoopt op 9 augustus 1716, Bunschoten, gestorven waarschijnlijk in 1796 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 80 jaar oud), Visser Herbergier. [Aantekening 64]
... -(X2) :
gehuwd op 8 april 1765 met ...
...
Maria van der Ham, geboren, Koudekerk [Aantekening 64x2]
...
... gehuwd op 26 oktober 1738 met ...
65 . Marretje Los, geboren in januari 1716, Bunschoten, gedoopt op 19 januari 1716, Bunschoten, gestorven.
... hieruit :
68 . Steven Hartog, geboren op 26 november 1724, gestorven in 1772 (leeftijd bij overlijden: 48 jaar oud).
... gehuwd op 16 november 1749 met ...
69 . Willempje Jans, geboren in augustus 1732, Putten, gedoopt op 24 augustus 1732, Putten, gestorven.
... hieruit :
70 . Jan Beerends Bonneveld. [Aantekening 70]
... gehuwd op 6 mei 1759, Ermelo, met ...
71 . Marritje Gerrits Huijgen. [Aantekening 71]
... hieruit :
72 . Lambert Duijst, geboren op 28 oktober 1736, Bunschoten, gestorven op 20 maart 1796, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 59 jaar oud).
... gehuwd op 13 mei 1770, Bunschoten, met ...
73 . Geertje Hopman, geboren op 23 februari 1749, Bunschoten, gestorven op 20 maart 1796, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 47 jaar oud).
... hieruit :
74 . Jan Wittop, geboren op 6 maart 1729, Bunschoten, gestorven voor 19 oktober 1786, Viisser, Tapper, Herbergier, Dagloner.
... gehuwd op 4 november 1753, Bunschoten, met ...
75 . Lambertjen Los, geboren op 12 augustus 1731, Bunschoten, gestorven op 19 oktober 1786 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud).
... hieruit :
78 . Willem Snapper, geboren op 29 augustus 1738, Nijkerk, gestorven in 1795 (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud).
... gehuwd op 9 augustus 1767, Bunschoten, met ...
79 . Willempje van de Groep, geboren op 26 december 1737, Bunschoten, gestorven op 17 november 1811 (leeftijd bij overlijden: 73 jaar oud).
... hieruit :
80 . Heijmen Philipzen **************** stamvader Bunschoter tak **************** Malenstein, geboren in 1710, gedoopt op 3 december 1710, Voorthuizen, gestorven. [Bron 80]
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Disje Jansen
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
82 . Harmen Jansen van der Winden, Molenaar vermeld in 1751-1788.
... gehuwd met ...
... hieruit :
84 . Wouter Everts Staal, Burgemeester Bunschoten, geboren op 4 november 1708, Barneveld, gestorven in 1770, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 62 jaar oud), Herbergier, raad, schepen, Burgemeester.
... -(X2) :
gehuwd op 23 april 1758, Bunschoten, met ...
...
Aertje Jordens, geboren, Ermelo
... hieruit :
... gehuwd op 10 november 1737, Bunschoten, met ...
85 . Elbertje Heuveling, geboren op 7 december 1710, gestorven.
... hieruit :
86 . Dirk Hoolwerf, geboren op 29 november 1714, Nijkerk, gestorven circa 1762 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 48 jaar oud), Herbergier.
... -(X1) :
gehuwd op 31 oktober 1734 met ...
...
Claasien Woudenberg, geboren op 23 december 1714, gestorven
... hieruit :
... gehuwd op 26 mei 1737 met ...
87 . Marritje Heek, geboren op 12 augustus 1714, gestorven.
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
90 . Zeger van Halteren, geboren op 16 januari 1684, gestorven op 5 december 1739 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud), Schepen, diaken, ouderling, kerkmeester.
... -(X1) :
gehuwd op 4 augustus 1709 met ...
...
Hilletje Fook, geboren op 5 september 1686, gestorven
...
dochter van Cornelis Fook, Schout Bunschoten ca 1653-/1699 en
Reijniera Saab ca 1655
... hieruit :
... gehuwd met ...
91 . Reijntje van Oudenaller, gestorven in 1746. [Aantekening 91]
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd op 10 april 1740 met ...
...
Jan Hoolwerf, geboren, Putten, gestorven in 1789, Raad,Schepen, Winkelier
... (Huwelijk bleef kinderloos),
92 . Geurt Jansz ****** stamvader Bunschoter geslacht ******* Wildeman, geboren, Nekkeveld, gestorven in 1776, Bunschoten.
... gehuwd op 27 januari 1732, Bunschoten, met ...
93 . Gerritje van Halteren, geboren op 1 januari 1707, gestorven.
... hieruit :
94 . Pieter Vedder, geboren op 25 maart 1725, Nijkerk, gestorven in 1766, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 41 jaar oud), Winkelier, Raad,Schepen,Diaken.
... gehuwd op 21 juni 1750 met ...
95 . Maria de Ruijter, geboren op 19 mei 1709, gedoopt op 2 oktober 1712, gestorven na 1783.
... hieruit :
96 . Lambert Lambertsz Zijl, geboren op 14 augustus 1707, Bunschoten, gestorven in 1781, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 74 jaar oud). [Bron 96]
... -(X1) :
gehuwd op 9 september 1736, Bunschoten, met ...
...
Hilletje Huijgen, gestorven voor 1756 [Bron 96x1]
...
... gehuwd op 11 april 1756 met ...
97 . Adriaantje Gijsberts Los, geboren op 4 maart 1736, Bunschoten, gestorven op 31 januari 1811 (leeftijd bij overlijden: 74 jaar oud).
... hieruit :
104 . Hendrik Veen.
... gehuwd met ...
... hieruit :
108 . Jan Hendricksz Smit, gestorven in 1764, Smid, Veehouder.
... gehuwd met ...
109 . Maria Jans Eenhuis, gestorven in 1780.
... hieruit :
110 . Andries Jans Wittop, Veehouder, Visser, Winkelierin Bunschoten.
... gehuwd, Bunschoten, met ...
111 . Meijnsje Scherius, geboren op 23 oktober 1701, Bunschoten, gestorven.
... hieruit :
112 . Dirk Koelewijn, geboren op 9 april 1741, gedoopt op 9 april 1741, gestorven in 1805 (leeftijd bij overlijden: 64 jaar oud), Visser.
... gehuwd op 8 november 1767, Bunschoten, met ...
113 . Claasje Jacobs Hooij, geboren op 9 februari 1744, Bunschoten, gestorven op 5 augustus 1806 (leeftijd bij overlijden: 62 jaar oud).
... hieruit :
114 . Wouter Hopman, geboren op 2 februari 1744, Bunschoten, gestorven op 26 juni 1808 (leeftijd bij overlijden: 64 jaar oud). [Aantekening 114]
... gehuwd op 17 mei 1767 met ...
115 . Aalbertje Lubbers, geboren op 6 februari 1745, Voorthuizen, gestorven op 14 juni 1807 (leeftijd bij overlijden: 62 jaar oud).
... hieruit :
116 . Hendrik Oudsten, geboren op 16 januari 1735, Bunschoten, gestorven in 1798 (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud), Visser.
... gehuwd op 25 april 1762, Bunschoten, met ...
117 . Jannetje de Graaf, geboren op 28 juli 1743, Bunschoten, gestorven op 31 maart 1812, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 68 jaar oud), Vroedvrouw.
... hieruit :
118 . Johannes Freeke, geboren in 1745, gestorven. [Bron 118]
... gehuwd in 1764 met ...
119 . Fijtje Jacobs de Jong. [Bron 119]
... hieruit :
120 . Abraham Claesz Muijs, geboren, Eemnes Buitendijk, gestorven in 1799.
... -(X1) :
gehuwd op 24 november 1748 met ...
...
Trijntje Beukelaar, gedoopt in 1723, gestorven
...
... gehuwd met ...
121 . Jannetje Zijl, geboren op 12 november 1730, gestorven.
... hieruit :
124 . Jan Roelofs (Oostindien) Zwart, geboren in 1708, gestorven, begraven in 1807, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 99 jaar oud). [Bron 124]
... gehuwd op 29 augustus 1738, Schokland, met ...
125 . Hilletje Peters, geboren in 1722, gestorven in 1769 (leeftijd bij overlijden: 47 jaar oud). [Bron 125]
... hieruit :
128 . Dirk Koelewijn, geboren op 16 december 1677, gestorven in 1742, laatste vermelding (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud).
... gehuwd op 6 september 1711, Spakenburg, met ...
129 . Steventje Pietersz Slobbert, geboren op 29 januari 1682, gestorven.
... hieruit :
130 . Willem Gijsbertsen Los, geboren op 14 augustus 1653, Nijkerk, gestorven op 7 mei 1729 (leeftijd bij overlijden: 75 jaar oud). [Aantekening 130]
... -(X1) :
gehuwd op 10 november 1698, Nijkerk, met ...
...
Lambertjen Frederiks, geboren, Nijkerk, gestorven op 6 oktober 1706
... hieruit :
... gehuwd op 23 januari 1707 met ...
131 . Annetie Knaap, geboren op 26 februari 1673, Edam, gestorven.
... hieruit :
... gehuwd op 21 mei 1714 met ...
137 . Marretje Jacobs Schytert, geboren op 26 maart 1693, gestorven.
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
... gehuwd met ...
143 . Mette Jacobs.
... hieruit :
144 . Cornelis Duijst, geboren op 17 februari 1709, Bunschoten, gestorven in 1772, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud), timmerman. [Aantekening 144]
... gehuwd op 12 september 1734, Bunschoten, met ...
145 . Marretje Heijnen, geboren op 1 januari 1707, Bunschoten, gestorven.
... hieruit :
146 . Claas Wouters Hopman, geboren op 14 mei 1702, Bunschoten, gestorven.
... gehuwd met ...
147 . Geertje Jans.
... hieruit :
150 . Gijsbert Los, geboren op 29 oktober 1699, gestorven.
... -(X2) :
gehuwd, Bunschoten, met ...
...
Geertje Knaap, geboren op 28 oktober 1703, gestorven [Aantekening 150x2]
...
dochter van Hendrick Knaap †1705 en
Rengertje Mor 1675
... hieruit :
... gehuwd op 2 april 1729, Bunschoten, met ...
151 . Jannetje Geurtse Pin, geboren op 13 mei 1705, de Vuursche, gedoopt op 3 mei 1705, Vuursche, gestorven. [Bron 151]
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Gijsbert Willemsz Knaap [Bron 151x2]
... hieruit :
... gehuwd op 15 mei 1729, Nijkerk, met ...
... hieruit :
158 . Abram Reijersz van de Groep, geboren op 29 april 1710, Scherpenzeel, de Groep onder Renswoude, gestorven in 1780, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 70 jaar oud). [Aantekening 158]
... -(X2) :
gehuwd op 19 maart 1752 met ...
...
Wijmpje Jacobs, geboren op 21 september 1710, Barneveld, Beekelaer, gestorven na 1785, Bunschoten
...
dochter van Jacob Elbertsen Elbertsen 1697 en
Evertjen Aesrtsen Beekelaer
... hieruit :
... gehuwd op 25 januari 1733 met ...
159 . Lambertje Lamberts, geboren op 21 september 1710, gestorven.
... hieruit :
160 . Philip Malenstein, geboren in 1679, gedoopt op 24 augustus 1679, Kootwijk, gestorven. [Bron 160]
... gehuwd met ...
161 . Jannetje ??, geboren in 1690, Putten, gestorven. [Bron 161]
... hieruit :
168 . Evert Staal.
... gehuwd met ...
... hieruit :
170 . Gerret Heuveling, gedoopt op 20 november 1672, Edam, gestorven in 1759 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 87 jaar oud), Winkelier, ,Diaken, ouderling.
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Aaltje Nagel, geboren op 24 september 1699, gestorven
...
dochter van Jan Jacobs Nagel †1712 en
Neeltjen Gijsberts 1662
... hieruit :
... gehuwd op 30 december 1703 met ...
171 . Hendrickje Boon, gedoopt op 8 januari 1679, Bunschoten, gestorven.
... hieruit :
172 . Aalt Gijsbertsz Hoolwerf, geboren in 1677, Nijkerk, gedoopt op 29 augustus 1677, Nijkerk, gestorven. [Aantekening 172]
... gehuwd op 6 maart 1712, Nijkerk, met ...
... hieruit :
174 . Frans Pieters Heek, geboren op 12 december 1680, Bunschoten, gestorven na 1732, Bunschoten. [Bron 174]
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Grietje Gijsberts
... hieruit :
... gehuwd op 3 mei 1705 met ...
175 . Lucretia Schaap, geboren op 13 december 1676, Bunschoten, gestorven.
... hieruit :
180 . Harmen Aerts van Halteren, gedoopt in 1660, Bunschoten, gestorven op 31 januari 1708 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 48 jaar oud), Comeniewinkel. [Bron 180]
... gehuwd met ...
181 . Reijntjen Jans, geboren, Elpseet, gestorven op 31 januari 1708, BUnschoten.
... hieruit :
182 . Claes van Oudenaller, gestorven op 6 augustus 1718.
... gehuwd op 24 januari 1692 met ...
183 . Trijntje Cornelis, geboren, Eemdijk.
... hieruit :
184 . Jan Wildeman.
... gehuwd met ...
... hieruit :
186 . Evert Wouters van Halteren, Burgemeester Bunschoten, geboren op 25 december 1678, Bunschoten, gestorven circa 1751 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 73 jaar oud). [Aantekening 186]
... gehuwd op 18 juni 1702, Putten, met ...
187 . Dreesie Reijers Vermeer, geboren in februari 1676, Elspeet, gedoopt op 9 februari 1676, Elspeet, gestorven.
... hieruit :
188 . Jacob Petersz Vedder, gedoopt op 11 oktober 1703, Nijkerk, gestorven, Veehouder.
... gehuwd op 9 april 1724, Putten, met ...
189 . Willempje Aarts, gestorven circa 1732.
... hieruit :
190 . Melis de Ruijter, Schepen Bunschoten, Burgemeester Bunschoten, geboren in mei 1673, Edam, gedoopt op 21 mei 1673, Edam, gestorven op 17 februari 1738, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 64 jaar oud), Schepen, Burgemeerster, Diaken, Hoogheemraad. [Bron 190]
... gehuwd op 23 december 1694, Bunschoten, met ...
191 . Anna Felbier, geboren in oktober 1674, Bunschoten, gedoopt op 25 oktober 1674, Bunschoten, gestorven circa 1728 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 54 jaar oud). [Bron 191]
... hieruit :
192 . Lambert Cornelisz Zijl, geboren circa 1662, van de Graft, gestorven op 22 december 1706 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 44 jaar oud).
... gehuwd op 18 juni 1693 met ...
193 . Jannetje Volkertsz, geboren op 26 december 1669, gestorven op 14 augustus 1707 (leeftijd bij overlijden: 37 jaar oud).
... hieruit :
220 . Jan Wittop.
... gehuwd met ...
... hieruit :
222 . Wilhelmus Antonides Scherius, geboren op 7 maart 1675, Bunschoten, gestorven op 21 mei 1735 (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud).
... -(X2) :
gehuwd, Bunschoten, met ...
...
Jannetje Jans
...
... gehuwd op 12 maart 1699, Bunschoten, met ...
223 . Grietje Sijmens, geboren op 23 november 1674, Edam, gestorven.
... hieruit :
226 . Jacob Rengers Hooij, geboren op 25 mei 1710, Nijkerk, gedoopt op 25 mei 1710, Nijkerk, gestorven op 27 augustus 1770 (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud), Schipper, later Veehouder te Spakenburg.
... -(X1) :
gehuwd op 14 april 1731, Bunschoten, met ...
...
Geertje Evers, geboren op 10 juni 1708, Bunschoten, gestorven
... hieruit :
... -(X3) :
gehuwd op 7 december 1766, Bunschoten, met ...
...
Jaepje Los, geboren op 17 september 1741, Bunschoten, gestorven op 17 maart 1814, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 72 jaar oud)
...
dochter van Gijsbert Los 1699 en
Jannetje Geurtse Pin 1705
...
... gehuwd op 17 november 1737, Bunschoten, met ...
227 . Bietje Ridder, geboren op 25 februari 1714, gestorven op 8 november 1766, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 52 jaar oud).
... hieruit :
230 . Lubbert Aarts, alias van Lankeren, geboren op 3 maart 1696, Voorthuizen, gestorven in 1749 (leeftijd bij overlijden: 53 jaar oud). [Bron 230]
... -(X2) :
gehuwd op 26 november 1718, Nijkerk, met ...
...
Albertje Jacobs, geboren op 19 januari 1697, gestorven
... hieruit :
... gehuwd op 22 oktober 1730, Voorthuizen, met ...
231 . Albertje Jacobs, alias (Bartjen), geboren op 14 juli 1709, Voorthuizen, gestorven. [Bron 231]
... hieruit :
232 . Jan Claesen Oudsten, geboren op 12 februari 1699, gestorven circa 1778 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 79 jaar oud), visser, raad.
... gehuwd met ...
233 . Aartje Cluijver, geboren op 31 juli 1698, gestorven op 21 oktober 1776 (leeftijd bij overlijden: 78 jaar oud).
... hieruit :
234 . Dirk Jacobsz de Graaf, gestorven circa 1756, Schepen, Ouderling. [Aantekening 234]
... -(X1) :
gehuwd op 22 april 1708 met ...
...
Lambertie Cluijver, geboren op 24 oktober 1680, Eemdijk, gestorven
...
dochter van Gerrit Cluijver 1663 en
Trijntje van Elst
...
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Evertje Cuijper, geboren op 15 januari 1708, gestorven voor 22 mei 1758
... hieruit :
... gehuwd op 8 juni 1738, Bunschoten, met ...
235 . Lambertje Croes, geboren op 26 maart 1713, gestorven op 22 mei 1758 (leeftijd bij overlijden: 45 jaar oud).
... hieruit :
236 . Hartman Freeke, gestorven in 1795, Katwijk. [Bron 236]
... gehuwd met ...
237 . Neeltje Willems van der Does, geboren in 1745, gestorven, Noordwijk. [Bron 237]
... hieruit :
240 . Claes Muijs.
... gehuwd met ...
... (Woonden te Eemnes Buitendijk), hieruit :
242 . Jan Lamberts Zijl, geboren op 18 oktober 1705, Bunschoten, gestorven in 1786, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 81 jaar oud).
... -(X2) :
gehuwd op 12 februari 1734, Bunschoten, met ...
...
Jannetie Teuling, geboren op 29 september 1709, Bunschoten, gestorven op 6 september 1776 (leeftijd bij overlijden: 66 jaar oud)
...
dochter van Hendrick Teuling 1681 en
Lutje Cornelisse Jonker 1675
... hieruit :
... gehuwd op 20 april 1729, Bunschoten, met ...
243 . Trijntjen Oudsten, geboren op 19 september 1700, Bunschoten, gestorven.
... hieruit :
256 . Hendrick Reijersz Koelewijn, geboren in 1646, Bunschoten, gestorven na 1701. [Bron 256]
... -(X2) :
gehuwd op 2 maart 1683, Bunschoten, met ...
...
Hilletje Roelofs, geboren, Neckevelt, gestorven na 1701
... hieruit :
... gehuwd op 18 januari 1665, Bunschoten, met ...
257 . Alena Hansen.
... hieruit :
260 . Ghijsbert Willemszn Los, geboren in 1623, gestorven. [Bron 260]
... gehuwd met ...
261 . Trijntjen NN. [Bron 261]
... hieruit :
262 . Jacob Knaap, geboren op 22 december 1633, Bunschoten, gestorven voor 1682, Winkelier in Eendvogels en Hoenderen. [Aantekening 262]
... -(X1) :
gehuwd voor 1682, Bunschoten, met ...
...
Beeltje Jacobs
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
274 . Jacob Stevensen Schytert, geboren op 9 september 1666, Bunschoten, gestorven.
... gehuwd op 3 juni 1692, Bunschoten, met ...
275 . Jaepjen Harmens, geboren, Bunschoten.
... hieruit :
288 . Lambert Duijst, geboren op 26 februari 1682, Bunschoten, gestorven voor 6 augustus 1718, Bunschoten.
... gehuwd op 5 september 1706, Bunschoten, met ...
289 . Marretje Heek, geboren op 12 september 1674, Bunschoten, gestorven op 6 augustus 1718, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 43 jaar oud). [Bron 289]
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd op 6 mei 1694, Bunschoten, met ...
...
Cornelis ter Beek, geboren op 19 april 1674, gestorven op 1 december 1705 (leeftijd bij overlijden: 31 jaar oud) [Bron 289x1]
...
zoon
van Evert ter Beek 1647-1702 en
Lijsbetjen Doecks 1653-1705
... hieruit :
... -(X3) :
gehuwd, Bunschoten, met ...
...
Evert Cluijver, geboren op 2 april 1699, Bunschoten, gestorven
...
zoon
van Adriaen Cornelissen Cluijver †1718 en
Dimmertje Everts van der Pleijn 1676
...
290 . Lambert Heijnen, geboren op 24 september 1682, Bunschoten, gestorven op 25 februari 1743 (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud).
... gehuwd op 10 februari 1703, Bunschoten, met ...
291 . Reijniera Fook, geboren op 4 maart 1677, Bunschoten, gestorven.
... hieruit :
292 . Wouter Claassen Hopman. [Aantekening 292]
... gehuwd met ...
293 . Geertje Stevens Capteijn, geboren op 23 september 1677, gestorven.
... hieruit :
301 . Lambertjen Frederiks, geboren, Nijkerk, gestorven op 6 oktober 1706.
... hieruit :
302 . Geurt Jacobs Lafleur. [Bron 302]
... gehuwd met ...
303 . Adriaantje Lamberts. [Bron 303]
... hieruit :
312 . Willem Snapper. [Bron 312]
... gehuwd op 21 april 1702, Nijkerk, met ...
313 . Metje Jacobs. [Bron 313]
... hieruit :
314 . Gerrit Jacobs Vedder, geboren op 4 december 1659, Nijkerk, gestorven in 1715 (leeftijd bij overlijden: 56 jaar oud). [Bron 314]
... -(X1) :
gehuwd op 17 oktober 1681 met ...
...
Fijtje Claes, gestorven in 1683 [Bron 314x1]
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Aaltje Geurts, geboren in 1688, Neckkevelt, gestorven [Bron 314x2]
... hieruit :
... gehuwd op 5 oktober 1690, Nijkerk, met ...
315 . Geertje Jans, geboren, Apeldoorn. [Bron 315]
... hieruit :
316 . Reijer Cornelissen van de Meent.
... gehuwd in 1690 met ...
... hieruit :
320 . Heijmen Malenstein, geboren in 1660, gestorven. [Bron 320]
... gehuwd voor 1680 met ...
... hieruit :
340 . Barent Heuveling, geboren voor 1648, Bunschoten, gestorven op 23 november 1708, Mandenmaker.
... gehuwd, Edam, met ...
341 . Weijmpgen Helmers, gestorven op 12 oktober 1705.
... hieruit :
342 . Jan Jansen Boon, geboren in 1660, Bunschoten, gestorven in 1694, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 34 jaar oud).
... gehuwd op 6 februari 1676, Bunschoten, met ...
343 . Grietjen Rijcks, geboren in 1660, Bunschoten, gestorven in 1741, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 81 jaar oud).
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
348 . Pieter Dircks Heek, geboren in augustus 1642, Bunschoten, gedoopt op 17 augustus 1642, Bunschoten, gestorven voor 26 mei 1689, Bunschoten, Veehouder. [Aantekening 348]
... -(X1) :
gehuwd op 4 december 1670, Bunschoten, met ...
...
Gerritjen Isbrants
... hieruit :
... gehuwd op 23 november 1679 met ...
349 . Jannetje Franssen, geboren, Hoogland, gestorven op 18 oktober 1705.
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd op 26 mei 1689 met ...
...
Borth Niezen, Burgemeerster van Bunschoten , geboren in 1667, Bunschoten aan de Eemdijk, gestorven in 1725, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud), Burgemeester, ouderling, Hoogheemraad [Aantekening 349x2]
...
zoon
van Cornelis Jans Niesen 1633 en
Geertje Borten 1640-/1688
... hieruit :
350 . Ricardus Schaap, gestorven op 12 september 1690, Secretaris. [Aantekening 350]
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Weijmpgen de Roij
... hieruit :
... gehuwd op 30 augustus 1663 met ...
351 . Grietjen Aerts, geboren, Eemdijk, gestorven op 1 december 1798.
... hieruit :
360 . Aert Wouters van ************ stamvader Spakenburgse tak ************* Halteren, geboren circa 1625, gestorven, Schepen 1662-1663, Boterkoper. [Aantekening 360]
... gehuwd met ...
... hieruit :
364 . Reijer Gijsbertsen van Oldenaller, gestorven na 1675.
... gehuwd, Eemdijk, met ...
... hieruit :
372 . Wouter Aarts van Halteren, geboren waarschijnlijk in 1605, gestorven, Boterkoper. [Bron 372]
... -(X2) :
gehuwd in 1664, Bunschoten, met ...
...
Nennitje Melis, geboren, Bunschoten
... hieruit :
... gehuwd op 1 juni 1690, Bunschoten, met ...
373 . Wichemoethen Everts, geboren, Nijkerk ?. [Bron 373]
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd op 1 juni 1690, Bunschoten, met ...
...
Jochem Kuijp, geboren op 16 december 1666, Nijkerk, gestorven na 1724 [Aantekening 373x2]
...
... -(X3) :
gehuwd op 1 juni 1690, Bunschoten Spakenborgh, met ...
...
Jochem Evertsen [Bron 373x3]
...
374 . Reijer Jansen Vermeer, geboren op 17 november 1645, Barneveld, gestorven.
... gehuwd met ...
375 . Stijntje Decemers, geboren op 3 juli 1647, Nunspeet, gestorven.
... hieruit :
376 . Pieter Rijcksen Vedder, geboren in 1663, Van de Puterdijk, gestorven.
... gehuwd op 30 juli 1687, Nijkerk, met ...
377 . Aertjen Jacobs ************** Putterdijkse tak ************** Vedder, geboren op 3 mei 1663, Nijkerk, gestorven.
... hieruit :
380 . Ellert Melis de Ruijter, Bakker, Boterverkoper, Schepen. [Aantekening 380]
... gehuwd op 16 juli 1671, Bunschoten, met ...
381 . Trijntje Gijsberts van Oudenaller, geboren voor 1650, gestorven.
... hieruit :
382 . François Felbier, geboren op 9 juli 1649, Amsterdam, gestorven in 1701, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 52 jaar oud), Veehouder, Schepen, Ouderling,Hoogheemraad. [Aantekening 382]
... -(X2) :
gehuwd op 9 mei 1694, Bunschoten, met ...
...
Johnna van Gelder, gestorven, Amsterdam [Bron 382x2]
...
... gehuwd op 16 april 1671, Bunschoten, met ...
383 . Anna Isenhagius, geboren in 1646, Amsterdam, gestorven.
... hieruit :
384 . Cornelis Lamberts Zijl, geboren in 1640, Graft, gestorven. [Bron 384]
... -(X2) :
gehuwd op 22 januari 1682 met ...
...
Willempjen Meijnsen [Bron 384x2]
...
... gehuwd op 22 januari 1682, Graft, met ...
385 . Geurtjen Jans, geboren, Graft, gestorven voor 1682.
... hieruit :
444 . Anthonius Scherius, Ds. , gestorven in 1682, Bunschoten, Predikant in India.
... gehuwd, Bunschoten, met ...
... hieruit :
446 . Sijmon (Croes) Laurensen, Schuitenmaker. [Bron 446]
... gehuwd met ...
447 . Lijsbeth Hendricks, gestorven op 27 februari 1710.
... hieruit :
452 . Renger Jacobs Hooij, geboren, Achterhoek onder Nijkerk.
... gehuwd op 27 november 1692, Bunschoten, met ...
453 . Lubbertjen Hendriks, geboren, Nijkerk.
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
462 . Jacob Maassen.
... gehuwd met ...
... hieruit :
464 . Claes (Eppe) Oudsten, geboren op 13 augustus 1671, Bunschoten, gestorven.
... -(X1) :
gehuwd op 22 mei 1692, Bunschoten, met ...
...
Haesjen Wouters Baas, geboren op 28 juli 1667, Bunschoten, gestorven
...
dochter van Wouter Baas en
Weijmpjen Jans
...
... gehuwd op 8 mei 1698 met ...
465 . Geertjen Jans, geboren op 28 juli 1667, gestorven.
... hieruit :
466 . Gerrit Cluijver, geboren op 20 september 1663, Bunschoten, gestorven.
... -(X1) :
gehuwd op 29 september 1689 met ...
...
Trijntje van Elst, geboren, Eemdijk
... hieruit :
... gehuwd op 12 juni 1692 met ...
... hieruit :
468 . Jacob de ****** stamvader 1e Spakenburges tak ***** Graaf, geboren, Spakenburg.
... gehuwd op 16 november 1678 met ...
469 . Jannetje Dirks, gestorven op 27 augustus 1724.
... hieruit :
470 . Jan Croes, geboren op 18 augustus 1689, Bunschoten, gestorven na 6 augustus 1718.
... gehuwd op 16 augustus 1711, Bunchoten, met ...
471 . Aaltje Dibbelts, geboren op 1 maart 1685, Nijkerk, gestorven.
... hieruit :
474 . Willem Jorisz van der Does, geboren in 1661, Noordwijk, gedoopt op 23 oktober 1661, Noordwijk, gestorven. [Bron 474]
... gehuwd op 18 juni 1684, Noordwijk, met ...
475 . Grietje Phillips Hanneman, geboren in 1660, Noordwijk, gestorven in 1755 (leeftijd bij overlijden: 95 jaar oud). [Aantekening 475]
... hieruit :
512 . Reijer *** Stamvader SpakenburgseTak *** Dirks, geboren, Bunschoten, gestorven in 1662. [Aantekening 512]
... gehuwd in 1642 met ...
... hieruit :
524 . Gerret Hendriks (**** 1e Bunschoter tak ****) Knaap, geboren in 1590, gestorven.
... gehuwd met ...
525 . Annetgen ?.
... hieruit :
... gehuwd op 3 april 1664, Bunschoten, met ...
... hieruit :
576 . Thonis lamberts Duijst, geboren op 25 juni 1655, Bunschoten, gestorven.
... gehuwd op 4 mei 1679, Bunschoten, met ...
577 . Grietjen ter Beek, geboren op 15 juli 1655, Bunschoten, gestorven.
... hieruit :
580 . Jan Lamberts Heijnen, gedoopt voor 6 augustus 1718, Bunschoten, gestorven. [Aantekening 580]
... gehuwd op 19 maart 1979, Bunschoten, met ...
581 . Engeltjen Willems, geboren, Nijkerk.
... hieruit :
582 . Cornelis Fook, Schout Bunschoten, geboren circa 1653, Bunschoten, gestorven voor 3 maart 1699, Bunschoten. [Aantekening 582]
... -(X2) :
gehuwd op 31 augustus 1684, Bunschoten, met ...
...
Reijniera Saab, geboren circa september 1655, Bunschoten, gedoopt op 16 september 1655, Bunschoten, gestorven
...
dochter van Volcken Meijnarts Saab, Schout Bunschoten, Duijst en de Haar †/1671 en
Wichmoet Jans †1671/
... hieruit :
... gehuwd op 19 mei 1672, Bunschoten, met ...
583 . Hilletjen Wijnecken, geboren op 19 maart 1643, Nijkerk, Neckevelt, gestorven voor 1680. [Bron 583]
... hieruit :
584 . Claas Joosten Hopman, geboren circa 1647, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
624 . Arendt Snapper, geboren op 12 januari 1654, Nijkerk, gestorven. [Bron 624]
... gehuwd op 4 juli 1675, Nijkerk, met ...
625 . Marritje Willems van Vreeneng, geboren in 1660, Nijkerk, gestorven. [Bron 625]
... hieruit :
628 . Jacob Gerrits Vedder, geboren op 29 januari 1637, Nijkerk, gestorven.
... gehuwd op 25 maart 1658, Nijkerk, met ...
629 . Lijsbeth Jans, geboren in 1674, gestorven.
... hieruit :
680 . Michiel Berents Heuveling, geboren in 1613, Bunschoten, gestorven. [Aantekening 680]
... gehuwd met ...
681 . Petertgen Aerts, geboren in 1613, gestorven.
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
696 . Dirck Heek, geboren in 1620, gestorven op 18 mei 1675 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud). [Bron 696]
... gehuwd met ...
697 . Marijtgen Petersz, geboren waarschijnlijk in 1620, gestorven op 23 april 1680 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 60 jaar oud). [Bron 697]
... hieruit :
728 . Gijsbert Oudenaller, gedoopt waarschijnlijk in 1615.
... gehuwd met ...
... hieruit :
744 . Aert van Halteren, geboren waarschijnlijk in 1580, gestorven. [Bron 744]
... gehuwd met ...
... hieruit :
748 . Jan Grrrits Vermeer, geboren in 1619, Elspeet, gestorven in 1655 (leeftijd bij overlijden: 36 jaar oud). [Bron 748]
... gehuwd in 1644 met ...
749 . Driesjen Reijers, geboren in 1623, gestorven in 1655 (leeftijd bij overlijden: 32 jaar oud). [Bron 749]
... hieruit :
... gehuwd met ...
... (van de Putterdijk), hieruit :
760 . Melis Bessels de Ruijter, gestorven op 2 april 1663, RA Test.
... gehuwd met ...
... hieruit :
764 . Johannes Felbier, geboren in april 1626, Amsterdam, gedoopt op 30 april 1626, Amsterdam, gestorven, begraven voor 1671 , Varensgezel, later Makelaar te Amsterdam. [Aantekening 764]
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Anna van der Walle
... hieruit :
... gehuwd op 5 juni 1649, Amsterdam, met ...
765 . Anna Corneliss van Zandvliet, geboren in maart 1628, Amsterdam, gedoopt op 26 maart 1628, Amsterdam, gestorven voor 1655. [Bron 765]
... hieruit :
766 . Guilhielmus Isenhagius, Dominee Bunschoten, Ds. , gestorven in 1661, Predikant te Bunschoten. [Aantekening 766]
... -(X1) :
gehuwd, Bunschoten, met ...
...
Judith van Hamelsbergen, geboren, Bunschoten
...
dochter van lambert Lenaertsz van Hamelsbergen, Schout Bunschoten en
Grietge Godtschalcks van Dasseler †1634
... hieruit :
... -(X3) :
gehuwd op 10 juli 1648, Amsterdam, met ...
...
Susanne Hustaert
...
dochter van Fransoij Hustaert en
Susanne Smetsaert
...
... gehuwd met ...
767 . Maria Paes, geboren, Amsterdam.
... hieruit :
768 . Lambert Lambertsz Zijl, gestorven in 1650. [Bron 768]
... gehuwd met ...
769 . Neel Cornelis. [Bron 769]
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd, Bunschoten, met ...
...
Hendrickje Melis Bessels
...
dochter van Melis Bessels de Ruijter †1663 en
Meretgen Elberts
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd op 22 november 1665, Bunschoten, met ...
...
Engeltjen Wolberts, geboren, Nijkerk
... hieruit :
... gehuwd op 4 september 1670, Bunschoten, met ...
929 . Geertjen Thonis, geboren, Nijkerk.
... hieruit :
932 . Cornelis Cluijver, geboren, Bunschoten, Dagloner. [Bron 932]
... gehuwd op 28 december 1662 met ...
933 . Wijmpjen Peters. [Bron 933]
... hieruit :
950 . Philips Cornelisz Hanneman, geboren in 1625, Noordwijk-Binnen, gestorven op 22 oktober 1681, Noordwijk (leeftijd bij overlijden: 56 jaar oud), Bakker, Deurwaarder. [Aantekening 950]
... gehuwd in 1655, Noordwijk/Leiden, met ...
951 . Eva Jans van Sonneveld. [Aantekening 951]
... hieruit :
1.024 . Dirk Dircks (later Koelewijn) Koelewijn.
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.152 . Lambert Teunissen Duijst.
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.154 . Lambert ter Beek, geboren, Bunschoten, gestorven voor 1675, Bunschoten, Veehouder.
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.160 . Lambert Jansen Heijnen, geboren in juli 1640, Spakenburg, gestorven in 1695, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud), Bakker en Bierhandelaar Schepen. [Aantekening 1160]
... gehuwd met ...
1.161 . Grietjen Gijsberts, geboren circa 1640, gestorven.
... hieruit :
1.164 . Seger Harmensen Fook, geboren circa 1624, Bunschoten, gestorven op 18 mei 1675 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 51 jaar oud). [Bron 1164]
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Stijntje Rijmers
... hieruit :
... -(X3) :
gehuwd op 7 februari 1664, Bunschoten, met ...
...
Aeltjen ter Beek, gestorven op 16 december 1702, Bunschoten
...
dochter van Hendrick ter Beek en
Jannigjen Sijmens
... hieruit :
... gehuwd in 1648, Bunschoten, met ...
1.165 . Cornelia Geerlofs. [Bron 1165]
... hieruit :
1.168 . Joost Jansen ********* Stamvader 2 Bunschoter geslachten ************** Hopman, geboren circa 1610, gestorven na 1670. [Aantekening 1168]
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.248 . Reinier Jelis Snapper, geboren op 13 januari 1614, Nijkerk, gestorven op 24 april 1660, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 46 jaar oud). [Bron 1248]
... gehuwd op 12 maart 1642, Nijkerk, met ...
1.249 . Elbertjen van Nulde, geboren op 6 december 1626, gestorven op 1 juni 1681, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 54 jaar oud). [Bron 1249]
... hieruit :
1.256 . Gerrit Aerts Vedder, geboren op 22 mei 1599, Nijkerk, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.392 . Peter (den Jongen) Jacobsz Heek, gestorven in 1620, Bunschoten, Veehouder. [Aantekening 1392]
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
N N
... hieruit :
... gehuwd met ...
1.393 . Stijntgen Gosens, geboren circa 1580, gestorven. [Bron 1393]
... hieruit :
1.496 . Gerrit Jans (den Olden) Vermeer, geboren in 1587, Elspeet, gestorven in 1651 (leeftijd bij overlijden: 64 jaar oud), Zaalweerbezitter. [Bron 1496]
... gehuwd met ...
1.497 . Luitje Reijers, geboren in 1590, gestorven. [Bron 1497]
... hieruit :
1.528 . François (de Jonge) Felbier, geboren in 1582, gestorven. [Aantekening 1528]
... gehuwd op 17 juli 1610, Amsterdam, met ...
1.529 . Dorothea Pieters, geboren in 1582, Bergen, gestorven na 1652, Amsterdam.
... hieruit :
1.530 . Cornelis van Zandvliet, geboren in 1600, Hamburg, gestorven. [Aantekening 1530]
... gehuwd op 28 mei 1626, Amsterdam, met ...
1.531 . Sara de Brull, geboren in 1605, Deventer, gedoopt in 1605, gestorven. [Bron 1531]
... hieruit :
... gehuwd met ...
1.537 . Marretien ?.
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.900 . Cornelis Jansz Hanneman, Schout van Oude-Tonge , geboren in 1599, 's Gravenhage, gestorven op 15 mei 1665, Noordwijk-Binnen (leeftijd bij overlijden: 66 jaar oud), Bakker te Noordwijk-Binnen op het Westeinde. [Aantekening 1900]
... -(X2) :
gehuwd op 23 november 1656, Noordwijk, met ...
...
Catharina Strochius, gestorven in 1665
...
... gehuwd in 1622 met ...
1.901 . Cornelia Philips van Loon, geboren in 1597, 's Gravenhage, gestorven voor 1656, Noordwijk. [Bron 1901]
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
2.308 . Beerent Jansz ter Beek, gestorven in 1620, Bunschoten, begraven in 1620, Bunschoten, Hervormde kerk . [Aantekening 2308]
... gehuwd met ...
... hieruit :
2.320 . Jan Heijnen. [Bron 2320]
... gehuwd met ...
2.321 . stamreeks (zie verder onder Heijnen) Heinen. [Bron 2321]
... hieruit :
2.328 . Harmen Fook.
... gehuwd met ...
... hieruit :
2.336 . Jan Hopman.
... gehuwd met ...
... hieruit :
2.496 . Jellis Gerrits Snapper, geboren op 15 augustus 1590, Nijkerk, gestorven op 2 oktober 1666, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 76 jaar oud). [Aantekening 2496]
... gehuwd op 19 juli 1612, Nijkerk, met ...
2.497 . Gijsbertien Aerts, geboren in 1591, gestorven. [Bron 2497]
... hieruit :
2.498 . Henrick van Nulde, gestorven op 17 november 1635, Putten, Kleinhell. [Aantekening 2498]
... gehuwd in 1632 met ...
2.499 . Gerarda van (Joffer) Twiller, Joffer . [Aantekening 2499]
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd op 12 juni 1653, Harderwijk, met ...
...
Willem van Heek, Dr. i d rechten , gestorven in 1689, Secretaris van Harderwijk [Aantekening 2499x2]
... (wvt),
2.512 . Aerdt Killen Vedder, geboren circa 1568, Nijkerk, gestorven.
... gehuwd op 17 oktober 1593, Nijkerk, met ...
... hieruit :
2.784 . Jacob *********** stamvader Bunschoter tak ******************* Heek. [Aantekening 2784]
... gehuwd met ...
... hieruit :
2.992 . Jan Jans Vermeer, geboren in 1562, gestorven in 1629 (leeftijd bij overlijden: 67 jaar oud), zaalweerder van het "Aert te Jaestengoedt". [Bron 2992]
... gehuwd met ...
... hieruit :
3.056 . Franschois Felbier, geboren in 1550, gestorven. [Aantekening 3056]
... gehuwd met ...
3.057 . Maijke van Lier, geboren in 1550, gestorven voor 1583.
... hieruit :
3.062 . Pieter de Brull, geboren in 1570, Rijssel, gestorven. [Aantekening 3062]
... gehuwd met ...
3.063 . Catrijne Hermans, geboren in 1570, Aken, gestorven. [Aantekening 3063]
... hieruit :
3.800 . Jan Pietersz Hanneman, geboren in 1565, gestorven in 1603 (leeftijd bij overlijden: 38 jaar oud), Griffier aanh et Hof van Holland. [Bron 3800]
... gehuwd in 1590 met ...
3.801 . Eliabeth Jans van den Kethel, geboren in 1568, gestorven in januari 1639, begraven op 20 januari 1639, Grote kerk s'Gravenhage, met 4 poozen gelui (leeftijd bij overlijden: 71 jaar oud). [Bron 3801]
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
4.992 . Gerrit Snapper, geboren in 1575, Nijkerk, gestorven. [Aantekening 4992]
... gehuwd in 1589 met ...
4.993 . Hendrikje Rose. [Bron 4993]
... hieruit :
4.994 . Ardt Killen.
... gehuwd met ...
... hieruit :
4.996 . Rijcket van Nulde, gestorven op 19 februari 1626. [Aantekening 4996]
... gehuwd met ...
4.997 . Aeltgen van Steenler. [Aantekening 4997]
... hieruit :
4.998 . Gijsbert Wolters van (II) Twiller, geboren circa 1577, Nijkerk, gestorven op 11 maart 1638, Nijkerk, begraven op 1 mei 1638, Nijkerk, RK kerk (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 61 jaar oud). [Aantekening 4998]
... gehuwd op 18 augustus 1605, Harderwijk, met ...
4.999 . Aeltgen Gerrits (Joffer) Voeth, Joffer , gestorven op 4 mei 1642. [Aantekening 4999]
... hieruit :
5.024 . Kil Aerdtse Vedder, geboren circa 1543, Nijkerk, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
5.984 . Jan **** stamvader van de Elspeetse tak ***** Vermeer, geboren in 1530, gestorven. [Bron 5984]
... gehuwd in 1550 met ...
... hieruit :
6.112 . Franschois Felbier. [Aantekening 6112]
... gehuwd met ...
... hieruit :
6.114 . Cornelis van Lier, geboren circa 1530, Antwerpen, gestorven voor 21 september 1583. [Aantekening 6114]
... gehuwd met ...
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
7.600 . Pieter Hanneman, gestorven in 1593, Commisaris van de Rekenkamer va heth of van Holland sedert 1583. [Bron 7600]
... gehuwd met ...
... hieruit :
7.602 . Johan Heymans van Mierop van de Kethel, Ambachtsheer van 's Gravenambacht , Ambachtsheer van de Kethel en de helft van het Spadeland , geboren in 1530, gestorven voor 24 april 1570. [Aantekening 7602]
... gehuwd met ...
7.603 . Jannetje Adriaans Bouwens. [Bron 7603]
... hieruit :
9.984 . Jellis Gisberts Snapper, geboren in 1550, Nijkerk, vermoord op 2 maart 1609, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 59 jaar oud). [Aantekening 9984]
... gehuwd met ...
9.985 . Trijntje Jans. [Bron 9985]
... hieruit :
9.992 . Evert van Nulde. [Aantekening 9992]
... gehuwd op 29 december 1556 met ...
9.993 . Hilletje van Wenckum. [Aantekening 9993]
... hieruit :
9.994 . Reinier van Steenler, geboren in 1532, gestorven. [Bron 9994]
... gehuwd op 28 januari 1560, Garderen, met ...
9.995 . Agnes (Nijsse) van Wenckum, geboren circa 1529, gestorven. [Bron 9995]
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd voor 31 maart 1574 met ...
...
Hendrik Hendricks van Byler
... hieruit :
9.996 . Wolter Gysberts van (II) Twiller, Naam- en Wapenvoerder , geboren in 1548, gedoopt in 1550, Nijkerk, gestorven in 1585 (leeftijd bij overlijden: 37 jaar oud). [Aantekening 9996]
... gehuwd met ...
9.997 . Alijdt Ryckertsd van Wenckum.
... hieruit :
9.998 . Gerhard Voet, Hofraad van Graaf Johan van Nassau (1579), gestorven in 1607, Kanselier. [Aantekening 9998]
... gehuwd met ...
... (uit Harderwijk), hieruit :
10.048 . Aerdt ************** Nijkerker Tak ************ Vedder. [Aantekening 10048]
... gehuwd met ...
... hieruit :
12.224 . Gilles Felbier. [Aantekening 12224]
... gehuwd met ...
... hieruit :
15.204 . Heyman van den Kethel, alias Heineman, Ambachtsheer van Kethel en half Spaland , Heer van 's Gravenambacht , geboren in 1510, gestorven op 4 maart 1560, 's Gravenhage, begraven, 's Gravenhage, Hofkapel (leeftijd bij overlijden: 50 jaar oud), klerk in de Rekenkamer, auditeur in de Rekenkamer, ontvanger van de omslagen van de Staten van Holland. [Aantekening 15204]
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
N N
... hieruit :
... gehuwd met ...
15.205 . Janna Jan Francken, Leenvrouwe in Strijen in de gerechte van Swaluwe Buijtendijckx , gestorven in 1533. [Bron 15205]
... hieruit :
19.968 . Gisbert Janse Snapper, geboren in 1531, gestorven. [Aantekening 19968]
... gehuwd met ...
19.969 . Trijne Ellerts, geboren in 1530, gestorven in 1606 (leeftijd bij overlijden: 76 jaar oud). [Bron 19969]
... hieruit :
19.986 . Wolter Hendricks van Wenckum, geboren circa 1498, BArneveld, gestorven na 1559. [Aantekening 19986]
... gehuwd met ...
... hieruit :
19.990 . Jan van Wenckum, geboren in 1470, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
19.992 . Gijsbert Woltersz van (I) Twiller, geboren waarschijnlijk in 1518, gestorven voor 11 mei 1568, Nijkerk. [Aantekening 19992]
... gehuwd circa 1537 met ...
19.993 . Elisabeth Scholten van Vaneveld. [Aantekening 19993]
... hieruit :
19.994 . Ryckert Brinck van Wenckum, gestorven op 14 november 1562. [Aantekening 19994]
... gehuwd op 6 april 1549, Harderwijk, met ...
19.995 . Margarythe Mhelisse van (Gryte) Kayenbeeck. [Bron 19995]
... hieruit :
19.996 . Gerhard Voet, Dr. , Kanselier Gelre, Kanselier van Gelre, Raad ordinaris in Gelderland. [Aantekening 19996]
... gehuwd in juli 1575, Heijdelberg, met ...
19.997 . Concordia van Ehem, geboren in 1558, gestorven. [Bron 19997]
... hieruit :
30.408 . Vincent Cornelisz van (den grooten) Mierop, Ridder , Heer van Kethel, Spaland en Cabauw , Mr. , geboren in 1469, gestorven in 1550 (leeftijd bij overlijden: 81 jaar oud), Thesaurier-generaal, Secretaris van Karel V. [Aantekening 30408]
... gehuwd in 1495 met ...
30.409 . Maria Jacobs Ruysch, Vrouwe van Cabau , geboren in 1470, gestorven op 23 juni 1556, 's Gravenhage, begraven, Hofkapel, 's Gravenhage (leeftijd bij overlijden: 86 jaar oud). [Aantekening 30409]
... hieruit :
30.410 . Jan Francken, Burgemeester van Dordrecht .
... gehuwd met ...
... hieruit :
39.936 . Johan Snapper, geboren in 1510, gestorven voor 1608.
... gehuwd met ...
... hieruit :
39.972 . Hendrick van Wenckum.
... gehuwd met ...
... hieruit :
39.984 . Wolter Ghijsberts van (I) Twiller, geboren circa 1490, gestorven. [Aantekening 39984]
... gehuwd met ...
... hieruit :
39.986 . Hendrick Hendricksz Scholten van Vaneveld, Schout te Nijkerk (1547-1553), gestorven na 1583, Schout te Nijkerk. [Aantekening 39986]
... gehuwd met ...
39.987 . Elisabeth van Heuckelum.
... hieruit :
39.990 . Melis Segers van Kayenbeeck. [Bron 39990]
... gehuwd met ...
39.991 . Alijt van Wenckum. [Bron 39991]
... hieruit :
39.992 . Johan Voet, Burgemeester Harderwijk, geboren in 1500, gedoopt in 1500, gestorven in 1569 (leeftijd bij overlijden: 69 jaar oud).
... gehuwd met ...
39.993 . Lucia van Speulde, geboren in 1515, gestorven in 1575 (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud). [Aantekening 39993]
... hieruit :
60.816 . Cornelis van Cuyck van Mierop, Jonkheer , gestorven tussen 1484 en 1489. [Bron 60816]
... gehuwd met ...
60.817 . N N van Boschhuijsen, geboren in 1465, gestorven. [Bron 60817]
... hieruit :
79.872 . Mette Snapper, geboren in 1480, gestorven. [Bron 79872]
... gehuwd in 1508 met ...
79.873 . Giseken Ellerts. [Bron 79873]
... hieruit :
79.968 . Ghijsbert van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1470, gestorven, Leenman in 1520. [Aantekening 79968]
... gehuwd met ...
... hieruit :
79.972 . Hendrick Reinders van Vaneveld, gestorven na 1551. [Aantekening 79972]
... gehuwd in 1489 met ...
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
79.984 . Dirk Voet, gestorven in 1506, Burgemeester van Harderwijk.
... gehuwd met ...
... hieruit :
121.632 . Otto III van Cuyck van Mierop, Heer van Mierop , geboren in 1395, Brussel, gestorven na 1420. [Aantekening 121632]
... gehuwd met ...
121.633 . N N. [Bron 121633]
... hieruit :
159.936 . Jacob van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1440, gestorven ((op document genoemd 1429-85)). [Aantekening 159936]
... gehuwd met ...
... hieruit :
159.944 . Reijner Reijnders van Vaneveld.
... gehuwd met ...
... hieruit :
243.264 . Otto II van Cuyck van Mierop, Heer van Mierop , geboren in 1330, gestorven, Poorter van Brussel januari 1390. [Bron 243264]
... gehuwd met ...
243.265 . N N. [Bron 243265]
... hieruit :
319.872 . Jacob van Twiller, geboren circa 1392, gestorven, leenman in 1439. [Aantekening 319872]
... gehuwd met ...
... hieruit :
486.528 . Jan van Cuyck van Mierop, Ridder , gestorven voor 1349. [Bron 486528]
... gehuwd in 1330 met ...
486.529 . Maria Berthout van Berlaer, geboren in 1316, gestorven in 1349 (leeftijd bij overlijden: 33 jaar oud). [Bron 486529]
... hieruit :
639.744 . Gijsbert van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1370, gestorven, leenman in 1429. [Aantekening 639744]
... gehuwd met ...
... hieruit :
973.056 . Jan II van Cuyck van Mierop, Knape van Kyck en Grave , geboren in 1290, gestorven op 25 maart 1319 (leeftijd bij overlijden: 29 jaar oud).
... gehuwd met ...
... hieruit :
973.058 . Jan II van Berthout van Berlaer, Heer van Helmond en Keerbergen , geboren in 1280, gestorven in 1327 (leeftijd bij overlijden: 47 jaar oud). [Bron 973058]
... gehuwd in 1300 met ...
973.059 . Elisabeth van den Berghe, geboren in 1317, gestorven. [Bron 973059]
... hieruit :
1.279.488 . Ghiselbert Jacobszoon van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1345, gestorven na 1385, Hof van het gerecht Scherpenzeel, Tijnshouder. [Aantekening 1279488]
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.946.112 . Hendrik Cuijck van Mierop, Heer van Mierop , Ridder , geboren in 1260, gesneuveld in 1304, Hij sneuvelde in 1304 mogel. tijdens de schermutselingen rond het beleg bij Schoonhoven in een Vlaams leger o.l.v. Gwijde van Dampierr (leeftijd bij overlijden: 44 jaar oud).
... gehuwd in 1290 met ...
1.946.113 . Aleydis van Diest, alias Aelis, Vrouwe van Royère , geboren in 1282, gestorven.
... hieruit :
1.946.116 . Jan I Berthout van Berlaer, Heer van Berlaer , Heer van Grammene en Keerbergen , geboren in 1250, gestorven in 1312 (leeftijd bij overlijden: 62 jaar oud).
... -(X2) :
gehuwd na 1293 met ...
...
Maria van Souburg
...
... gehuwd op 18 december 1278 met ...
1.946.117 . Marie de Montagne, geboren in 1250, gestorven in 1290 (leeftijd bij overlijden: 40 jaar oud).
... hieruit :
2.558.976 . Jacob van *** Stamvader Twiller en Twillert *** Twiller, geboren waarschijnlijk in 1310, gestorven. [Aantekening 2558976]
... gehuwd met ...
... hieruit :
3.892.224 . Jan I van Cuijck, Ridder , Heer van Cuyck en Grave , Heer van Merum en Neerloon , geboren in 1230, Cuijck, gestorven op 13 juli 1308, Cuijck (leeftijd bij overlijden: 78 jaar oud), Diplomaat en raadsman van de vorsten van Engeland en Brabant. [Aantekening 3892224]
... gehuwd in 1260 met ...
3.892.225 . Jutta van Nassau, Gravin van Nassau , geboren in 1225, gestorven in 1313, Grave (leeftijd bij overlijden: 88 jaar oud).
... hieruit :
3.892.232 . Lodewijk I Berthout van Berlaer.
... gehuwd met ...
3.892.233 . Sophia van Gaverne.
... hieruit :
3.892.234 . Arnold de Mortagne, Burggraaf van Doornik , geboren in 1208, Montagne dur Nord, gestorven na 1280. [Aantekening 3892234]
... gehuwd met ...
3.892.235 . Yolanda Vervins de Coucy, geboren voor 1230, Coucy (Aisne), gestorven in 1289. [Bron 3892235]
... hieruit :
7.784.448 . Hendrik III van Cuijck, Ridder (1226), Heer van Kuyck en Grave (1233-1254), heer van Merum en half Asten , geboren in 1195, gestorven in 1254 (leeftijd bij overlijden: 59 jaar oud).
... gehuwd in 1200 met ...
7.784.449 . Agnes Jansdr van Putten, gestorven in 1230.
... hieruit :
7.784.450 . Hendrik II (de Rijke) van Nassau, Graaf van Nassau , geboren op 1 februari 1198, gestorven voor 25 januari 1251. [Aantekening 7784450]
... gehuwd voor 1221 met ...
7.784.451 . Machteld van Gelre, geboren in 1221, gestorven in 1247 (leeftijd bij overlijden: 26 jaar oud).
... hieruit :
7.784.468 . Evrard IV Radulf de Montagne, Burggraaf van Doornik , Heer van Montagne , geboren in 1190, gestorven in 1259 (leeftijd bij overlijden: 69 jaar oud). [Bron 7784468]
... gehuwd met ...
7.784.469 . Adealoia d'Enghien, geboren circa 1195, Enghien, gestorven in 1250 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 55 jaar oud). [Bron 7784469]
... hieruit :
15.568.896 . Albrecht van Cuijck, Ridder , Heer van Cuijck en Herpen , Burggraaf van Utrecht , Heer van Asten , geboren in 1170, gestorven in 1223 (leeftijd bij overlijden: 53 jaar oud). [Bron 15568896]
... gehuwd in 1200 met ...
15.568.897 . Hadewych van Meerheim, geboren in 1170, gestorven in 1235 (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud). [Bron 15568897]
... hieruit :
15.568.900 . Walram I van Nassau, Graaf van Laurenburg , 1st Graaf van Nassau , geboren in 1146, gestorven op 1 februari 1198 (leeftijd bij overlijden: 52 jaar oud). [Aantekening 15568900]
... gehuwd met ...
15.568.901 . Kunigunda van Spanheim, geboren, Spanheim.
... hieruit :
15.568.902 . Otto I van Zutphen van Gelre, Graaf van Gelre (1182-1207), Graaf van Zutphen (1190-1207), geboren in 1150, gestorven op 22 oktober 1207, begraven, Klooster van Kamp (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud). [Aantekening 15568902]
... gehuwd in 1185 met ...
15.568.903 . Richarda van Wittelsbach van Beieren, Prinses van Beieren , geboren in 1173, Keilheim, gestorven op 21 september 1231, Roermond (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud).
... hieruit :
15.568.936 . Boudewijn I de Montagne, Burggraaf van Doornik , geboren in 1150, gestorven in 1208 (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud). [Bron 15568936]
... gehuwd met ...
15.568.937 . Hiliarde de Wavrin, gestorven in 1202. [Bron 15568937]
... hieruit :
15.568.938 . Engelbert IV d'Enghien, geboren in 1180, gestorven in 1250 (leeftijd bij overlijden: 70 jaar oud).
... gehuwd met ...
15.568.939 . Adélaide van Avesnes, geboren in 1180, gestorven in 1216 (leeftijd bij overlijden: 36 jaar oud).
... hieruit :
31.137.792 . Hendrik II van Cuijck, Kruisvaarder , Heer van Cuijck , Stadssgraaf van Utrecht , Voogd van SintJan in Utrecht , geboren in 1130, gestorven in 1204 (leeftijd bij overlijden: 74 jaar oud).
... gehuwd in 1160, Utrecht, met ...
31.137.793 . Sophia Dirks van Rhenen van Herpen, geboren in 1140, gestorven in 1191 (leeftijd bij overlijden: 51 jaar oud).
... hieruit :
31.137.794 . Rutger van Merheijm.
... gehuwd met ...
31.137.795 . Aleijdis van Horne.
... hieruit :
31.137.800 . Ruprecht I van Laurenburg van Nassau, Graaf van Laurenburg , Graaf van Nassau (1123), gestorven voor 1154. [Aantekening 31137800]
... gehuwd met ...
31.137.801 . Beatrix van Lotharingen, gestorven in 1159.
... hieruit :
31.137.804 . Hendrik I van Zutphen van (de Jonge) Gelre, Graaf van Gelre (1131-1182), geboren in 1117, gestorven op 27 mei 1182, begraven, Klooster van Kamp (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud). [Aantekening 31137804]
... gehuwd in 1135 met ...
31.137.805 . Agnes van Arnstein.
... hieruit :
31.137.806 . Otto van Wittelsbach van Beieren, Hertog van Beieren , geboren in 1120, gestorven op 26 maart 1191, Wartenberg (leeftijd bij overlijden: 71 jaar oud).
... gehuwd in 1157 met ...
31.137.807 . Agnes van Loon, gestorven op 26 maart 1191, Wartenberg.
... hieruit :
31.137.872 . Evrard III Radulf de Montagne, Burggraaf van Doornik , geboren in 1129, gestorven in 1190 (leeftijd bij overlijden: 61 jaar oud).
... gehuwd met ...
31.137.873 . Gertrude de Montaigu, gestorven in 1187.
... hieruit :
31.137.878 . Jacobus I van Avesnes, geboren in 1152, gestorven in 1191 (leeftijd bij overlijden: 39 jaar oud).
... gehuwd met ...
31.137.879 . Adele van Guise, geboren in 1155, gestorven in 1207 (leeftijd bij overlijden: 52 jaar oud).
... hieruit :
62.275.584 . Herman II van Cuijck, Heer van Cuijk van Malsem , Stadsgraaf van Utrecht , geboren in 1100, gestorven in 1168 (leeftijd bij overlijden: 68 jaar oud). [Aantekening 62275584]
... gehuwd met ...
62.275.585 . dochter van Chiny, geboren in 1100, gestorven.
... hieruit :
62.275.608 . Gerard II (de lange) van Wassemberg van (Flaminius) Gelre, Graaf van Gelre (1129-1131), Graaf van Wassemberg , geboren in 1053, gestorven op 24 oktober 1131 (leeftijd bij overlijden: 78 jaar oud). [Aantekening 62275608]
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Clementia van Gleiberg van Poitou, alias Poitou, Vrouwe van Gleiberg , Gravin van Wassenberg , geboren in 1055, gestorven op 4 januari 1142 (leeftijd bij overlijden: 87 jaar oud)
...
dochter van Piere van ('l Aigret) Poitou 1023-1058 en
Ermesinde van Longwy †1062
... hieruit :
... gehuwd met ...
62.275.609 . Armgarde van Zutphen, Heer van Zutphen .
... hieruit :
62.275.612 . Otto van Wittelsbach van Beieren, Paltsgraaf van Beieren , gestorven op 4 augustus 1156.
... gehuwd in 1116 met ...
62.275.613 . Eilika von Lengenfeld und Pettendorf, geboren in 1102, gestorven op 13 september 1170, Ensdorf (leeftijd bij overlijden: 68 jaar oud).
... hieruit :
62.275.744 . Evrard II Radulf de Montagne, Burggraaf van Doornik , gestorven in 1166. [Bron 62275744]
... gehuwd met ...
62.275.745 . Richildis van Henegouwen, geboren in 1105, gestorven in 1179 (leeftijd bij overlijden: 74 jaar oud). [Bron 62275745]
... hieruit :
124.551.168 . Hendrik I van Cuijck, Heer van Cuijk van Malsem , Burggraaf van Utrecht , geboren in 1075, gestorven op 9 augustus 1108 (leeftijd bij overlijden: 33 jaar oud). [Bron 124551168]
... gehuwd in 1095 met ...
124.551.169 . Alveradis van Hochstaden, geboren in 1080, gestorven in 1131 (leeftijd bij overlijden: 51 jaar oud). [Bron 124551169]
... hieruit :
124.551.170 . Otto II van Chiny.
... gehuwd met ...
124.551.171 . Adelheid van Namen.
... hieruit :
124.551.216 . Gerard I van Wassenberg van Gelre, LAndgraf , gestorven in 1131. [Aantekening 124551216]
... gehuwd met ...
124.551.217 . Hedwich Florijsdottir van (bastaarddochter) Holland.
... hieruit :
124.551.218 . Otto II (de Rijke) van Zutphen, Graaf van Zutphen , gestorven in 1113.
... gehuwd met ...
124.551.219 . Juditch van Hrischer.
... hieruit :
124.551.226 . Frederik II (Graaf) von Lengenfeld, Graaf van Lenagenfeld , geboren in 1070, gestorven in 1121 (leeftijd bij overlijden: 51 jaar oud). [Bron 124551226]
... gehuwd in 1101 met ...
124.551.227 . Eilika van Hohenstaufen, geboren in 1087, gestorven na 1110, Ensdorf. [Bron 124551227]
... hieruit :
124.551.490 . Boudewijn III van Henegouwen, Graaf van Henegouwen , geboren in 1088, gestorven in 1120 (leeftijd bij overlijden: 32 jaar oud). [Aantekening 124551490]
... gehuwd in 1107 met ...
124.551.491 . Yolanda van Gelre, Regentes van Henegouwen (1120-1125), geboren in 1085, gestorven in 1131, begraven, Saint Waudru, Bergen (Mons) (leeftijd bij overlijden: 46 jaar oud). [Bron 124551491]
... hieruit :
249.102.336 . Herman van Malsen van Cuijck, Heer van Cuijk , gestorven in 1080. [Aantekening 249102336]
... gehuwd in 1065 met ...
249.102.337 . Ida van Namen van Boulogne, geboren in 1057, gestorven. [Bron 249102337]
... hieruit :
249.102.338 . Gerard I van Hochstaden, geboren in 1055, gestorven in 1137 (leeftijd bij overlijden: 82 jaar oud).
... gehuwd met ...
249.102.339 . Aleydis van Wickrath, geboren in 1065, gestorven in 1120 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud).
... hieruit :
249.102.432 . Otto van Nassau, gestorven in 1107.
... gehuwd met ...
249.102.433 . Adelheid van Gelre, gestorven in 1083.
... hieruit :
249.102.434 . Floris II (de Vette) van Holland, Graaf van Holland (1091-1122), gestorven op 2 maart 1122. [Aantekening 249102434]
... -(X2) :
gehuwd in 1108 met ...
...
Geertruida van Lotharingen
... hieruit :
... met ...
249.102.435 . N N.
... hieruit :
249.102.436 . Gottschalk van Zutphen.
... gehuwd met ...
249.102.437 . Adelheid van Schwaben.
... hieruit :
249.102.454 . Frederik I von Hohenstaufen, Hertog van Schwaben , Hertog van Elzas , geboren in 1047, gestorven in 1105 (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud). [Bron 249102454]
... gehuwd in 1087 met ...
249.102.455 . Agnes van Duitsland, Prinses van Duitsland , geboren in 1072, gestorven in 1110, Ensdorf (leeftijd bij overlijden: 38 jaar oud). [Bron 249102455]
... hieruit :
249.102.980 . Boudewijn II (van Jeruzalem) van Henegouwen, Graaf van Henegouwen , geboren in 1056, gestorven in 1098, Syrie (leeftijd bij overlijden: 42 jaar oud). [Aantekening 249102980]
... gehuwd met ...
249.102.981 . Ida van Leuven, geboren in 1077, gestorven in 1139 (leeftijd bij overlijden: 62 jaar oud). [Aantekening 249102981]
... hieruit :
249.102.983 . Clementia van Gleiberg van Poitou, alias Poitou, Vrouwe van Gleiberg , Gravin van Wassenberg , geboren in 1055, gestorven op 4 januari 1142 (leeftijd bij overlijden: 87 jaar oud).
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Conrad ! van Luxemburg
...
498.204.674 . Eustache II van Boulogne, Graaf van Boulogne , geboren in 1030, gestorven in 1080 (leeftijd bij overlijden: 50 jaar oud). [Aantekening 498204674]
... -(X1) :
gehuwd in 1050 met ...
...
Godfigu van Engeland, gestorven in 1057 [Bron 498204674x1]
...
... gehuwd met ...
498.204.675 . Ida van Neder- Lotharingen, geboren in 1035, gestorven op 13 augustus 1113 (leeftijd bij overlijden: 78 jaar oud). [Bron 498204675]
... hieruit :
498.204.864 . Walram VI van Nassau, gestorven in 1068.
... gehuwd met ...
498.204.865 . ? ?.
... hieruit :
498.204.866 . Wieger III van Gelre, gestorven in 1061.
... gehuwd met ...
498.204.867 . ? ?.
... hieruit :
498.204.868 . Dirk V van Holland, Graaf van Holland (1061-1071, 1076-1091), geboren in 1054, gestorven op 17 juni 1091, begraven, Egmond (leeftijd bij overlijden: 37 jaar oud). [Aantekening 498204868]
... gehuwd voor 26 juni 1083 met ...
498.204.869 . Othildis van Saxen, geboren in 1059, gestorven in 1093, Egmond (leeftijd bij overlijden: 34 jaar oud).
... hieruit :
498.204.874 . Mathilda van Zutphen.
... gehuwd met ...
498.204.875 . Ludolf van Baunweiler van Lotharingen.
... hieruit :
498.204.910 . Hendrik IV van Duitsland, Keizer van Duitsland , geboren op 11 november 1050, Goslar, gestorven op 7 augustus 1106, Luik (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud). [Aantekening 498204910]
... gehuwd in juli 1066, Tribur, met ...
498.204.911 . Bertha van Savoye, geboren op 21 augustus 1051, gestorven op 27 december 1097, Mainz (leeftijd bij overlijden: 46 jaar oud). [Bron 498204911]
... hieruit :
498.205.960 . Boudewijn VI van Vlaanderen Henegouwen, Graaf van Henegouwen , geboren in 1030, gestorven op 17 juli 1070, begraven, abdij Hasnon (leeftijd bij overlijden: 40 jaar oud). [Bron 498205960]
... gehuwd met ...
498.205.961 . Richildis van Henegouwen, gestorven in 1086. [Bron 498205961]
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Herman van Henegouwen, Graaf van Henegouwen , gestorven in 1050
...
zoon
van Reginar V van Henegouwen en
Mathilde van Verdun
...
498.205.962 . Hendrik II van Leuven.
... gehuwd met ...
498.205.963 . Adela van de Betuwe.
... hieruit :
498.205.966 . Piere van ('l Aigret) Poitou, geboren in 1023, gestorven in 1058 (leeftijd bij overlijden: 35 jaar oud). [Bron 498205966]
... gehuwd met ...
498.205.967 . Ermesinde van Longwy, gestorven in 1062. [Bron 498205967]
... hieruit :
996.409.348 . Eustache I van Boulogne, Graaf van Boulogne , geboren in 1010, gestorven in 1049 (leeftijd bij overlijden: 39 jaar oud). [Bron 996409348]
... -(X2) :
gehuwd in 987 met ...
...
Ermengard van Lotharingen, gestorven in 1049
...
dochter van Karel van Lotharingen, Koning van Frankrijk 953-992 en
Adelheid N
... hieruit :
... gehuwd in 1030 met ...
996.409.349 . Mathilde van Leuven, geboren in 1005, gestorven. [Bron 996409349]
... hieruit :
996.409.350 . Godfried II van Lotharingen.
... gehuwd met ...
996.409.351 . Oda ?.
... hieruit :
996.409.728 . Walram V van Nassau, gestorven in 1020.
... gehuwd met ...
996.409.729 . ? ?.
... hieruit :
996.409.732 . Wickinge van Gelre.
... gehuwd met ...
996.409.733 . vrouwe van Buren.
... hieruit :
996.409.736 . Floris I van Holland, Graaf van Holland (1049-1061), Graaf van West Friesland , geboren na 1019, vermoord op 28 juni 1061, Nederhemert, begraven, Egmond . [Aantekening 996409736]
... gehuwd in 1050 met ...
996.409.737 . Gertrudis van Saxen, geboren in 1033, gestorven.
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Robrecht I van (de Fries) Vlaanderen, Graaf van Vlaanderen , geboren in 1035, gestorven in 1093 (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud)
...
zoon
van Boudewijn V de Grote van Rijsel van Vlaanderen, Graaf van Vlaanderen 1013-1067 en
Adela van Frankrijk, Prinses van Frankrijk 1009-1079
... hieruit :
996.409.748 . ?? ??.
... gehuwd met ...
996.409.749 . Wieger II van Gelre, geboren in 973, gestorven.
... hieruit :
996.409.820 . Hendrik III Keizer van Duitsland, Keizer , geboren op 28 oktober 1017, Goslar, gestorven op 5 oktober 1056, Bodfeld (leeftijd bij overlijden: 38 jaar oud).
... gehuwd in november 1043, Ingelheim, met ...
996.409.821 . Agnes van (Poitou) Aquitaine, Keizerin van Duitsland , geboren in 1025, gestorven op 14 december 1077, Rome (leeftijd bij overlijden: 52 jaar oud).
... hieruit :
996.411.920 . Boudewijn V de Grote van Rijsel van Vlaanderen, Graaf van Vlaanderen , geboren in 1013, Rijsel, gestorven op 1 september 1067, Rijsel (leeftijd bij overlijden: 54 jaar oud). [Aantekening 996411920]
... gehuwd met ...
996.411.921 . Adela van Frankrijk, Prinses van Frankrijk , Gravin van Coutance , geboren in 1009, gestorven op 8 januari 1079, Mesen, begraven, Mesen (leeftijd bij overlijden: 70 jaar oud). [Bron 996411921]
... hieruit :
996.411.932 . Willem van (Quilaume le Grand0 Poitou.
... gehuwd met ...
996.411.933 . Agnes van Bourgondie, geboren in 995, gestorven in 1058 (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud).
... hieruit :
1.992.818.698 . Lambert I van Leuven, Graaf van Leuven , gesneuveld op 12 september 1015, Florennes, begraven in september 1015, Nijvels . [Bron 1992818698]
... gehuwd met ...
1.992.818.699 . Gerberga van Neder Lotharingen, geboren in 971, gestorven in 1008, Nijvels, begraven, Nijvels, St Getrudis (leeftijd bij overlijden: 37 jaar oud). [Bron 1992818699]
... hieruit :
1.992.819.464 . Gerberge van Lotharingen, geboren in 930, gestorven in 995 (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud).
... gehuwd met ...
1.992.819.465 . Maginoz van Zutphen van Gelre, gestorven in 973.
... hieruit :
1.992.819.472 . Dirk III (Hierosolomyta) van Holland, Graaf van Holland , Graaf van Bourgondie , geboren in 981, Gent, gestorven op 27 mei 1039, begraven, Abdijkerk van Egmond (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud). [Aantekening 1992819472]
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Othilda van Saxen
... hieruit :
... gehuwd voor 1019 met ...
1.992.819.473 . Othilde von de Nordmark, geboren in 933, gestorven op 31 maart 1044, Quedlinburg (leeftijd bij overlijden: 111 jaar oud). [Bron 1992819473]
... hieruit :
1.992.819.498 . Godfried van Gelre, gestorven in 958.
... gehuwd met ...
1.992.819.499 . ? ?.
... hieruit :
1.992.819.640 . Koenraad II Keizer van Duitsland, geboren in 990, gestorven op 4 juni 1039, Utrecht (leeftijd bij overlijden: 49 jaar oud).
... gehuwd in 1016 met ...
1.992.819.641 . Gisela van Schwaben, Hertogin van Schwaben , geboren op 11 november 990, gestorven op 15 februari 1054, Goslar (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud).
... hieruit :
1.992.823.840 . Boudewijn IV van (pulchrae barbae) Vlaanderen, Graaf van Vlaanderen , geboren in 975, gestorven op 30 mei 1035, begraven, St Pietrers, Gent (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud). [Aantekening 1992823840]
... -(X2) :
gehuwd in 1031 met ...
...
Eleonoravan Normandie, geboren in 1005, gestorven op 23 december 1035 (leeftijd bij overlijden: 30 jaar oud)
... hieruit :
... gehuwd in 1012 met ...
1.992.823.841 . Ogiva van Luxemburg, geboren in 986, gestorven op 21 februari 1030 (leeftijd bij overlijden: 44 jaar oud). [Bron 1992823841]
... hieruit :
1.992.823.842 . Robert II Capet van (de Vrome) Frankrijk, Koning van Frankrijk , geboren in 972, Orleans, gestorven in 1031, Meulan (leeftijd bij overlijden: 59 jaar oud).
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Rosala van Lombardije van Ivrea, gestorven in 1003,
begraven, Gent
[Aantekening 1992823842x1]
...
dochter van Berrerngarius van Ivrea en
N N
...
... gehuwd met ...
1.992.823.843 . Constance van Arles.
... hieruit :
1.992.823.864 . Willem IV Poitou, geboren in 935, gestorven op 3 februari 995, Sint Maixant L' ecole (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud).
... gehuwd in 968 met ...
1.992.823.865 . Emma de Blois, geboren in 947, gestorven in 1004 (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud).
... hieruit :
3.985.637.396 . Reinier III van (Langhals) Henegouwen, Graaf van Henegouwen , gestorven in 973. [Bron 3985637396]
... gehuwd met ...
3.985.637.397 . Adela van Leuven. [Bron 3985637397]
... hieruit :
3.985.637.398 . Karel van West- Franrijk, Koning van West Francië , Hertog van Neder-Lotharingen , Konoing van Lotharingen .
... gehuwd met ...
3.985.637.399 . Agnes van Vermandois.
... hieruit :
3.985.638.944 . Arnulf I (van Gent) van Gandensis Holland, Graaf van Holland (circa 951-circa 988), Graaf van West Friesland , geboren in 951, Gent, gesneuveld op 18 september 993, a.d.mond van de Maas (leeftijd bij overlijden: 42 jaar oud). [Aantekening 3985638944]
... gehuwd in 980 met ...
3.985.638.945 . Liutgards van Luxemburg, gestorven na 13 mei 1005. [Aantekening 3985638945]
... hieruit :
3.985.638.996 . Gerlach van Gelre, gestorven in 937.
... gehuwd met ...
3.985.638.997 . ? ?.
... hieruit :
3.985.639.282 . Herman II van Schwaben, Hertog van Schwaben , geboren in 965, gestorven op 4 mei 1003 (leeftijd bij overlijden: 38 jaar oud).
... gehuwd met ...
3.985.639.283 . Gerberga van, Prinses Bourgondie, geboren in 965, gestorven op 7 juli 1020 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud).
... hieruit :
3.985.647.680 . Arnold II de Jonge van (barbatus) Vlaanderen, Graaf van Vlaanderen , geboren in 961, gestorven op 30 maart 988, begraven, Gent (leeftijd bij overlijden: 27 jaar oud). [Aantekening 3985647680]
... gehuwd in 968 met ...
3.985.647.681 . Rosala van Lombardije van Ivrea, gestorven in 1003, begraven, Gent . [Aantekening 3985647681]
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Robert II Capet van (de Vrome) Frankrijk, Koning van Frankrijk , geboren in 972, Orleans, gestorven in 1031, Meulan (leeftijd bij overlijden: 59 jaar oud)
...
zoon
van Hugo Capet van Frankrijk 941-996 en
Adelheid van Karloman
...
3.985.647.682 . Frederik van Luxemburg.
... gehuwd met ...
3.985.647.683 . Irmentrude van Gleiberg.
... hieruit :
3.985.647.684 . Hugo Capet van Frankrijk, geboren in 941, gestorven in 996 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud). [Aantekening 3985647684]
... gehuwd met ...
3.985.647.685 . Adelheid van Karloman.
... hieruit :
3.985.647.728 . Guilaume III de (Tete d'Etoupe) Poitou, geboren in 915, Poitiers, gestorven op 3 april 963, Sint Maixant L'Ecole (leeftijd bij overlijden: 48 jaar oud).
... gehuwd in 935 met ...
3.985.647.729 . Adele de Normandie, geboren in 912, gestorven in 964 (leeftijd bij overlijden: 52 jaar oud).
... hieruit :
7.971.274.792 . Reinier II va Henegouwen, Graaf van Henegouwen , geboren in 880, gestorven tussen 932 en 940. [Aantekening 7971274792]
... verbonden met ...
7.971.274.793 . ? ?.
... hieruit :
7.971.277.888 . Dirk II van Holland, Graaf van Holland , Graaf van West Friesland , geboren in 932, gestorven op 6 mei 988 (leeftijd bij overlijden: 56 jaar oud). [Aantekening 7971277888]
... gehuwd met ...
7.971.277.889 . Hildegard van Vlaanderen, Gravin van Vlaanderin , geboren circa 936, gestorven tussen 975 en 980, begraven, Egmond onder één steen met graaf Dirk III .
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Raoul I van Cambrai
... hieruit :
7.971.277.890 . Siegrfried van Verdun, Graaf van Luxemburg.
... gehuwd met ...
7.971.277.891 . Hadewich van Lotharingen.
... hieruit :
7.971.277.992 . Wieger I van Gelre, gestorven in 905. [Aantekening 7971277992]
... gehuwd met ...
7.971.277.993 . Margaretha van Hamaland.
... hieruit :
7.971.278.566 . Koenraad (de vreedzame) van Bourgondie, geboren in 922, gestorven op 19 oktober 993 (leeftijd bij overlijden: 71 jaar oud). [Bron 7971278566]
... gehuwd met ...
7.971.278.567 . Mathilda van Frankrijk, alias Mathilda van Bourgondie, Prinses van West Franrkiij , geboren in 943, gestorven op 26 januari 981, Vienne (leeftijd bij overlijden: 38 jaar oud). [Bron 7971278567]
... hieruit :
7.971.295.360 . Boudewijn III van Vlaanderen, Graaf van Vlaanderen , Graaf van Artoi , mede-graaf , geboren in 940, gestorven op 1 januari 962 (leeftijd bij overlijden: 22 jaar oud). [Bron 7971295360]
... gehuwd met ...
7.971.295.361 . Mathilde van Billung, Prinses van Saksen , gestorven in 1008. [Bron 7971295361]
... hieruit :
7.971.295.362 . Berrerngarius van Ivrea.
... gehuwd met ...
7.971.295.363 . N N.
... hieruit :
7.971.295.368 . Hugo I van (de Grote) Frankrijk, Graaf van Il de France , geboren in 895, gestorven in 966 (leeftijd bij overlijden: 71 jaar oud). [Bron 7971295368]
... gehuwd met ...
7.971.295.369 . Hedwig van Saxen, geboren in 922, gestorven in 965 (leeftijd bij overlijden: 43 jaar oud). [Bron 7971295369]
... hieruit :
15.942.549.584 . Lodewijk II Koning van (de Stamelaar) Frankrijk, Koning van Frankrijk , Graaf van Meaux , geboren op 1 november 846, Compiègne, gestorven tussen op 10 april 879 en 916, Compiegne, Missus Dominicus.
... -(X1) :
gehuwd op 1 maart 862 met ...
...
Armgardis van Bourgondië
...
... gehuwd in 875 met ...
15.942.549.585 . Adelheid van Parijs, geboren in 853, Laon, gestorven.
... hieruit :
15.942.555.776 . Dirk I van Holland.
... gehuwd met ...
15.942.555.777 . Gerberga van Hamalant.
... hieruit :
15.942.555.778 . Arnulf I de Grote van Vlaanderen, Graaf van Vlaanderen , geboren in 885, gestorven op 27 maart 965, begraven, Gent (leeftijd bij overlijden: 80 jaar oud). [Aantekening 15942555778]
... gehuwd met ...
15.942.555.779 . Aleidia van Vermandois, geboren in 910, gestorven op 10 oktober 958, Brugge, begraven, Gent (leeftijd bij overlijden: 48 jaar oud). [Aantekening 15942555779]
... hieruit :
15.942.557.132 . Rudolph II van Bourgondie.
... gehuwd met ...
15.942.557.133 . Berha van Schwaben.
... hieruit :
15.942.557.134 . Louis IV (d'Outre Mer)Koning van Frankrijk, Koning van WestFrankrijk (19 juni 936), geboren in 920, gestorven op 10 september 954, Reims (leeftijd bij overlijden: 34 jaar oud).
... gehuwd in 939 met ...
15.942.557.135 . Gerberga van Saksen, geboren in 913, Nordhausen, gestorven.
... hieruit :
15.942.590.720 : {15.942.555.778}
15.942.590.721 : {15.942.555.779}
15.942.590.736 . Robert I Koning van Frankrijk, Koning van Frankrijk , geboren in 866, gesneuveld op 15 juni 923, Slag bij Soissons (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud). [Aantekening 15942590736]
... gehuwd met ...
15.942.590.737 . Beatrice de Vermandois, Koningin van Frankrijk , gestorven in 931. [Bron 15942590737]
... hieruit :
31.885.099.168 . Karel II (de Kale) Keizer en Koning van Karloman, Graaf van Maasgouw en Darnau , Koning van Westfrankrijk , Rooms Keizer (875), Koning van de Provence , Koning van Italie , geboren op 13 juni 823, Frankfurt am Main, gestorven op 6 oktober 877, Avrieux (leeftijd bij overlijden: 54 jaar oud). [Aantekening 31885099168]
... -(X2) :
gehuwd op 12 oktober 869, Aix la Chapelle, met ...
...
Richildis van Metz
...
... gehuwd op 13 december 842, Quierzy, met ...
31.885.099.169 . Irmingard van Orleans, Koningin van West Francië , geboren op 27 september 830, Saint Denis, gestorven op 6 oktober 869 (leeftijd bij overlijden: 39 jaar oud). [Bron 31885099169]
... hieruit :
31.885.111.556 . Boudewijn II (de Kale) van Vlaanderen, Graaf van Vlaanderen , Graaf van Boulogne , geboren in 863, gestorven op 10 september 918 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud). [Aantekening 31885111556]
... gehuwd met ...
31.885.111.557 . Aelfthryth van Wessex, Prinses van Wessex , Gravin van Vlaanderen , geboren in 872, gestorven in 929 (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud). [Bron 31885111557]
... hieruit :
31.885.114.268 . Karel III Koning van (de Onnozele) Frankrijk, Koning van WestFrankrijk (28 januari 893), Hertog van Lotharingen , geboren op 17 september 879, Péronne, gestorven op 7 oktober 929, Peronne (leeftijd bij overlijden: 50 jaar oud). [Bron 31885114268]
... -(X1) :
gehuwd in 907 met ...
...
Frederune ? [Bron 31885114268x1]
...
... gehuwd op 10 februari 917 met ...
31.885.114.269 . Eadgyfu van Engeland, geboren in 896, gestorven.
... hieruit :
31.885.181.472 . Rupert IV van (Rober I le Forte) Frankrijk, geboren in 820, gesneuveld in 866, Slag bij Brissarthe (leeftijd bij overlijden: 46 jaar oud). [Aantekening 31885181472]
... gehuwd met ...
31.885.181.473 . Adelaide de Tours.
... hieruit :
31.885.181.474 . Hubert I de Vermandois, Graaf van Senlis , geboren in 846, vermoord in 902 (leeftijd bij overlijden: 56 jaar oud).
... gehuwd met ...
31.885.181.475 . Bertha de Morvois.
... hieruit :
63.770.198.336 . Lodewijk I de Vrome Keizer Karloman, Frankische Koning van Aquitaine , Romeins Keizer der Franken (814-834), Hertog van Beieren (814-829), geboren in augustus 778, Chasseneuil bij Poiters (fr), gestorven op 20 juni 840, Ingelheim, Du deritsland, begraven, Saint Arnould (leeftijd bij overlijden: 61 jaar oud). [Aantekening 63770198336]
... -(X1) :
gehuwd in 794 met ...
...
Irmingard van Haspengouw, geboren in 757, Thionville, gestorven op 3 oktober 818 (leeftijd bij overlijden: 61 jaar oud)
...
dochter van Ingramvan Haspengouw en
? ?
... hieruit :
... gehuwd in februari 819, Aken, met ...
63.770.198.337 . Judith Welf von Altdorf, Prinses van Beieren , geboren in 800, gestorven op 19 april 843, Tours, begraven, Sient Martin Tours (leeftijd bij overlijden: 43 jaar oud). [Bron 63770198337]
... hieruit :
63.770.198.338 . Lotharius I keizer Karloman, Romeins Keizer (juni 817), Koning der Franken en Lombarden , geboren in 795, Auitanie, gestorven op 29 september 855, Adij te Prüm, begraven in 855, Prüm (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud). [Aantekening 63770198338]
... gehuwd op 15 november 821, Diedenhofen, met ...
63.770.198.339 . Irmingard van Elzas, gestorven op 20 maart 851. [Aantekening 63770198339]
... hieruit :
63.770.223.112 . Boudewijn I met de IJzeren arm van Vlaanderen, Graaf met Vlaanderen , geboren in 837, gestorven op 2 januari 879, Arras (fr) (leeftijd bij overlijden: 42 jaar oud). [Aantekening 63770223112]
... gehuwd op 13 december 862, Auxerre, met ...
63.770.223.113 . Judith van West France Martel, Prinses van Francië , Queen of England , geboren in oktober 844, gestorven na 870. [Aantekening 63770223113]
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd, Verberie, met ...
...
Aethelwulf 2nd King of England
...
... -(X2) :
gehuwd in 858 met ...
...
Aethelbald Koning van Wessex
...
63.770.223.114 . Alfred I de Grote van Wessex, Koning van Engeland .
... gehuwd met ...
63.770.223.115 . Elswitha van Gainsborough.
... hieruit :
63.770.228.536 : {15.942.549.584}
63.770.228.537 : {15.942.549.585}
63.770.362.944 . Rupert II Comte van Frankrijk, geboren in 808, gestorven in 834 (leeftijd bij overlijden: 26 jaar oud).
... gehuwd met ...
63.770.362.945 . Waltrada de Orleans.
... hieruit :
63.770.362.948 . Pepijn II de Martel, Graaf van Vermandois , Heer van St Quentin , Graaf van Senlis , geboren in 818, Senlis, gestorven na 840.
... gehuwd met ...
63.770.362.949 . Rothaide de Vermandois.
... hieruit :
127.540.396.672 . Karel I de Charlemagne Grote, Keizer van Roomse Rijk (Westen) (25 december 800-814), Koning van Lombardije (768-814), Koning van Franken (768-814), geboren op 2 april 742, Ingelheim, Duitsland, gestorven op 28 januari 841, Aken (GErmany), begraven in 841, Aken, Cathedral (leeftijd bij overlijden: 98 jaar oud). [Aantekening 127540396672]
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Himiltrude ?
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Desiderata van Lombardije, geboren in 755, Lombardije, gestorven in 758 (leeftijd bij overlijden: 3 jaar oud)
...
... -(X4) :
gehuwd na 783 met ...
...
Fastrade van Franconie, gestorven in 794
... hieruit :
... -(X5) :
gehuwd na 794 met ...
...
Luitgarde van Alemanië, gestorven,
begraven in 800
...
... -(X6) :
verbonden met ...
...
Sigrada ?
... hieruit :
... -(X7) :
verbonden met ...
...
Reginopycrha ?, geboren in 770, gestorven
... hieruit :
... -(X8) :
verbonden met ...
...
Adelinde ?
... hieruit :
... -(X9) :
verbonden met ...
...
Madelgardis ?
... hieruit :
... gehuwd met ...
127.540.396.673 . Hildegard van Vintzgouw, geboren in 758, gestorven op 30 april 783, begraven in april 183, Saint Arnould (leeftijd bij overlijden: 25 jaar oud). [Bron 127540396673]
... hieruit :
127.540.396.676 : {63.770.198.336}
127.540.396.677 . Irmingard van Haspengouw, geboren in 757, Thionville, gestorven op 3 oktober 818 (leeftijd bij overlijden: 61 jaar oud).
... hieruit :
127.540.396.678 . Hugo van Tours, Graaf van de Elzas .
... gehuwd met ...
... hieruit :
127.540.446.226 : {31.885.099.168}
127.540.446.227 : {31.885.099.169}
127.540.725.896 . Bernard Karloman Koning van Lombardije, Koning van Lombardijee (Italie), geboren in 797, gestorven op 17 april 818, Saint Ambroise, Milaan (leeftijd bij overlijden: 21 jaar oud).
... gehuwd met ...
127.540.725.897 . Kunigunda ?, gestorven in 835.
... hieruit :
255.080.793.344 . Pepijn III (de Korte) 8ste van Koning van Franken, Major Domus , Koning 8st van Franken , 1ste Koning van de Fransen (van het 2e ras) , geboren in 715, gestorven in 768 (leeftijd bij overlijden: 53 jaar oud).
... gehuwd met ...
255.080.793.345 . Bertha II van Laon, geboren in 720, gestorven in 783 (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud).
... hieruit :
255.080.793.346 . Gerold I van Vintzgouw, Graaf van Vintzgouw .
... gehuwd met ...
255.080.793.347 . Imma der Alemannen.
... hieruit :
255.080.793.354 . Ingramvan Haspengouw.
... gehuwd met ...
... hieruit :
255.081.451.792 . Pepijn Koning van Italie Karloman, Koning van Lombardijee (Italie), geboren in april 773, gestorven op 8 juli 810 (leeftijd bij overlijden: 37 jaar oud). [Aantekening 255081451792]
... gehuwd met ...
... hieruit :
510.161.586.688 . Karel (de hamer) Martel, Hertog van Franken , Major Domus , geboren in 688, gestorven op 22 oktober 741, Quierzy (leeftijd bij overlijden: 53 jaar oud). [Aantekening 510161586688]
... gehuwd met ...
510.161.586.689 . Rotrude van Trier Alemania, geboren in 690, gestorven in 724 (leeftijd bij overlijden: 34 jaar oud).
... hieruit :
510.161.586.690 . Charibert Hardrad, geboren in 690, gestorven in 747 (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud).
... gehuwd met ...
510.161.586.691 . Bertrada van Laon, geboren in 695, gestorven in 737 (leeftijd bij overlijden: 42 jaar oud).
... hieruit :
510.162.903.584 : {127.540.396.672}
510.162.903.585 : {127.540.396.673}
1.020.323.173.376 . Pepijn II (de vette) van Herstal, Major Domus , Hertog van Neistria en Austrasia , geboren in 635, gestorven in 714 (leeftijd bij overlijden: 79 jaar oud).
... gehuwd met ...
1.020.323.173.377 . Plectrudis van Landen, geboren in 613, gestorven in 694 (leeftijd bij overlijden: 81 jaar oud).
... hieruit :
2.040.646.346.752 . Ansegisel d' Austrasie, Major Domus van Austrasie , HErtog van Angesia , geboren in 602, gestorven in 662 (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud).
... gehuwd met ...
2.040.646.346.753 . Sint Begga, geboren in 620, gestorven op 27 december 693, Andeene (leeftijd bij overlijden: 73 jaar oud).
... hieruit :
4.081.292.693.504 . Arnold des (Sanit Arnulf) Frans Ripuaires, alias Sint Arnold van Heristal, Bisschop van Metz , geboren in 582, gestorven in 641 (leeftijd bij overlijden: 59 jaar oud).
... gehuwd met ...
4.081.292.693.505 . Doda van Metz, geboren in 583, gestorven in 612 (leeftijd bij overlijden: 29 jaar oud).
... hieruit :
4.081.292.693.506 . Arnoldus van de Schelde, Bisschop van Metz , Margrave van Schelde , MArgraven de Moselle , gestorven in 601.
... gehuwd met ...
4.081.292.693.507 . Doda van Savoy, geboren in 562, gestorven in 611 (leeftijd bij overlijden: 49 jaar oud).
... hieruit :
8.162.585.387.012 . Ansbertus Ferreolus van de Schelde.
... gehuwd met ...
8.162.585.387.013 . Dode des Francs Ripuaires.
... hieruit :
16.325.170.774.024 . Tonantius (Vis Clsisimus) Ferreolus, geboren in 462, gestorven in 525 (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud).
... gehuwd met ...
16.325.170.774.025 . ? Clodoreius.
... hieruit :
32.650.341.548.048 . Tonantius I Ferreolus.
... gehuwd met ...
32.650.341.548.049 . Papinilla van Rome, gestorven in 463.
... hieruit :
65.300.683.096.098 . MArcus Maecilius (Eparchius) Aviatus, Keizer van Rome .
... gehuwd met ...
... hieruit :
130.601.366.192.196 . Julius Agricola, Prefect van Gallie .
... gehuwd met ...
130.601.366.192.197 . Magna Major Decima Rustique.
... hieruit :
261.202.732.384.394 . Constantius III Keizer van de West, Keizer van Romeins rijk .
... gehuwd met ...
261.202.732.384.395 . Ivoire verch Lancelot, geboren in 375, gestorven.
... hieruit :
522.405.464.768.788 . Flavius Julies Constantius II Constantinus, Keizer van Romeins rijk , gestorven in 361.
... gehuwd met ...
522.405.464.768.789 . ? Eusebia.
... hieruit :
1.044.810.929.537.576 . Constantijn I de Grote keizer van het Romeinse rijk van Rome, alias Flavius Valerius Aurelius Constantinus, Keizer van her Romeinse Rijk , geboren op 27 februari 272, Naissus, gestorven op 22 mei 337, Ancyrona (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud). [Aantekening 1044810929537576]
... gehuwd met ...
1.044.810.929.537.577 . Flavia Maxima Fausta, geboren in 326, gestorven.
... hieruit :
2.089.621.859.075.152 . Gaius Flavius Valerius (Chlorus) Constantinus, alias Gaius Flavius Valerius Constantius, Keizer van het Romeinse Rijk , geboren op 31 maart 242, Dardania (Servie), gestorven op 25 juli 306, Eboracum, Brittania (York) (leeftijd bij overlijden: 64 jaar oud).
... gehuwd met ...
2.089.621.859.075.153 . Flavia Julia Helena van Constantinopel, geboren in 248, gestorven in 329 (leeftijd bij overlijden: 81 jaar oud). [Aantekening 2089621859075153]
... hieruit :
4.179.243.718.150.304 . Eutropius van Dardania, geboren in 220, gestorven.
... gehuwd met ...
4.179.243.718.150.305 . Clasudia ?.
... hieruit :
8.358.487.436.300.608 . Titus Flavius.
... gehuwd met ...
... hieruit :
16.716.974.872.601.216 . Publius Flavius Sabinus.
... gehuwd met ...
... hieruit :
33.433.949.745.202.432 . Titus Flavius Sabinus.
... gehuwd met ...
... hieruit :
Foto Rick de Graaf
Vanf Gijsbert werden alle Malestein MaleNstein
Vondeling (genlias - GElders Archief)
Burgemeester, diaken
Burgemeester, Diaken
Stierf in het Kraambed 4 dagen na de geboorte van dochter Trijntje
2075
2112
Toegangnr: 481 Inventarisnr: 365 Gemeente: Bunschoten Soort akte: Overlijdensakte Aktenummer: 2 Aangiftedatum: 04-02-1826 Overledene Eibertje Bonneveld Geslacht: V Overlijdensdatum: 03-02-1826 Leeftijd: 68 Overlijdensplaats: Bunschoten Vader Jan Barendse Bonneveld Moeder Marretje Huijgen Partner Bort Stevense Hartog Relatie: echtgenote van
Na het overlijden van Frederik in 1814 trouwde zij met Frederiks broer Aart
Frederik was lichamelijk gehandicapt Diaken
Jacob was als loteling in het 125e regiment d'Infanterie de ligne van het leger van Napoleon opgenomen en sneuvelde tijdens de Russische veldtocht
Burgemeester, diaken
Burgemeester, Diaken
raad, schepen,kerkmeester, hoogheemraad
Burgemeester, diaken
Burgemeester, Diaken
Diaken, Ouderling,
Werd geboren in Amewrsfoort maar vertrook later naar Spakenburg als visser Weer later werd hij winkelier
Gezin woonde in Naarden
Voorzanger in de Noorderkerk
Eigenaar van de BU 93 en de BU 15 die later naar zijn zonen Wouter en Steven overging.
Abraham was als loteling in het 123e regiment d'Infanterie de ligne in het leger van Napoleon opgenomen en sneuvelde tijdens de Russische veldtocht
Stierf aan de Cholera evenals haar man, dochter en kleiznoon
Stierf aan de Cholera evenals zijn vrouw, dochter en kleinzoon
2053 Schepen, ouderling
kinderloos
2075
Toegangnr: 481 Inventarisnr: 365 Gemeente: Bunschoten Soort akte: Overlijdensakte Aktenummer: 2 Aangiftedatum: 04-02-1826 Overledene Eibertje Bonneveld Geslacht: V Overlijdensdatum: 03-02-1826 Leeftijd: 68 Overlijdensplaats: Bunschoten Vader Jan Barendse Bonneveld Moeder Marretje Huijgen Partner Bort Stevense Hartog Relatie: echtgenote van
Woonde in Leuvenum bij Ermelo
W.Ruizendaal in BH1993/55. Eibertje Jans Bonneveld is een nicht van Jacob Gerrits Huijgen
Toegangnr: 481 Inventarisnr: 365 Gemeente: Bunschoten Soort akte: Overlijdensakte Aktenummer: 2 Aangiftedatum: 04-02-1826 Overledene Eibertje Bonneveld Geslacht: V Overlijdensdatum: 03-02-1826 Leeftijd: 68 Overlijdensplaats: Bunschoten Vader Jan Barendse Bonneveld Moeder Marretje Huijgen Partner Bort Stevense Hartog Relatie: echtgenote van
1095,1492
Raad, lid van het Gemeentebestuur Rond 1800 bezat Willem met ongeveer 250hectare de meeste grond in Bunschorten (Bunschoter Canon)
Schepen
raad, schepen,kerkmeester, hoogheemraad
raad, schepen,kerkmeester, hoogheemraad
Vestigt zich in 1785 als kleermaker in Bunschoten, afkomstig van Eemnes
Soldaat in Franse dienst waar men geen administratie voerde voor gesneuvelde of vermiste manschappen Frans is ook dus "vermist"
Frans was als loteling in het 123e regiment d'Infanterie de ligne van leger van Napoleon opgenomen en sneuvelde tijdens de Russische veldtocht
BH 2022/30
Antonie was in 1808 Herbergier in Bunschoten (BH 1995/10 en BH 2004/194)
In de herberg bevond zich de gerechtskamer waar Koning Lodewijk Napoleon op 15 Augustus waarschijnlijk kort verpoosde tijdens een doorreis.
Anthonie vertrok in 1827 naar Amsterdam
2053 Schepen, ouderling
kinderloos
Afkomstig van Nijkerk vestig hij zich in 1698 als Timmerman te Bunschoten
De kinderen kregen de familienaam van de moeder
2053 Schepen, ouderling
Woonde in Leuvenum bij Ermelo
W.Ruizendaal in BH1993/55. Eibertje Jans Bonneveld is een nicht van Jacob Gerrits Huijgen
W.Ruizendaal in BH1993/55. Eibertje Jans Bonneveld is een nicht van Jacob Gerrits Huijgen
Woonde in Leuvenum bij Ermelo
Raad, Schepen, diaken, ouderling
BH 2022/30
De kinderen kregen de familienaam van de moeder
Raad, Schepen, Diaken
Gemeentebestuur
Van Scherpenzeel of de Groep onder Renswoude
Diaken, Schepen
Archiefdienst 145 Peter Bast contra de erfgenamen van het echtpaar Aalt Gijsbertsen Hoolwerf en Mechteltje Willems, 1774, 1777. Met retroacta, 1749-1760 Datering:
1774, 1777. Met retroacta, 1749-1760 Vindplaats:
Gemeentearchief Nijkerk
Pieter kocht de herberg van zijn zwager Aart van Halteren die het had overgenomen van Roelof Lange. Roelof verkreeg de herberg asl erfgenaam van zijn overleden vrouw, de weduwe van Reijer van Aken.
BH 2004/192
1095,1492
2779, 1604
1095,1492
Schepen, Burgemeester, Diaken, Ouderling, Hoogheemraad
Schepen, Hoogheemraad, Ouderling
In 1763 nog vermeld als herbergierster in de boedel van haar overleden eerste man Renger. Dit huis was tevens herberg genaamd "Het Lam" in de dorpsstraat in Bunschoten.
Renger was tweeling met Richard Schaap
Renger verdronk in een sloot achter Spakenburg
Pieter kocht de herberg van zijn zwager Aart van Halteren die het had overgenomen van Roelof Lange. Roelof verkreeg de herberg asl erfgenaam van zijn overleden vrouw, de weduwe van Reijer van Aken.
BH 2004/192
BH 2022/30
Schepen, ouderling
Raad, Schepen, Burgemeester
Afkomstig van Nijkerk vestig hij zich in 1698 als Timmerman te Bunschoten
Schepen
Afkomstig van Nijkerk vestig hij zich in 1698 als Timmerman te Bunschoten
Raad, Schepen, diaken, ouderling
Schepen, ouderling, hoogheemraad
Raad, Schepen, diaken, ouderling
Wouter en Geertje waren mennisten, doopsgezinden
De kinderen kregen de familienaam van de moeder
Van Scherpenzeel of de Groep onder Renswoude
Nog vermeld in 1718 in Bunschoten
Grafsteen in Hervormde Kerk (rechts onderin O Dekkers plan)
Archiefdienst 145 Peter Bast contra de erfgenamen van het echtpaar Aalt Gijsbertsen Hoolwerf en Mechteltje Willems, 1774, 1777. Met retroacta, 1749-1760 Datering:
1774, 1777. Met retroacta, 1749-1760 Vindplaats:
Gemeentearchief Nijkerk
Schepen, diaken
2726 Burgemeester, oudeling,Hoogheemraad nog vermeld 1723
2739 Raad,schepen,Burgemeester, diaken,ouderling Hoogheemraad
nog vermeld 1770
Ouderling Hoogheemraad
Schepen van 1662 tot 1663
Het gezin vertrok in 1701 met 5 kinderen naar Durgerdam
Schepen van 1662 tot 1663
Schepen, Burgemeester, Diaken, Ouderling, Hoogheemraad
Gestorven bij de geboorte van haar zoon Kil
Hooheemraad en ouderling in Bunschoten
Schepen, Burgemeester, Diaken, Ouderling, Hoogheemraad
Hendrik is de natuurlijke zoon van Jan van Salingen en Ariaantje Muller. na het overlijden van Jan huwde Ariaantje opnieuw met Cornelis Bast. Jan werd in het nieuwe gezin opgenomen en werd meestal Jan van Bast genoemd. Die naam is hij blijven voeren waardoor zijn nageslacht dus eigenlijk een verkeerde naam kreeg. Het nageslacht van Jan Bast heet dus eigenlijk van Salingen.
BH 2001
vader is Bessels BAkker van beroep en zo werd hij ook in de trouwakte vermeld
Francois en Anne vestigden zich na hun huwelijk in Bunschoten eerst in Amsterdam waar hun dochter werd gedoopt. Kort daarna keerden zij terug naar Bunschoten. In 1675 woonden zij daar aan de Dorpsstraat naast de Herv Pastorie
Lidmaten in Bunschoten op 1701, vertrokken naar Harderwijk april 1701, een jaar na hun huwelijk
Schepen, ouderling
Schepen, ouderling
Schepen, ouderling
De kinderen van Philips Hanneman betalen in 1685 geen zout-, zeep-, heere- en redemptiegeld te Noordw
544 lidm 1662
Schepen
Diaken, Ouderling, Schepen
Schout van 1670 tot 1699, Hoogheemraad
De schrijver van de trouwakte begint met "mijn Heer Cornelis Foock" Uitzonderljk
Ongehuwd gebleven
Wouter en Geertje waren mennisten, doopsgezinden
die vrouw van Wien Snaepper coeckeebaecker
Dan naam was Michiel Bernds of Barends. Hij heeft d enaam Heuveling niet gedragen. Zijn zoon Barend was de eerste met de naam Heuveling of Hoveling Hoveling in de betekenis van Tuinman
Schepen, diaken
Putman vermeld zowel Pieter als zijngrootvader Pieter Jacobs als "de Jonge"
vader is Bessels BAkker van beroep en zo werd hij ook in de trouwakte vermeld
Diaken, Schepen, Burgemeester, Hoogheemraad
vader is Bessels BAkker van beroep en zo werd hij ook in de trouwakte vermeld
Huwelijkscontract: [5 juni 1649] Amsterdam huwelijk: varensgezel in 1649 wonende te Amsterdam aan de bloemengracht, later was hij makelaar Op 7-7-1656 voldeed Johannes i.v.m. zijn tweede huwelijk de weeskamer; hij was toen makelaar. Uit het eerste huwelijk had hij een zoon Francois, oud 12 jaar, wiens moederlijk erfdeel f200,= bedroeg; voogd was oom en makelaar Louis de Rhuiyter. Johannes werd wederom vermeld in het 32e inbrengregister van de weeskamer, fol.136vo dd 29-6-1666. Aan zuster Susanna Felbier was Johannes op 28-8-1657 f600,= schuldig tegen een rente van 5 %.
Anna woonde op de Rozengracht
Willem woonde in Bunschoten, deed daar op 20-12-1679 belijdenis en is vertrokken naar Indië
Francois en Anne vestigden zich na hun huwelijk in Bunschoten eerst in Amsterdam waar hun dochter werd gedoopt. Kort daarna keerden zij terug naar Bunschoten. In 1675 woonden zij daar aan de Dorpsstraat naast de Herv Pastorie
werd op 22-11-1661 als emeritus beschouwd wegens "indispositie en zwakheid"
Dominee werd op 22 nov 1661 als emeritus beschouwd wegens "indispositie en zwakheid" (commissieboek Statsn van Utrecht 349-32).
In een notarisakte uit 1658 bij het overlijden van Jacobus wordt Wilhelmus Isenhagius Bediener van het Goddelijke Woord te Bunschoten' benoemd als voogd.
Vertrokken naar Rotterdam
Francois en Anne vestigden zich na hun huwelijk in Bunschoten eerst in Amsterdam waar hun dochter werd gedoopt. Kort daarna keerden zij terug naar Bunschoten. In 1675 woonden zij daar aan de Dorpsstraat naast de Herv Pastorie
Katholiek dopen en trouwen is in de omgeving van Noordwijk nooit geschied (welwillende mededel. gem . archivaris Leiden); mogelijk heeft een rondreizende kapelaan gedoopt en getrouwd in die omgeving en zijn zijn aantekeningen verdwenen; Philip en Eva zijn niet r.k. gehuwd te Den Haag of Leiden; wel laten zij te Leiden r.k. dopen 13-2-1662 Cornelia, dg. Achien Jans i.p.v. Jacob Jans van Sonnevelt en Anna van Loo(n) i.p.v. Grietje Corssen; Philip wordt samen met zijn broer Jan en beide zusters Anna en Pieternella als meerderj. verm. na het 2e huwel. van zijn vader. (N.A. arch. Noordwijk, 28-10-1657), hij wordt wederom te Noordw. verm., wonend te Rijnsburg als hij het huis van zijn vader, schout van Oude Tonge, aan de Voorstr. verkoopt aan Bartholomeeus van der Can , chirurgijn (R.A. Noordwijk, inv.nr. 179, 15-5-1669) en nogmaals als erfgen. van Willem Philips van Loo
Van Eva Jans (van Sonnevelt?) is praktisch niets bekend; zij komt voor in het R.A. Rijnsburg, inv. nr. 21, fol. 11 en is dan 41 jaar oud; omdat de akte qua inhoud opvallend is laat ik haar hier integraal volgen: Eva probeert een ruzie te sussen tussen de de chirurgijn Philips van Loon, neef van haar echtgenoot -nogal rumoerig en opstandig, kennelijk dronken- en de herbergier van de "Vergulde Valck" te Rijnsburg, Dirck Pieters van Brouckhuisen: "Wij ondergesch(revenen) Eva Janss. ende Dirck Pietersz. van Brouckhuijsen verclaren mits desen onder onse handt en(de) signerende hoe dat op den 7 en Feb(ruari) 1673 des avonts ontrent seven ofte achte uijren ten huijse van mijn Dirck Pietersz. voorn(oemt) uijt der name van eenen Mr. Philis van Loon is gecoomen een jonge eijschende bier voorden voorn(oemde) mr. Philips van Loon, 't welck Dirck Pietersz. heeft geweijgert te geven ten waere mr. Philips gelt daer bij stierde. Ende dat daerop vervolgens van wegen den voorn(oemde) Philips van Loon een meijt sijnde de dienstmeijt van Philips Hanneman is gecomen aende huijsinge van Dirck Pietersz. voorsz(eijt) omme bier voor den voorn(oemde) Philips van Loon te haelen, 't welck Dirck Pietersz. als vooren heeft geweijgert te geven seggende hij moeste gelt hebben dat daerop den voorn(oemde) Philips van Loon met een groote moetwille is coomen in vallen inde huijsinge van Dirck Pietersz. voorsz(eijt) vloeckende ende swerende met sijn gebloote rapier inde handt tegen den voorn(oemde) Dirck Pietersz.: in specte dese woorden ghij dicken duijvel ghij sult mijn bier geven off ick sal u doorsteecken - 't welck Dirck Pietersz. dester weijgerende, soo heeft hij van Loon een ducaton uijt sijn sack gehaelt ende aen Dirck Pietersz. behandicht doch deselve datelijck wederom geeijscht vloeckende ende tierende soodanich dat sij Eva Jans de ducaton van Dirck Pietersz. weder crijgende deselve om verder moeijte ende swaricheijt voor te coomen aen Mr. Philips van Loon wederom gaff, die daerop vier stuijvers heeft gegeven om bier te hebben Vloeckende ende swerende bij lijff ende ziele hij soude Dirck Pietersz. waer hij hem vonden soodanich doorsteecken dat hem de darmen uijt den buijck soude hangen. Ende is alsoo slaende ende sweerende in het huijsraet van Dirck Pietersz. ten huijsen uijtgegaen. Alle twelck voorsz(eijt) wij ondergesch(revenen) verclaeren... enz." Op 8-3-1673 werd de verklaring herhaald voor de welgebooren mannen van Rijnsburg in opdracht van de schout.
De kinderen van Philips Hanneman betalen in 1685 geen zout-, zeep-, heere- en redemptiegeld te Noordw
544 lidm 1662
Komen voor op de lijst Huisgeld in 1675
Diaken, Ouderling, Schepen
Ongehuwd, zij woonde bij haar halfbroer Cornelis in.
Burgemeester, Ouderling
Schout van 1670 tot 1699, Hoogheemraad
De schrijver van de trouwakte begint met "mijn Heer Cornelis Foock" Uitzonderljk
Jan was menniste, doopsgezinden
Dan naam was Michiel Bernds of Barends. Hij heeft d enaam Heuveling niet gedragen. Zijn zoon Barend was de eerste met de naam Heuveling of Hoveling Hoveling in de betekenis van Tuinman
Op de grafsteen in de Hervormde kerk in Bunschoten staat 1620 gedateerd.
Elbert vertrok met zijn gezin uit Bunschoten naar Harlingen
Schepen van Bunschoten
Het gezin laat 9 kinderen dopen in Amsterdam. Johannes id het achtste kind
Huwelijkscontract: [5 juni 1649] Amsterdam huwelijk: varensgezel in 1649 wonende te Amsterdam aan de bloemengracht, later was hij makelaar Op 7-7-1656 voldeed Johannes i.v.m. zijn tweede huwelijk de weeskamer; hij was toen makelaar. Uit het eerste huwelijk had hij een zoon Francois, oud 12 jaar, wiens moederlijk erfdeel f200,= bedroeg; voogd was oom en makelaar Louis de Rhuiyter. Johannes werd wederom vermeld in het 32e inbrengregister van de weeskamer, fol.136vo dd 29-6-1666. Aan zuster Susanna Felbier was Johannes op 28-8-1657 f600,= schuldig tegen een rente van 5 %.
Anna woonde op de Rozengracht
Bij zijn 2e huwelijk op 1-2-1625 wordt Anthonis Schot genoemd als zijn neef. Anthonis de Schot was samen met zijn broer Leonard een zeer succesvol zakenman van Vlaamse origine, eerst in Hamburg, daarna in Stade en later te Amsterdam, tot ze in 1627 failliet gingen. Hun ouders waren Hans(Jean) de Schot en Catharina Anselmo. Hans was vanuit Antwerpen naar Hamburg gevlucht en dreef handel op Danzig, Tanger, Spanje en Portugal. Vermoedelijk was de moeder van Cornelis van Sandvliet de zus van deze Hans de Schot. Compareerden als vooren Cornelis Santvliedt van Hamburgh, out 25 jaren, geen ouders hebbende, geassisteert met Anthonis Schot, zijn neve ende voocht, woonende op de Coninxgracht ende Susanna van der Stappen van Aernhem, out 23 jaren, geassisteert met Catharina van der Velde, haer moeder, woonende in de Nes. Wat betreft de familie Van Sandvliet zijn de volgende personen bekend uit Antwerpen in de 15e en 16e eeuw: - Anthony van Santvliet, leerling schilder in Antwerpen bij het St. Lucas gilde in 1557. Vrijmeester, gildeleerschool. Docent: Nicolaes Andries, vakgebied: schilderen. Het Antwerpse Sint-Lucasgilde was de naam van het Antwerpse broederschap of gilde van kunstenaars en kunstambachtslieden. - Peter van Sandvliet, vermelding in Antwerpen in 1478. Vrijmeester, lid van het st-Lucasgilde. -Jacob van Santvliet, eveneens lid van het st-Lucasgilde in Antwerpen vanaf 1491. Vrijmeester.
Huwelijkscontract: [5 juni 1649] Amsterdam huwelijk: varensgezel in 1649 wonende te Amsterdam aan de bloemengracht, later was hij makelaar Op 7-7-1656 voldeed Johannes i.v.m. zijn tweede huwelijk de weeskamer; hij was toen makelaar. Uit het eerste huwelijk had hij een zoon Francois, oud 12 jaar, wiens moederlijk erfdeel f200,= bedroeg; voogd was oom en makelaar Louis de Rhuiyter. Johannes werd wederom vermeld in het 32e inbrengregister van de weeskamer, fol.136vo dd 29-6-1666. Aan zuster Susanna Felbier was Johannes op 28-8-1657 f600,= schuldig tegen een rente van 5 %.
Anna woonde op de Rozengracht
Cornelis Hanneman en Catharina Stochius echtelieden wonende Noordwijk schuldig aan de erfgenamen van Pieter Willemszn. Voorstadt 64 KG per jr. met hypotheek op een derde gedeelte van een woning genaamd "de Pot" groot in zijn geheel 24 morgen, gemeen met haar erfgenamen, belend ZO Beatrix van der Mij, ZW dezelfde en jonge Pieter Jacobszn. cs., NW de Buurweg en NO de erfgenamen van Willem Eeuwoutszn., Dammas Janszn. Verdel en Symon Janszn. Fits, afgelost 5-5-1664. (R.A. Noordwijkerhout, inv.nr. 482, 7-5-1664);
zijn optreden als schout van Oude-Tonge kan gemakkelijk verklaard worden als men de fam.geschiedenis nader bestudeert; "Philips Hanneman wonende Rijnsburg als speciale procuratie hebbende van Cornelis Hanneman schout van Oude-Tonge zijn vader verkoopt Bartholomeeus van der Can chirurgijn een huis en erf gelegen aan de Voorstraat te Noordwijk enz." (R.A. Noordwijk, inv.nr 179, 15-5-1669); bij zijn 2e huwel. te Leiden wordt hij verm. als wednr. van Cornelia van Loon, wo. Noortwijck en zij als wo. Bredestraet; getuige bruidegom Pieter Hanneman, broer (geh. Den Haag 1-10-1623 met Judick van der Bije, dr. van Willeboorts Willeboorts en Anna Osiers), te 's Gravenhage, getuige bruid Clasina Stroochius, zuster, Bredestraet; zie ook het proefschrift van Onno ter Kuile "Adriaen Hanneman 1604-1671, een Haags portretschilder", Alphen aan den Rijn
Katholiek dopen en trouwen is in de omgeving van Noordwijk nooit geschied (welwillende mededel. gem . archivaris Leiden); mogelijk heeft een rondreizende kapelaan gedoopt en getrouwd in die omgeving en zijn zijn aantekeningen verdwenen; Philip en Eva zijn niet r.k. gehuwd te Den Haag of Leiden; wel laten zij te Leiden r.k. dopen 13-2-1662 Cornelia, dg. Achien Jans i.p.v. Jacob Jans van Sonnevelt en Anna van Loo(n) i.p.v. Grietje Corssen; Philip wordt samen met zijn broer Jan en beide zusters Anna en Pieternella als meerderj. verm. na het 2e huwel. van zijn vader. (N.A. arch. Noordwijk, 28-10-1657), hij wordt wederom te Noordw. verm., wonend te Rijnsburg als hij het huis van zijn vader, schout van Oude Tonge, aan de Voorstr. verkoopt aan Bartholomeeus van der Can , chirurgijn (R.A. Noordwijk, inv.nr. 179, 15-5-1669) en nogmaals als erfgen. van Willem Philips van Loo
Van Eva Jans (van Sonnevelt?) is praktisch niets bekend; zij komt voor in het R.A. Rijnsburg, inv. nr. 21, fol. 11 en is dan 41 jaar oud; omdat de akte qua inhoud opvallend is laat ik haar hier integraal volgen: Eva probeert een ruzie te sussen tussen de de chirurgijn Philips van Loon, neef van haar echtgenoot -nogal rumoerig en opstandig, kennelijk dronken- en de herbergier van de "Vergulde Valck" te Rijnsburg, Dirck Pieters van Brouckhuisen: "Wij ondergesch(revenen) Eva Janss. ende Dirck Pietersz. van Brouckhuijsen verclaren mits desen onder onse handt en(de) signerende hoe dat op den 7 en Feb(ruari) 1673 des avonts ontrent seven ofte achte uijren ten huijse van mijn Dirck Pietersz. voorn(oemt) uijt der name van eenen Mr. Philis van Loon is gecoomen een jonge eijschende bier voorden voorn(oemde) mr. Philips van Loon, 't welck Dirck Pietersz. heeft geweijgert te geven ten waere mr. Philips gelt daer bij stierde. Ende dat daerop vervolgens van wegen den voorn(oemde) Philips van Loon een meijt sijnde de dienstmeijt van Philips Hanneman is gecomen aende huijsinge van Dirck Pietersz. voorsz(eijt) omme bier voor den voorn(oemde) Philips van Loon te haelen, 't welck Dirck Pietersz. als vooren heeft geweijgert te geven seggende hij moeste gelt hebben dat daerop den voorn(oemde) Philips van Loon met een groote moetwille is coomen in vallen inde huijsinge van Dirck Pietersz. voorsz(eijt) vloeckende ende swerende met sijn gebloote rapier inde handt tegen den voorn(oemde) Dirck Pietersz.: in specte dese woorden ghij dicken duijvel ghij sult mijn bier geven off ick sal u doorsteecken - 't welck Dirck Pietersz. dester weijgerende, soo heeft hij van Loon een ducaton uijt sijn sack gehaelt ende aen Dirck Pietersz. behandicht doch deselve datelijck wederom geeijscht vloeckende ende tierende soodanich dat sij Eva Jans de ducaton van Dirck Pietersz. weder crijgende deselve om verder moeijte ende swaricheijt voor te coomen aen Mr. Philips van Loon wederom gaff, die daerop vier stuijvers heeft gegeven om bier te hebben Vloeckende ende swerende bij lijff ende ziele hij soude Dirck Pietersz. waer hij hem vonden soodanich doorsteecken dat hem de darmen uijt den buijck soude hangen. Ende is alsoo slaende ende sweerende in het huijsraet van Dirck Pietersz. ten huijsen uijtgegaen. Alle twelck voorsz(eijt) wij ondergesch(revenen) verclaeren... enz." Op 8-3-1673 werd de verklaring herhaald voor de welgebooren mannen van Rijnsburg in opdracht van de schout.
Grafsteen in de consistorie van de Hervormde Kerk Bunschoten gedateerd 1620
Komen voor op de lijst Huisgeld in 1675
Jelis Gerritsen Snapper, bezitter abtsgoed Luttelyfsgoed te Ark,
1636{ 19. JELYS GERRITZEN SNAPPER cum uxore cormedali possessor van Luttelyffs goett. 15 Septembris vivens redemit [= bij zijn leven afgekocht] cormedam suam JELYS GERRITZEN SNAPPER scilicet ratione partis sibi contingentis ex Luttelyffs goett, deditque 36 hgld. uxor vero 2dum [= secundum = overeenkomstig] Collectanea dr [lees: de ] Cormedalis filia ex AERT KYLLSEN et GRIETEN [HENRIXEN] uxore eius dicta GYSBERTGEN [AERTSEN], iam met oer heefft JELYS het goett behillyckat hinc si suam et uxoris cormedam simul redemit JELYS GERRITZEN, sicut Pater JOANNES [VAN DER] BEECK in suo diario titulo Luttelyfficen goett scribit mit 36 hgld. attendendum ad progeniem vide Collect. fol. 212.
1635 Kleinhell. 17 Novembris solutem est het versterff Henrici van Nulde possessoriis Boni Kleinhell mit 9 Kar. gld. id est 6 thaler ad 30 stb. (STAMA 441, 1635).
Acte, waarbij Henrick van Nulde 1/4 van het abtsgoed Zuytwiick te Huinen en 7 schepel land op de Puttereng vermaakt aan zijn twee natuurlijke dochters Aeltgen en Elbertgen (Gelders Archief, 0434 Huis Ter Schuur, nr. 58).
Gelders Archief 0434 Huis Ter Schuur 59 Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Henrick van Nulde en Gerarda van Twiller
Otr. (2) Harderwijk 12-06-1653 Willem Heeck, doctor i/d rechten, secretaris Harderwijk 1653, wnd. vlakbij hoek Grotemarktstr. ald. 1662, overl. v10-11-1684.. Hij had eerder een relatie met Herbertje Herberts.
1.18. Het geslacht Van Nulde
61 Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Wilhelm Heeck en Gerharda van Twiller
Datering: 1653
Vicarie gesticht ter eere van de H. maagd Maria onder het kruis of Ter Nooth en Sint Theobald.
N.B. De stichter was vermoedelijk Wilt Voet, burgemeester van Harderwijk tusschen 1441 en 1479.
Als collators ervan komen voor Gheerlof Voet vóór 13 November 1463
2), Jan Voet in 1593
3). burgemeester Gerrit Voet Sr. en zijn broeder Jan Voet om beurten, in 1602
4), Christoffel Voet Gerhardszoon in 1608
5)Steven Gerhard van Rhemen, kleinzoon van den kanselier Gerhard Voet en Willem Heeck nom. uxoris Gerharda van Twiller, weduwe van Richard van Nulde om beurten, in 1670 en 1675
6) en Jhr. van Rhemen en Pilgrum Wolffsen in 1698. In 1593 genoot heer Abel Goertsen de inkomsten dezer stichting, welke hem door burgemeester Gerrit Voet nomine fratres," waren afgestaan, doch die, bij sententien van 15 en 27 October 1602, door het Hof aan Christoffel Voet werden toegewezen.
Over het collatie recht was ook reeds in 1519 geprocedeerd voor den officiaal van Sint Pieter te Utrecht.
6) De fundatie werd ook wel heer Abelsvicarie genoemd.
Jfr. Gerarda van Twiller, tr. (1) (huwelijksvoorwaarden) 1632 Henrick van Nulde, overl. v 17-11-1635, zn. van Rycket van Nulde en Aeltje van Steenler. Otr. (2) Harderwijk 12-06-1653 Willem Heeck, doctor i/d rechten, secretaris Harderwijk 1653, wnd. vlakbij hoek Grotemarktstr. ald. 1662, overl. v10-11-1684.. Hij had eerder een relatie met Herbertje Herberts.
- 4-11-1637: Gerrarda van Twiller. wed. van H. van Nulde contra de curator van de boedel van G. Killen., Pandschuld landerijen in de buurschap Diermen, ambt Putten ([GA CPH] inv. nr. 5161, 1637, 63).
- 9-11-1639: Gerarda van Twiller wed. van Henrick van Nulde, nom. filii Richart van Nulde contra R. van Twiller., Abtsgoed Cleyn Hell in het ambt Putten ([GA CPH] inv. nr. 5172, 1639, 60).
- 9-11-1639: Gerarda van Twiller, wed. van Henrick van Nulde contra Enneken Wulffen., Vestenis goed Cleyn Hell in het ambt Putten ([GA CPH] inv. nr. 5172, 1639, 62).
- 18-12-1641: Gerarda van Twiller, wed. van H. van Nulde contra J. van Wijck q.q., Schuldvordering ([GA CPH] inv. 5189, 1641, 74).
- 22-9-1642: Gerarda van Twiller, erve haerer moeder Aeltgen Voets, beleent (de Cleijnen Hoeff en 31 morgen), Hulder Amelis van Twiller haar oom ([Leen] nr. 27).
- 1645: Acte, waarbij Elisabeth van Arler, weduwe van Wouter van Twiller en haar dochter Aeltgen 2 stukken land in de vrijheid overdragen aan Gerharda van Twiller, weduwe Van Nulde, aan wie het land bij huwelijks voorwaarden was toebedeeld ([GA Terschuur] inv. nr. 147).
- 1651: Verklaring van Dirck Rous, inzake een pachtgeschil tussen Gerarda van Twiller en Aert Huigen ([GA Terschuur] inv. nr. 60).
- 1656: (Harderwijk) Acte, waarbij Fytgen Henricks en Jan Gordijn, echtelieden, Dirck Jansen ter Beeck en Aert Brantsen, als mombers van hun kinderen, een huis en achterhuis in de Grote Poortstraat overdragen aan Gerharda van Twiller ([GA Terschuur] inv. nr. 137).
- 15-3-1671: Gerarda van Twiller genoemt Heeck, geassisteert met haer soon Ryckelt van Nulde, ende dr. Johan Cockengen nomine uxoris Aleida van Twiller laeten haer maechgescheit, den 15 Martii 1671 binnen Arnhem opgericht, approberen ende is Aleyda van Twiller door haer man, dr. Cockengen, als haeren hulder met dese twee leencn beleent (de Cleynen Hoeff en 31 morgen) ([Leen] nr. 27).
- 1630: Acte, waarbij Henrick van Nulde 1/4 van het abtsgoed Zuytwiick te Huinen en 7 schepel land op de Puttereng vermaakt aan zijn twee natuurlijke dochters Aeltgen en Elbertgen ([GA Terschuur] inv. nr. 58).
- 1632: Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Henrick van Nulde en Gerharda van Twiller ([GA Terschuur] inv. nr. 59).
- 1653: Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Wilhelm Heeck en Gerharda van Twiller ([GA Terschuur] inv. nr. 61).
- 26-7-1684: Dr. Willem heeck, secr., verandert zijn vorige dispositie, d.d. 3-2-1672 ([REC] inv. nr. 149, fol. 125).
- 10-11-1684: Voor de nalatenschap van wijlen dr. Willem Heeck, secr. dezer stad zijn borgen gesteld onder beneficie van inventaris ([REC] inv. nr. 149, fol. 127vso).
bezitter van (en sedert 1631 beleend met) 't goed Hennekele
Richard van Nulde, lidmaat Harderwijk 1665, collator Heer Abelsvicarie, otr. Harderwijk 20-06-1652 Jfr. Maria van Zuijlen van Nijveldt, ged. Putten 10-04-1636, dr. van Jr Frederick van Zuijlen van Nieveldt en Bia van Arler, v. Putten. - 1651: Lijst van thinsgoederen van Rycket van Nulde en Gijsbert van Twiller over de jaren 1638-1660, opgesteld in 1651 ([GA Terschuur] inv. nr. 62). - 1572-1722: Acte, waarbij Rycket van Nulde, als praelegaat, het Gentse leen Groot Gerwarden te Gerven overdraagt aan Gerharda van Nulde, met acte in margine, waarbij Johan, baron van Gendt, dit bekrachtigd, 1678. Met oudere en latere acten van belening en lijftocht, 1572, 1574, 1582, 1582, 1589, 1701, 1722 ([GA Terschuur] inv. nr. 186, 7 charters). - 28-6-1652: Op heden 28 juni 1652 is aan Sticker Loefsen en Roelof Hegeman schepenen alhier vertoont een bijlbrief luidende van woord tot woord: “Wij Joan Alphert Brink en Gerhardt van Dompseler burgems te Harderwijk van wegen de erenfeste Rijcholt van Nulde toecomende bruidegom ten eenre en Frederik van Zuilen van Nyvelt genaamt Witten en Joan Schrassert burgemeesters der stad Harderwijk vanwege de erentrijke joffer Maria van Zuilen van Nyvelt toekomende bruid ten andere zijde en vermits deze open huwelijksbrief dat wij als naaste vrienden en huwelijkslieden een huwelijk gesloten hebben als volgt Dat zij elkander tot echtgenoten nemen enz enz. en dat hij inbrengt al zijn gerede en ongerede leen tins en heerlijke goederen Waartegen Ffrederik van Zuilen van Nyvelt en juffr Bya van Arler echtel. hun dochter medegeven hun halve huis in Nijkerk waar Claas van Steenler inwoont en een aanpart in een erf en goed ‘Zuidwijck’ gen. onder Putten en verder de erfenis van haar ouders Indien het huwelijk kinderloos blijft gaat alles terug vanwaar het gekomen is. Dat zij elkaar verder betuchtigen enz enz get. 28 juni 1652 coram supra dictis” (H. Fikse, Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1647-1656, 2004). - 4-11-1652: Sententie van het Hof (en van den kelner van Putten) over de possessie der helft van het abtsgoed Cleyn Hell, kwestieus tusschen Herman van Oldenbarnevelt en Rychardt van Nulde, nom. ux. Maria van Zuylen van Nijevelt, 1652 November 4. Afschrift (c. 1680). 1 stuk. N.B. Het abtsgoed waarover kwestie was behoorde tot de nalatenschap van een kinderloos gestorven zoon van Aelt van SteenIer en Maria van Eck (OAR Harderwijk, inv. nr. 2062). - 1659: Acte, waarbij Jan Gerritsen Westenenck, Huybert Jansen van Lier, Fredericus Buytenhuys, Caspar Hepsen en hun huisvrouwen de helft van een huis in de Bruggestraat overdragen aan Rycket van Nulde en Maria van Zuylen van Nyevelt, echtelieden ([GA Terschuur] inv. nr. 133). - 1678: Acte, waarbij Rycket van Nulde, als praelegaat, het Gentse leen Groot Gerwarden te Gerven overdraagt aan Gerharda van Nulde, met acte in margine, waarbij Johan, baron van Gendt, dit bekrachtigt, 1678. Met oudere en latere acten van belening en lijftocht, 1572, 1574, 1582, 1582, 1589, 1701, 1722 ([GA Terschuur] inv. nr. 186). - 16-3-1679: Jr: Jurrien van Middagten tot Overgoor en vrouwe Catharina van Arler, echteL: voor d´ eene helfte en Rijckit van Nulde, als vader en vooght van sijne drij onmundige kinderen voor d´ andere helfte hebben vercoft, gecedeert en getransporteert aen Gerrit Aerts Smit en Aeltje Claes, echtel: huijs, hof en hofsteede met alle sijn appendentien en toebehooren staende aen de straet den 16 Martii 1679. Reg: 26. April 1679 ([GA PROT] inv. nr. 877, Nijkerk 1675-1733, fol. 29v).
Gelders Archief 1.18. Het geslacht Van Nulde
Zijn grafsteen ligt in de HV Kerk te Bunschoten gedateerd 1620
Herman van Twillert verondersteld:
feit 1 --------Gijsbert geboren 1619
feit 2 --------Aefken geboren 1632 (3e kind)
verder gesteld dat:
Joost 1585 ---------- hendrik 1595
Pieter 1565 ---------- Peter 1575
Jacob 1545 ---------- Jacob 1545
Het is niet waarschijnlijk dat in Bunschoten 2 families Jacob Heek waren zonder familiebetrekkingen waardoor het zeer waarschijnlijk is dat het dezelfde persoon is.
Feit 3. Peter Jacobsz wordt "de Jonge" genoemd terwijl zijn vader Jacob heet. Dus moet hij een oudere broer hebben met dezelfde naam.
Pieter is na 1638 (zijn 2e huwelijk) overleden
Op de grafsteen in de Hervormde kerk in Bunschoten staat 1620 gedateerd.
De grafsteen in de Hervormde kerk is gedateerd 1651
Francois trok zijn Maijke en oudste zoon Francois de Jonge vanuit het gecapituleerde Antwerpen naar Amsterdam
Het gezin laat 9 kinderen dopen in Amsterdam. Johannes id het achtste kind
Peter wordt in diverse akten genoemd, evenals zoon Anthony: . 1 maart-1629 Amsterdam: Jacob Westfrisius: Pieter, zoon Anthony de Brul en Dirk Willems: Samenwerking aangegaan betreffende het verven van scharlaken rood karmozijn, karpet en andere kleuren; lakenen, kersijen en andere stoffen volgens een groot kunstboek; de zoon zal in de leer komen.
- akte Amsterdam 12-02-1635, Jacob Westfrisius: Onvrede over geverfde Leidse baai, Peter de Brul, Jan Dusart, Harmen Blanck, Six,
- Akte Amsterdam 12-6-1640, Benedict Baddel: Betreffende handel in Satijn te Bologna. Daniel de La ...., Guglmo.., Adriano van Boon, Pietro de Brul
- Akte Amsterdam 1-7-1637, Benedict Baddel: Beoordeling minderwaardige kwaliteit armozijn, Antonij de Brul, Jacques van Hoorn, Pieter Cock,
- Akte Amsterdam, 24-01-1635, Jacob Westfrisius: Monsters van geverfde stoffen waren minder mooi van kleur dan die van de stoffen in de lakenkoperswinkels, Pieter de Brul, Anna Hulscher, Hans Huijchaert, Jan Dusaert,
- Akte 24-11-1642, Benedict Baddel: Koopwaar uit Italie, zijde, Livorno, Fiorenza. Pietro de Brul, Pietro Thijnen, Felipe Colini
- Akte 5-12-1640, Benedict Baddel: schip Angelo Rafael uit Livorno, Pietro Nieuwkercken, Pietro de Brul, Luca Donati
- akte 29-3-1634, Jacob Westfrisius: onenigheid over de reputatie van Samuel van Pitsen, heer van der Straeten, Pieter de Brul, Jan Kuijf,
- Akte 28-2-1619, Jacob Westfrisius: hovenier; smid; Verhuur van de staalmolen op Jan Hansenpad aan de Wetering die door een storm beschadigd was, terwijl de molenaar elders zat te drinken. Peter de Brul, Jasper Tortel, Pieter Denijs, Minne Claesen
- Akte 5-3-1629, Westfrisius: Reparatie aan een molen op het eind van Jan Hansenpad, die de producent verhuurde aan Pieter Dionijs. Vervolgens vloog, door een storm, de kap van de molen. Peter de Brul, Joseph Claesen
- akte 9-9-1639, Jacob Westfrisius: Hebben Jacob Schreve en de producente al vele jaren gekend, Jacob is omtrent een jaar geleden overleden en begraven in de Franse Kerk; producente is wettige dochter en erfgenaam van Jacob; getuigen in de verte familie. Jacob Schreve, Elias van Geel, Pieter de Brul, Anna Catharina Schreve
- Akte 8-5-1641, Joan van de Hoeven: Pieter le Febre den ouden, betreffende zoon Pieter le Febre den jongen, zal in de leer komen bij Peter de Brul. Locatie Sout Eynde, Engelandt.
In 'de bourgeois de Lille' van Paul Pavoas worden in 1547 een Jehan de Bruelle genoemd, zoon van Guillebert, vader van George, in 1546 Guillemo de Brul, zoon van Jehan, in 1546 Toussains de Bruel, zoon van Pierre, in 1530 Gerard de Brull, zoon van Jehan, in 1527 Jabn du Brue, zoon van Gilles, in 1521 Jaspart du Bruel, zoon van Brisse, in 1544 Pierre du Brull, zoon van Johan.
Bij haar huwelijk op 31-05-1603 te Amsterdam was Anthonis Schleicher haar voormomber. geassissisteert mit Antoine Sleicher hare voormomber dewelke v[er]claerde vast te stane voor des vaders consent
Anthony S(ch)licher was koopman uit Aken, die naar naar Holland kwam om handel te drijven. De exacte relatie met Catharina Hermans is onduidelijk.
Bij zijn 2e huwelijk op 1-2-1625 wordt Anthonis Schot genoemd als zijn neef. Anthonis de Schot was samen met zijn broer Leonard een zeer succesvol zakenman van Vlaamse origine, eerst in Hamburg, daarna in Stade en later te Amsterdam, tot ze in 1627 failliet gingen. Hun ouders waren Hans(Jean) de Schot en Catharina Anselmo. Hans was vanuit Antwerpen naar Hamburg gevlucht en dreef handel op Danzig, Tanger, Spanje en Portugal. Vermoedelijk was de moeder van Cornelis van Sandvliet de zus van deze Hans de Schot. Compareerden als vooren Cornelis Santvliedt van Hamburgh, out 25 jaren, geen ouders hebbende, geassisteert met Anthonis Schot, zijn neve ende voocht, woonende op de Coninxgracht ende Susanna van der Stappen van Aernhem, out 23 jaren, geassisteert met Catharina van der Velde, haer moeder, woonende in de Nes. Wat betreft de familie Van Sandvliet zijn de volgende personen bekend uit Antwerpen in de 15e en 16e eeuw: - Anthony van Santvliet, leerling schilder in Antwerpen bij het St. Lucas gilde in 1557. Vrijmeester, gildeleerschool. Docent: Nicolaes Andries, vakgebied: schilderen. Het Antwerpse Sint-Lucasgilde was de naam van het Antwerpse broederschap of gilde van kunstenaars en kunstambachtslieden. - Peter van Sandvliet, vermelding in Antwerpen in 1478. Vrijmeester, lid van het st-Lucasgilde. -Jacob van Santvliet, eveneens lid van het st-Lucasgilde in Antwerpen vanaf 1491. Vrijmeester.
Cornelis Hanneman en Catharina Stochius echtelieden wonende Noordwijk schuldig aan de erfgenamen van Pieter Willemszn. Voorstadt 64 KG per jr. met hypotheek op een derde gedeelte van een woning genaamd "de Pot" groot in zijn geheel 24 morgen, gemeen met haar erfgenamen, belend ZO Beatrix van der Mij, ZW dezelfde en jonge Pieter Jacobszn. cs., NW de Buurweg en NO de erfgenamen van Willem Eeuwoutszn., Dammas Janszn. Verdel en Symon Janszn. Fits, afgelost 5-5-1664. (R.A. Noordwijkerhout, inv.nr. 482, 7-5-1664);
zijn optreden als schout van Oude-Tonge kan gemakkelijk verklaard worden als men de fam.geschiedenis nader bestudeert; "Philips Hanneman wonende Rijnsburg als speciale procuratie hebbende van Cornelis Hanneman schout van Oude-Tonge zijn vader verkoopt Bartholomeeus van der Can chirurgijn een huis en erf gelegen aan de Voorstraat te Noordwijk enz." (R.A. Noordwijk, inv.nr 179, 15-5-1669); bij zijn 2e huwel. te Leiden wordt hij verm. als wednr. van Cornelia van Loon, wo. Noortwijck en zij als wo. Bredestraet; getuige bruidegom Pieter Hanneman, broer (geh. Den Haag 1-10-1623 met Judick van der Bije, dr. van Willeboorts Willeboorts en Anna Osiers), te 's Gravenhage, getuige bruid Clasina Stroochius, zuster, Bredestraet; zie ook het proefschrift van Onno ter Kuile "Adriaen Hanneman 1604-1671, een Haags portretschilder", Alphen aan den Rijn
Grafsteen in de consistorie van de Hervormde Kerk Bunschoten gedateerd 1620
volgens cvandebrink
Deze Gerrit Snapper en Hendrikje Snapper (geboren Rose) komen 2 keer voor:A - als ouders van Jelis Snapper en voorouders van Wijnand Snapper, en B - als ouders van Geertgen Van Aller (geboren Snapper)en voorouders van Reijntje Cornelis Van Aller, vrouw van Wijnand Snapper
Jelis Gerritsen Snapper, bezitter abtsgoed Luttelyfsgoed te Ark,
1636{ 19. JELYS GERRITZEN SNAPPER cum uxore cormedali possessor van Luttelyffs goett. 15 Septembris vivens redemit [= bij zijn leven afgekocht] cormedam suam JELYS GERRITZEN SNAPPER scilicet ratione partis sibi contingentis ex Luttelyffs goett, deditque 36 hgld. uxor vero 2dum [= secundum = overeenkomstig] Collectanea dr [lees: de ] Cormedalis filia ex AERT KYLLSEN et GRIETEN [HENRIXEN] uxore eius dicta GYSBERTGEN [AERTSEN], iam met oer heefft JELYS het goett behillyckat hinc si suam et uxoris cormedam simul redemit JELYS GERRITZEN, sicut Pater JOANNES [VAN DER] BEECK in suo diario titulo Luttelyfficen goett scribit mit 36 hgld. attendendum ad progeniem vide Collect. fol. 212.
In de huwelijkse voorwaarden staat geschreven: “Eerstlick, datt de voorn. Cornelis van Aller sall hebben Agnytghen Tymansdochter tot sijnen echten wijve und rechte Beddegenoett ende wederom Agnytghen Cornelis van Aller tot oeren (haren) Eheman und Huysheer”
Jelis Gerritsen Snapper, bezitter abtsgoed Luttelyfsgoed te Ark,
1636{ 19. JELYS GERRITZEN SNAPPER cum uxore cormedali possessor van Luttelyffs goett. 15 Septembris vivens redemit [= bij zijn leven afgekocht] cormedam suam JELYS GERRITZEN SNAPPER scilicet ratione partis sibi contingentis ex Luttelyffs goett, deditque 36 hgld. uxor vero 2dum [= secundum = overeenkomstig] Collectanea dr [lees: de ] Cormedalis filia ex AERT KYLLSEN et GRIETEN [HENRIXEN] uxore eius dicta GYSBERTGEN [AERTSEN], iam met oer heefft JELYS het goett behillyckat hinc si suam et uxoris cormedam simul redemit JELYS GERRITZEN, sicut Pater JOANNES [VAN DER] BEECK in suo diario titulo Luttelyfficen goett scribit mit 36 hgld. attendendum ad progeniem vide Collect. fol. 212.
1626 Zuidwijck. 19 (Febr.?) solvit Henrich van Nulde het versterff van sijn zahliger vader Rijck van Nulde, ratione bono Zuidwijck 4 goltgld. den goltgld. ad 58 stb. gereckent, summa -11-12- [= 11 gld. 12 stb.], et qua difficilem se praebebat solvere pro matre praetentens nescia quia, donavi et remisi het versterff de matre (STAMA 434, fol. 168a).
VVG Hernengoederen deelII/201
14-10-1613 Rijcket van Nulde 00 Aeltgen van Steenler bekomen transport na overdracht door hun (schoon)zuster Elbertgen van Steenler, geassisteerd met haar in dezen gekozen momber Aelt van Steenler, van haar recht op dit herengoed. N.B. Verricht op verzoek van haar volmacht, Amt van Steenler, landschrijver.
2.1.1.9. Ambt Nijkerk Bookmark Delen Reageren aanvragen 150 Acte, waarbij Ott Schrassert Hermensz. en zijn dochters een halve hofstede in Nijkerk overdragen aan Rycket van Nulde en Aeltgen van Steenler
1635 Kleinhell. 17 Novembris solutem est het versterff Henrici van Nulde possessoriis Boni Kleinhell mit 9 Kar. gld. id est 6 thaler ad 30 stb. (STAMA 441, 1635).
Acte, waarbij Henrick van Nulde 1/4 van het abtsgoed Zuytwiick te Huinen en 7 schepel land op de Puttereng vermaakt aan zijn twee natuurlijke dochters Aeltgen en Elbertgen (Gelders Archief, 0434 Huis Ter Schuur, nr. 58).
Gelders Archief 0434 Huis Ter Schuur 59 Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Henrick van Nulde en Gerarda van Twiller
Otr. (2) Harderwijk 12-06-1653 Willem Heeck, doctor i/d rechten, secretaris Harderwijk 1653, wnd. vlakbij hoek Grotemarktstr. ald. 1662, overl. v10-11-1684.. Hij had eerder een relatie met Herbertje Herberts.
1.18. Het geslacht Van Nulde
61 Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Wilhelm Heeck en Gerharda van Twiller
Datering: 1653
Vicarie gesticht ter eere van de H. maagd Maria onder het kruis of Ter Nooth en Sint Theobald.
N.B. De stichter was vermoedelijk Wilt Voet, burgemeester van Harderwijk tusschen 1441 en 1479.
Als collators ervan komen voor Gheerlof Voet vóór 13 November 1463
2), Jan Voet in 1593
3). burgemeester Gerrit Voet Sr. en zijn broeder Jan Voet om beurten, in 1602
4), Christoffel Voet Gerhardszoon in 1608
5)Steven Gerhard van Rhemen, kleinzoon van den kanselier Gerhard Voet en Willem Heeck nom. uxoris Gerharda van Twiller, weduwe van Richard van Nulde om beurten, in 1670 en 1675
6) en Jhr. van Rhemen en Pilgrum Wolffsen in 1698. In 1593 genoot heer Abel Goertsen de inkomsten dezer stichting, welke hem door burgemeester Gerrit Voet nomine fratres," waren afgestaan, doch die, bij sententien van 15 en 27 October 1602, door het Hof aan Christoffel Voet werden toegewezen.
Over het collatie recht was ook reeds in 1519 geprocedeerd voor den officiaal van Sint Pieter te Utrecht.
6) De fundatie werd ook wel heer Abelsvicarie genoemd.
Jfr. Gerarda van Twiller, tr. (1) (huwelijksvoorwaarden) 1632 Henrick van Nulde, overl. v 17-11-1635, zn. van Rycket van Nulde en Aeltje van Steenler. Otr. (2) Harderwijk 12-06-1653 Willem Heeck, doctor i/d rechten, secretaris Harderwijk 1653, wnd. vlakbij hoek Grotemarktstr. ald. 1662, overl. v10-11-1684.. Hij had eerder een relatie met Herbertje Herberts.
- 4-11-1637: Gerrarda van Twiller. wed. van H. van Nulde contra de curator van de boedel van G. Killen., Pandschuld landerijen in de buurschap Diermen, ambt Putten ([GA CPH] inv. nr. 5161, 1637, 63).
- 9-11-1639: Gerarda van Twiller wed. van Henrick van Nulde, nom. filii Richart van Nulde contra R. van Twiller., Abtsgoed Cleyn Hell in het ambt Putten ([GA CPH] inv. nr. 5172, 1639, 60).
- 9-11-1639: Gerarda van Twiller, wed. van Henrick van Nulde contra Enneken Wulffen., Vestenis goed Cleyn Hell in het ambt Putten ([GA CPH] inv. nr. 5172, 1639, 62).
- 18-12-1641: Gerarda van Twiller, wed. van H. van Nulde contra J. van Wijck q.q., Schuldvordering ([GA CPH] inv. 5189, 1641, 74).
- 22-9-1642: Gerarda van Twiller, erve haerer moeder Aeltgen Voets, beleent (de Cleijnen Hoeff en 31 morgen), Hulder Amelis van Twiller haar oom ([Leen] nr. 27).
- 1645: Acte, waarbij Elisabeth van Arler, weduwe van Wouter van Twiller en haar dochter Aeltgen 2 stukken land in de vrijheid overdragen aan Gerharda van Twiller, weduwe Van Nulde, aan wie het land bij huwelijks voorwaarden was toebedeeld ([GA Terschuur] inv. nr. 147).
- 1651: Verklaring van Dirck Rous, inzake een pachtgeschil tussen Gerarda van Twiller en Aert Huigen ([GA Terschuur] inv. nr. 60).
- 1656: (Harderwijk) Acte, waarbij Fytgen Henricks en Jan Gordijn, echtelieden, Dirck Jansen ter Beeck en Aert Brantsen, als mombers van hun kinderen, een huis en achterhuis in de Grote Poortstraat overdragen aan Gerharda van Twiller ([GA Terschuur] inv. nr. 137).
- 15-3-1671: Gerarda van Twiller genoemt Heeck, geassisteert met haer soon Ryckelt van Nulde, ende dr. Johan Cockengen nomine uxoris Aleida van Twiller laeten haer maechgescheit, den 15 Martii 1671 binnen Arnhem opgericht, approberen ende is Aleyda van Twiller door haer man, dr. Cockengen, als haeren hulder met dese twee leencn beleent (de Cleynen Hoeff en 31 morgen) ([Leen] nr. 27).
- 1630: Acte, waarbij Henrick van Nulde 1/4 van het abtsgoed Zuytwiick te Huinen en 7 schepel land op de Puttereng vermaakt aan zijn twee natuurlijke dochters Aeltgen en Elbertgen ([GA Terschuur] inv. nr. 58).
- 1632: Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Henrick van Nulde en Gerharda van Twiller ([GA Terschuur] inv. nr. 59).
- 1653: Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Wilhelm Heeck en Gerharda van Twiller ([GA Terschuur] inv. nr. 61).
- 26-7-1684: Dr. Willem heeck, secr., verandert zijn vorige dispositie, d.d. 3-2-1672 ([REC] inv. nr. 149, fol. 125).
- 10-11-1684: Voor de nalatenschap van wijlen dr. Willem Heeck, secr. dezer stad zijn borgen gesteld onder beneficie van inventaris ([REC] inv. nr. 149, fol. 127vso).
Op 18 - 07 - 1634 compareren voor notaris Johan van Ingen: Goris Aertszn Botter, borger, inwoner alhier. Hij machtigt Jacobgen Otten, weduwe van Harman Dircxzn, timmerman, zijn huysvrouw’s moeder om uit zijn naam en v an sijnen ‘t wegen met vriendschap of met recht en justitie te vorderen van Claes Claeszn Verschuer, wonende te Hoorn 376 gld. 11 st. en 4 penningen metten interesse vandien of anders betalinge van deselve, daervoor sich de comparant voor de voornoemde Cla es Verschuer t.b.v. Henrick van Nulde tot Nijkercken als principale debiteur verobligeert heeft te betalen, waarvan de geconstitueerde betaaldag onlangs is verstreken en hij comparant voor de voldoening van dien wordt gemolesteerd, alles in kracht van zeke r accoord in dat 05 - 04 - 1634. De voors. penningen te ontvangen, quitantie te passeren en verder alles te doen hetgeen hij zelf present zijnde zoude doen. Getuigen:Henrick Rijcxzn en Evert Rijcxzn.
0434 Huis Ter Schuur
Inventaris
1. Persoonlijke stukken
1.18. Het geslacht Van Nulde
57 Rekening en verantwoording van Henrick van Nulde voor de onmondige kinderen van zijn zuster Hille en Herman Schrassert
Datering: 1625-1634
Was van 1583 tot 1619 bezitter van Kleijn-Twillaer in Scherpenzeel (WvT/ brief S.Laansma)
Hij naam het leen over van zijn vader die het van voor 1568 in bezit had.
Uit Transcriptie Jan Tijssen van Ginckel
In 1619 wordt Gerrit Rutgersz beleend door opdracht van Gijsbert Woltersz van Twiller met Cleijn Twiller, anders genoemd de Weerthoff (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 134vo
En via zijn vrouw, van het goed Gerwerdingn in Huinen
– 4-5-1642: Bonum Gerwerdingen in Huinen. 4 Maij obijt Neoclesiae Relicta Gysbert van Twiller Aeltgen Voeth besitterse in haer leven van het goett Gerwerdingen cormeda per filiam Gerhardam van Twiller redempta est met 60 Kar. gld. pro familia 2-10-0 ten overstaen van Melis van Twiller et Mauritz van Arler ([STAMA 441] (1642)).
1.19. Het geslacht Van Twiller
67 Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Gijsbert van Twiller en Aeltgen Voet
Datering: 1615, in tweevoud
Gijsbert van Twillert als gevolm. van zijn bestemoeder Margaretha Brincks weduwe van zall.Harman Brincks in dato 11 mei 1599 verkoopt aan Harmen van Wenkum en Janneke Brinck echtel. hun alinge halve huis aan de Beekstrate tussen Hessel van Duurvoorden en Gerrit Jansen doorgaande mits daarop te blijven 10 stuivers des jaars aan het Bagijnenhuis, item verkoopt in kwaliteit voorschr. de halve hof aan de heg gelegen tussen Berent Heeck en de weg, van Geise Velicken heengekomen Belovende genoemde verkopers om deze koop te vrijen en schadeloos te houden voor Ernst Reefsen en Roelof Hegeman am 14 mei 1599
Uit Anspach: Gijsbert van Twiller (3 Sept.4605 te Harderwijk geh. m. Aeltjen Yoeth) zie Nav. XXIX, 163, en over het zegel van Voeth uit 1590, Herald. Bihl. 1880, bl. 361) werdtegenover de kerkmeesters van Nijkerk 30 Juli 1608 door het hof v. Geld. bij zijn recht van collatie der vikarie St. Severijn in de kerk te Nijkerk gehandhaafd Registers ,A. 29).
R.v.Tw.(waarschijnlijk Ryckert van Twiller) maakte met C. Bentinck en A. Nijenhuis te Nijkerk, krachtens opdracht van het hof v. Geld. in dato 13 Jan. 1624, eene keur, volgens welke de aalmoezeniers zich voortaan aldaar in het beheer der armenzaken zouden hebben te gedragen (ibid., bl. 66).
Evert v. Tw. was als ouderling te Nijkerk vanwege de Harderwijker classis op de Arnh. synode v. 29 Sept.4 Oct. 1652 tegenwoordig.
Gerharda v. Tw., gehuwd met Dr. Willem Heeck, werd 7 Dec. 1663 door het hof v. Geld. veroordeeld om het Vierholtertiend, leenroerig aan de bannerheerlijkheid van Bahr en Lathem, ten behoeve van Tijda van Wijnbergen, weduwe Verdelft, in te ruimen en te verlaten (ibid., bl. 196). — Zie het zegel van Dr. Wilhelm Heeck , secretaris v. Harderwijk (1689), in Herald. bibl880,blz. 357. —
Rodrich Voeth, burgemeester en ouderling te Harderwijk, verscheen op de Harderwijker synode van 23—29 Aug. 1043.
uit VVG genelogie fragmenten:
- 3-6-1622: Gijsbert van Twyler bij opdragt Kils ten Hoeff beleent met het erff ende goet, genoemt den Cleynen Hoeff met allen sijnen in- ende tobehorenden gerechticheyden, so van maelschappen als anders, in Veluwen, in den ampte van Putten gelegen over den Harderwijckerweg, noortwert naest de Nordersteeg, westwert Henrick Vlieck met het Vorstebroeck in Putterbroeck, oostwert Arnt Wolters erfgenamen, westwert Arnt Morren, suydwert die Broecksteeg; noch een sichtganck op Ermelervelt, tsamen groot omtrent thien cleyn molder gcseys; daerbeneven den geheelen thiend, groff ende smal, uut sijn alinge erff ende goet ten Hoeff, als ´t Kil van sijnen vader is angeerft, gelijck hij ´t tegenwoordig besit; ende heeft ten Hoeff sijn erff onde goet, genoemt den groten Hoeff, ´t welck hij behelt, voor evictie ofte inwinninge van ´t opgedragen goet ende thiend an Gijsbert van Twyler te waar gestelt ([Leen] nr. 27).
Gysbert Wolters van Twiller, overl. v11-3-1639, otr. Nijkerk (attest. naar Harderwijk) 18-08-1605, tr. kerk Harderwijk 03-09-1605 Aeltgen Gerlofs Voets, overl. v4-5-1642, dr. van Gerrit Voeth en Alyd Voeth.
- mei 1606: Alijt Voeth, wed. van Gerrit Voeth met Albert Voeth haar zoon en Gisbert van Twiller met joffr. Aeltje Voeths, zijn huisvrouw, en joffr. Meghtelt en Truyda Voeths belangende de goederen van hun zal. vader Gerrit Voeth, gaan een boedelscheiding aan met juffr. Alydt Voeths hun moeder ([REC] inv. nr. 141, fol. 546-547vso).
- 1615: Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Gijsbert van Twiller en Aeltgen Voet ([GA Terschuur] inv. nr. 67).
– 20-12-1620: Gijsbert van Twiller c.s. contra Henrick Vlieck nom. ux. Aertgen Dercksdr., Vrouwen hofhorig goed Cleyn Norden in ambt Putten, buurschap Norden ([GA HOF] inv. nr. 5080, proces 1620/22).
- 3-1-1623: Idem hij opdragt Kils voorn, beleent met 31 molder roggen ´sjaers erflicker renten, te weten 30 uut den hoff to Putten ende l uut Kempengoet, in denselven hoff gehorende, met dat erff ende goet, genoomt den groten Hoeff met al sijn in- ende tobehorende gerechticheit van bosch, hroeck, hey ende wey, gelijck het van olts in sijn begrotinge ende bepalinge gelegen is in den lande van Velu wen, in den kerspel van Putten, 3 Jan. 1623 ([Leen] inv. nr. 27).
Aan de overzijde van de Beekweg lagen vroeger twee boerderijen. De Grote en de Kleine Hoof. De gebouwen zijn afgebroken en het terrein is nu grotendeels bos en staat nog wel bekend als 't Hooft.
Gijsbert heeft in juni 1622 de kleine Hoof en een jaar later ook de grote ten Hoof gekocht van Kil ten Hoef.
De Grote en de Kleine Hoof hoofden bij het huis Putten bij Elburg. Al vanaf 1470 waren voorouders van Kil beleend met beide goederen. Aelbert ten Hove, Kil's vader, was overleden toen Kil nog klein was.
http://www.winkoop.nl/documenten_gelag.html
- 8-9-1635: Gijsbert van Twiller contra Henrick Woutersz., Verpachting; betalingsusance. Groot Gerwerdingen te Putten ([GA PRO] inv. nr. 5149, proces 1635/58).
- 11-3-1639: Luxhoel Neoclesiae in Wullenhoo. 11 Martij Solutum laudemium Gysbert van Twiller ratione partis de bono Luxhoel per filium Wolter mit 5 looth silver .\. 6.5.0 (STAMA 441 (1639)).
- 2-5-1639: Aeltgen Voets, huysfrouw van za. Gijsbert van Twiller, beleend (de Cleynen Hoef en 31 morgen). Hulder haar zoon Wolter van Twiller ([Leen] nr. 27).
- 15-4-1639: Gerwerdingen to Huinen. 15 April Pro cormeda Aeltgen Voets R/ Gisbert van Twiller Neoclesiae ratione boni Gerwerdingen solvit filia Bernarda (Gerharda?) 60 Kar. gld. pro culina
2-10-0 ([STAMA 441] (1639)).
– 1642, 1643, 1644: Vier acten van magescheid tussen de erfgenamen van Alidt Voet, weduwe van Giesbert van Twiller, over haar nalatenschap ([GA Terschuur] inv. nr. 68).
– 4-5-1642: Bonum Gerwerdingen in Huinen. 4 Maij obijt Neoclesiae Relicta Gysbert van Twiller Aeltgen Voeth besitterse in haer leven van het goett Gerwerdingen cormeda per filiam Gerhardam van Twiller redempta est met 60 Kar. gld. pro familia 2-10-0 ten overstaen van Melis van Twiller et Mauritz van Arler ([STAMA 441] (1642)).
- 27-9-1644: Rhynmaete ex Luxhoell. 27 Septembris solutum laudemium R/ (Relicta) Gisbert van Twiller scilicet: Aeltgen Voeths per filiam Bernardam van Twiller wegen der Rhynmate ex bono Luxhoel met 5 looth silver .\. 6-5-0 ([STAMA 441] (1644)).
- 1648: Inventaris van de nalatenschap van Gijsbert van Twiller en Aartje Voet en een acte van magescheid tussen Gerharda en Aleyda van Twiller ([GA Terschuur] inv. nr. 69).
– 9-10-1651: Rynmaethe. Octobris 9 solvit Gerharda van Twiller pro se et nepte filia Lysbeth Scholten et Wolter van Twiller zahliger als erffgenaemen haerer moeder Aeltgen Voets Neoclesiae het versterff van Aeltgen voorschreven overleden in het iaer 1643 ongeveer wegens de Rynmaethe ex Luxhoel 5 looth silvers ad 30 stb. het stck ([STAMA 441] (1651)).
Bezitster van het goed Gerweedingen in Harderwijk
Inventarisnummer 436-27 Datum 1670-10-02 Omschrijving I: 1) erf en goed gelegen te Hierden genaamd Grevenhof thans (1632) gebruikt door pachter Reijer Cornelissen [later genoemd Overkamp in de vrijheid van Harderwijck, welverstaande dat de landen van Heijman Broeck hier niet onder begrepen zijn] 2) twee erfelijke thienshoenderen uit een goed te Hulshorst thans (1632) behorende aan moeije Jan 3) stuk land genaamd Heltjens Camp [later genoemd Heijltjenscamp] 4) het achtste part van twee stukken land mede in de vrijheid van Harderwijk gelegen (gemeen met haar oom Aelbert Voeth en hare moeije] II: de grote en de kleine hoef leenroerig aan de "Lantvorstelijcke hoofheijt des vorstendoms Gelder en de Graafschaps Sutphen, gelegen in den ampte van Putten" III: bezit "leenroerigh aan den huijse Oijen gelegen in den ampte van Putten" Opmerkingen Betreft huwelijkse voorwaarden tussen Wouter van Twiller en Lijsbeth van Arlen en de (eerdere) huwelijkse voorwaarden tussen Henrick van Nuld en Gerarda van Twiller, de zuster van Wouter Twiller In deze akte genoemde personen: Wulfert van Hennckelaer en Rijckert van Twiller (huwelijkslieden van Henrick van Nuld a.s. bruidegom), Amelis van Twiller en Gerrit Aeltsen, burgemeester van Elburg (huwelijkslieden namens Gijsbert van Twiller en zijn vrouw Aeltje Voets voor hun dochter Gerarda van Twiller aanstaande bruid)
uit VVG genealogie fragmenten
- 2-10-1670: Huwelijkse voorwaarden tussen Wouter van Twiller en Lijsbeth van Arler (en eerdere huwelijksvoorwaarden tussen Henrick van Nuld en Gerarda van Twiller. Wulfert van Hennckelaer en Rijckert van Twiller zijn huwelijkslieden van Henrick van Nuld a.s. bruidegom, Amelis van Twiller en Gerrit Aeltsen, burgemeester van Elburg zijn huwelijkslieden namens Gijsbert van Twiller en zijn vrouw Aeltje Voets voor hun dochter Gerarda van Twiller aanstaande bruid. Het betreft:
I:
1) erf en goed gelegen te Hierden genaamd Grevenhof thans (1632) gebruikt door pachter Reijer Cornelissen [later genoemd Overkamp in de vrijheid van Harderwijck, welverstaande dat de landen van Heijman Broeck hier niet onder begrepen zijn]
2) twee erfelijke thienshoenderen uit een goed te Hulshorst thans (1632) behorende aan moeije Jan
3) stuk land genaamd Heltjens Camp [later genoemd Heijltjenscamp]
4) het achtste part van twee stukken land mede in de vrijheid van Harderwijk gelegen (gemeen met haar oom Aelbert Voeth en hare moeije]
II:
de grote en de kleine hoef leenroerig aan de “Lantvorstelijcke hoofheijt des vorstendoms Gelder en de Graafschaps Sutphen, gelegen in den ampte van Putten”
III:
bezit “leenroerigh aan den huijse Oijen gelegen in den ampte van Putten” ([AE] Transportregisters in het oud rechterlijk archief Amersfoort, nr. 436-27).
- 10-9-1679: De geregte helffte van den Smallen tient in den Ampt Putten en Nijkerk gelegen, in Dijremen, Hell, Holck en Sligtenhorst etc., waar aan d´Erffgen: van Zalr: Johan Willemsen een vierde part en de Erffgen: van Zalr. Burgemr Nijvelt, sampt Elisabeth van Arler wed: Twijllers voor het ander part aangecoft sijn met allen aankleven regt en geregtigheijt van dien, neffens een mergen Mehenlandt in Putten aan de Blijnde Steegh geleegen, toebehorende Arent van Corler en Jannichien Peters Eluijden.
Ao 1679 Den 10. Sept: beswaart met twee hondert gul: ten behoeve van Jacob van Westervelt en sijnen Erven, Geregistr: den 12 sept: 1679 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Diermen, fol. 9 2de maal).
Batinge 702 Verklaring van Henr. Otters, dat hij het testament schreef voor Bia van Arler weduwe van Augustijn Pannekoeck te Nijkerk op Vetcamp en meent, dat zij niet uit geloofshaat hare vrienden onterfde, doch uit bizondere genegenheid hare schoondochter bevoordeelde. 11 Nov. Datering 1677 NB Het stuk is gemerkt en geliasseerd geweest. Het huis c.a. te Nijkerk op Vetcamp kwam van Bia van Arler, weduwe van Augustijn Pannekoeck, op Catharina Moey en haren man Lodewijck van Lommersum; - daarna aan Elisabeth van Arler (Bia's zuster) weduwe van Twiller; - en van deze (in 1701) aan hare dochter Aleida van Twiller gehuwd met Johan van Cockengen. Is wellicht dit huis (als andere goederen der Cockengen's) later overgegaan van Antonia van Cockengen op Clara de Bie weduwe Mackay en door de curators der vacante goederen van wijlen Gabriel Mackay overgedragen aan het St. Pieters-gasthuis te Arnhem, waarvan nog een stuk (zie nr. 695) afkomstig kan zijn? Omvang 1 stuk Vindplaats Drents Archief
- 1645: Acte, waarbij Elisabeth van Arler, weduwe van Wouter van Twiller en haar dochter Aeltgen 2 stukken land in de vrijheid overdragen aan Gerharda van Twiller, weduwe Van Nulde, aan wie het land bij huwelijks voorwaarden was toebedeeld ([GA Terschuur] inv. nr. 147).
Gelders Archief 0434 Huis Ter Schuur 59 Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Henrick van Nulde en Gerarda van Twiller
Otr. (2) Harderwijk 12-06-1653 Willem Heeck, doctor i/d rechten, secretaris Harderwijk 1653, wnd. vlakbij hoek Grotemarktstr. ald. 1662, overl. v10-11-1684.. Hij had eerder een relatie met Herbertje Herberts.
1.18. Het geslacht Van Nulde
61 Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Wilhelm Heeck en Gerharda van Twiller
Datering: 1653
Vicarie gesticht ter eere van de H. maagd Maria onder het kruis of Ter Nooth en Sint Theobald.
N.B. De stichter was vermoedelijk Wilt Voet, burgemeester van Harderwijk tusschen 1441 en 1479.
Als collators ervan komen voor Gheerlof Voet vóór 13 November 1463
2), Jan Voet in 1593
3). burgemeester Gerrit Voet Sr. en zijn broeder Jan Voet om beurten, in 1602
4), Christoffel Voet Gerhardszoon in 1608
5)Steven Gerhard van Rhemen, kleinzoon van den kanselier Gerhard Voet en Willem Heeck nom. uxoris Gerharda van Twiller, weduwe van Richard van Nulde om beurten, in 1670 en 1675
6) en Jhr. van Rhemen en Pilgrum Wolffsen in 1698. In 1593 genoot heer Abel Goertsen de inkomsten dezer stichting, welke hem door burgemeester Gerrit Voet nomine fratres," waren afgestaan, doch die, bij sententien van 15 en 27 October 1602, door het Hof aan Christoffel Voet werden toegewezen.
Over het collatie recht was ook reeds in 1519 geprocedeerd voor den officiaal van Sint Pieter te Utrecht.
6) De fundatie werd ook wel heer Abelsvicarie genoemd.
Jfr. Gerarda van Twiller, tr. (1) (huwelijksvoorwaarden) 1632 Henrick van Nulde, overl. v 17-11-1635, zn. van Rycket van Nulde en Aeltje van Steenler. Otr. (2) Harderwijk 12-06-1653 Willem Heeck, doctor i/d rechten, secretaris Harderwijk 1653, wnd. vlakbij hoek Grotemarktstr. ald. 1662, overl. v10-11-1684.. Hij had eerder een relatie met Herbertje Herberts.
- 4-11-1637: Gerrarda van Twiller. wed. van H. van Nulde contra de curator van de boedel van G. Killen., Pandschuld landerijen in de buurschap Diermen, ambt Putten ([GA CPH] inv. nr. 5161, 1637, 63).
- 9-11-1639: Gerarda van Twiller wed. van Henrick van Nulde, nom. filii Richart van Nulde contra R. van Twiller., Abtsgoed Cleyn Hell in het ambt Putten ([GA CPH] inv. nr. 5172, 1639, 60).
- 9-11-1639: Gerarda van Twiller, wed. van Henrick van Nulde contra Enneken Wulffen., Vestenis goed Cleyn Hell in het ambt Putten ([GA CPH] inv. nr. 5172, 1639, 62).
- 18-12-1641: Gerarda van Twiller, wed. van H. van Nulde contra J. van Wijck q.q., Schuldvordering ([GA CPH] inv. 5189, 1641, 74).
- 22-9-1642: Gerarda van Twiller, erve haerer moeder Aeltgen Voets, beleent (de Cleijnen Hoeff en 31 morgen), Hulder Amelis van Twiller haar oom ([Leen] nr. 27).
- 1645: Acte, waarbij Elisabeth van Arler, weduwe van Wouter van Twiller en haar dochter Aeltgen 2 stukken land in de vrijheid overdragen aan Gerharda van Twiller, weduwe Van Nulde, aan wie het land bij huwelijks voorwaarden was toebedeeld ([GA Terschuur] inv. nr. 147).
- 1651: Verklaring van Dirck Rous, inzake een pachtgeschil tussen Gerarda van Twiller en Aert Huigen ([GA Terschuur] inv. nr. 60).
- 1656: (Harderwijk) Acte, waarbij Fytgen Henricks en Jan Gordijn, echtelieden, Dirck Jansen ter Beeck en Aert Brantsen, als mombers van hun kinderen, een huis en achterhuis in de Grote Poortstraat overdragen aan Gerharda van Twiller ([GA Terschuur] inv. nr. 137).
- 15-3-1671: Gerarda van Twiller genoemt Heeck, geassisteert met haer soon Ryckelt van Nulde, ende dr. Johan Cockengen nomine uxoris Aleida van Twiller laeten haer maechgescheit, den 15 Martii 1671 binnen Arnhem opgericht, approberen ende is Aleyda van Twiller door haer man, dr. Cockengen, als haeren hulder met dese twee leencn beleent (de Cleynen Hoeff en 31 morgen) ([Leen] nr. 27).
- 1630: Acte, waarbij Henrick van Nulde 1/4 van het abtsgoed Zuytwiick te Huinen en 7 schepel land op de Puttereng vermaakt aan zijn twee natuurlijke dochters Aeltgen en Elbertgen ([GA Terschuur] inv. nr. 58).
- 1632: Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Henrick van Nulde en Gerharda van Twiller ([GA Terschuur] inv. nr. 59).
- 1653: Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Wilhelm Heeck en Gerharda van Twiller ([GA Terschuur] inv. nr. 61).
- 26-7-1684: Dr. Willem heeck, secr., verandert zijn vorige dispositie, d.d. 3-2-1672 ([REC] inv. nr. 149, fol. 125).
- 10-11-1684: Voor de nalatenschap van wijlen dr. Willem Heeck, secr. dezer stad zijn borgen gesteld onder beneficie van inventaris ([REC] inv. nr. 149, fol. 127vso).
1635 Kleinhell. 17 Novembris solutem est het versterff Henrici van Nulde possessoriis Boni Kleinhell mit 9 Kar. gld. id est 6 thaler ad 30 stb. (STAMA 441, 1635).
Acte, waarbij Henrick van Nulde 1/4 van het abtsgoed Zuytwiick te Huinen en 7 schepel land op de Puttereng vermaakt aan zijn twee natuurlijke dochters Aeltgen en Elbertgen (Gelders Archief, 0434 Huis Ter Schuur, nr. 58).
Gelders Archief 1.18. Het geslacht Van Nulde
Zij wordt genoemd in register van overleden keurmedigen 1639 12 en 1644 7
Guldebrueder van de Schermers
Getuigschrift voor Thomas de Fonteni, nu ter Tijt gevangen met zijne huijsvrouwe ende Hanse Fonteni , zijnen sone tot Geldenaken boven Loven
Borg Niclaes Rattel, deken vender gulden Schermers Jan Luycas Ouderman Guillaume Coppyn, guldenbrueder Roelant van Stueele, guldebrueder Joos van den Vondel. vendelier vander selver gulden Francois van den Berge guldenbrueder Jan Ghyssels cnape van der selve gulden.
NOTE: Lakenkoopman in 3-7-1587 uit Antwerpen naar Amsterdam Geboren in Antw district 13/MQZ-9 (Paardemarkt)
Francois trok zijn Maijke en oudste zoon Francois de Jonge vanuit het gecapituleerde Antwerpen naar Amsterdam
referentie: 13552a NOTE: Laakenkooper input 3000 fl VOC 23-4-1581 in de liste van de kapiteeijn hebbende hun loopplaats op de Falconsbrugge
Eigenaar van gegoed te Sandwijck, Schippers Capelle, Antwerpen. Laat dit in 1583 na aan zijn dochters. Heilwich TYMMERMANS,de vrouw van Cornelis Van LYERE, verkoopt aan Jan KETEL en zijn vrouw Clara SWAERVELT een erfelijke rente Sources: Fonds Plaisier 1568/1573 Schepenbrief Rijksarchief Antwerpen.
Op 10 feb 1584 verkocht Anna van Lyere Cornelisdr, weduwe van Adriaen Baltus aan Kerstiaen Popels en Francois Felbier ald momboiren tbv van Magdalena van Leyere comparanten zuster 23 Karolingen gld erfl haar verstorven van Cornelis van Leyere, haar vader bij scheiding en deling dd 12 september 1583. Marie van Leyere Cornelisdr. wijlen Francois Felbier, haar manen voogd, verkoht op 10 febr 1696 Kerstiaens Popels de 1o Kar. gld jaars, dewelke zij comparante met haar man en voogd op 23 september 1583 gegeven had op een huis aande straat te Sandwijck bij Schipperscapelle tussen Baptiste van Leyere's huis.
Francois trok zijn Maijke en oudste zoon Francois de Jonge vanuit het gecapituleerde Antwerpen naar Amsterdam
Peter wordt in diverse akten genoemd, evenals zoon Anthony: . 1 maart-1629 Amsterdam: Jacob Westfrisius: Pieter, zoon Anthony de Brul en Dirk Willems: Samenwerking aangegaan betreffende het verven van scharlaken rood karmozijn, karpet en andere kleuren; lakenen, kersijen en andere stoffen volgens een groot kunstboek; de zoon zal in de leer komen.
- akte Amsterdam 12-02-1635, Jacob Westfrisius: Onvrede over geverfde Leidse baai, Peter de Brul, Jan Dusart, Harmen Blanck, Six,
- Akte Amsterdam 12-6-1640, Benedict Baddel: Betreffende handel in Satijn te Bologna. Daniel de La ...., Guglmo.., Adriano van Boon, Pietro de Brul
- Akte Amsterdam 1-7-1637, Benedict Baddel: Beoordeling minderwaardige kwaliteit armozijn, Antonij de Brul, Jacques van Hoorn, Pieter Cock,
- Akte Amsterdam, 24-01-1635, Jacob Westfrisius: Monsters van geverfde stoffen waren minder mooi van kleur dan die van de stoffen in de lakenkoperswinkels, Pieter de Brul, Anna Hulscher, Hans Huijchaert, Jan Dusaert,
- Akte 24-11-1642, Benedict Baddel: Koopwaar uit Italie, zijde, Livorno, Fiorenza. Pietro de Brul, Pietro Thijnen, Felipe Colini
- Akte 5-12-1640, Benedict Baddel: schip Angelo Rafael uit Livorno, Pietro Nieuwkercken, Pietro de Brul, Luca Donati
- akte 29-3-1634, Jacob Westfrisius: onenigheid over de reputatie van Samuel van Pitsen, heer van der Straeten, Pieter de Brul, Jan Kuijf,
- Akte 28-2-1619, Jacob Westfrisius: hovenier; smid; Verhuur van de staalmolen op Jan Hansenpad aan de Wetering die door een storm beschadigd was, terwijl de molenaar elders zat te drinken. Peter de Brul, Jasper Tortel, Pieter Denijs, Minne Claesen
- Akte 5-3-1629, Westfrisius: Reparatie aan een molen op het eind van Jan Hansenpad, die de producent verhuurde aan Pieter Dionijs. Vervolgens vloog, door een storm, de kap van de molen. Peter de Brul, Joseph Claesen
- akte 9-9-1639, Jacob Westfrisius: Hebben Jacob Schreve en de producente al vele jaren gekend, Jacob is omtrent een jaar geleden overleden en begraven in de Franse Kerk; producente is wettige dochter en erfgenaam van Jacob; getuigen in de verte familie. Jacob Schreve, Elias van Geel, Pieter de Brul, Anna Catharina Schreve
- Akte 8-5-1641, Joan van de Hoeven: Pieter le Febre den ouden, betreffende zoon Pieter le Febre den jongen, zal in de leer komen bij Peter de Brul. Locatie Sout Eynde, Engelandt.
In 'de bourgeois de Lille' van Paul Pavoas worden in 1547 een Jehan de Bruelle genoemd, zoon van Guillebert, vader van George, in 1546 Guillemo de Brul, zoon van Jehan, in 1546 Toussains de Bruel, zoon van Pierre, in 1530 Gerard de Brull, zoon van Jehan, in 1527 Jabn du Brue, zoon van Gilles, in 1521 Jaspart du Bruel, zoon van Brisse, in 1544 Pierre du Brull, zoon van Johan.
Bij haar huwelijk op 31-05-1603 te Amsterdam was Anthonis Schleicher haar voormomber. geassissisteert mit Antoine Sleicher hare voormomber dewelke v[er]claerde vast te stane voor des vaders consent
Anthony S(ch)licher was koopman uit Aken, die naar naar Holland kwam om handel te drijven. De exacte relatie met Catharina Hermans is onduidelijk.
ambachtsheer van 's Gravenambacht (een klein gebied nabij Charlois, Katendrecht, Pernis), ambachtsheer van de Kethel en de helft van het Spadeland (een klein gebied nabij Schiedam) etc. (15-7-1567), op dezelfde datum leenman van het leen van zijn vader te 's-Gravenhage, leenman van het leen van zijn moeder in Strijen (1567-1570), eigenaar van een "schrootambacht met de zoutmate" binnen Dordrecht
Jelis G.Snapper was aanvoerder van de beeldenstorm te Amersfoort in 1569.
Jelis werd doodgestoken door zijn buurman
1609 4. Anno eodem Martij 2 in Aggere noctu confossus est a suo vicino nomine PEEL VUIST nostro vasallo JEUS GISBERSEN parens dictus GISBERT JANSEN SNAPPER, colonus in vico Dijrmen [vertaling: Hetzelfde jaar 2 maart is in Agger 's nachts doorstoken door zijn buurman Peel Vuist onze horige Jelis Gijsberts, wiens vader heet Gijsbert Janszn Snapper, boer in de buurtschap Diermen], de huius familia vide supra folium 4tum praecedens b. [= zie 1607-1] pro cormeda curavi adduci equam, quam redemerunt 40 fl. Holl. dantes pro censu neglecto 6 fl. et pro familia 4 fl. et pro vino in caupona.
Wonende achter Doesburg. In de Kelnarij van Putten staat vermeld dat op 2 maart 1609 in Agger is 's nachts doorstoken door zijn buurman Peel Vuist onze horige Jelis Gijsberts, wiens vader heet Gijsbert Jansz Snapper, boer in het buurtschap Diermen.Hij werd des nachts doorstoken door zijn buurman Peel Vuist (kelnarij 1609). Zijn keurmede werd afgekocht voor 40 fl.Holl. Achterstallig hoofdgeld 6 gld. en wijn voor het personeel. Zijn vader Gijsbert Jansz Snapperwas toen boer in het buurtschap Diermen. Jelis G.Snapper was aanvoerder van de beeldenstorm te Amersfoort in 1569.
echter.... In het jaar 1566 heeft men deze Jelis Snapper in de herberg "In den Haspel" horen zeggen, dat hij met anderen besloten had de beelden in de kerk te breken. Van een beeldenstorm is niets gekomen. Jelis sterft op 3 maart 1610 door de hand van buurtgenoot Peel Vuist, die hem aan de Putterdijk (bij Putten) doodsteekt. (Bron: H. van der Flier: 6 eeuwen van der Flier).
volgens cvandebrink
Deze Gerrit Snapper en Hendrikje Snapper (geboren Rose) komen 2 keer voor:A - als ouders van Jelis Snapper en voorouders van Wijnand Snapper, en B - als ouders van Geertgen Van Aller (geboren Snapper)en voorouders van Reijntje Cornelis Van Aller, vrouw van Wijnand Snapper
0434 Huis Ter Schuur Inventaris 5. Regestenlijst Bookmark Delen Reageren 51 . Kyll van Nulde en Coip Scrasser enerzijds, en Johan van Bryenen en Peter Herbertsen anderzijds, maken huwelijks voorwaarden tussen Evert van Nulde en Hille van Wenckum, dochter van Wolter van Wenckum, waar bij Evert van Nulde de erfenis van zijn vader en hetgeen hij van zijn moeder zal erven, aanbrengt, en waarbij Hille van Wenckum aanbrengt het erf Crom-raenhorst, behalve het aandeel van Cornelis van Erveningen, met het Haterboss en een zichtgang op het Helrevelt, gelegen in het ambt Nyekerck, waarbij tevens bepaald wordt, dat Wolter aan Evert en Hille, als ze niet meer bij hem in huis wonen, 2 molder rogge zal geven, en waarbij joffer Mergreta Brincks, dochter van Alert Otten met Wolff Wolff, haar momber, aan Hille geeft een erf te Hyerde in de vrijheid van Harderwiick, zoals zij dat van haar oom Alffert Brinck ontvangen heeft en waaronder behoren een stuk weiland in de buurschap Hulshorst in het ambt Ermell, een stuk haverland in de vrijheid, 52 molder haverland, waarvan 10 molder in de vrijheid, genaamd het Hoige Broick , aan de Hierder beyck en 42 molder in het ambt Armell, aan de overzijde van de Hierder beeck , 2 dagraaten hooiland, die "toe wandell gaen van 8 dachmaeten", een dagmaat hooiland op de Oistermheen, genaamd het Elsskipgen; tevens wordt bepaald, dat Hille en Evert na Margaretha's dood aan haar nicht Elsse Dircks 2 molder rogge 's jaars geven. Oorspr. (Inv.no 55). Met de geschonden zegels van de 1e, 3e en 4e oorkonder, het zegel van de 2e oorkonder is verloren. Datering:
1556 December 29
Nelle van Wenckum, oudste dochter van Wouter Henricksen en Lambertgen Brinck. Laatstgenoemd echtpaar had blijkens genoemde verklaring geen andere dochters dan Nelle, een niet met name genoemde, gehuwd met Mauritius Pannekoeck (kinderloos overleden), en een jongste, Hilletje genaamd, getrouwd met Evert van Nulde.
1626 Zuidwijck. 19 (Febr.?) solvit Henrich van Nulde het versterff van sijn zahliger vader Rijck van Nulde, ratione bono Zuidwijck 4 goltgld. den goltgld. ad 58 stb. gereckent, summa -11-12- [= 11 gld. 12 stb.], et qua difficilem se praebebat solvere pro matre praetentens nescia quia, donavi et remisi het versterff de matre (STAMA 434, fol. 168a).
VVG Hernengoederen deelII/201
14-10-1613 Rijcket van Nulde 00 Aeltgen van Steenler bekomen transport na overdracht door hun (schoon)zuster Elbertgen van Steenler, geassisteerd met haar in dezen gekozen momber Aelt van Steenler, van haar recht op dit herengoed. N.B. Verricht op verzoek van haar volmacht, Amt van Steenler, landschrijver.
2.1.1.9. Ambt Nijkerk Bookmark Delen Reageren aanvragen 150 Acte, waarbij Ott Schrassert Hermensz. en zijn dochters een halve hofstede in Nijkerk overdragen aan Rycket van Nulde en Aeltgen van Steenler
119. Akte, waarbij juffer Elberta van Steenler, weduwe van Otto Schrassert een kamp land, groot 21/2 morgen, gelegen in de Arkemheen boven Diermen in het ambt Nijkerk, verkoopt aan het arme weeshuis, 1629. 1 charter.
opten 19 may 1627 is Oth Schrassert den Olden welcke dit boeck tot hiertoe beschreven heeft, overleden nae dat hij vyer en dartich jaeren secretsris geweest hadde. Haar erfhuis 11 jan. 1637 (rec.Harderwijk 1632-1642,fol.107v).
Otto Schrassert, geb. 1555, geërfde in Veluwe. kerkmeester te Nijkerk (1590), secretaris van Harderwijk (1592). holtrichter van het Meervelderbosch (1618),beleencl met .,`t Flier". eigenaar van den Braemscamp aan de meer, een heerengoed te Uddel. van grond onder Slichtenhorst, in de Duysl: en op Holck, overl. te Harderwijk 19 Mei 1627, huwde l582 Elberta van Steenler, eigenaresse van vier morgen land in de Groote Maet van Egmonds camp onder Nijkerk, overl. vóór ll jan.1637, dr. van Reynier van Steenler en Agnes (Nyse)van Wenckum.
VVG Hernengoederen deelII/201
14-10-1613 Rijcket van Nulde 00 Aeltgen van Steenler bekomen transport na overdracht door hun (schoon)zuster Elbertgen van Steenler, geassisteerd met haar in dezen gekozen momber Aelt van Steenler, van haar recht op dit herengoed. N.B. Verricht op verzoek van haar volmacht, Amt van Steenler, landschrijver.
2.1.1.9. Ambt Nijkerk Bookmark Delen Reageren aanvragen 150 Acte, waarbij Ott Schrassert Hermensz. en zijn dochters een halve hofstede in Nijkerk overdragen aan Rycket van Nulde en Aeltgen van Steenler
1626 Zuidwijck. 19 (Febr.?) solvit Henrich van Nulde het versterff van sijn zahliger vader Rijck van Nulde, ratione bono Zuidwijck 4 goltgld. den goltgld. ad 58 stb. gereckent, summa -11-12- [= 11 gld. 12 stb.], et qua difficilem se praebebat solvere pro matre praetentens nescia quia, donavi et remisi het versterff de matre (STAMA 434, fol. 168a).
Was van voor 1568 tot 1583 leen/eigenaar van Groot Willaer in Scherpenzeel (WvT brief S.Laansma 1975)
Gelders Archief ambt Scherpenzeel, toeg 0434 Huis ter Schuur inventaris 195
Acte, waarbij Wilhelm van Scherpenzeel Wolter Giisberts zoon van Gijsbert Woltersen, beleent met een rente van 5 Carolusgulden uit Groot Twiller, 1568. Met in dorso een latere acte van belening, 1583
Ook vermeld in Leenboek Scherpenzeel
30-3-1583: Wouter Gijsbertsz. bij dode van Hendrik Scholten Hendriksz. met ledige hand, 141 fol.51v
Hendrik was zijn oom van moederszijde
7-5-1585: Reiner van Vaneveld voor Wouter Gijsbertsz., onmondig, zoals Gijsbert Woutersz.,
diens vader, 141 fol. 55-56.
Reiner was ook een oom van Mmoederszijde
4-3-1598: Hulde van Wouter Gijsbertsz., 141 fol. 57
hvt Willem van Scherpenzeel 1520-1570
NED LEEUW 1949.
Hij was een zoon van Gijsbert Wolters, en Elisabeth Scholten van Vanevelt (zie Ned. Leeuw LX1 (1943) kol. 123). De Van Twiller’s voerden hetzelfde wapen als de Van By(a)ler's, t.w. zes lelies (3, 2 en 1), maar de bewering van Beernink (a.w. blz. 145), dat zij (dus?) tot een jongeren tak van laatstgenoemd geslacht. behoord hebben, is volkomen onbewezen.
Ned Leeuw 1940 kol334 note 136 Wolter Gijsberts en Alijdt van Wenckum Ryckertsdr uit welks huwelijk drie zonen, Gijbert, Amelis en Rykert, die den naam van Twiller aannamen, vermoedelijk ontleend aan het goed (Groot) Twyller onder Scherpenzeel.
34. Joffer Henrica, weduwe van Gelis van Ryemsdick, en Henrick van Ryemsdiick, haar zoon, dragen het goed Kleyn Watergoer, gelegen in het kerspel van der Niekerick, over aan Meys Gerritsz. en Griet, echtelieden, en aan Gyesbert Wolters. Oorspr. (Inv.no 166). De zegels van Gyesbert van Weenkum en Jan van Hell zijn verloren.
Was van 1583 tot 1619 bezitter van Kleijn-Twillaer in Scherpenzeel (WvT/ brief S.Laansma)
Hij naam het leen over van zijn vader die het van voor 1568 in bezit had.
Uit Transcriptie Jan Tijssen van Ginckel
In 1619 wordt Gerrit Rutgersz beleend door opdracht van Gijsbert Woltersz van Twiller met Cleijn Twiller, anders genoemd de Weerthoff (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 134vo
En via zijn vrouw, van het goed Gerwerdingn in Huinen
– 4-5-1642: Bonum Gerwerdingen in Huinen. 4 Maij obijt Neoclesiae Relicta Gysbert van Twiller Aeltgen Voeth besitterse in haer leven van het goett Gerwerdingen cormeda per filiam Gerhardam van Twiller redempta est met 60 Kar. gld. pro familia 2-10-0 ten overstaen van Melis van Twiller et Mauritz van Arler ([STAMA 441] (1642)).
1.19. Het geslacht Van Twiller
67 Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Gijsbert van Twiller en Aeltgen Voet
Datering: 1615, in tweevoud
Gijsbert van Twillert als gevolm. van zijn bestemoeder Margaretha Brincks weduwe van zall.Harman Brincks in dato 11 mei 1599 verkoopt aan Harmen van Wenkum en Janneke Brinck echtel. hun alinge halve huis aan de Beekstrate tussen Hessel van Duurvoorden en Gerrit Jansen doorgaande mits daarop te blijven 10 stuivers des jaars aan het Bagijnenhuis, item verkoopt in kwaliteit voorschr. de halve hof aan de heg gelegen tussen Berent Heeck en de weg, van Geise Velicken heengekomen Belovende genoemde verkopers om deze koop te vrijen en schadeloos te houden voor Ernst Reefsen en Roelof Hegeman am 14 mei 1599
Uit Anspach: Gijsbert van Twiller (3 Sept.4605 te Harderwijk geh. m. Aeltjen Yoeth) zie Nav. XXIX, 163, en over het zegel van Voeth uit 1590, Herald. Bihl. 1880, bl. 361) werdtegenover de kerkmeesters van Nijkerk 30 Juli 1608 door het hof v. Geld. bij zijn recht van collatie der vikarie St. Severijn in de kerk te Nijkerk gehandhaafd Registers ,A. 29).
R.v.Tw.(waarschijnlijk Ryckert van Twiller) maakte met C. Bentinck en A. Nijenhuis te Nijkerk, krachtens opdracht van het hof v. Geld. in dato 13 Jan. 1624, eene keur, volgens welke de aalmoezeniers zich voortaan aldaar in het beheer der armenzaken zouden hebben te gedragen (ibid., bl. 66).
Evert v. Tw. was als ouderling te Nijkerk vanwege de Harderwijker classis op de Arnh. synode v. 29 Sept.4 Oct. 1652 tegenwoordig.
Gerharda v. Tw., gehuwd met Dr. Willem Heeck, werd 7 Dec. 1663 door het hof v. Geld. veroordeeld om het Vierholtertiend, leenroerig aan de bannerheerlijkheid van Bahr en Lathem, ten behoeve van Tijda van Wijnbergen, weduwe Verdelft, in te ruimen en te verlaten (ibid., bl. 196). — Zie het zegel van Dr. Wilhelm Heeck , secretaris v. Harderwijk (1689), in Herald. bibl880,blz. 357. —
Rodrich Voeth, burgemeester en ouderling te Harderwijk, verscheen op de Harderwijker synode van 23—29 Aug. 1043.
uit VVG genelogie fragmenten:
- 3-6-1622: Gijsbert van Twyler bij opdragt Kils ten Hoeff beleent met het erff ende goet, genoemt den Cleynen Hoeff met allen sijnen in- ende tobehorenden gerechticheyden, so van maelschappen als anders, in Veluwen, in den ampte van Putten gelegen over den Harderwijckerweg, noortwert naest de Nordersteeg, westwert Henrick Vlieck met het Vorstebroeck in Putterbroeck, oostwert Arnt Wolters erfgenamen, westwert Arnt Morren, suydwert die Broecksteeg; noch een sichtganck op Ermelervelt, tsamen groot omtrent thien cleyn molder gcseys; daerbeneven den geheelen thiend, groff ende smal, uut sijn alinge erff ende goet ten Hoeff, als ´t Kil van sijnen vader is angeerft, gelijck hij ´t tegenwoordig besit; ende heeft ten Hoeff sijn erff onde goet, genoemt den groten Hoeff, ´t welck hij behelt, voor evictie ofte inwinninge van ´t opgedragen goet ende thiend an Gijsbert van Twyler te waar gestelt ([Leen] nr. 27).
Gysbert Wolters van Twiller, overl. v11-3-1639, otr. Nijkerk (attest. naar Harderwijk) 18-08-1605, tr. kerk Harderwijk 03-09-1605 Aeltgen Gerlofs Voets, overl. v4-5-1642, dr. van Gerrit Voeth en Alyd Voeth.
- mei 1606: Alijt Voeth, wed. van Gerrit Voeth met Albert Voeth haar zoon en Gisbert van Twiller met joffr. Aeltje Voeths, zijn huisvrouw, en joffr. Meghtelt en Truyda Voeths belangende de goederen van hun zal. vader Gerrit Voeth, gaan een boedelscheiding aan met juffr. Alydt Voeths hun moeder ([REC] inv. nr. 141, fol. 546-547vso).
- 1615: Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Gijsbert van Twiller en Aeltgen Voet ([GA Terschuur] inv. nr. 67).
– 20-12-1620: Gijsbert van Twiller c.s. contra Henrick Vlieck nom. ux. Aertgen Dercksdr., Vrouwen hofhorig goed Cleyn Norden in ambt Putten, buurschap Norden ([GA HOF] inv. nr. 5080, proces 1620/22).
- 3-1-1623: Idem hij opdragt Kils voorn, beleent met 31 molder roggen ´sjaers erflicker renten, te weten 30 uut den hoff to Putten ende l uut Kempengoet, in denselven hoff gehorende, met dat erff ende goet, genoomt den groten Hoeff met al sijn in- ende tobehorende gerechticheit van bosch, hroeck, hey ende wey, gelijck het van olts in sijn begrotinge ende bepalinge gelegen is in den lande van Velu wen, in den kerspel van Putten, 3 Jan. 1623 ([Leen] inv. nr. 27).
Aan de overzijde van de Beekweg lagen vroeger twee boerderijen. De Grote en de Kleine Hoof. De gebouwen zijn afgebroken en het terrein is nu grotendeels bos en staat nog wel bekend als 't Hooft.
Gijsbert heeft in juni 1622 de kleine Hoof en een jaar later ook de grote ten Hoof gekocht van Kil ten Hoef.
De Grote en de Kleine Hoof hoofden bij het huis Putten bij Elburg. Al vanaf 1470 waren voorouders van Kil beleend met beide goederen. Aelbert ten Hove, Kil's vader, was overleden toen Kil nog klein was.
http://www.winkoop.nl/documenten_gelag.html
- 8-9-1635: Gijsbert van Twiller contra Henrick Woutersz., Verpachting; betalingsusance. Groot Gerwerdingen te Putten ([GA PRO] inv. nr. 5149, proces 1635/58).
- 11-3-1639: Luxhoel Neoclesiae in Wullenhoo. 11 Martij Solutum laudemium Gysbert van Twiller ratione partis de bono Luxhoel per filium Wolter mit 5 looth silver .\. 6.5.0 (STAMA 441 (1639)).
- 2-5-1639: Aeltgen Voets, huysfrouw van za. Gijsbert van Twiller, beleend (de Cleynen Hoef en 31 morgen). Hulder haar zoon Wolter van Twiller ([Leen] nr. 27).
- 15-4-1639: Gerwerdingen to Huinen. 15 April Pro cormeda Aeltgen Voets R/ Gisbert van Twiller Neoclesiae ratione boni Gerwerdingen solvit filia Bernarda (Gerharda?) 60 Kar. gld. pro culina
2-10-0 ([STAMA 441] (1639)).
– 1642, 1643, 1644: Vier acten van magescheid tussen de erfgenamen van Alidt Voet, weduwe van Giesbert van Twiller, over haar nalatenschap ([GA Terschuur] inv. nr. 68).
– 4-5-1642: Bonum Gerwerdingen in Huinen. 4 Maij obijt Neoclesiae Relicta Gysbert van Twiller Aeltgen Voeth besitterse in haer leven van het goett Gerwerdingen cormeda per filiam Gerhardam van Twiller redempta est met 60 Kar. gld. pro familia 2-10-0 ten overstaen van Melis van Twiller et Mauritz van Arler ([STAMA 441] (1642)).
- 27-9-1644: Rhynmaete ex Luxhoell. 27 Septembris solutum laudemium R/ (Relicta) Gisbert van Twiller scilicet: Aeltgen Voeths per filiam Bernardam van Twiller wegen der Rhynmate ex bono Luxhoel met 5 looth silver .\. 6-5-0 ([STAMA 441] (1644)).
- 1648: Inventaris van de nalatenschap van Gijsbert van Twiller en Aartje Voet en een acte van magescheid tussen Gerharda en Aleyda van Twiller ([GA Terschuur] inv. nr. 69).
– 9-10-1651: Rynmaethe. Octobris 9 solvit Gerharda van Twiller pro se et nepte filia Lysbeth Scholten et Wolter van Twiller zahliger als erffgenaemen haerer moeder Aeltgen Voets Neoclesiae het versterff van Aeltgen voorschreven overleden in het iaer 1643 ongeveer wegens de Rynmaethe ex Luxhoel 5 looth silvers ad 30 stb. het stck ([STAMA 441] (1651)).
Bezitster van het goed Gerweedingen in Harderwijk
DE VELUWSCHE FAMILIE TULLEKEN EX HARE AANVERWANTEN
Margaretha van Twiller ^ (Twijler) , dr v. Amelis (in 1608 dijkgraaf van Appelreveld , in 1629,36,51,52 vermeld als beheerder der kerkegoederen te Nijkerk
Amelis/Melis Wolters van Twiller, dijkgraaf v. Appelreveld 1629, 1636, 1651 en 1652, overl. v28-1-1655, otr. Nijkerk (attest. naar Arnhem) 25-01-1607 Teunisken Everts Potten.
- 1620: Amelis van Twiller voert proces tegen Claes Feijdt namens Herman van Wenckum over Slangengoed, dat horig is aan de abdij van Elten (Deze acte is als bijlage I afgedrukt in [BMG] 286 (1954). Dit stuk bevindt zich als bijlage in een proces, dat voor het Hof gevoerd is tussen Amelis van Twiller en Claes Feydt q.q., namens Herman van Wenckum. Het Slangengoed is horig aan de abdij van Elten [GA CPH] inv. nr. 5082, 1620, nr. 32). Deze stukken, samen met een monsterrol van Nijkerk uit 1497/98, werden overgelegd om te bewijzen dat vroeger Wouter Peelen bezitter was van de saaiweer Slangengoed. Deze boerderij was ten tijde van het proces reeds verdwenen, men vond er in het land, de Polcamp genaamd, echter nog wel puin, scherven, moppen en een fundament van een muur).
- 20-7-1622: Proces voor het Hof gevoerd tussen Amelis van Twiller, bezitter van van dardehalf mergen, waarop Slangengoed heeft gestaan, en C. Feydt q.q. Met stukken, benevens een monsterrol van Nijkerk uit 1497/98, zijn overgelegd om te bewijzen dat vroeger Wouter Peelen bezitter was van de saaiweer Slangengoed. Deze boerderij, gelegen nabij de Wiel benoorden de Nekkeveldse weg, was ten tijde van het proces reeds verdwenen, men vond er in het land, de Polcamp genaamd, echter nog wel puin, scherven, moppen en een fundament van een muur ([GA CPH] inv. nr. 5088, 1622, nr. 19) (zie ook: [Dooren]).
Het bezit Slangengoed van Amelis en zijn zoon Evert waardeloos...
- 20-12-1649: In proces tussen Amelis van Twiller tegen R. van Vanevelt is dit goed nogmaals het twistpunt [GA CPH] inv. nr. 5265, 1649, nr. 80).
- 28-1-1655: Van het Groote Boeckhorst. 28 Januarij Evert van Twiller solvit het versterff van Melis van Twiller met 13-4-0 [abtsgoed groot Bockhorst in Diermen te Putten]. ([STAMA 441] (1655)).
1655 3. bezitter van Groot Boeckhorst
Van het Groote Boeckhorst.
28 Januarij EVERT VAN TWILLER solvit het versterff van MELIS VAN TWILLER met 13-4-0.
12-2-1667 Alheida van Twiller investita, successit patri ([GA AKP] inv. nr. 326).
0 Mechtelt Veheren, weduwe van zal. burgemeester Johan de Vaecht, voor haar zelf en zich mede sterk makende voor haar kinderen constituit haar schoonzoon Pouwel Bitter, ambtman, om van harentwege te cederen en op te dragen aan Amelis van Twijler en Anthonia Poitouws, zijn huisvrouw, de gerechte heflt van zekere 2 verscheide kampen langs, groot in het geheel 7 morgen of daaromtrent, gelegen in de ambte van Nijkerk in de Mehen tho Arck, dewelke door Gerrit Meliss gebruikt worden, en zulks voor een vrij allodiaal erf en goed [enz.], volgende de koopvoorwaarden, op 11-03-1608 daarvan gemaakt en opgericht [enz.];
Tulleken boek vermeld dat melis zegelt
Het zegel van Amelis v.
Twiller (Zwiller) hangt nog aan een huwlijksacte van Jan. 1627, aan-
wezig in het archief v. h. Groote Gasthuis te Deventer (Cat. d.Arch.,
n°. 1454).
Deventer gemeentearchief 1454 Johan van Vanevelt en Amelis van Twiller, Huwelijkslieden van Mr. Jacob Pietersen van Lennick, Organist te Harderwijk, met zijn zoon Peter Jabobs v. L., Organist in Nijekerk, bruidegom, en Goesen van Curler en Jelis Loechsz, Huwelijkslieden van Beertien Coerten wed. Gijsbert Albertsen, met hare eenige dochter Gerritgen Gijsberts, bruid, maken de huwelijksche voorwaarden van dien echt op. Op perkament. Met de zegels en handteekeningen der 4 huwelijkslieden. Het stuk is zeer verbleekt en onduidelijk., 1627, Jan 19 (?) 0767 Groote (vroeger Heilige Geesten-) en Voorster gasthuis te Deventer
Na zijn broer Amelis kreeg Ryckert de functie van "Veldgraaf van het Appelervelt"
De functies werd door de schoonzoons van Amelis, de Tulleckens, en van Twillers onder elkaar verdeeld.
Ryckert kreeg in totaal 12 kinderen (bun historial juli 1995)
Ryckert was wapenvoerder Hij was één van de stichters van het Weeshuis. Dit weeshuis werd uit barmhartigheid gesticht door de zg. Nijkerker Amtsjonkers. Het weeshuis was hard nodig door het groot aantal wezen als gevolg van twee pest-epidemieën die Nijkerk troffen.
25-9-1636: (vertaald) “In den naem des Heeren desen 25sten September 1636 in Amsterdam.” Aldus vangt de brief aan van Kiliaen van Rensselaer aan zijn neef Wouter van Twiller te Nieuw-Amsterdam. “Wij zijn hier ook – God zij geprezen – nog goed in orde.. . . . Uw vader, moeder, broeders en zusters te Nieukerck waren Donderdag laatstleden ook nog goed gezond; maar de toestand te “Nieukerck” is door het hevige heersenen der pest zeer treurig. Reeds zijn daar 700 personen gestorven en weinig huizen zijn vrij. Moge de Heere hen verder bewaren; echter houdt het niet op, maar vermeerdert dagelijks. Onze schoonbroeder Willem van Wely en zijne vrouw Anna ten Hoof zijn beiden er aan overleden. Het wordt hier ook zeer hevig; meer dan 600 in ene week. Menig bekende is reeds gestorven, maar ons en mijn moeders huishouden zijn, God zij geloofd, nog gezond. De Heere schenke, wat Zijn heiligen wil behage, voor ons behoud in leven en in sterven, Amen.” (Mr. A. J. F. van Laer, Van Rensselaer Bowier, Manuscripts, Albany N. Y. 1908, blz. 319), ([BM Gelre] 3 (1909);.
Rijkers was voogd voor Arent van Corler (de zoon van de nicht van zijn vrouw) (bowier manuscripts pg 403)
Rijkers wapen is links boven op het Weeshuis schilderij afgebeeld daar hij als regent ten tijde van het schilderen reeds was overleden.
DNL 1940 kol 61. Wolter Wulfferts van Hennekeler handelende in compagnie met Rycket van Twiller e.a.)
Gem Nijkerk dhr van Doren / v.d. Kragt. Ryckert wonde met ijn gezien p Kayebeck, later Kwaebeek, tegenwoordig de Spoorstraat.
23-02-1651 een kindt van Dirck Beertsz
22-L 01-03-1651 Lijsgen, Willem Lubbertsz dochter
08-03-1651 een kindt van Jan Claesz
09-03-1651 Peter Reijnersz op de Schillingh
12-03-1651 Marritgen van Renseler
13-03-1651 een kindt van Arent Abrahamsz
VVG genealogie fragmenten
mei 1606: Alijt Voeth, wed. van Gerrit Voeth met Albert Voeth haar zoon en Gisbert van Twiller met joffr. Aeltje Voeths, zijn huisvrouw, en joffr. Meghtelt en Truyda Voeths belangende de goederen van hun zal. vader Gerrit Voeth, gaan een boedelscheiding aan met juffr. Alydt Voeths hun moeder ([REC] inv. nr. 141, fol. 546-547vso).
VOETH (Gerhard), kanselier van Gelderland. Sedert 1579 was hij Raad in den Hove, ook Raad van Graaf Johan van Nassau, stadhouder van Gelderland. In hetzelfde jaar (1579) werd hij mede afgevaardigde tot het Collegie van gecommiteerden tot de nadere Unie om aan Gelderland eenige ontlasting van krijgsvolk te bezorgen, blijkens Notulen van 14 Mei. Weinig tijde te voren had hij namens gemelden Graaf getracht om die van Overijssel tot het toetreden der nadere Unie te bewegen, volgens het Boek der Dagvaarten ter secretarie van Kampen 1579, p. 199, vergeleken met Dumbar. Anal. III. 562, waar zijn naam verkeerdelijk Urth is geschreven. Hij trok namens gemeld collegie eerlang naar Munster.
In 1603 werd hij kanselier en overleed in 1607.
Bezitster van het goed Gerweedingen in Harderwijk
Was van 1583 tot 1619 bezitter van Kleijn-Twillaer in Scherpenzeel (WvT/ brief S.Laansma)
Hij naam het leen over van zijn vader die het van voor 1568 in bezit had.
Uit Transcriptie Jan Tijssen van Ginckel
In 1619 wordt Gerrit Rutgersz beleend door opdracht van Gijsbert Woltersz van Twiller met Cleijn Twiller, anders genoemd de Weerthoff (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 134vo
En via zijn vrouw, van het goed Gerwerdingn in Huinen
– 4-5-1642: Bonum Gerwerdingen in Huinen. 4 Maij obijt Neoclesiae Relicta Gysbert van Twiller Aeltgen Voeth besitterse in haer leven van het goett Gerwerdingen cormeda per filiam Gerhardam van Twiller redempta est met 60 Kar. gld. pro familia 2-10-0 ten overstaen van Melis van Twiller et Mauritz van Arler ([STAMA 441] (1642)).
1.19. Het geslacht Van Twiller
67 Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Gijsbert van Twiller en Aeltgen Voet
Datering: 1615, in tweevoud
Gijsbert van Twillert als gevolm. van zijn bestemoeder Margaretha Brincks weduwe van zall.Harman Brincks in dato 11 mei 1599 verkoopt aan Harmen van Wenkum en Janneke Brinck echtel. hun alinge halve huis aan de Beekstrate tussen Hessel van Duurvoorden en Gerrit Jansen doorgaande mits daarop te blijven 10 stuivers des jaars aan het Bagijnenhuis, item verkoopt in kwaliteit voorschr. de halve hof aan de heg gelegen tussen Berent Heeck en de weg, van Geise Velicken heengekomen Belovende genoemde verkopers om deze koop te vrijen en schadeloos te houden voor Ernst Reefsen en Roelof Hegeman am 14 mei 1599
Uit Anspach: Gijsbert van Twiller (3 Sept.4605 te Harderwijk geh. m. Aeltjen Yoeth) zie Nav. XXIX, 163, en over het zegel van Voeth uit 1590, Herald. Bihl. 1880, bl. 361) werdtegenover de kerkmeesters van Nijkerk 30 Juli 1608 door het hof v. Geld. bij zijn recht van collatie der vikarie St. Severijn in de kerk te Nijkerk gehandhaafd Registers ,A. 29).
R.v.Tw.(waarschijnlijk Ryckert van Twiller) maakte met C. Bentinck en A. Nijenhuis te Nijkerk, krachtens opdracht van het hof v. Geld. in dato 13 Jan. 1624, eene keur, volgens welke de aalmoezeniers zich voortaan aldaar in het beheer der armenzaken zouden hebben te gedragen (ibid., bl. 66).
Evert v. Tw. was als ouderling te Nijkerk vanwege de Harderwijker classis op de Arnh. synode v. 29 Sept.4 Oct. 1652 tegenwoordig.
Gerharda v. Tw., gehuwd met Dr. Willem Heeck, werd 7 Dec. 1663 door het hof v. Geld. veroordeeld om het Vierholtertiend, leenroerig aan de bannerheerlijkheid van Bahr en Lathem, ten behoeve van Tijda van Wijnbergen, weduwe Verdelft, in te ruimen en te verlaten (ibid., bl. 196). — Zie het zegel van Dr. Wilhelm Heeck , secretaris v. Harderwijk (1689), in Herald. bibl880,blz. 357. —
Rodrich Voeth, burgemeester en ouderling te Harderwijk, verscheen op de Harderwijker synode van 23—29 Aug. 1043.
uit VVG genelogie fragmenten:
- 3-6-1622: Gijsbert van Twyler bij opdragt Kils ten Hoeff beleent met het erff ende goet, genoemt den Cleynen Hoeff met allen sijnen in- ende tobehorenden gerechticheyden, so van maelschappen als anders, in Veluwen, in den ampte van Putten gelegen over den Harderwijckerweg, noortwert naest de Nordersteeg, westwert Henrick Vlieck met het Vorstebroeck in Putterbroeck, oostwert Arnt Wolters erfgenamen, westwert Arnt Morren, suydwert die Broecksteeg; noch een sichtganck op Ermelervelt, tsamen groot omtrent thien cleyn molder gcseys; daerbeneven den geheelen thiend, groff ende smal, uut sijn alinge erff ende goet ten Hoeff, als ´t Kil van sijnen vader is angeerft, gelijck hij ´t tegenwoordig besit; ende heeft ten Hoeff sijn erff onde goet, genoemt den groten Hoeff, ´t welck hij behelt, voor evictie ofte inwinninge van ´t opgedragen goet ende thiend an Gijsbert van Twyler te waar gestelt ([Leen] nr. 27).
Gysbert Wolters van Twiller, overl. v11-3-1639, otr. Nijkerk (attest. naar Harderwijk) 18-08-1605, tr. kerk Harderwijk 03-09-1605 Aeltgen Gerlofs Voets, overl. v4-5-1642, dr. van Gerrit Voeth en Alyd Voeth.
- mei 1606: Alijt Voeth, wed. van Gerrit Voeth met Albert Voeth haar zoon en Gisbert van Twiller met joffr. Aeltje Voeths, zijn huisvrouw, en joffr. Meghtelt en Truyda Voeths belangende de goederen van hun zal. vader Gerrit Voeth, gaan een boedelscheiding aan met juffr. Alydt Voeths hun moeder ([REC] inv. nr. 141, fol. 546-547vso).
- 1615: Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Gijsbert van Twiller en Aeltgen Voet ([GA Terschuur] inv. nr. 67).
– 20-12-1620: Gijsbert van Twiller c.s. contra Henrick Vlieck nom. ux. Aertgen Dercksdr., Vrouwen hofhorig goed Cleyn Norden in ambt Putten, buurschap Norden ([GA HOF] inv. nr. 5080, proces 1620/22).
- 3-1-1623: Idem hij opdragt Kils voorn, beleent met 31 molder roggen ´sjaers erflicker renten, te weten 30 uut den hoff to Putten ende l uut Kempengoet, in denselven hoff gehorende, met dat erff ende goet, genoomt den groten Hoeff met al sijn in- ende tobehorende gerechticheit van bosch, hroeck, hey ende wey, gelijck het van olts in sijn begrotinge ende bepalinge gelegen is in den lande van Velu wen, in den kerspel van Putten, 3 Jan. 1623 ([Leen] inv. nr. 27).
Aan de overzijde van de Beekweg lagen vroeger twee boerderijen. De Grote en de Kleine Hoof. De gebouwen zijn afgebroken en het terrein is nu grotendeels bos en staat nog wel bekend als 't Hooft.
Gijsbert heeft in juni 1622 de kleine Hoof en een jaar later ook de grote ten Hoof gekocht van Kil ten Hoef.
De Grote en de Kleine Hoof hoofden bij het huis Putten bij Elburg. Al vanaf 1470 waren voorouders van Kil beleend met beide goederen. Aelbert ten Hove, Kil's vader, was overleden toen Kil nog klein was.
http://www.winkoop.nl/documenten_gelag.html
- 8-9-1635: Gijsbert van Twiller contra Henrick Woutersz., Verpachting; betalingsusance. Groot Gerwerdingen te Putten ([GA PRO] inv. nr. 5149, proces 1635/58).
- 11-3-1639: Luxhoel Neoclesiae in Wullenhoo. 11 Martij Solutum laudemium Gysbert van Twiller ratione partis de bono Luxhoel per filium Wolter mit 5 looth silver .\. 6.5.0 (STAMA 441 (1639)).
- 2-5-1639: Aeltgen Voets, huysfrouw van za. Gijsbert van Twiller, beleend (de Cleynen Hoef en 31 morgen). Hulder haar zoon Wolter van Twiller ([Leen] nr. 27).
- 15-4-1639: Gerwerdingen to Huinen. 15 April Pro cormeda Aeltgen Voets R/ Gisbert van Twiller Neoclesiae ratione boni Gerwerdingen solvit filia Bernarda (Gerharda?) 60 Kar. gld. pro culina
2-10-0 ([STAMA 441] (1639)).
– 1642, 1643, 1644: Vier acten van magescheid tussen de erfgenamen van Alidt Voet, weduwe van Giesbert van Twiller, over haar nalatenschap ([GA Terschuur] inv. nr. 68).
– 4-5-1642: Bonum Gerwerdingen in Huinen. 4 Maij obijt Neoclesiae Relicta Gysbert van Twiller Aeltgen Voeth besitterse in haer leven van het goett Gerwerdingen cormeda per filiam Gerhardam van Twiller redempta est met 60 Kar. gld. pro familia 2-10-0 ten overstaen van Melis van Twiller et Mauritz van Arler ([STAMA 441] (1642)).
- 27-9-1644: Rhynmaete ex Luxhoell. 27 Septembris solutum laudemium R/ (Relicta) Gisbert van Twiller scilicet: Aeltgen Voeths per filiam Bernardam van Twiller wegen der Rhynmate ex bono Luxhoel met 5 looth silver .\. 6-5-0 ([STAMA 441] (1644)).
- 1648: Inventaris van de nalatenschap van Gijsbert van Twiller en Aartje Voet en een acte van magescheid tussen Gerharda en Aleyda van Twiller ([GA Terschuur] inv. nr. 69).
– 9-10-1651: Rynmaethe. Octobris 9 solvit Gerharda van Twiller pro se et nepte filia Lysbeth Scholten et Wolter van Twiller zahliger als erffgenaemen haerer moeder Aeltgen Voets Neoclesiae het versterff van Aeltgen voorschreven overleden in het iaer 1643 ongeveer wegens de Rynmaethe ex Luxhoel 5 looth silvers ad 30 stb. het stck ([STAMA 441] (1651)).
OTE: Verkoopt rente op huizen aan alijt Wouters reeds bepand door: Peter steuns, antoon de witte,de wed. en kinderen van jacob van Haecht Jan de Coninck, steven de wit, jan back en mathijs van den branden
Eerste gekende vermelding: 1570-1610: Gabriel Felbier heeft een straatkelder van 12 voet diep en een kelderdeur van 1 voet diep (T. 166, f° 68 r°; T. 167, f° 193 r°). Bijkomende historische gegevens: 1630-1723: Gabriel Felbier betaalt voor het bovenstaande 3 st. Brab. (T. 169, f° 65 r°). 1719-1794: Er is een straatkelder waarop 3 st. moet betaald worden en een kelderdeur van 1,5 voet waarop 2,25 gr. betaald worden. In de marge 'solvit Bamis 1714' (T. 172, f° 133 r°).
Guldebrueder van de Schermers
Getuigschrift voor Thomas de Fonteni, nu ter Tijt gevangen met zijne huijsvrouwe ende Hanse Fonteni , zijnen sone tot Geldenaken boven Loven
Borg Niclaes Rattel, deken vender gulden Schermers Jan Luycas Ouderman Guillaume Coppyn, guldenbrueder Roelant van Stueele, guldebrueder Joos van den Vondel. vendelier vander selver gulden Francois van den Berge guldenbrueder Jan Ghyssels cnape van der selve gulden.
klerk in de Rekenkamer (1532-1541), auditeur in de Rekenkamer (13-8-1541/13-8-1544), rekenmr. (13-8-1544/27-11-1553), ontvanger van de espargne (1534-1549), ontvanger van de omslagen van de Staten van Holland (1539-1544), beleend met een korentiende in Poeldijk, (5-5-1536) (O.V. 1983, pag. 568), beleend met een hofstede te 's-Gravenhage (31-7-1537)(O.V. 1985, pag. 8 en Jacob de Riemer "Beschrijving van 's-Graven-hage", dl. 2, pag. 741, 1730), beleend met met 20 m. land in Hoencoop (12-5-1543)(O.V. 1982, pag. 596), ambachtsheer van Ketel en half Spaland zoals zijn vader (3-10-1550), ambachtsheer van de Lijnd, heer van 's-Gravenambacht, hij was geh. met Janna Jan Franckenzoondr., leenvrouwe in Strijen in de "gerechte van Swaluwe buijtendijckx" (verm. 1535-1567), dr. van Jan Francken, burgemr. van Dordrecht, Heijman had een zn. bij een onbekende vrouw, hij , overl. Den Haag 14 mrt. 1560, begr. Hofkapel (50 jr.)
uit een buitenechtel. relatie een natuurlijke zoon Jan bij een onbekende vrouw; na Heijmans's dood ontvangt Janna Jans het leen te 's-Gravenhage en de hofstede met het huis waar zij in woont (11-3-1561): Jacob de Woest Jansz. voor Johanna Jansd., die in het huis woont, bij dode van Heineman van de Ketel, haar man, LRK 129 c.Nd.Holland fol. 21, 15-7-1567); op 14-8-1545 krijgt Janna het recht van opvolging in het leen te Hoencoop omdat het leen tijdens haar huwelijk met Heyman van de Ketel is gekocht; dit wordt betwist, maar op 22-5-1560 ontvangt hun zoon Sebastiaen het leen bij dode van zijn vader behoudens de lijftocht van zijn moeder jonkvrouwe Janna Jansdochter (O.V. 1982, pag. 597); Heineman had meerdere beleningen, o.a. te 's Gravenambacht met de aanwas voor het Cortambacht met de kijfzaten enz. (O.V. 1982, pag. 53), beleend met een viertel land in Snelrewaard (25-5-1543); zie ook O.V. 1979, pag. 206 waar hij op 22-9-1552 wordt beleend met 5 lijn 15 roeden te Biervliet en o.a. O.V. 1972, pag. 113;; Nederl. Familienamen Databank: "De Ketel, naam van een polder bij Moerdijk, in 1561: Jan Vrancken landt gehieten den Ketel; na het overlijden van Jan Vrancken in 1535 kwam het leengoed in bezit van zijn dochter Janna Jansdr die gehuwd was met Heijman van de Ketel; vervolgens van hun zoon Jan Heijmansz van de Ketel (1567); de (familie)naam is ontleend aan het familiebezit De Ketel, ambachtsheerlijkheid te Schiedam; het ambachtje Spaland, gelegen tussen Kethel en Vlaardingen, bestond uit een reeks stukken land, die niet alle aaneengelegen waren; ertussen liggen percelen die tot het ambacht Vlaardingen behoorden, sommige van deze behoren zelfs deels tot het ene ambacht, deels tot het andere; reeds in de veertiende eeuw heeft het niet een, maar twee ambachtsheren, welke toestand ook in 1562 nog zo is; daardoor pachtte de schout zijn ambt van beide ambachtsheren voor de helft; zie verder N.L. 1959, kol. 206 waar Meijman wordt verm. als voogd van het weeskind van Sebastiaen van der Nath (Hof van Holl., Sent. nr. 9, inv.nr. 511, 21-4-1539)
ambachtsheer van 's Gravenambacht (een klein gebied nabij Charlois, Katendrecht, Pernis), ambachtsheer van de Kethel en de helft van het Spadeland (een klein gebied nabij Schiedam) etc. (15-7-1567), op dezelfde datum leenman van het leen van zijn vader te 's-Gravenhage, leenman van het leen van zijn moeder in Strijen (1567-1570), eigenaar van een "schrootambacht met de zoutmate" binnen Dordrecht
In 1580 koopt Gisbert de keurmede af voor zijn nog levende vrouw, voor 18 K.gld. Zij hadden toen 5 zonen en 2 dochters. Tevens worden in 1607 al hun kinderen genoemd bij het overlijden van hun moeder. Hij was boer in het buurtschap Diermen.
Jelis G.Snapper was aanvoerder van de beeldenstorm te Amersfoort in 1569.
Jelis werd doodgestoken door zijn buurman
1609 4. Anno eodem Martij 2 in Aggere noctu confossus est a suo vicino nomine PEEL VUIST nostro vasallo JEUS GISBERSEN parens dictus GISBERT JANSEN SNAPPER, colonus in vico Dijrmen [vertaling: Hetzelfde jaar 2 maart is in Agger 's nachts doorstoken door zijn buurman Peel Vuist onze horige Jelis Gijsberts, wiens vader heet Gijsbert Janszn Snapper, boer in de buurtschap Diermen], de huius familia vide supra folium 4tum praecedens b. [= zie 1607-1] pro cormeda curavi adduci equam, quam redemerunt 40 fl. Holl. dantes pro censu neglecto 6 fl. et pro familia 4 fl. et pro vino in caupona.
Wonende achter Doesburg. In de Kelnarij van Putten staat vermeld dat op 2 maart 1609 in Agger is 's nachts doorstoken door zijn buurman Peel Vuist onze horige Jelis Gijsberts, wiens vader heet Gijsbert Jansz Snapper, boer in het buurtschap Diermen.Hij werd des nachts doorstoken door zijn buurman Peel Vuist (kelnarij 1609). Zijn keurmede werd afgekocht voor 40 fl.Holl. Achterstallig hoofdgeld 6 gld. en wijn voor het personeel. Zijn vader Gijsbert Jansz Snapperwas toen boer in het buurtschap Diermen. Jelis G.Snapper was aanvoerder van de beeldenstorm te Amersfoort in 1569.
echter.... In het jaar 1566 heeft men deze Jelis Snapper in de herberg "In den Haspel" horen zeggen, dat hij met anderen besloten had de beelden in de kerk te breken. Van een beeldenstorm is niets gekomen. Jelis sterft op 3 maart 1610 door de hand van buurtgenoot Peel Vuist, die hem aan de Putterdijk (bij Putten) doodsteekt. (Bron: H. van der Flier: 6 eeuwen van der Flier).
Genoemd in de Kelnarij van Putten in 1580, als zoon van Gisbert Jansen en Trijne Ellertsz, waarbij Gisbert de keurmede afkoopt voor zijn nog levende vrouw
4941 Wolter Henrickss. van Wenckum contra Willem van Haeften Ottenss., Leengoed. Datering:
1559 Procesdossiernummer:
1559/22 Eiser:
Wolter Henrickss. van Wenckum Gedaagde:
Willem van Haeften Ottenss. Feit:
Leengoed. Vindplaats:
Gelders Archief
Margarythe/Gryte Mhelis van Kayenbeeck, tr. Harderwijk (morgengave) 06-05-1549 Rycket Brinck/van Wenckum, overl. v 14-11-1562, zn. van Wouter Hendricksen van Wenckum en Lambertgen Brinck.
- 14-11-1562: Gryte, wed. van Rycket Brinck met Bessel van Wenckum haar oom en gekoren momber ad lites om in te vorderen zes mudde rogge ´s jaars als haar met haar zal. man in medegave vermoege een hylixbrief gegeven is en nog 250 gl. als haar zal. man van zal. Alphert Brinck gegeven is ([REC] inv. nr 136, fol. 107).
- 13-2-1571: Frederick van Zuilen van Nijevelt, drost van Veluwe, verzoekt aan burgemeesters en raad Margareta, weduwe van Rijckolt van Wenckom en kinderen Brinckjen, Alijt en Melis van Wenckum, in het bezit te stellen van hun aandeel in de door Wolter van Wenckum nagelaten goederen voor zover in deze jurisdictie van Harderwijk gelegen zijn. Geschreven te Bernefelt 13 februari 1571 (Afschrift ca. 1760) in inv. nr. 1997 folio 76 (Harderwijk, regesten 100 tot 1500, nr. 1447).
- 6-5-1549: Ryckout Brinck Woutersz gaf Gryte Mhelis, zijn echte wijf, 100 Frankrycksche schilden to morgangave ([REC] inv. nr. 134, fol. 417vso).
- 16-3-1550: Ryckout Brinck met Gryte, zijn echte wijf, Claes Eersten met Mette, zijn echte wijf, en Hille Brincks en Henrickje Brincks alias genant Brinckgen met Ryckout voors. haar broeder en hun beider gecoren momber, machtigen Wolter Henricks, hun vader tegen Marten Coelwagen en Lambert van Huet ([REC] inv. nr. 135, fol. 14 en 15vso).
- 14-11-1562: Gryte, wed. van Rycket Brinck met Bessel van Wenckum, haar oom en gekoren momber machtigt ad lites om in te vorderen 6 mudde rogge ´s jaars als haar met haar zal. man in medegave vermoege een hylixbrief gegeven is en nog 250 gl. als haar zal. man van zal. Alphert Brinck gegeven is ([REC] inv. nr. 136, fol. 107).
- 1627: zie ook ([GA PRO] 1627V Henrick van Nultle contra Goetschalck Claessen).
Nelle van Wenckum, oudste dochter van Wouter Henricksen en Lambertgen Brinck. Laatstgenoemd echtpaar had blijkens genoemde verklaring geen andere dochters dan Nelle, een niet met name genoemde, gehuwd met Mauritius Pannekoeck (kinderloos overleden), en een jongste, Hilletje genaamd, getrouwd met Evert van Nulde.
0434 Huis Ter Schuur Inventaris 5. Regestenlijst Bookmark Delen Reageren 51 . Kyll van Nulde en Coip Scrasser enerzijds, en Johan van Bryenen en Peter Herbertsen anderzijds, maken huwelijks voorwaarden tussen Evert van Nulde en Hille van Wenckum, dochter van Wolter van Wenckum, waar bij Evert van Nulde de erfenis van zijn vader en hetgeen hij van zijn moeder zal erven, aanbrengt, en waarbij Hille van Wenckum aanbrengt het erf Crom-raenhorst, behalve het aandeel van Cornelis van Erveningen, met het Haterboss en een zichtgang op het Helrevelt, gelegen in het ambt Nyekerck, waarbij tevens bepaald wordt, dat Wolter aan Evert en Hille, als ze niet meer bij hem in huis wonen, 2 molder rogge zal geven, en waarbij joffer Mergreta Brincks, dochter van Alert Otten met Wolff Wolff, haar momber, aan Hille geeft een erf te Hyerde in de vrijheid van Harderwiick, zoals zij dat van haar oom Alffert Brinck ontvangen heeft en waaronder behoren een stuk weiland in de buurschap Hulshorst in het ambt Ermell, een stuk haverland in de vrijheid, 52 molder haverland, waarvan 10 molder in de vrijheid, genaamd het Hoige Broick , aan de Hierder beyck en 42 molder in het ambt Armell, aan de overzijde van de Hierder beeck , 2 dagraaten hooiland, die "toe wandell gaen van 8 dachmaeten", een dagmaat hooiland op de Oistermheen, genaamd het Elsskipgen; tevens wordt bepaald, dat Hille en Evert na Margaretha's dood aan haar nicht Elsse Dircks 2 molder rogge 's jaars geven. Oorspr. (Inv.no 55). Met de geschonden zegels van de 1e, 3e en 4e oorkonder, het zegel van de 2e oorkonder is verloren. Datering:
1556 December 29
Leenboek Scherpenzeel 11-5-1568: Hendrik Scholten Hendriksz. voor Wouter Gijsbertsz., zijn neef, onmondig, bij dode van Gijsbert Woutersz., diens vader, te Nijkerk, 141 fol. 51-52
Hendrik Scholten was de broer van Gijsbert's vrouw Scholten Vaneveld
WvT Van Klein Watergoor
Gelders Archief : 0434 Huis Ter Schuur Inventaris 2. Stukken van zakelijke aard
2.1. Goederen in Gelderland
2.1.1. Kwartier van Arnhem
2.1.1.9. Ambt Nijkerk
166 Acte, waarbij Henrica, weduwe van Gelis van Ryemsdick, en Henrick, haar zoon, het goed Klein Watergoor overdragen aan Meys Gerits en Griet, echtelieden en aan Gyesbert Wolters
Datering: 1540
31-10-1540 Joffer Henrica, weduwe van Gelis van Ryemsdick, en Henrick van Ryemsdiick, haar zoon, dragen het goed Kleyn Watergoer, gelegen in het kerspel van der Niekerick, over aan Meys Gerritsz. en Griet, echtelieden, en aan Gyesbert Wolters. Oorspr. (Inv.no 166). De zegels van Gyesbert van Weenkum en Jan van Hell zijn verloren. ([GA Terschuur] reg. 34).
Het huis Watergoor bestond in Nijkerk van 1435 tot 1854 (Gelders Archief)
zie Otto van Scherpenzeel & Stijne
Hendrik van Aller, die in 1424 beleend werd met half Watergoor, behoorde tot de huwelijksvrienden van Stijne van den Gruijthuijs
De Ned Leeuw 1943 blz 123.
Elisabeth Scholten van Vanevelt, die tr. in of vóór 1537 Gysbert Woltersz (van Twiller), geb. ± 1518, + vóór 11 Mei 156 , zn. van Wolter.
Was van voor 1568 tot 1583 leen/eigenaar van Groot Willaer in Scherpenzeel (WvT brief S.Laansma 1975)
Gelders Archief ambt Scherpenzeel, toeg 0434 Huis ter Schuur inventaris 195
Acte, waarbij Wilhelm van Scherpenzeel Wolter Giisberts zoon van Gijsbert Woltersen, beleent met een rente van 5 Carolusgulden uit Groot Twiller, 1568. Met in dorso een latere acte van belening, 1583
Ook vermeld in Leenboek Scherpenzeel
30-3-1583: Wouter Gijsbertsz. bij dode van Hendrik Scholten Hendriksz. met ledige hand, 141 fol.51v
Hendrik was zijn oom van moederszijde
7-5-1585: Reiner van Vaneveld voor Wouter Gijsbertsz., onmondig, zoals Gijsbert Woutersz.,
diens vader, 141 fol. 55-56.
Reiner was ook een oom van Mmoederszijde
4-3-1598: Hulde van Wouter Gijsbertsz., 141 fol. 57
hvt Willem van Scherpenzeel 1520-1570
NED LEEUW 1949.
Hij was een zoon van Gijsbert Wolters, en Elisabeth Scholten van Vanevelt (zie Ned. Leeuw LX1 (1943) kol. 123). De Van Twiller’s voerden hetzelfde wapen als de Van By(a)ler's, t.w. zes lelies (3, 2 en 1), maar de bewering van Beernink (a.w. blz. 145), dat zij (dus?) tot een jongeren tak van laatstgenoemd geslacht. behoord hebben, is volkomen onbewezen.
Ned Leeuw 1940 kol334 note 136 Wolter Gijsberts en Alijdt van Wenckum Ryckertsdr uit welks huwelijk drie zonen, Gijbert, Amelis en Rykert, die den naam van Twiller aannamen, vermoedelijk ontleend aan het goed (Groot) Twyller onder Scherpenzeel.
34. Joffer Henrica, weduwe van Gelis van Ryemsdick, en Henrick van Ryemsdiick, haar zoon, dragen het goed Kleyn Watergoer, gelegen in het kerspel van der Niekerick, over aan Meys Gerritsz. en Griet, echtelieden, en aan Gyesbert Wolters. Oorspr. (Inv.no 166). De zegels van Gyesbert van Weenkum en Jan van Hell zijn verloren.
1 3 0 ) G.P.V.' Inv. no. 14, deel 30, proces XIV. Zij was blijkens G. P.V. Inv. 14, deel 1607-09, proces no. 25 een dochter van Gijsbert Wol- ters en Elisabeth (Scholten van Vanevelt; zie C.P.H. 1608 I I ) . Haar broeder Wolter Gijsberts tr. Alijdt van Wenckum Bycketsdr. (C.P.H. 1627 V, Henrick van Nulde contra Goetschalck Claessen; zie hierboven aant. 94), uit welk huwelijk drie zonen, Gijsbert, Amelis, en Rvkct, die den naam Van Twiller aannamen, vermoedelijk ontleend aan hot goed (Cleyn) Twyller onder Scherpenzeel.
Margarythe/Gryte Mhelis van Kayenbeeck, tr. Harderwijk (morgengave) 06-05-1549 Rycket Brinck/van Wenckum, overl. v 14-11-1562, zn. van Wouter Hendricksen van Wenckum en Lambertgen Brinck.
- 14-11-1562: Gryte, wed. van Rycket Brinck met Bessel van Wenckum haar oom en gekoren momber ad lites om in te vorderen zes mudde rogge ´s jaars als haar met haar zal. man in medegave vermoege een hylixbrief gegeven is en nog 250 gl. als haar zal. man van zal. Alphert Brinck gegeven is ([REC] inv. nr 136, fol. 107).
- 13-2-1571: Frederick van Zuilen van Nijevelt, drost van Veluwe, verzoekt aan burgemeesters en raad Margareta, weduwe van Rijckolt van Wenckom en kinderen Brinckjen, Alijt en Melis van Wenckum, in het bezit te stellen van hun aandeel in de door Wolter van Wenckum nagelaten goederen voor zover in deze jurisdictie van Harderwijk gelegen zijn. Geschreven te Bernefelt 13 februari 1571 (Afschrift ca. 1760) in inv. nr. 1997 folio 76 (Harderwijk, regesten 100 tot 1500, nr. 1447).
- 6-5-1549: Ryckout Brinck Woutersz gaf Gryte Mhelis, zijn echte wijf, 100 Frankrycksche schilden to morgangave ([REC] inv. nr. 134, fol. 417vso).
- 16-3-1550: Ryckout Brinck met Gryte, zijn echte wijf, Claes Eersten met Mette, zijn echte wijf, en Hille Brincks en Henrickje Brincks alias genant Brinckgen met Ryckout voors. haar broeder en hun beider gecoren momber, machtigen Wolter Henricks, hun vader tegen Marten Coelwagen en Lambert van Huet ([REC] inv. nr. 135, fol. 14 en 15vso).
- 14-11-1562: Gryte, wed. van Rycket Brinck met Bessel van Wenckum, haar oom en gekoren momber machtigt ad lites om in te vorderen 6 mudde rogge ´s jaars als haar met haar zal. man in medegave vermoege een hylixbrief gegeven is en nog 250 gl. als haar zal. man van zal. Alphert Brinck gegeven is ([REC] inv. nr. 136, fol. 107).
- 1627: zie ook ([GA PRO] 1627V Henrick van Nultle contra Goetschalck Claessen).
Was van voor 1568 tot 1583 leen/eigenaar van Groot Willaer in Scherpenzeel (WvT brief S.Laansma 1975)
Gelders Archief ambt Scherpenzeel, toeg 0434 Huis ter Schuur inventaris 195
Acte, waarbij Wilhelm van Scherpenzeel Wolter Giisberts zoon van Gijsbert Woltersen, beleent met een rente van 5 Carolusgulden uit Groot Twiller, 1568. Met in dorso een latere acte van belening, 1583
Ook vermeld in Leenboek Scherpenzeel
30-3-1583: Wouter Gijsbertsz. bij dode van Hendrik Scholten Hendriksz. met ledige hand, 141 fol.51v
Hendrik was zijn oom van moederszijde
7-5-1585: Reiner van Vaneveld voor Wouter Gijsbertsz., onmondig, zoals Gijsbert Woutersz.,
diens vader, 141 fol. 55-56.
Reiner was ook een oom van Mmoederszijde
4-3-1598: Hulde van Wouter Gijsbertsz., 141 fol. 57
hvt Willem van Scherpenzeel 1520-1570
NED LEEUW 1949.
Hij was een zoon van Gijsbert Wolters, en Elisabeth Scholten van Vanevelt (zie Ned. Leeuw LX1 (1943) kol. 123). De Van Twiller’s voerden hetzelfde wapen als de Van By(a)ler's, t.w. zes lelies (3, 2 en 1), maar de bewering van Beernink (a.w. blz. 145), dat zij (dus?) tot een jongeren tak van laatstgenoemd geslacht. behoord hebben, is volkomen onbewezen.
Ned Leeuw 1940 kol334 note 136 Wolter Gijsberts en Alijdt van Wenckum Ryckertsdr uit welks huwelijk drie zonen, Gijbert, Amelis en Rykert, die den naam van Twiller aannamen, vermoedelijk ontleend aan het goed (Groot) Twyller onder Scherpenzeel.
34. Joffer Henrica, weduwe van Gelis van Ryemsdick, en Henrick van Ryemsdiick, haar zoon, dragen het goed Kleyn Watergoer, gelegen in het kerspel van der Niekerick, over aan Meys Gerritsz. en Griet, echtelieden, en aan Gyesbert Wolters. Oorspr. (Inv.no 166). De zegels van Gyesbert van Weenkum en Jan van Hell zijn verloren.
994 Huwelijksche voorwaarden van Gerhardus Fussius (Voet) en Concordia Ehem, dochter van Christoff Ehem, cancelier van den keurvorst van de Pfaltz. Waaraan bevestigd 4 zegels Datering: 1575 juli 1. (Datum Heydelberg den ersten July. Zie op Huw. voorwaarden 16 september 1587)
VVG genealogie fragmenten
mei 1606: Alijt Voeth, wed. van Gerrit Voeth met Albert Voeth haar zoon en Gisbert van Twiller met joffr. Aeltje Voeths, zijn huisvrouw, en joffr. Meghtelt en Truyda Voeths belangende de goederen van hun zal. vader Gerrit Voeth, gaan een boedelscheiding aan met juffr. Alydt Voeths hun moeder ([REC] inv. nr. 141, fol. 546-547vso).
VOETH (Gerhard), kanselier van Gelderland. Sedert 1579 was hij Raad in den Hove, ook Raad van Graaf Johan van Nassau, stadhouder van Gelderland. In hetzelfde jaar (1579) werd hij mede afgevaardigde tot het Collegie van gecommiteerden tot de nadere Unie om aan Gelderland eenige ontlasting van krijgsvolk te bezorgen, blijkens Notulen van 14 Mei. Weinig tijde te voren had hij namens gemelden Graaf getracht om die van Overijssel tot het toetreden der nadere Unie te bewegen, volgens het Boek der Dagvaarten ter secretarie van Kampen 1579, p. 199, vergeleken met Dumbar. Anal. III. 562, waar zijn naam verkeerdelijk Urth is geschreven. Hij trok namens gemeld collegie eerlang naar Munster.
In 1603 werd hij kanselier en overleed in 1607.
Gelders Archief, nnr1213 Bijlegging van het geschil over de verdeeling van de nalatenschap van Gerrit Voeth, richter in Nijbroek, en diens echtgenoot, Gerharda van Wijnbergen, tusschen Steven van Rhemen en diens echtgenoot Lucia Voeth, ter eenre en Johan van Wijnbergen c.s. ter andere zijde. Papier, origineel, door partijen getekend Datering: 1638 februari 25. (Aldus gedaan binnen Deventer, den 25 February)
bast. mr. Vincent Cornelis (van van MIEROP (Myerop)) (ook CUIJK van MYEROP), geb. 1469, ridder, bijgenaamd "den grooten Vyncent", in 1509 "een man van groot aensien" genoemd, een der rijkste ingezetenen der Nederlanden en wellicht de invloedrijkste Hollandse ambtenaar uit de eerste helft van de zestiende eeuw, vermaard rekenmeester der Nederlanden in de Habsburgse tijd, ondertekende regelmatig met XXC (vingtcent) Cornelisz. gevolgd door vele krullen (een erudiet grapje waaruit blijkt dat hij aardig opde hoogte was met het Frans), genealoog, klerk (1498-vóór 1499) van Thomas Beukelaar (Serge ter Braake, die ik hieronder uitgebreid zal citeren geeft op pag. 368-369 van zijn proefschrift als ambten van zijn leermr. aan, volgorde willekeurig,: heer van Albl.dam, Ottoland en de parochie 's-Heeraartsberg, rentmr. van de exploten, rentmr. van de beden, ontvanger van de omslagen op de schildtalen, kastelein van Geertruidenberg, baljuw, schout en dijkgraaf van Strijen, dijkgraaf van de Alblasserwaard, schepen en burgemr. van Dordr., schout van Dordr., tresorier van Dordr., tollenaar van Geervliet, rentmr.-generaal van Zuid-Holland, rekenmr. in de Rekenkamer, raadsheer); aan Vincent werd in 1504 het eerst vrijkomende ambt van rekenmr. beloofd, hij werd klerk in de Rekenkamer (1504-1505), auditeur (31-12-1505/20-1-1509), rekenmr. (20-1-1509/29-8-1541), een van de commissarissen voor de "informacie" van 1514, nam in 1516 het initiatief tot de eerste gedrukte editie van het "Tractatus de cura rei publica" van Filips van Leiden, bewaarder van de charters en registers (2-9-1518/14-6-1550), te Brussel gecommitteerde in de Raad van Financien (1531-1546), thessaurier-generaal in de Raad van Financien (1546-1550); heer van Cabau, Spierinckhoeck, Dortsmonde en Ruijven, verzamelde tussen 1514 en 1529 maar liefst dertien collatierechten binnen de stad Leiden (8 in de St.-Pancraskerk en 5 in de St.-Pieterskerk) waardoor hij veel invloed kreeg op kerkelijke benoemingen; had daarbuiten vicarieen in de kerken van Geervliet, Voorburg en Voorschoten en de curiteitsplaats te Ketel; heer van Kethel en half Spaland enz. (19-4-1526), overdracht 12-8-1526, maar ontving reeds sinds 2-5-1524 een rente van 10 gouden Philpsguldens uit dit leen van Anthonis van Zuylen van Nyevelt uit Delft (O.V. 1970,pag. 247, idem 1978, pag. 221-223). Zijn belangrijkste bezitingen hierboven; een deel van zijn beleningen in chronologische volgorde hieronder: (3-2-1514, verkoop 6-12-1519) met een huis en erf met de hele watergang en met de hele rijweg van het grote huis van Michiel Gherijtsz. te Leiden (O.V. 1978, pag. 532), (4-2-1514) met 5 m. land aan den Groenendijk in Hazerswoude, strekkend van de Rijn tot Burmade (O.V. 1987, pag. 522), (7-3-1514) met de droge dijk, die aan het land van Putten, aan de polder van Geervliet en de polder van Biervliet met Hoenderhoek binnenbedijkt is, beleent vervolgens oudste dr. Marycgen of Margriet geh. met Vincent Dammasz. alias van den Droogendijck, (zijn ambten, Ter Braake, pag. 378, volgorde willekeurig: klerk in de Rekenkamer, auditeur, rekenmr., substituut en bewaarder van de charters en registers, secr. van Karel V, klerk van Jehan Lettin, klerk van de eerste secr. en audiencier van Philips Haneton, lid van het Sacramentsglde te Den Haag) op 10-9-1518 (leeneed 21-9-1518) met hetzelfde leen (O.V. 1979, pag. 204), Vincent werd verder beleend (31-12-1515 en 2-1-1518) met 9 m. in Rijswijk (O.V. 1982, pag. 560), (8-3-1521) met 35 gem. in Stomper, een Arkels leen waarbij hij grond ruilde in Koudekerk, Zoeterwoude, Valkenburg en Katwijk (O.V. 1979, pag. 212), (29-1-1523) met de vogelarij, veren en uitgorzen van West-Barendrecht (O.V. 1985, pag. 181), (29-1-1524 en 4-6-1538) met een deel van de ambachtsheerlijkheid met gevolgen van de nieuwe aanwassen, gorzen, slijken en rietbroeken bij Strijen, strekkend van de Westmaas tot het diep van Strienemonde langs de Group westwaarts tot Kromstrijen, zuidwaarts tot Wijkeveen, oostwaarts tot het nieuwland van Essche (O.V. 1979, pag. 59), (31-12-1528 en 12-5-1531) met het huis, de hofstad van Spierincxhouck, de grachten, de singel, de boomgaard (O.V. 1978, pag. 222), (30-8-1530) met het dorp Cabau (O.V. 1985, pag. 500), (31-5-1531) met 3 m. land buiten de zeedijk tussen Schiedamme en de Polre in 18 m. (O.V. 1978, pag. 221), (17-8-1537) met Ruiven (O.V. 1983, pag. 147), (5-10-1547) met de helft van een korentiende te Wateringen, genaamd de Honaard (O.V. 1983, pag. 557), (23-8-1549) met grote delen van de visserij te Dortsmonde (O.V. 1978, pag. 9) en kort na zijn dood (7-4-1551) werd dr. Cornelia nog namens haar vader beleend met een visserij, strekkend van Dordsmonde in de Dubbel tot die Wale, naast Dubbeldam, de Mijl en Puttershoek enerzijds en Zwijndrecht anderzijds, en tot Barendrecht; hij was bezitter van vele tienden in Zeeland die hij had gekocht van de vorst (ter Braake, pag. 120) en naast zijn ambachten, gegoed te Barendrecht, Brussel, Charlois, Delft, Den, Haag, Dordrecht, grens Gelderland en Utrecht, Leiden, op de Lek, Numansdorp, Ooltgensplaat, het Oude Land van Putten, Piershil, Pijnacker, Rijswijk, Schiedam, Spijkenisse, Stad a/h/ Haringvliet, Strijen en Wateringen (zie A.J. van der Aa "Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden" en G.D.J Schotel "Nieuw Bibliographisch Woordenboek der Nederlanden"); octrooi van keizer Karel V om over zijn goederen te beschikken (1524 en 7-5-1538); was mogel. stichter van het huis "De heer van Cabauw" in een steeg aan de zuidzijde van het Voorhout in Den Haag, in 1570 aangemerkt als nr. 63 en in 1595 uit de nalatenschap van Jacob van Mierop verkocht aan Francois van Aerssen, ridder, heer van Sommelsdijk (Jacob de Riemer, "Beschrijving van 's-Gravenhage", drukkerij Reinier Boitet te Delft, 1730, pag. 744), Vincent was verder eigenaar van het huis Nieuwburch te Rijswijk, het huis Spierinckhoeck bij Schiedam (zie boven) en een huis te Brussel, tijdelijk eigenaar van het huis Leijenburg, een Arkels leen, aan hem door Joost van Swieten overgedragen op 9-5-1522, kwijtschelding van dit leen op 13-12-1528 t.b.v. Geryt van Arckel; schreef in 1539 een "Oud Register van Landen en Renten" (Nav. 3, pag. 99), een der bedijkers van Numansdorp (1548); test. met Maria te Brussel op 17-7-1549 (G.A. Amsterdam, fam. arch. Moens, inv.nr. 224) waarin hij de wens uitspreekt te worden begr. in de Kloosterkerk te Den Haag indien de grafkelder in het St.-Jeronimusconvent te Delft nog niet gereed was of anders in Brabant; mr. Vincent en zijn vrouw zijn te vinden op schilderijen in het Gem. Museum van Den Haag; hij werd geportretteerd 10 jaar na zijn overl. met het wapen Cuijk van Mierop (het enigszins houterige schilderij is waarsch. een copie); zijn zerk werd afgebeeld in "Le grand Theatre sacre du Duche de Brabant", dl. 1, tweede stuk t.o. pag. 271, daar alleen verm. als heer van Cabau , begr. Brussel (Augustijnenenkerk. met wapen) 14 jun. 1550 (81 jr.), tr. ca. 1495.
Onwettige dichter van de kapellaan van de hofkapel later werd ze de Granvelle van den Haag genoemd
(e e a volgens Bunschoter Canon)
was aartsdiaken en domproost, hoofd van het domkapittel van de Utrechtse Domkerk. Ook was hij deken van het kapittel van Oudmunster te Utrecht.
an Mierop was een zoon van de thesaurier-generaal van Holland, Vincent Cornelisz. en Maria Ruysch. Hij schreef zich in 1522 in als minderjarige bij de Universiteit Leuven, waaruit blijkt dat hij toen nog geen veertien jaar was (de leeftijd waarop een jongen zich daar mocht inschrijven als meerderjarige). In 1528 werd hij deken van de kanunniken van de Haagse Hofkapel. Hij trad daarmee in de voetsporen van zijn grootvader Jacob Ruysch. In 1533 studeerde hij rechten in Padua, waar hij promoveerde tot doctor in de rechten. Weer trad hij daarmee in de voetsporen van zijn grootvader. Van 1534 tot 1537 was hij tevens onbezoldigd raadsheer in het Hof van Holland. In 1541 schonk hij het "Maaghdeglas" aan de Grote Kerk van Den Haag. In 1545 werd van Mierop benoemd tot domproost in Utrecht. Vanaf 1 juni 1547 was hij tevens raadsheer in de Geheime Raad, een adviescollege van de landsheer, ten tijde van zijn benoeming was dat keizer Karel V. In 1556 schonk hij één van de gebrandschilderde glazen in de Grote of Sint-Janskerk in Gouda, een afbeelding van Jezus die preekt bij de Jordaan. Hij werd als schenker van dit glas door de glazenier Dirk Crabeth afgebeeld. Achter hem staat zijn patroon, de heilige Vincentius. In het Centraal Museum te Utrecht bevindt zich een penning uit 1558 waarop hij staat afgebeeld. In 1562 kocht hij de ridderhofstad Huis te Vliet te Lopik.
klerk in de Rekenkamer (1532-1541), auditeur in de Rekenkamer (13-8-1541/13-8-1544), rekenmr. (13-8-1544/27-11-1553), ontvanger van de espargne (1534-1549), ontvanger van de omslagen van de Staten van Holland (1539-1544), beleend met een korentiende in Poeldijk, (5-5-1536) (O.V. 1983, pag. 568), beleend met een hofstede te 's-Gravenhage (31-7-1537)(O.V. 1985, pag. 8 en Jacob de Riemer "Beschrijving van 's-Graven-hage", dl. 2, pag. 741, 1730), beleend met met 20 m. land in Hoencoop (12-5-1543)(O.V. 1982, pag. 596), ambachtsheer van Ketel en half Spaland zoals zijn vader (3-10-1550), ambachtsheer van de Lijnd, heer van 's-Gravenambacht, hij was geh. met Janna Jan Franckenzoondr., leenvrouwe in Strijen in de "gerechte van Swaluwe buijtendijckx" (verm. 1535-1567), dr. van Jan Francken, burgemr. van Dordrecht, Heijman had een zn. bij een onbekende vrouw, hij , overl. Den Haag 14 mrt. 1560, begr. Hofkapel (50 jr.)
klerk in de Rekenkamer (1532-1541), auditeur in de Rekenkamer (13-8-1541/13-8-1544), rekenmr. (13-8-1544/27-11-1553), ontvanger van de espargne (1534-1549), ontvanger van de omslagen van de Staten van Holland (1539-1544), beleend met een korentiende in Poeldijk, (5-5-1536) (O.V. 1983, pag. 568), beleend met een hofstede te 's-Gravenhage (31-7-1537)(O.V. 1985, pag. 8 en Jacob de Riemer "Beschrijving van 's-Graven-hage", dl. 2, pag. 741, 1730), beleend met met 20 m. land in Hoencoop (12-5-1543)(O.V. 1982, pag. 596), ambachtsheer van Ketel en half Spaland zoals zijn vader (3-10-1550), ambachtsheer van de Lijnd, heer van 's-Gravenambacht, hij was geh. met Janna Jan Franckenzoondr., leenvrouwe in Strijen in de "gerechte van Swaluwe buijtendijckx" (verm. 1535-1567), dr. van Jan Francken, burgemr. van Dordrecht, Heijman had een zn. bij een onbekende vrouw, hij , overl. Den Haag 14 mrt. 1560, begr. Hofkapel (50 jr.)
In 1580 koopt Gisbert de keurmede af voor zijn nog levende vrouw, voor 18 K.gld. Zij hadden toen 5 zonen en 2 dochters. Tevens worden in 1607 al hun kinderen genoemd bij het overlijden van hun moeder. Hij was boer in het buurtschap Diermen.
4941 Wolter Henrickss. van Wenckum contra Willem van Haeften Ottenss., Leengoed. Datering:
1559 Procesdossiernummer:
1559/22 Eiser:
Wolter Henrickss. van Wenckum Gedaagde:
Willem van Haeften Ottenss. Feit:
Leengoed. Vindplaats:
Gelders Archief
Met zijn vrouw bezitters van abstgoed "Cleyn Hellengoed" in 1532.
Kocht zih in 1532 met zijn vrouw vrij van verplichting zich horig te maken naar het goed.
Zij bezat, zonder horig te zijn, in 1532 "Cleyn Hellegoed"
DNL 1940 P.V. Inv. 14, deel 1607-09, proces no. 25
een dochter van Gijsbert Wolters en Elisabeth (Scholten van Vanevelt;
zie C.P.H. 1608 I I ) .
Haar broeder Wolter Gijsberts tr. Alijdt van Wenckum Bycketsdr.
(C.P.H. 1627 V, Henrick van Nulde contra Goetschalck Claessen; zie hierboven
aant. 94),
uit welk huwelijk drie zonen, Gijsbert, Amelis, en Rvkct, die den naam Van Twiller aannamen,
Leenboek Scherpenzeel 11-5-1568: Hendrik Scholten Hendriksz. voor Wouter Gijsbertsz., zijn neef, onmondig, bij dode van Gijsbert Woutersz., diens vader, te Nijkerk, 141 fol. 51-52
Hendrik Scholten was de broer van Gijsbert's vrouw Scholten Vaneveld
WvT Van Klein Watergoor
Gelders Archief : 0434 Huis Ter Schuur Inventaris 2. Stukken van zakelijke aard
2.1. Goederen in Gelderland
2.1.1. Kwartier van Arnhem
2.1.1.9. Ambt Nijkerk
166 Acte, waarbij Henrica, weduwe van Gelis van Ryemsdick, en Henrick, haar zoon, het goed Klein Watergoor overdragen aan Meys Gerits en Griet, echtelieden en aan Gyesbert Wolters
Datering: 1540
31-10-1540 Joffer Henrica, weduwe van Gelis van Ryemsdick, en Henrick van Ryemsdiick, haar zoon, dragen het goed Kleyn Watergoer, gelegen in het kerspel van der Niekerick, over aan Meys Gerritsz. en Griet, echtelieden, en aan Gyesbert Wolters. Oorspr. (Inv.no 166). De zegels van Gyesbert van Weenkum en Jan van Hell zijn verloren. ([GA Terschuur] reg. 34).
Het huis Watergoor bestond in Nijkerk van 1435 tot 1854 (Gelders Archief)
zie Otto van Scherpenzeel & Stijne
Hendrik van Aller, die in 1424 beleend werd met half Watergoor, behoorde tot de huwelijksvrienden van Stijne van den Gruijthuijs
De Ned Leeuw 1943 blz 123.
Elisabeth Scholten van Vanevelt, die tr. in of vóór 1537 Gysbert Woltersz (van Twiller), geb. ± 1518, + vóór 11 Mei 156 , zn. van Wolter.
1553 uit ambt van Schout van Nijkerk ontslagen
Vermeld in 1529. Wegens wangedrag in 1551 te Arnhem gevangen gezet.
Eigenaar van het goed Roeckeswerff. Nog vermeld met zijn vruw in 1558.
Ook vermeld in leenboek Scherpenzeel 30-3-1583: Wouter Gijsbertsz. bij dode van Hendrik Scholten Hendriksz. met ledige hand, 141 fol. 51v
vermeld 14 Nov. 1575 ,pacht 5 Sept. 1577 het schoutambt van Putten van Bye Scholten, en komt op dien grond na afloop van den pachttijd voor als gewezen schout van Putten4 0 ) , leeft nog 27 Maart 1597
De Ned Leeuw 1943 blz 123.
Elisabeth Scholten van Vanevelt, die tr. in of vóór 1537 Gysbert Woltersz (van Twiller), geb. ± 1518, + vóór 11 Mei 156 , zn. van Wolter.
Leenboek Scherpenzeel 11-5-1568: Hendrik Scholten Hendriksz. voor Wouter Gijsbertsz., zijn neef, onmondig, bij dode van Gijsbert Woutersz., diens vader, te Nijkerk, 141 fol. 51-52
Hendrik Scholten was de broer van Gijsbert's vrouw Scholten Vaneveld
WvT Van Klein Watergoor
Gelders Archief : 0434 Huis Ter Schuur Inventaris 2. Stukken van zakelijke aard
2.1. Goederen in Gelderland
2.1.1. Kwartier van Arnhem
2.1.1.9. Ambt Nijkerk
166 Acte, waarbij Henrica, weduwe van Gelis van Ryemsdick, en Henrick, haar zoon, het goed Klein Watergoor overdragen aan Meys Gerits en Griet, echtelieden en aan Gyesbert Wolters
Datering: 1540
31-10-1540 Joffer Henrica, weduwe van Gelis van Ryemsdick, en Henrick van Ryemsdiick, haar zoon, dragen het goed Kleyn Watergoer, gelegen in het kerspel van der Niekerick, over aan Meys Gerritsz. en Griet, echtelieden, en aan Gyesbert Wolters. Oorspr. (Inv.no 166). De zegels van Gyesbert van Weenkum en Jan van Hell zijn verloren. ([GA Terschuur] reg. 34).
Het huis Watergoor bestond in Nijkerk van 1435 tot 1854 (Gelders Archief)
zie Otto van Scherpenzeel & Stijne
Hendrik van Aller, die in 1424 beleend werd met half Watergoor, behoorde tot de huwelijksvrienden van Stijne van den Gruijthuijs
Arnt Heijmansz van Corler die +/-1515 op zijn vaders erfgoet 'Corler' trouwde, was in 1559 vice-cureit te Kampen, werd daar verbannen en vluch tte naar de vrije stad Elburgh. Hij werd daar in 1551 Schepen en later Burgemeester. Hij was ouderling in de Gereformeerde kerk (NH) en mede-kerkhervormer van de Veluwe
Margarythe/Gryte Mhelis van Kayenbeeck, tr. Harderwijk (morgengave) 06-05-1549 Rycket Brinck/van Wenckum, overl. v 14-11-1562, zn. van Wouter Hendricksen van Wenckum en Lambertgen Brinck.
- 14-11-1562: Gryte, wed. van Rycket Brinck met Bessel van Wenckum haar oom en gekoren momber ad lites om in te vorderen zes mudde rogge ´s jaars als haar met haar zal. man in medegave vermoege een hylixbrief gegeven is en nog 250 gl. als haar zal. man van zal. Alphert Brinck gegeven is ([REC] inv. nr 136, fol. 107).
- 13-2-1571: Frederick van Zuilen van Nijevelt, drost van Veluwe, verzoekt aan burgemeesters en raad Margareta, weduwe van Rijckolt van Wenckom en kinderen Brinckjen, Alijt en Melis van Wenckum, in het bezit te stellen van hun aandeel in de door Wolter van Wenckum nagelaten goederen voor zover in deze jurisdictie van Harderwijk gelegen zijn. Geschreven te Bernefelt 13 februari 1571 (Afschrift ca. 1760) in inv. nr. 1997 folio 76 (Harderwijk, regesten 100 tot 1500, nr. 1447).
- 6-5-1549: Ryckout Brinck Woutersz gaf Gryte Mhelis, zijn echte wijf, 100 Frankrycksche schilden to morgangave ([REC] inv. nr. 134, fol. 417vso).
- 16-3-1550: Ryckout Brinck met Gryte, zijn echte wijf, Claes Eersten met Mette, zijn echte wijf, en Hille Brincks en Henrickje Brincks alias genant Brinckgen met Ryckout voors. haar broeder en hun beider gecoren momber, machtigen Wolter Henricks, hun vader tegen Marten Coelwagen en Lambert van Huet ([REC] inv. nr. 135, fol. 14 en 15vso).
- 14-11-1562: Gryte, wed. van Rycket Brinck met Bessel van Wenckum, haar oom en gekoren momber machtigt ad lites om in te vorderen 6 mudde rogge ´s jaars als haar met haar zal. man in medegave vermoege een hylixbrief gegeven is en nog 250 gl. als haar zal. man van zal. Alphert Brinck gegeven is ([REC] inv. nr. 136, fol. 107).
- 1627: zie ook ([GA PRO] 1627V Henrick van Nultle contra Goetschalck Claessen).
Johan Voet en juffer Luyt, zijn echtgenote, worden in een acte over de nalatenschap van hun vader zaliger Gerrit van Spulde genoemd (ORAH rec. 134, fol. 55, d.d. 3 dec. 1540). Volgens het kaartsysteem Koning, dat het Oud Rechterlijk Archiefvan Harderwijk enigszins ontsluit, was Johan Voet een zoon van Dirk en Machteld Voet en leefde hij van 1500-1569. Lucia van Spulde is voor 2 februari 1579 overleden, aangezien in Cecilia's testament van die datum over wijlen haar zuster wordt gesproken.
994 Huwelijksche voorwaarden van Gerhardus Fussius (Voet) en Concordia Ehem, dochter van Christoff Ehem, cancelier van den keurvorst van de Pfaltz. Waaraan bevestigd 4 zegels Datering: 1575 juli 1. (Datum Heydelberg den ersten July. Zie op Huw. voorwaarden 16 september 1587)
Geslacht Voet. Deze (Voet), domina, staat vermeld in het Memorieboek des kloosters Sipculo, dat van 1501 tot 1548 loopt, en zich in het archief van Overijssel bevindt. In dat klooster viel haar gedenkdag op 2 januari. Gehuwd met Johan Voet (gedenkdag 20 october), wier dochter Hille Voet, als domina de Keppel vermeld, in vereeniging met haren gemaal Gerard van Keppel, ridder, op 17 januari haren gedenkdag had, terwijl zlJ op 19 december nog afzonderlrJk herdacht werd. Deze echtelieden hadden tot zoon Herman van Keppel (vir honorabilis), wiens gedenkdag aldaar op 19 mei werd gehouden. Al deze personen moeten zich omtrent de stichting te Sipculo wel bizonder milddadig hebben betoond, dewijl den gverigen kloosterlingen, die op gezegde en andere gedenkdagen op wijn onthaald moesten worden ten einde des te vuriger te kunnen bidden voor de zielen der op die dagen overleden personen, bovendien op 13 juli eene Dmemoria omnium benefactorum maxime principalium was voorgeschreven. Die 13 juli was met betrekking tot het klooster een soort van Allerzielendag. Zijn deze bizonderheden ontleend aan het opstel: Iets over tijdrekenkunde, geleverd door mr. J. 1. van Doorninck in de kostelgke en veelzijdige "Bijdragen tot de Geschiedenis v. Overijsel", 1877, bl. 203-216; er worde nog aan toegevoegd: Gerrit (Gerlach of Geerlich) Voet, als lid van den magistraat van Harderwgk 11 mrt. 1568 door Alva ontslagen (v. Hasselt, Stukken v. d. Vaderl. Historie, 1, no. 114), met bevel de sleutels der stadhuizen, kisten en kamers aan Karel van Brimeu te overhandigen, hetwelk zijn broeder Dirk Voet, secretaris der stad, aanstonds gedaan heeft. Deze beide gebroeders, zoons van Johan Voet te Harderwik, zijn als grands fauteurs des sectaires Calvinistes, volgens Alva's sententie van 5 apr. 1568 uit Brussel, uit het vaderland verbannen (ibid., 1, no. 118, bl. 242, 49).
bast. mr. Vincent Cornelis (van van MIEROP (Myerop)) (ook CUIJK van MYEROP), geb. 1469, ridder, bijgenaamd "den grooten Vyncent", in 1509 "een man van groot aensien" genoemd, een der rijkste ingezetenen der Nederlanden en wellicht de invloedrijkste Hollandse ambtenaar uit de eerste helft van de zestiende eeuw, vermaard rekenmeester der Nederlanden in de Habsburgse tijd, ondertekende regelmatig met XXC (vingtcent) Cornelisz. gevolgd door vele krullen (een erudiet grapje waaruit blijkt dat hij aardig opde hoogte was met het Frans), genealoog, klerk (1498-vóór 1499) van Thomas Beukelaar (Serge ter Braake, die ik hieronder uitgebreid zal citeren geeft op pag. 368-369 van zijn proefschrift als ambten van zijn leermr. aan, volgorde willekeurig,: heer van Albl.dam, Ottoland en de parochie 's-Heeraartsberg, rentmr. van de exploten, rentmr. van de beden, ontvanger van de omslagen op de schildtalen, kastelein van Geertruidenberg, baljuw, schout en dijkgraaf van Strijen, dijkgraaf van de Alblasserwaard, schepen en burgemr. van Dordr., schout van Dordr., tresorier van Dordr., tollenaar van Geervliet, rentmr.-generaal van Zuid-Holland, rekenmr. in de Rekenkamer, raadsheer); aan Vincent werd in 1504 het eerst vrijkomende ambt van rekenmr. beloofd, hij werd klerk in de Rekenkamer (1504-1505), auditeur (31-12-1505/20-1-1509), rekenmr. (20-1-1509/29-8-1541), een van de commissarissen voor de "informacie" van 1514, nam in 1516 het initiatief tot de eerste gedrukte editie van het "Tractatus de cura rei publica" van Filips van Leiden, bewaarder van de charters en registers (2-9-1518/14-6-1550), te Brussel gecommitteerde in de Raad van Financien (1531-1546), thessaurier-generaal in de Raad van Financien (1546-1550); heer van Cabau, Spierinckhoeck, Dortsmonde en Ruijven, verzamelde tussen 1514 en 1529 maar liefst dertien collatierechten binnen de stad Leiden (8 in de St.-Pancraskerk en 5 in de St.-Pieterskerk) waardoor hij veel invloed kreeg op kerkelijke benoemingen; had daarbuiten vicarieen in de kerken van Geervliet, Voorburg en Voorschoten en de curiteitsplaats te Ketel; heer van Kethel en half Spaland enz. (19-4-1526), overdracht 12-8-1526, maar ontving reeds sinds 2-5-1524 een rente van 10 gouden Philpsguldens uit dit leen van Anthonis van Zuylen van Nyevelt uit Delft (O.V. 1970,pag. 247, idem 1978, pag. 221-223). Zijn belangrijkste bezitingen hierboven; een deel van zijn beleningen in chronologische volgorde hieronder: (3-2-1514, verkoop 6-12-1519) met een huis en erf met de hele watergang en met de hele rijweg van het grote huis van Michiel Gherijtsz. te Leiden (O.V. 1978, pag. 532), (4-2-1514) met 5 m. land aan den Groenendijk in Hazerswoude, strekkend van de Rijn tot Burmade (O.V. 1987, pag. 522), (7-3-1514) met de droge dijk, die aan het land van Putten, aan de polder van Geervliet en de polder van Biervliet met Hoenderhoek binnenbedijkt is, beleent vervolgens oudste dr. Marycgen of Margriet geh. met Vincent Dammasz. alias van den Droogendijck, (zijn ambten, Ter Braake, pag. 378, volgorde willekeurig: klerk in de Rekenkamer, auditeur, rekenmr., substituut en bewaarder van de charters en registers, secr. van Karel V, klerk van Jehan Lettin, klerk van de eerste secr. en audiencier van Philips Haneton, lid van het Sacramentsglde te Den Haag) op 10-9-1518 (leeneed 21-9-1518) met hetzelfde leen (O.V. 1979, pag. 204), Vincent werd verder beleend (31-12-1515 en 2-1-1518) met 9 m. in Rijswijk (O.V. 1982, pag. 560), (8-3-1521) met 35 gem. in Stomper, een Arkels leen waarbij hij grond ruilde in Koudekerk, Zoeterwoude, Valkenburg en Katwijk (O.V. 1979, pag. 212), (29-1-1523) met de vogelarij, veren en uitgorzen van West-Barendrecht (O.V. 1985, pag. 181), (29-1-1524 en 4-6-1538) met een deel van de ambachtsheerlijkheid met gevolgen van de nieuwe aanwassen, gorzen, slijken en rietbroeken bij Strijen, strekkend van de Westmaas tot het diep van Strienemonde langs de Group westwaarts tot Kromstrijen, zuidwaarts tot Wijkeveen, oostwaarts tot het nieuwland van Essche (O.V. 1979, pag. 59), (31-12-1528 en 12-5-1531) met het huis, de hofstad van Spierincxhouck, de grachten, de singel, de boomgaard (O.V. 1978, pag. 222), (30-8-1530) met het dorp Cabau (O.V. 1985, pag. 500), (31-5-1531) met 3 m. land buiten de zeedijk tussen Schiedamme en de Polre in 18 m. (O.V. 1978, pag. 221), (17-8-1537) met Ruiven (O.V. 1983, pag. 147), (5-10-1547) met de helft van een korentiende te Wateringen, genaamd de Honaard (O.V. 1983, pag. 557), (23-8-1549) met grote delen van de visserij te Dortsmonde (O.V. 1978, pag. 9) en kort na zijn dood (7-4-1551) werd dr. Cornelia nog namens haar vader beleend met een visserij, strekkend van Dordsmonde in de Dubbel tot die Wale, naast Dubbeldam, de Mijl en Puttershoek enerzijds en Zwijndrecht anderzijds, en tot Barendrecht; hij was bezitter van vele tienden in Zeeland die hij had gekocht van de vorst (ter Braake, pag. 120) en naast zijn ambachten, gegoed te Barendrecht, Brussel, Charlois, Delft, Den, Haag, Dordrecht, grens Gelderland en Utrecht, Leiden, op de Lek, Numansdorp, Ooltgensplaat, het Oude Land van Putten, Piershil, Pijnacker, Rijswijk, Schiedam, Spijkenisse, Stad a/h/ Haringvliet, Strijen en Wateringen (zie A.J. van der Aa "Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden" en G.D.J Schotel "Nieuw Bibliographisch Woordenboek der Nederlanden"); octrooi van keizer Karel V om over zijn goederen te beschikken (1524 en 7-5-1538); was mogel. stichter van het huis "De heer van Cabauw" in een steeg aan de zuidzijde van het Voorhout in Den Haag, in 1570 aangemerkt als nr. 63 en in 1595 uit de nalatenschap van Jacob van Mierop verkocht aan Francois van Aerssen, ridder, heer van Sommelsdijk (Jacob de Riemer, "Beschrijving van 's-Gravenhage", drukkerij Reinier Boitet te Delft, 1730, pag. 744), Vincent was verder eigenaar van het huis Nieuwburch te Rijswijk, het huis Spierinckhoeck bij Schiedam (zie boven) en een huis te Brussel, tijdelijk eigenaar van het huis Leijenburg, een Arkels leen, aan hem door Joost van Swieten overgedragen op 9-5-1522, kwijtschelding van dit leen op 13-12-1528 t.b.v. Geryt van Arckel; schreef in 1539 een "Oud Register van Landen en Renten" (Nav. 3, pag. 99), een der bedijkers van Numansdorp (1548); test. met Maria te Brussel op 17-7-1549 (G.A. Amsterdam, fam. arch. Moens, inv.nr. 224) waarin hij de wens uitspreekt te worden begr. in de Kloosterkerk te Den Haag indien de grafkelder in het St.-Jeronimusconvent te Delft nog niet gereed was of anders in Brabant; mr. Vincent en zijn vrouw zijn te vinden op schilderijen in het Gem. Museum van Den Haag; hij werd geportretteerd 10 jaar na zijn overl. met het wapen Cuijk van Mierop (het enigszins houterige schilderij is waarsch. een copie); zijn zerk werd afgebeeld in "Le grand Theatre sacre du Duche de Brabant", dl. 1, tweede stuk t.o. pag. 271, daar alleen verm. als heer van Cabau , begr. Brussel (Augustijnenenkerk. met wapen) 14 jun. 1550 (81 jr.), tr. ca. 1495.
Onwettige dichter van de kapellaan van de hofkapel later werd ze de Granvelle van den Haag genoemd
(e e a volgens Bunschoter Canon)
Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1520.
DNL 1940 P.V. Inv. 14, deel 1607-09, proces no. 25
een dochter van Gijsbert Wolters en Elisabeth (Scholten van Vanevelt;
zie C.P.H. 1608 I I ) .
Haar broeder Wolter Gijsberts tr. Alijdt van Wenckum Bycketsdr.
(C.P.H. 1627 V, Henrick van Nulde contra Goetschalck Claessen; zie hierboven
aant. 94),
uit welk huwelijk drie zonen, Gijsbert, Amelis, en Rvkct, die den naam Van Twiller aannamen,
Wolter Gijsbert en Segher Gijsberts zijn volgens WvT en HvT broers. Dot blijkt uit onderoek naar meerdere bronnen.
Segher woonde op de hoeve genaamd Twiller, Twijlre of Twilre of ook Cleyn Twiller waaruit ook blijkt dat er verwantschap is met het geslacht van Wolter Gijsbert dat afkomstig is van t'Willaer uit Scherpenzeel.
Wolter was beleend met groot Twillaer in Scherpenzeel en later Watergoor in Nijkerk.
(Peter van de Born)
Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485)
Fol.4
Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer
It Thomas blome
Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer It maes henrics van IIII mergen veens
In der Columpnen van putten inder prochien van nyekerck van dat hietet grawenveen daer aff den Thyns van elliken mergen IIII d
fol. 22 Aelt Seger gysberts soin alleer It Aelt van morsseler van III mergen
Grawenveen Fol 29vso Griet Arnt brantss wyff ende pueris alleer It Aernt henrich westvelincs van lande gecoft tegen gertruyd rensen alleer bessel henrics wyff van aller IIII alde gr ende van erve alleer maes andries blomens VIII gr tsamen VIII mergen gelegen op slichtenhorsterbroick maict tsamen XVI s So blyft op Arnt VIII s
It Seger gysberts sal betalen van den voirss summe van IIII mergen VIII s
Fol 205vso Item goude zeger gysbertss wyff mit oeren kynderen alleer Thomas blomen XXII s
Fol 206 Item henrick Reynerss alleer goude zeger gysbertss huysfrou wedue alleer maes henricks van IIII mergen veens XVI d
fol 241 Item Aelt zeger gysberts alleer peter van hoirssenvoirde van VIII mergen veens II s VIII d alleer hermans van staveren
Tynsboek 103 (1502-1555) Fol 15 Aelt Zeger Ghysberts,(Arys Aelts),alleer Thomas Blome 22 st.(Aris Aelts). (Henrick v Henneckeler sall betailen van Gijsbert Henricxs somme die hyr vanc doirgedain ys. 1 alt gr). (Peel Rant sal oich betailen van Gysbert Henrixs somme vurs. die vanc doirgedain ys. 1 alt gr.).
fol 24
Henrick Reyners,(Arrys Aelts),alleer Goude,Zeger Ghysberts wedue,alleer Maes Henricks van 4 mrg veens 16 den. (Reyner Goertss).
Fol 122 Aelt Zeger Ghijsberts,(nb.Andries Aelts),van 4 mrg gelegen op Slichtenhorsterbroick, alleer Arnt Henrick Westvelincks 8 st. (Hz.Andries Aeltzs).
Fol 159 Aelt Zeger Gijsbertz,(Arys Ailts),alleer Peter v Horssenvoirde van 8 mrg veens alleer Hermans v Staveren 2 st. 8 den. (Arys Ailtss).
documenten Twiller en historie...
Tijnsgoed_Twiller.htm
Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485)
Fol.4 Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer
It Thomas blome
Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer
It maes henrics van IIII mergen veens
Wegens wangedrag in 1551 te Arnhem gevangen gezet.Eigenaar van het goed Roeckeswerff
1553 uit ambt van Schout van Nijkerk ontslagen
Vermeld in 1529. Wegens wangedrag in 1551 te Arnhem gevangen gezet.
Eigenaar van het goed Roeckeswerff. Nog vermeld met zijn vruw in 1558.
Ook vermeld in leenboek Scherpenzeel 30-3-1583: Wouter Gijsbertsz. bij dode van Hendrik Scholten Hendriksz. met ledige hand, 141 fol. 51v
4917 Johan Evertsen c.ux. contra Bessel Reynerss. van Wenckum q.q., Abtsgoed Paderborn. Aalt Aaltzengoed te Nijkerk. Datering:
1549 Procesdossiernummer:
1549/1 Eiser:
Johan Evertsen c.ux. Gedaagde:
Bessel Reynerss. van Wenckum q.q. Feit:
Abtsgoed Paderborn. Aalt Aaltzengoed te Nijkerk. Vindplaats:
Gelders Archief
Johan Voet en juffer Luyt, zijn echtgenote, worden in een acte over de nalatenschap van hun vader zaliger Gerrit van Spulde genoemd (ORAH rec. 134, fol. 55, d.d. 3 dec. 1540). Volgens het kaartsysteem Koning, dat het Oud Rechterlijk Archiefvan Harderwijk enigszins ontsluit, was Johan Voet een zoon van Dirk en Machteld Voet en leefde hij van 1500-1569. Lucia van Spulde is voor 2 februari 1579 overleden, aangezien in Cecilia's testament van die datum over wijlen haar zuster wordt gesproken.
In oude handschriften komen vaak de volgende aant. voor: "Otto van Myerop uit den huijse der baenderheeren van Cuijck was een soon van Otto van Cuijk geseijt van Myerop wiens broeder was Raso van MYerop Ridder, bijede soonen van Johan van Cuijk Ridder, heer van Myerop getrout met Maria Berlaer, de welke, na de doot van Otto, Heer van Cuyk en Grave sijnen broeder Heer van Cuyk geworden is en Overleden Anno 1354 gelijk blijkt uit de archieven en Oude Registers van Contracten der stad Brussel, leefde in het jaer 1420
Scherpenzeels Leenboek Een rente van ƒ 5.- Karolus op het erf Groot Willaer. ..-.-14..: Jacob van ‘t Willaer, als getuige vermeld 1485, 107 fol. 19v.
Jacob had een Hofstede in Arnhem
2090 Burgerweeshuis te Arnhem Inventaris 9. Regesten Bookmark Delen Reageren Archiefdienst 40 Winant Ridder en Gelis ingen Nuwelant, schepenen te Arnhem, oorkonden dat Johan van Wetten en zijn vrouw Aleit aan Derick van Wetten, Johans vader, een jaarrente van 2 oude schilden hebben overgedragen, te betalen met Pasen, uit hun thans door henzelf bewoonde huis en hofstede, gelegen in de Overstrate tussen huis en hofstede van Jacob van Twiller en huis en hofstede van Metken Scheeres Datering:
1439 februari 6 [des vridaegs na Sente-Agathendach, der heiliger joncfrouwen] NB:
a) Oorspr., inv.nr. 392; met de enigszins geschonden zegels der oorkonders in groene was. b) Afschrift, inv.nr. 501, folio 89 verso. c) Afschrift, inv.nr. 502, folio 108. In dorso van het oorspr.: "Jan van Raetyngen, in der Overstraete van tween schilden", "Modo Hermen van Schevichaven", "1439, N 67, Oeverstraat" en, in potlood "LB" en "N 61". Boven afschrift b) staat dat het hier het huis van Jan van Ratynghen betreft. Boven afschrift c) onder meer: "No. 67" en "... uuijt der weeduwe van zaliger Jan van Schevichaven huijs in der Oeverstraet staende, modo Arndt van Schevichaven, brouwer". Vindplaats: Gelders Archief
Jacob wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1521. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
Scherpenzeels Leenboek
5-8-1530: Bertout Willemsz. voor Grietje, zijn vrouw, natuurlijke dochter, bij overdracht door Jacob van ‘t Willaer, haar vader, te lossen, 141 fol. 51.
Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1520.
Wegens wangedrag in 1551 te Arnhem gevangen gezet.Eigenaar van het goed Roeckeswerff
In oude handschriften komen vaak de volgende aant. voor: "Otto van Myerop uit den huijse der baenderheeren van Cuijck was een soon van Otto van Cuijk geseijt van Myerop wiens broeder was Raso van MYerop Ridder, bijede soonen van Johan van Cuijk Ridder, heer van Myerop getrout met Maria Berlaer, de welke, na de doot van Otto, Heer van Cuyk en Grave sijnen broeder Heer van Cuyk geworden is en Overleden Anno 1354 gelijk blijkt uit de archieven en Oude Registers van Contracten der stad Brussel, leefde in het jaer 1420
Jacob wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1439. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
In het Nedersticht zijn drie judicialen van de bisschop van Utrecht bewaard gebleven:
op blz 99 : jaar 1435 Item Jacob van Twijlre is Fijen Moeijen soen ende is gecomen van Aernhem tot desen tuyghe ende vermet hem erffgenaam van desen guede nae sijn dode.
op blz 96: jaar 1442. Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren, dat hem kundich is dat Fije voerscreven geboeren waert in den jair doe men screeff negen des iersten jairs na den couden wijnter voerscreven omthrent alle Goits heyligen dage ende dat hem dyt te gehoegen is dat coemt toe want hem op die selve tijt een zuster geboeren waert dair he hoer ouder van weet. Ende Jacob voerscreven seecht dat Fije sijne ooms dochter is.
Scherpenzeels Leenboek Een rente van ƒ 5.- Karolus op het erf Groot Willaer. ..-.-14..: Jacob van ‘t Willaer, als getuige vermeld 1485, 107 fol. 19v.
Jacob had een Hofstede in Arnhem
2090 Burgerweeshuis te Arnhem Inventaris 9. Regesten Bookmark Delen Reageren Archiefdienst 40 Winant Ridder en Gelis ingen Nuwelant, schepenen te Arnhem, oorkonden dat Johan van Wetten en zijn vrouw Aleit aan Derick van Wetten, Johans vader, een jaarrente van 2 oude schilden hebben overgedragen, te betalen met Pasen, uit hun thans door henzelf bewoonde huis en hofstede, gelegen in de Overstrate tussen huis en hofstede van Jacob van Twiller en huis en hofstede van Metken Scheeres Datering:
1439 februari 6 [des vridaegs na Sente-Agathendach, der heiliger joncfrouwen] NB:
a) Oorspr., inv.nr. 392; met de enigszins geschonden zegels der oorkonders in groene was. b) Afschrift, inv.nr. 501, folio 89 verso. c) Afschrift, inv.nr. 502, folio 108. In dorso van het oorspr.: "Jan van Raetyngen, in der Overstraete van tween schilden", "Modo Hermen van Schevichaven", "1439, N 67, Oeverstraat" en, in potlood "LB" en "N 61". Boven afschrift b) staat dat het hier het huis van Jan van Ratynghen betreft. Boven afschrift c) onder meer: "No. 67" en "... uuijt der weeduwe van zaliger Jan van Schevichaven huijs in der Oeverstraet staende, modo Arndt van Schevichaven, brouwer". Vindplaats: Gelders Archief
Raas streed mee bij de slag te Bäsweiler in 1371.
Vermeld te Brussel in 1391
Vermeld te Brussel in 1390
Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1429. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
Leeftijd aangenomen nav analogie van zoon Jacob gedocumenteerd als Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren in het jaar 1442
Jacob wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1439. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
In het Nedersticht zijn drie judicialen van de bisschop van Utrecht bewaard gebleven:
op blz 99 : jaar 1435 Item Jacob van Twijlre is Fijen Moeijen soen ende is gecomen van Aernhem tot desen tuyghe ende vermet hem erffgenaam van desen guede nae sijn dode.
op blz 96: jaar 1442. Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren, dat hem kundich is dat Fije voerscreven geboeren waert in den jair doe men screeff negen des iersten jairs na den couden wijnter voerscreven omthrent alle Goits heyligen dage ende dat hem dyt te gehoegen is dat coemt toe want hem op die selve tijt een zuster geboeren waert dair he hoer ouder van weet. Ende Jacob voerscreven seecht dat Fije sijne ooms dochter is.
Het Willaer in Scherpenzeel
De naam t’ Willaer wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1357.
Domarchief Utrecht nr 1378; 17-06-1357 (St Adolfsdag).
Daarin ruilt de dom-
proost van Utrecht een tijns met ridder Diederick van Lienden uit het goed Podelpoel in IJzerdoorn.
Het wordt geruild tegen een aantal tijnsen in Maarn en Scherpenzeel. Éen van die tijnzen in Scherpenzeel betreft een tijns van twee schellingen uit het goed ‘t Willaer, dat eigendom is van ridder Gijsbrecht van Sterckenberch die zelf op kasteel de Sterkenburg in Driebergen woonde.
http://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm
Inventaris 288
Transcriptie (Peter van den Born) Alle den ghenen die desen brief sullen sien of horen lesen doe ic verstaen Ghiselbert van Twyller Jacobs zoon als een hof van den erve toe Wittenborch dat ghecomen syn Gode van Wyttenborch ende Lubborch syn echte wyff vor nu vor den richter ende vor tynsgenoten die hier na bescreven staen ende hebben nu opghedraghen den rechten eyghendom van den erve to Wyttenberch eghen ende eyndenA alst gheleghen is ende syt van nu helden to tynse jarlix om enen groten te tynse op sinte Mertensdach daer men bier ende broet mede copen mach welke vorss[eide] Wyttenberch ic hier verliet hebbeB ende verlie den rechten eyghendom Rutger Jacobs zoen ende Matgriten syne wive behouden? nu ende mine nacomelinghe enen tynd als vorss[eid] is daer die gheseide minen vier tynsghenoten als Johan van Scerpenzel Claes van Colvenscoten Evert van Arler Zweder van Glashorst ende ander vele gude lude in ord de des briefs besegelen want ic Ghisebert vorss[eid] als een hof op desen tyt ghene segel en hebbe daerom hebbe ic gebeden Johan van Scerpenzel als een tynghenote desen brief over nu te besegelen ende ic Johan vorss[eid] om beden will Ghiselbert vorghenoemt ende ic daer mede over sat als een tynsghenoet daerom soe hebbe ic desen brief besegelt mit minen segel want ic Meus van den Broke hier mede over sat als een richter daerom heb ic desen brief mede besegelt mit minen segel mit den hof ghegheven int jaer onses Heren dusent driehondert twe ende tseventich op sinte Katherienen dach.
BEWERKT UIT "SCHERPENZEELSE BOERDERIJEN EN HUN BEWONERS" door Henk van Woudenberg.
Hofstede Wittenberg van 1372-1933. De boerderij Wittenberg ligt al eeuwenlang te noordweste van Scherpenzeel. Van deze boerderij bestaat een heel oude akte uit 1372. Een bijzondere akte die een kijkje geeft in de situatie vaneen groot deel van Scherpenzeel in die tijd. Wat is er aan de hand? Wittenberg is verkocht en deze verkoop moet worden geregistreerd. Dat doet men in die tijd voor "een hof van den erve toe Wittenborch", het zogenaamde tijnshof met aan het hoofd de tijnsheer, de eigenaar van het gerecht waartoe Wittenberg behoort. Die tijnsheer heet Gijsbert Jacobsz van Twiller. Gezien zijn achternaam is hij eigenaar van ´t Willaer. Bij zo´n registratie zijn er ook getuigen aanwezig. Deze zogenaamde tijnsgenoten hebben ook bezittingen in hetzelfde gerecht. Het zijn in dit geval Elias van Colvenscoten, Ernst van Orlo (Orel), Sweder van Glashorst en Johan van Scherpenzeel. Als we aannemen dat deze mannen zich ook naar hun bezit hebben genoemd; Kolfschoten, Orel en Glashorst, dan blijkt dat de tijnshof Twiller in ieder geval ongeveer een derde deel van het huidige Scherpenzeel omvatte. Johan van Scherpenzeel speelt een aparte rol. Gijsbert Jacobsz van Twiller heeft op dat moment zijn zegel niet bij de hand. Daarom vraagt hij Johan van Scherpenzeel om namens hem te zegelen. De bezittingen van Johan van Scherpenzeel binnen dit gerecht zijn niet bekend. Geschiedschrijvers vermoedden al dat er vroeger kleinere gerechten geweest moeten zijn, die op een gegeven moment samengevoegd worden. Zo is Scherpenzeel waarschijnlijk ook ontstaan en één van de gerechten heette Twiller. De naam Wittenberg staan in de akte als Wyttenborch. Dus borch in plaats van berg. Het woord borch komt terug in het woord burcht dat erop zou kunnen duiden dat er een versterkt huis heeft gestaan.
Tot zover de achtergrond van de akte. Want wie verkochten en wie kochten Wittenberg? Hun namen staan ook in de akte. Gode van Wittenborch en zijn vrouw Lubborch verkopen het aan Rutger Jacobsz en zijn vrouw Margriet. Achternamen hebben de vrouwen in die tijd nog niet. De nieuwe eigenaren moeten jaarlijks op St. Maarten (11 nov.) een bedrag, een tijns, aan de tijnsheer betalen. In dit geval "enen groten"" daer men bier ende broet mee copen mach. "Enen groten" is een geldstuk met de naam "een grote konings toernooi". Blijkbaar mag men in plaats van geld ook betalen met bier en brood. In deze akte wordt ook de eerst bekende schout van Scherpenzeel genoemd: richter Meus van den Broke. In 1416 komt ´Wittenberch´ voor in een lijst van de erven die tiend moeten betalen aan de St. Paulusabdij uit Utrecht. In 1467 moet de nalatenschap van Otto, heer van Scherpenzeel verdeeld worden 3 . Zijn oudste zoon Godert/Gerrit erft de heerlijkheid Scherpenzeel en nu moet de rest gedeeld worden met zijn drie broers Dirck, Goosen en Carcelis van Scherpenzeel. Dirck van Scherpenzeel krijgt Wittenberg toebedeeld met honderd Averlandse Keurvorsten Rijnsgulden. Dit geld wordt omgezet in een hypotheek die niet binnen zes jaar mag worden afgelost. Godert/Gerrit moet zijn broer elk jaar 5 Rijnsgulden rente betalen. Broer Goosen krijgt twee jaar lang de opbrengst van het hout uit de Scherpenzeelse bossen. Broer Carcelis krijgt het geld dat zijn vader tegoed had van de Hertog van Gelre. In 1476 blijkt Godert/Gerrit van Scherpenzeel eigenaar te zijn in plaats van zijn broer Dirck.
Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1429. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
Leeftijd aangenomen nav analogie van zoon Jacob gedocumenteerd als Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren in het jaar 1442
Ghisebert wordt genoemd in Gelders Archief 0520 Huis Hackfort als zijnde Jacobszoon.
Inv 11 Ghiselbert van Twiller Jacobszoon, als "hof" van het goed te Wittenborch, oorkondt, dat Gode van Wittenborch en zijn vrouw Lobborch mede ten overstaan van richter en tynsgenoten, het goed te Wittenborch overdragen aan Rutgher Jacobsz. en diens vrouw Margryte.
Het Willaer in Scherpenzeel
De naam t’ Willaer wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1357.
Domarchief Utrecht nr 1378; 17-06-1357 (St Adolfsdag).
Daarin ruilt de dom-
proost van Utrecht een tijns met ridder Diederick van Lienden uit het goed Podelpoel in IJzerdoorn.
Het wordt geruild tegen een aantal tijnsen in Maarn en Scherpenzeel. Éen van die tijnzen in Scherpenzeel betreft een tijns van twee schellingen uit het goed ‘t Willaer, dat eigendom is van ridder Gijsbrecht van Sterckenberch die zelf op kasteel de Sterkenburg in Driebergen woonde.
http://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm
Inventaris 288
Transcriptie (Peter van den Born) Alle den ghenen die desen brief sullen sien of horen lesen doe ic verstaen Ghiselbert van Twyller Jacobs zoon als een hof van den erve toe Wittenborch dat ghecomen syn Gode van Wyttenborch ende Lubborch syn echte wyff vor nu vor den richter ende vor tynsgenoten die hier na bescreven staen ende hebben nu opghedraghen den rechten eyghendom van den erve to Wyttenberch eghen ende eyndenA alst gheleghen is ende syt van nu helden to tynse jarlix om enen groten te tynse op sinte Mertensdach daer men bier ende broet mede copen mach welke vorss[eide] Wyttenberch ic hier verliet hebbeB ende verlie den rechten eyghendom Rutger Jacobs zoen ende Matgriten syne wive behouden? nu ende mine nacomelinghe enen tynd als vorss[eid] is daer die gheseide minen vier tynsghenoten als Johan van Scerpenzel Claes van Colvenscoten Evert van Arler Zweder van Glashorst ende ander vele gude lude in ord de des briefs besegelen want ic Ghisebert vorss[eid] als een hof op desen tyt ghene segel en hebbe daerom hebbe ic gebeden Johan van Scerpenzel als een tynghenote desen brief over nu te besegelen ende ic Johan vorss[eid] om beden will Ghiselbert vorghenoemt ende ic daer mede over sat als een tynsghenoet daerom soe hebbe ic desen brief besegelt mit minen segel want ic Meus van den Broke hier mede over sat als een richter daerom heb ic desen brief mede besegelt mit minen segel mit den hof ghegheven int jaer onses Heren dusent driehondert twe ende tseventich op sinte Katherienen dach.
BEWERKT UIT "SCHERPENZEELSE BOERDERIJEN EN HUN BEWONERS" door Henk van Woudenberg.
Hofstede Wittenberg van 1372-1933. De boerderij Wittenberg ligt al eeuwenlang te noordweste van Scherpenzeel. Van deze boerderij bestaat een heel oude akte uit 1372. Een bijzondere akte die een kijkje geeft in de situatie vaneen groot deel van Scherpenzeel in die tijd. Wat is er aan de hand? Wittenberg is verkocht en deze verkoop moet worden geregistreerd. Dat doet men in die tijd voor "een hof van den erve toe Wittenborch", het zogenaamde tijnshof met aan het hoofd de tijnsheer, de eigenaar van het gerecht waartoe Wittenberg behoort. Die tijnsheer heet Gijsbert Jacobsz van Twiller. Gezien zijn achternaam is hij eigenaar van ´t Willaer. Bij zo´n registratie zijn er ook getuigen aanwezig. Deze zogenaamde tijnsgenoten hebben ook bezittingen in hetzelfde gerecht. Het zijn in dit geval Elias van Colvenscoten, Ernst van Orlo (Orel), Sweder van Glashorst en Johan van Scherpenzeel. Als we aannemen dat deze mannen zich ook naar hun bezit hebben genoemd; Kolfschoten, Orel en Glashorst, dan blijkt dat de tijnshof Twiller in ieder geval ongeveer een derde deel van het huidige Scherpenzeel omvatte. Johan van Scherpenzeel speelt een aparte rol. Gijsbert Jacobsz van Twiller heeft op dat moment zijn zegel niet bij de hand. Daarom vraagt hij Johan van Scherpenzeel om namens hem te zegelen. De bezittingen van Johan van Scherpenzeel binnen dit gerecht zijn niet bekend. Geschiedschrijvers vermoedden al dat er vroeger kleinere gerechten geweest moeten zijn, die op een gegeven moment samengevoegd worden. Zo is Scherpenzeel waarschijnlijk ook ontstaan en één van de gerechten heette Twiller. De naam Wittenberg staan in de akte als Wyttenborch. Dus borch in plaats van berg. Het woord borch komt terug in het woord burcht dat erop zou kunnen duiden dat er een versterkt huis heeft gestaan.
Tot zover de achtergrond van de akte. Want wie verkochten en wie kochten Wittenberg? Hun namen staan ook in de akte. Gode van Wittenborch en zijn vrouw Lubborch verkopen het aan Rutger Jacobsz en zijn vrouw Margriet. Achternamen hebben de vrouwen in die tijd nog niet. De nieuwe eigenaren moeten jaarlijks op St. Maarten (11 nov.) een bedrag, een tijns, aan de tijnsheer betalen. In dit geval "enen groten"" daer men bier ende broet mee copen mach. "Enen groten" is een geldstuk met de naam "een grote konings toernooi". Blijkbaar mag men in plaats van geld ook betalen met bier en brood. In deze akte wordt ook de eerst bekende schout van Scherpenzeel genoemd: richter Meus van den Broke. In 1416 komt ´Wittenberch´ voor in een lijst van de erven die tiend moeten betalen aan de St. Paulusabdij uit Utrecht. In 1467 moet de nalatenschap van Otto, heer van Scherpenzeel verdeeld worden 3 . Zijn oudste zoon Godert/Gerrit erft de heerlijkheid Scherpenzeel en nu moet de rest gedeeld worden met zijn drie broers Dirck, Goosen en Carcelis van Scherpenzeel. Dirck van Scherpenzeel krijgt Wittenberg toebedeeld met honderd Averlandse Keurvorsten Rijnsgulden. Dit geld wordt omgezet in een hypotheek die niet binnen zes jaar mag worden afgelost. Godert/Gerrit moet zijn broer elk jaar 5 Rijnsgulden rente betalen. Broer Goosen krijgt twee jaar lang de opbrengst van het hout uit de Scherpenzeelse bossen. Broer Carcelis krijgt het geld dat zijn vader tegoed had van de Hertog van Gelre. In 1476 blijkt Godert/Gerrit van Scherpenzeel eigenaar te zijn in plaats van zijn broer Dirck.
Verbindt zich met hertog Jan I van Brabant (doch met voorbehoud tegenover Gelre, 31-10-1286) en strijdt als aanvoerder van een afdeling. waarin ook de bannereenheden van Arkel en Heusden waren opgenomen (conroot), in de slag bij Woeringen (5-6-1288) en waarsch. in de Guldensporenslag (Kortrijk, 1302); organisator van de de ontvoering van gaaf Floris V van Holland in opdracht Eduard I van Engeland; op het internet zijn veel lovende woorden over hem te vinden, die ik zal proberen samen te vatten: "Al snel verwierf hij grote faam vanwege zijn diplomatieke kwaliteiten; hij trad op als afgezant of als tussenpersoon van veel wereldlijke en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, zoal de hertog van Brabant, de Rooms-Koning, de aartsbisschop van Keulen en vooral de Engelse koning, bij wie hij voor een jaarsalaris als gezant in dienst was; vooral buitenlandse schrijvers zwaaien hem lof toe; een Franse schrijver noemt hem "een van de bekwaamste diplomaten van zijn tijd" en een Engelse historicus kenschetst hem als "zeer nauw betrokken bij de diplomatieke geschiedenis van de Lage Landen aan het einde van de 13e en het begin van de 14e eeuw"; na de slag van Woeringen jubelt de middeleeuwse schrijver Jan van Helu "Hier noem ic nu eenen van de besten, dat was van Kuc her Jan"; deze slag, die door Brabant werd gewonnen, wordt door een Duitse geschiedschrijver genoemd "eine historische Entscheidung im europäischen Nordwesten" en één van de mijlpalen op de weg naar een "rheinische" en een "niederländische Welt" genoemd; een belangrijke rol heeft Jan gespeeld in de gebeurtenissen die in 1296 geleid hebben tot de moord op graaf Floris V; om die reden is hij door latere Hollandse geschiedschrijvers erg verguisd; bij zijn tijdgenoten bleef hij echter in hoog aanzien staan; in 1290 sticht hij het St.-Catharinagasthuis in Grave, bestemd voor de verzorging van zieken en bejaarden; enkele jaren later schenkt hij, mede voor zijn eigen zieleheil, de opbrengst van de novale tienden voor de ene helft aan dit gasthuis en voor de andere helft aan de pastoors van Cuijk, Beugen, Boxmeer en Sambeek; rond 1300 wordt ter ere van de H. Agatha een kapel gebouwd in Kukebrakel (het latere Sint-Agatha) om bescherming af te smeken tegen natuurrampen; het is niet bekend of Jan van Kuijc hiertoe het initiatief heeft genomen, maar als heer van Cuijk moet hij in ieder geval zijn toestemming hiervoor hebben verleend; kort voor zijn dood schenkt hij de gemene gronden in het Land van Cuijk tegen een geringe vergoeding aan zijn onderdanen; zij mochten die gronden o.a. gebruiken om er hun vee te laten grazen (door deze regeling die tot omstreeks 1840 van kracht is geweest, werd voorkomen dat in deze regio grootgrondbezit ontstond); zie ook G.N. 1991, pag. 269, eindreeks 214.
n 1296 was Jan I betrokken bij het complot van edelen dat ten doel had om graaf Floris V van Holland naar Engeland te ontvoeren. Deze poging liep uit op moord.
était un châtelain de Tournai, seigneur de Mortagne. Fils de Evrard IV Radoul et d'Isabelle d'Enghien (Burggraf) von DOORNICK châtelin de Tournai 1208-1226
Verbindt zich met hertog Jan I van Brabant (doch met voorbehoud tegenover Gelre, 31-10-1286) en strijdt als aanvoerder van een afdeling. waarin ook de bannereenheden van Arkel en Heusden waren opgenomen (conroot), in de slag bij Woeringen (5-6-1288) en waarsch. in de Guldensporenslag (Kortrijk, 1302); organisator van de de ontvoering van gaaf Floris V van Holland in opdracht Eduard I van Engeland; op het internet zijn veel lovende woorden over hem te vinden, die ik zal proberen samen te vatten: "Al snel verwierf hij grote faam vanwege zijn diplomatieke kwaliteiten; hij trad op als afgezant of als tussenpersoon van veel wereldlijke en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, zoal de hertog van Brabant, de Rooms-Koning, de aartsbisschop van Keulen en vooral de Engelse koning, bij wie hij voor een jaarsalaris als gezant in dienst was; vooral buitenlandse schrijvers zwaaien hem lof toe; een Franse schrijver noemt hem "een van de bekwaamste diplomaten van zijn tijd" en een Engelse historicus kenschetst hem als "zeer nauw betrokken bij de diplomatieke geschiedenis van de Lage Landen aan het einde van de 13e en het begin van de 14e eeuw"; na de slag van Woeringen jubelt de middeleeuwse schrijver Jan van Helu "Hier noem ic nu eenen van de besten, dat was van Kuc her Jan"; deze slag, die door Brabant werd gewonnen, wordt door een Duitse geschiedschrijver genoemd "eine historische Entscheidung im europäischen Nordwesten" en één van de mijlpalen op de weg naar een "rheinische" en een "niederländische Welt" genoemd; een belangrijke rol heeft Jan gespeeld in de gebeurtenissen die in 1296 geleid hebben tot de moord op graaf Floris V; om die reden is hij door latere Hollandse geschiedschrijvers erg verguisd; bij zijn tijdgenoten bleef hij echter in hoog aanzien staan; in 1290 sticht hij het St.-Catharinagasthuis in Grave, bestemd voor de verzorging van zieken en bejaarden; enkele jaren later schenkt hij, mede voor zijn eigen zieleheil, de opbrengst van de novale tienden voor de ene helft aan dit gasthuis en voor de andere helft aan de pastoors van Cuijk, Beugen, Boxmeer en Sambeek; rond 1300 wordt ter ere van de H. Agatha een kapel gebouwd in Kukebrakel (het latere Sint-Agatha) om bescherming af te smeken tegen natuurrampen; het is niet bekend of Jan van Kuijc hiertoe het initiatief heeft genomen, maar als heer van Cuijk moet hij in ieder geval zijn toestemming hiervoor hebben verleend; kort voor zijn dood schenkt hij de gemene gronden in het Land van Cuijk tegen een geringe vergoeding aan zijn onderdanen; zij mochten die gronden o.a. gebruiken om er hun vee te laten grazen (door deze regeling die tot omstreeks 1840 van kracht is geweest, werd voorkomen dat in deze regio grootgrondbezit ontstond); zie ook G.N. 1991, pag. 269, eindreeks 214.
n 1296 was Jan I betrokken bij het complot van edelen dat ten doel had om graaf Floris V van Holland naar Engeland te ontvoeren. Deze poging liep uit op moord.
Hendrik II van NASSAU, graaf van Nassau (1-2-1198); partijganger van verschillende vorsten, keizers en aartsbisschoppen ten einde het Nassaus belang te verdedigen; bouwde Sonnenberg bij Wiesbaden (1221) tegen aanvallen van de aartsbisschop van Mainz (maar moest later zijn macht erkennen) en verwierf de rijksvoogdij Wiesbaden en de Königssondergau als rijksleen; hield tussen 1212-1214 keizer Frederik en diens tegenstander aartbisschop Diether van Trier gevangen om zijn bezittingen te beschermen, later herhaaldelijk in het gevolg van keizer Frederik II en vergezelt hem op diens kruistocht (1228-1229); maarschalk en schenker van aartsbisschop Engelbert van Keulen om zich te beschermen tegen de aartsbisschoppen van Mainz en Trier, maar moet hem in 1224 de helft van het Nassause gebied Siegen in Hessen afstaan en bouwt de Dom Limburg uit; leert de Duitse Orde kennen in het heilige land en schenkt de orde het patronaatsrecht in zijn gebied te Herborn (1231), in hetzelfde jaar deelnemer aan de rijksdag van Worms en in 1232 aan die van Ravenna; bouwt vanaf ca. 1240 het kasteel Dillenburg en ondersteunt in 1247 graaf Willem II van Holland; werd hiervoor in al zijn lenen bevestigd en verwierf een muntrecht; in 1248 koos hij partij in interne Duitse adelijke familiekwesties, waardoor de Nassauers honderden jaren lang grote problemen hadden in de rest van Hessen (Nassau ligt in Hessen)., overl. vóór 25 jan. 1251, tr. vóór 1221. ///
Op 17-12-1255 (de "prima divisio") verdeelden twee van zijn zoons de vaderlijke bezittingen, waardoor de Ottoonse en Walramse linie in het huis van Nassau ontstonden; even terzijde: de bekendste zn. uit dit huwel. was Jan van Nassau, die met behulp van de graaf van Gelre, tot 40e bisschop van Utrecht werd benoemd (1267-1290), zonder bisschopswijding, daarom elect genoemd en waarsch. initiatiefnemer tot de bouw van de Dom van Utrecht; bronnen o.a. Thiele, Andreas "Erzählende genealogische Stammtafeln zur europäischen Geschichte", Band I, Teilband 2 Deutsche Kaiser-, Königs-, Herzogs- und Grafenhäuser II, R.G. Fischer Verlag 1994, Tafel 307.
Verbindt zich met hertog Jan I van Brabant (doch met voorbehoud tegenover Gelre, 31-10-1286) en strijdt als aanvoerder van een afdeling. waarin ook de bannereenheden van Arkel en Heusden waren opgenomen (conroot), in de slag bij Woeringen (5-6-1288) en waarsch. in de Guldensporenslag (Kortrijk, 1302); organisator van de de ontvoering van gaaf Floris V van Holland in opdracht Eduard I van Engeland; op het internet zijn veel lovende woorden over hem te vinden, die ik zal proberen samen te vatten: "Al snel verwierf hij grote faam vanwege zijn diplomatieke kwaliteiten; hij trad op als afgezant of als tussenpersoon van veel wereldlijke en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, zoal de hertog van Brabant, de Rooms-Koning, de aartsbisschop van Keulen en vooral de Engelse koning, bij wie hij voor een jaarsalaris als gezant in dienst was; vooral buitenlandse schrijvers zwaaien hem lof toe; een Franse schrijver noemt hem "een van de bekwaamste diplomaten van zijn tijd" en een Engelse historicus kenschetst hem als "zeer nauw betrokken bij de diplomatieke geschiedenis van de Lage Landen aan het einde van de 13e en het begin van de 14e eeuw"; na de slag van Woeringen jubelt de middeleeuwse schrijver Jan van Helu "Hier noem ic nu eenen van de besten, dat was van Kuc her Jan"; deze slag, die door Brabant werd gewonnen, wordt door een Duitse geschiedschrijver genoemd "eine historische Entscheidung im europäischen Nordwesten" en één van de mijlpalen op de weg naar een "rheinische" en een "niederländische Welt" genoemd; een belangrijke rol heeft Jan gespeeld in de gebeurtenissen die in 1296 geleid hebben tot de moord op graaf Floris V; om die reden is hij door latere Hollandse geschiedschrijvers erg verguisd; bij zijn tijdgenoten bleef hij echter in hoog aanzien staan; in 1290 sticht hij het St.-Catharinagasthuis in Grave, bestemd voor de verzorging van zieken en bejaarden; enkele jaren later schenkt hij, mede voor zijn eigen zieleheil, de opbrengst van de novale tienden voor de ene helft aan dit gasthuis en voor de andere helft aan de pastoors van Cuijk, Beugen, Boxmeer en Sambeek; rond 1300 wordt ter ere van de H. Agatha een kapel gebouwd in Kukebrakel (het latere Sint-Agatha) om bescherming af te smeken tegen natuurrampen; het is niet bekend of Jan van Kuijc hiertoe het initiatief heeft genomen, maar als heer van Cuijk moet hij in ieder geval zijn toestemming hiervoor hebben verleend; kort voor zijn dood schenkt hij de gemene gronden in het Land van Cuijk tegen een geringe vergoeding aan zijn onderdanen; zij mochten die gronden o.a. gebruiken om er hun vee te laten grazen (door deze regeling die tot omstreeks 1840 van kracht is geweest, werd voorkomen dat in deze regio grootgrondbezit ontstond); zie ook G.N. 1991, pag. 269, eindreeks 214.
n 1296 was Jan I betrokken bij het complot van edelen dat ten doel had om graaf Floris V van Holland naar Engeland te ontvoeren. Deze poging liep uit op moord.
Jan van Nassau, die met behulp van de graaf van Gelre, tot 40e bisschop van Utrecht werd benoemd (1267-1290), zonder bisschopswijding, daarom elect genoemd en waarsch. initiatiefnemer tot de bouw van de Dom van Utrecht; bronnen o.a. Thiele, Andreas "Erzählende genealogische Stammtafeln zur europäischen Geschichte", Band I, Teilband 2 Deutsche Kaiser-, Königs-, Herzogs- und Grafenhäuser II, R.G. Fischer Verlag 1994, Tafel 307.
était un châtelain de Tournai, seigneur de Mortagne. Fils de Evrard IV Radoul et d'Isabelle d'Enghien (Burggraf) von DOORNICK châtelin de Tournai 1208-1226
Hij sloot zich in de politiek bij Holland aan, en komt ook later voor onder de ‘fideles et familiares’ van de rooms-koning Willem II van Holland. Vermoedelijk is onder zijn bewind de dam in de Amstel gelegd, waaraan Amsterdam zijn naam ontleent. Eind 1251 komt hij samen met omstreekse boeren in opstand tegen Hendrik van Vianden, de bisschop van Utrecht. Volgens (H. Brugmans en W.A. van Spaen) werd hij op 16 juni van dat jaar niet ver van Utrecht door de Stichtse troepen verslagen, en met zijn bondgenoot Herman V van Woerden gevankelijk, aan de bisschops paard gebonden, te Utrecht binnengebracht. Op aandrang van de roomsche-koning, die dezelfden dag in de stad was aangekomen, werden de gevangenen in vrijheid gesteld en werd de vrede gesloten
nam deel aan de derde kruistocht onder keizer Frederik I "Barbarossa"
Hendrik II van NASSAU, graaf van Nassau (1-2-1198); partijganger van verschillende vorsten, keizers en aartsbisschoppen ten einde het Nassaus belang te verdedigen; bouwde Sonnenberg bij Wiesbaden (1221) tegen aanvallen van de aartsbisschop van Mainz (maar moest later zijn macht erkennen) en verwierf de rijksvoogdij Wiesbaden en de Königssondergau als rijksleen; hield tussen 1212-1214 keizer Frederik en diens tegenstander aartbisschop Diether van Trier gevangen om zijn bezittingen te beschermen, later herhaaldelijk in het gevolg van keizer Frederik II en vergezelt hem op diens kruistocht (1228-1229); maarschalk en schenker van aartsbisschop Engelbert van Keulen om zich te beschermen tegen de aartsbisschoppen van Mainz en Trier, maar moet hem in 1224 de helft van het Nassause gebied Siegen in Hessen afstaan en bouwt de Dom Limburg uit; leert de Duitse Orde kennen in het heilige land en schenkt de orde het patronaatsrecht in zijn gebied te Herborn (1231), in hetzelfde jaar deelnemer aan de rijksdag van Worms en in 1232 aan die van Ravenna; bouwt vanaf ca. 1240 het kasteel Dillenburg en ondersteunt in 1247 graaf Willem II van Holland; werd hiervoor in al zijn lenen bevestigd en verwierf een muntrecht; in 1248 koos hij partij in interne Duitse adelijke familiekwesties, waardoor de Nassauers honderden jaren lang grote problemen hadden in de rest van Hessen (Nassau ligt in Hessen)., overl. vóór 25 jan. 1251, tr. vóór 1221. ///
Op 17-12-1255 (de "prima divisio") verdeelden twee van zijn zoons de vaderlijke bezittingen, waardoor de Ottoonse en Walramse linie in het huis van Nassau ontstonden; even terzijde: de bekendste zn. uit dit huwel. was Jan van Nassau, die met behulp van de graaf van Gelre, tot 40e bisschop van Utrecht werd benoemd (1267-1290), zonder bisschopswijding, daarom elect genoemd en waarsch. initiatiefnemer tot de bouw van de Dom van Utrecht; bronnen o.a. Thiele, Andreas "Erzählende genealogische Stammtafeln zur europäischen Geschichte", Band I, Teilband 2 Deutsche Kaiser-, Königs-, Herzogs- und Grafenhäuser II, R.G. Fischer Verlag 1994, Tafel 307.
Toen de graaf van Steinfurt zijn deel van de Heerlijkheid Bredevoort verkocht aan Engelbert II van Berg (de bisschop van Münster) en de graaf van Lohn zijn deel overgaf aan graaf Otto begon de strijd om het gehele bezit van de heerlijkheid tussen Münster en Gelre. Die strijd duurde twee eeuwen. Omstreeks 1388 verleende Otto stadsrechten aan Bredevoort.
Hij was een zoon van graaf Otto I en wordt ook wel aangeduid als Gerard IV of Gerard V.
Gerard V had in eerste instantie zeer veel invloed aan het hof van keizer Frederik II, maar raakte later met hem in conflict, waarna de keizer Roermond in 1213 verwoestte. Met de bisschop Otto van Lippe van Utrecht had hij strijd over Salland, maar kort daarna steunde hij deze tegen Drenthe. Tijdens de Slag bij Ane in 1227 werd hij gevangengenomen, maar weer vrijgelaten. Hij gaf in 1227 de Veluwe landrecht.
Hendrik II van NASSAU, graaf van Nassau (1-2-1198); partijganger van verschillende vorsten, keizers en aartsbisschoppen ten einde het Nassaus belang te verdedigen; bouwde Sonnenberg bij Wiesbaden (1221) tegen aanvallen van de aartsbisschop van Mainz (maar moest later zijn macht erkennen) en verwierf de rijksvoogdij Wiesbaden en de Königssondergau als rijksleen; hield tussen 1212-1214 keizer Frederik en diens tegenstander aartbisschop Diether van Trier gevangen om zijn bezittingen te beschermen, later herhaaldelijk in het gevolg van keizer Frederik II en vergezelt hem op diens kruistocht (1228-1229); maarschalk en schenker van aartsbisschop Engelbert van Keulen om zich te beschermen tegen de aartsbisschoppen van Mainz en Trier, maar moet hem in 1224 de helft van het Nassause gebied Siegen in Hessen afstaan en bouwt de Dom Limburg uit; leert de Duitse Orde kennen in het heilige land en schenkt de orde het patronaatsrecht in zijn gebied te Herborn (1231), in hetzelfde jaar deelnemer aan de rijksdag van Worms en in 1232 aan die van Ravenna; bouwt vanaf ca. 1240 het kasteel Dillenburg en ondersteunt in 1247 graaf Willem II van Holland; werd hiervoor in al zijn lenen bevestigd en verwierf een muntrecht; in 1248 koos hij partij in interne Duitse adelijke familiekwesties, waardoor de Nassauers honderden jaren lang grote problemen hadden in de rest van Hessen (Nassau ligt in Hessen)., overl. vóór 25 jan. 1251, tr. vóór 1221. ///
Op 17-12-1255 (de "prima divisio") verdeelden twee van zijn zoons de vaderlijke bezittingen, waardoor de Ottoonse en Walramse linie in het huis van Nassau ontstonden; even terzijde: de bekendste zn. uit dit huwel. was Jan van Nassau, die met behulp van de graaf van Gelre, tot 40e bisschop van Utrecht werd benoemd (1267-1290), zonder bisschopswijding, daarom elect genoemd en waarsch. initiatiefnemer tot de bouw van de Dom van Utrecht; bronnen o.a. Thiele, Andreas "Erzählende genealogische Stammtafeln zur europäischen Geschichte", Band I, Teilband 2 Deutsche Kaiser-, Königs-, Herzogs- und Grafenhäuser II, R.G. Fischer Verlag 1994, Tafel 307.
Rupert was de oudste zoon van graaf Dudo van Laurenburg. Zijn moeder was een dochter van graaf Lodewijk II van Arnstein (Anastasia). Graaf Dudo richtte in 1080 Laurenburg op en daarna de fundamenten van de burcht Nassau in 1100. Samen met zijn broer Arnold I van Laurenburg regeerde Rupert vanaf 1120 in de burcht Nassau en noemde zich voortaan Graaf van Nassau. Deze titel werd vanaf 1159 na zijn dood door de Aartsbisschop van Trier erkend. In 1124 werd Rupert voogd van het Heerschap Weilburg, die hij van de Bisdom Worms in leen had gekregen. Idstein volgde in 1122 en samen met Weilburg behoorde dit tot leen van de Nassaus. Rupert kon door deze lenen het huis Nassau onafhankelijk maken of onafhankelijk laten blijven. Hij overleed vóór 13 mei 1154.
nam deel aan de derde kruistocht onder keizer Frederik I "Barbarossa"
In 1138 erfde Hendrik het graafschap Zutphen van zijn moeder.
Er werd een grote druk op Hendrik uitgeoefend vanuit het bisdom Utrecht. Ook onder druk van het graafschap Holland sloot hij een verdrag met de stad Utrecht. Hierdoor had hij weer problemen met de bisschop.
Toen de graaf van Steinfurt zijn deel van de Heerlijkheid Bredevoort verkocht aan Engelbert II van Berg (de bisschop van Münster) en de graaf van Lohn zijn deel overgaf aan graaf Otto begon de strijd om het gehele bezit van de heerlijkheid tussen Münster en Gelre. Die strijd duurde twee eeuwen. Omstreeks 1388 verleende Otto stadsrechten aan Bredevoort.
Toen de graaf van Steinfurt zijn deel van de Heerlijkheid Bredevoort verkocht aan Engelbert II van Berg (de bisschop van Münster) en de graaf van Lohn zijn deel overgaf aan graaf Otto begon de strijd om het gehele bezit van de heerlijkheid tussen Münster en Gelre. Die strijd duurde twee eeuwen. Omstreeks 1388 verleende Otto stadsrechten aan Bredevoort.
Bouchard van Avesnes, geb. ca. 1182 of eerder (1172, overl. begin 1244, begr. abdij Clairefontaine, zn. van Jacques d'Oisy, heer van Avesnes, en Adèle de Guise;
geb. juli/aug. 1202, ged. Valenciennes (Saint-Jean), overl. 10-2-1280, tr. (1) Le Quesnoy (vóór 23)-7-1212 Bouchard van Avesnes, geb. ca. 1182 of eerder (1172, overl. begin 1244, begr. abdij Clairefontaine, zn. van Jacques d'Oisy, heer van Avesnes, en Adèle de Guise; tr. (2) 18-8/15-11-1223 (dispensatie vanwege verwantschap in de 3de/4de graad verleend mei 1230) Guillaume II van Dampierre, heer van Dampierre 1217, connétable van Champagne 1221; overl. 3-9-1231, begr. Orchies (Cisterciënser- innenklooster), in 1257 overgebracht naar Flines; zn. van Guy II van Dampierre, connétable van Champagne, door huwelijk seigneur de Bourbon en van Montluçon, en Mathilde, erfgename van Bourbon.
vermeld 1121-1167; vermoordt de Zwarte Floris (broer van de Hollandse Graaf), wegens belediging van zijn nichtje, de erfdochter van Rode; wordt verbannen en zijn bezittingen worden verwoest, maar uiteindelijk bouwer van het kasteel van Grave.
In de jaren '30 van de twaalfde eeuw vochten Herman, Godfried en hun oom Andries van Cuijk, een conflict uit met Floris de Zwarte en zijn broer Dirk VI van Holland. Dit is beschreven in het artikel over Godfried. Als gevolg daarvan werd Herman verdreven uit zijn kasteel bij Lexmond en bouwde hij een nieuw kasteel op veilige afstand van Holland, aan de Maas. Op die plaats is later het stadje Grave ontstaan. Naast heer van Cuijk werd Herman uiteindelijk stadsgraaf van Utrecht en voogd van het kapittel van Sint-Servatius te Maastricht
Toen zijn vader in 1129 overleed volgde hij die op als graaf van Gelre en graaf van Wassenberg. Hij trouwde met Ermgard van Zutphen, de erfdochter van het graafschap Zutphen wier bezittingen bestonden uit gebied ten oosten van de IJssel (Zutphen) en talrijke buitenposten in Friesland, Westfalen en het Rijnland. Gerard handhaafde deze erfenis tegen de bisschop van Münster en kreeg daarbij steun van de hertog van Neder-Lotharingen.
Boudewijn III (overleden 1120), was graaf van Henegouwen van 1098 tot aan zijn dood. Als zoon van Boudewijn II van Henegouwen en van Ida van Leuven, volgde hij in 1098 zijn vader op, aanvankelijk onder het regentschap van zijn moeder (tot ± 1103). Net als zijn vader poogde hij het graafschap Vlaanderen te heroveren. Daartoe trachtte hij o.m., zij het vergeefs, het conflict om Kamerijk tussen de Vlaamse graaf Robrecht II en de Duitse keizer Hendrik IV uit te buiten.
Hij trouwde rond 1107 met Yolanda van Gelre (overleden 1131), dochter van Gerard I van Gelre. Toen Boudewijn VII van Vlaanderen in 1119 kinderloos overleed, probeerde Boudewijn III andermaal zijn rechten op de Vlaamse troon te laten gelden, maar kon niet beletten dat deze toekwam aan Karel de Goede, een kleinzoon van Robrecht I. Bij zijn dood liet hij zijn weduwe met vier minderjarige kinderen achter. Zijn oudste zoon Boudewijn volgde hem op.
In 1138 erfde Hendrik het graafschap Zutphen van zijn moeder.
Er werd een grote druk op Hendrik uitgeoefend vanuit het bisdom Utrecht. Ook onder druk van het graafschap Holland sloot hij een verdrag met de stad Utrecht. Hierdoor had hij weer problemen met de bisschop.
vermeld 1121-1167; vermoordt de Zwarte Floris (broer van de Hollandse Graaf), wegens belediging van zijn nichtje, de erfdochter van Rode; wordt verbannen en zijn bezittingen worden verwoest, maar uiteindelijk bouwer van het kasteel van Grave.
In de jaren '30 van de twaalfde eeuw vochten Herman, Godfried en hun oom Andries van Cuijk, een conflict uit met Floris de Zwarte en zijn broer Dirk VI van Holland. Dit is beschreven in het artikel over Godfried. Als gevolg daarvan werd Herman verdreven uit zijn kasteel bij Lexmond en bouwde hij een nieuw kasteel op veilige afstand van Holland, aan de Maas. Op die plaats is later het stadje Grave ontstaan. Naast heer van Cuijk werd Herman uiteindelijk stadsgraaf van Utrecht en voogd van het kapittel van Sint-Servatius te Maastricht
Godfried was neef van bisschop Andries van Cuijk van Utrecht en werd door hem tot burggraaf van Utrecht benoemd. Samen met zijn moeder en zijn broer stichtte hij de Norbertijnerabdij van Mariënweerd. Hij trouwde met Ida, de erfdochter van Frederik van Werl-Arnsberg, en werd zo graaf van Arnsberg. Toen Godfrieds familie een huwelijk van een van hun nichten met Floris de Zwarte blokkeerde, verzamelde Floris een leger en viel het bisdom Utrecht binnen. Hij bezette de stad Utrecht en plunderde de Cuijkse bezittingen. Godfried en zijn broer Herman van Cuijk (1100-1170) verzamelden op hun beurt een leger een trokken naar Utrecht. Buiten de stad stuitten ze bij Abstede op Floris die daar aan het jagen was. Floris probeerde te vluchten maar zijn paard viel, waarna hij werd gegrepen en gedood (1133). Floris' broer Dirk VI van Holland en zijn neef keizer Lotharius III van Supplinburg hadden nu een persoonlijke vete met het huis van Cuijk. Dirk verwoestte de Cuijkse bezittingen en Lotharius bezette Arnsberg en nam Godfried en zijn broers al hun titels af.
In 1136 stelden twaalf edelen zich borg voor de leden van het huis van Cuijck en werd hun straf verzacht. Ze kregen hun persoonlijke bezittingen terug maar niet hun leengoederen. Lotharius overleed in 1137 en zijn opvolger Koenraad III van Hohenstaufen herstelde Andries als bisschop van Utrecht en gaf Godfried en Herman ook hun leengoederen terug. Door de bemiddeling van Andries werd de vrede tussen Dirk en Herman en Godfried ook weer hersteld. Herman moest Dirk voortaan als zijn heer erkennen. De kloosterlingen van Mariënweerd moesten iedere dag voor het zielenheil van Floris de Zwarte bidden. De kinderen van Dirk en Godfried, Otto I van Bentheim en Alveradis van Cuijck, trouwden met elkaar. Godfried maakte carrière aan het hof, eerst onder Koenraad en daarna onder Frederik I van Hohenstaufen. Hij vergezelde deze keizers onder andere op reizen naar Italië.
vermeld 1121-1167; vermoordt de Zwarte Floris (broer van de Hollandse Graaf), wegens belediging van zijn nichtje, de erfdochter van Rode; wordt verbannen en zijn bezittingen worden verwoest, maar uiteindelijk bouwer van het kasteel van Grave.
In de jaren '30 van de twaalfde eeuw vochten Herman, Godfried en hun oom Andries van Cuijk, een conflict uit met Floris de Zwarte en zijn broer Dirk VI van Holland. Dit is beschreven in het artikel over Godfried. Als gevolg daarvan werd Herman verdreven uit zijn kasteel bij Lexmond en bouwde hij een nieuw kasteel op veilige afstand van Holland, aan de Maas. Op die plaats is later het stadje Grave ontstaan. Naast heer van Cuijk werd Herman uiteindelijk stadsgraaf van Utrecht en voogd van het kapittel van Sint-Servatius te Maastricht
Gerard I is de stamvader van de graven van Gelre uit het huis Wassenberg, dat in 1371 in mannelijke lijn uitstierf. Gerard vernoemde zich zowel naar Wassenberg als naar Gelre. Hij had één zoon, die hem opvolgde als Gerard II van Gelre.
Hij wordt in 1096 ook als landgraaf geattesteerd in een keizerlijke oorkonde: MGH Diplomata Henrici IV nr. 459: Gerardus lantgrave, waarschijnlijk met betrekking tot een rijksleen in de Teisterbant.
Toen zijn vader in 1129 overleed volgde hij die op als graaf van Gelre en graaf van Wassenberg. Hij trouwde met Ermgard van Zutphen, de erfdochter van het graafschap Zutphen wier bezittingen bestonden uit gebied ten oosten van de IJssel (Zutphen) en talrijke buitenposten in Friesland, Westfalen en het Rijnland. Gerard handhaafde deze erfenis tegen de bisschop van Münster en kreeg daarbij steun van de hertog van Neder-Lotharingen.
Toen zijn vader in 1129 overleed volgde hij die op als graaf van Gelre en graaf van Wassenberg. Hij trouwde met Ermgard van Zutphen, de erfdochter van het graafschap Zutphen wier bezittingen bestonden uit gebied ten oosten van de IJssel (Zutphen) en talrijke buitenposten in Friesland, Westfalen en het Rijnland. Gerard handhaafde deze erfenis tegen de bisschop van Münster en kreeg daarbij steun van de hertog van Neder-Lotharingen.
Boudewijn III (overleden 1120), was graaf van Henegouwen van 1098 tot aan zijn dood. Als zoon van Boudewijn II van Henegouwen en van Ida van Leuven, volgde hij in 1098 zijn vader op, aanvankelijk onder het regentschap van zijn moeder (tot ± 1103). Net als zijn vader poogde hij het graafschap Vlaanderen te heroveren. Daartoe trachtte hij o.m., zij het vergeefs, het conflict om Kamerijk tussen de Vlaamse graaf Robrecht II en de Duitse keizer Hendrik IV uit te buiten.
Hij trouwde rond 1107 met Yolanda van Gelre (overleden 1131), dochter van Gerard I van Gelre. Toen Boudewijn VII van Vlaanderen in 1119 kinderloos overleed, probeerde Boudewijn III andermaal zijn rechten op de Vlaamse troon te laten gelden, maar kon niet beletten dat deze toekwam aan Karel de Goede, een kleinzoon van Robrecht I. Bij zijn dood liet hij zijn weduwe met vier minderjarige kinderen achter. Zijn oudste zoon Boudewijn volgde hem op.
Boudewijn IV (ca. 1109 – 2 november 1171), bijgenaamd de Bouwer, was graaf van Henegouwen van 1120 tot aan zijn dood. Als minderjarige zoon van Boudewijn III regeerde hij aanvankelijk (tot 1125?) onder het regentschap van zijn moeder, Yolanda van Gelre. Rond 1130 trouwde hij met Aleidis van Namen, dochter van graaf Godfried van Namen en van Ermesinde van Luxemburg.
Van de moord op de Vlaamse graaf Karel de Goede (1127) maakte hij gebruik om, net als zijn voorgangers en ook ditmaal tevergeefs, zijn aanspraken op Vlaanderen te laten gelden. Hoewel hij tijdelijk Oudenaarde en Ninove kon bezetten, moest hij toezien hoe Willem Clito graaf van Vlaanderen werd. Ook tegenover Clito’s opvolger, Diederik van de Elzas, heeft Boudewijn herhaaldelijk het onderspit moeten delven. Door een huwelijk (1169) van zijn zoon en erfgenaam, Boudewijn V, met Margaretha, zuster en erfgename van de regerende Vlaamse graaf Filips van de Elzas, kwam er een eind aan het bijna 100 jaar aanslepende conflict tussen Henegouwen en Vlaanderen.
Zijn bijnaam kreeg Boudewijn IV vanwege de versterkingen die hij langs de grens van Henegouwen met Brabant en Vlaanderen liet aanbrengen
De Heren van Cuijk komen van oorsprong uit de Betuwe. Vanaf de 11e eeuw zijn zij ‘historisch aantoonbaar’. De naam Cuijk (Henricus de Kuc of Kuyc) wordt voor het eerst in 1096 in een oorkonde vermeld. De leenmannen noemden zich naar de hoofdplaats Cuijk in hun leengebied "van Cuijk". Het geslacht van Cuijk is afkomstig uit de gouw Teisterbant. Vooral rondom Geldermalsen en Meteren had de familie veel goederen. De gouw Teisterbant is helaas niet precies aan te wijzen. Ze wordt al in 850 genoemd met als graaf "Balderik". Vanaf circa 1050 geven de schriftelijke bronnen meer duidelijkheid over de plaats Cuijk en de heersende familie. Vanaf die tijd wordt de naam Cuijk namelijk toegevoegd aan de persoonsnamen, genoemd naar het stamgoed. Voor die tijd noemde men zich van Malsen. De familie had veel bezittingen en nauwe banden met de Graven van Holland, Gelre en Vlaanderen, de Hertog van Brabant, de Koning van Engeland en de bisschoppen van Keulen en Utrecht. In de 13e eeuw werd de gouw Teisterbant verdeeld tussen Cuijk, Gelder en het Stichtse bisdom. De oorspronkelijke heren van Cuijk zijn aan het bewind geweest van 1096 tot 1400 en vooral Jan I van Cuijk nam een voorname plaats in. Een beeld van hem stond bij het viaduct in de Maasstraat, in 2008 ter gelegenheid van 700 jaar Jan van Cuijk is er een bronzen afgietsel gemaakt. Het stenen origineel gaat naar binnen en de bronzen kopie komt voor het gemeentehuis te staan. Wel was het zo dat hun kasteel vanaf 1137 niet meer in Cuijk zelf stond maar in Grave. In die plaats kwam toen ook het bestuurscentrum, maar een aantal zaken bleef in de plaats Cuijk zelf. De Hoofdbank (het huis voor onder andere rechtspraak) bleef in Cuijk en ook de Landdag (een soort dorpenvertegenwoordiging) kwam jaarlijks in de Cuijkse kerk bijeen. Bij de Hoofdbank konden niet alleen de dorpsbanken van Escharen tot Maashees in beroep gaan, maar ook die van het vrijwel onafhankelijke Boxmeer. Het leven van Jan I van Cuijk. Heel belangrijk voor het Land van Cuijk was Heer Jan I van Cuijk (1230 - 1308). Jan werd geboren omstreeks 1230 en volgde in 1254 zijn vader Hendrik III op als Heer van Cuijk. Omstreeks 1260 trouwde hij met Jutta van Nassau. Zij was een dochter van Hendrik van Nassau, een rechtstreekse voorvader van Prins Willem van Oranje. Er zijn negen kinderen uit dit huwelijk bekend. Heer Jan I van Cuijk ‘regeerde’ van 1254 tot 1308 en verbleef meestal op zijn kasteel in Grave. Hij was een bijzondere ridder en regeerder uit een beroemd geslacht. Met in zijn wapen de nog steeds gebruikte acht ‘merletten’ vocht hij aan de kant van Hertog Jan van Brabant tegen de Geldersen, de Limburgers en de Keulsen. Jan I van Cuijk nam deel aan veel veldtochten in de omgeving, waaronder de slag bij Woeringen nabij Keulen in 1288. Deze slag bracht een historisch keerpunt in degeschiedenis van de Nederlanden en het Nederrijn gebied. Hij wordt uitvoerig vermeld in de ‘Yeeste van den slag bij Woeronc’ van Jan van Heelu, een enorm heldendicht op hertog Jan I van Brabant, de grote overwinnaar in de slag tegen onder anderen de aartsbisschop Siegfried van Keulen, Graaf Reinoud van Gelre en Graf Hendrik van Luxemburg. De inzet was de erfelijke rechten op Limburg en de uitslag: Jan van Brabant met aanhang won. Een minder fraaie rol speelde Jan in 1296 echter in de samenzwering van de edelen tegen graaf Floris V van Holland. Deze zou op verzoek van de Engelse koning gevangen genomen worden tijdens een jachtfeest en daarna naar Engeland gebracht. Het liep echter uit op moord. In 1308, kort voor zijn dood heeft hij echter een daad gesteld die van groot belang is geweest voor de bevolking. Hij besloot om de zogenaamde ‘gemeynten’, de gemeentegronden in het Neder- en Overampt, aan de parochiedorpen en onderhorigen daaraan, over te dragen. Deze gronden, die over het geheel nog woest waren (totaal ca. 7.000 hectare), stelde hij daardoor gratis ter beschikking van de inwoners van de dorpen om er de paarden, vee en schapen op te weiden en er heideplaggen van te halen voor de potstallen. De kleine boeren vooral waren daar erg mee gebaat. Jan I van Cuijk was ook de stichter van het Graafse Sint Catharinagasthuis. Heer Jan I stierf op 13 juli 1308 en werd met de grootste eer, ‘met voordragen van wapen en schild’ begraven in de St. Elisabethkerk te Grave. Er is geen graf aan te wijzen van Jan van Cuijk. De positie van Cuijk onder de "Heren van Cuijk"" De heerlijkheid van Cuijk, heeft gedurende een lange tijd een belangrijke positie ingenomen, zowel regionaal als internationaal. In diplomatieke kringen speelden de Heren van Cuijk (en indirect ook de dames natuurlijk) een belangrijke rol in de 12e tot en met de 14e eeuw.
Hij was de eerste bisschop van Utrecht sinds het Concordaat van Worms in (1122), waarmee de investituurstrijd tussen de keizer en de paus over de bisschopsbenoemingen werd beslecht in het voordeel van de paus. Hij behoorde dan ook tot de pauselijke partij.
In 1133 raakte Andries in oorlog met graaf Dirk VI van Holland, die gesteund werd door de stad Utrecht en verschillende dienstmannen van de bisschop. Hij kreeg van koning Koenraad III de graafschappen Westergo en Oostergo terug, die keizer Hendrik V onder bisschop Burchard aan het Sticht ontnomen had.
Gerard I is de stamvader van de graven van Gelre uit het huis Wassenberg, dat in 1371 in mannelijke lijn uitstierf. Gerard vernoemde zich zowel naar Wassenberg als naar Gelre. Hij had één zoon, die hem opvolgde als Gerard II van Gelre.
Hij wordt in 1096 ook als landgraaf geattesteerd in een keizerlijke oorkonde: MGH Diplomata Henrici IV nr. 459: Gerardus lantgrave, waarschijnlijk met betrekking tot een rijksleen in de Teisterbant.
volgde zijn vader Dirk V op als graaf van Holland 1091, voerde als eerste de titel graaf van Holland 1101 als leenman van de Utrechtse bisschop, nam geen deel aan de eerste kruistocht 1096 maar stimuleerde nieuwe veenontginningen bij de grote rivieren
Gerard I is de stamvader van de graven van Gelre uit het huis Wassenberg, dat in 1371 in mannelijke lijn uitstierf. Gerard vernoemde zich zowel naar Wassenberg als naar Gelre. Hij had één zoon, die hem opvolgde als Gerard II van Gelre.
Hij wordt in 1096 ook als landgraaf geattesteerd in een keizerlijke oorkonde: MGH Diplomata Henrici IV nr. 459: Gerardus lantgrave, waarschijnlijk met betrekking tot een rijksleen in de Teisterbant.
Boudewijn II (± 1056 – overleden in Syrië, 1098), was graaf van Henegouwen van 1071 tot aan zijn dood. Hij was de tweede zoon van Boudewijn VI van Vlaanderen en Richilde van Henegouwen, en volgde zijn oudere broer Arnulf op, die sneuvelde in de Slag bij Kassel op (22 februari 1071). Als gevolg van deze slag moest Boudewijn Vlaanderen afstaan aan Robrecht I de Fries. Hij slaagde erin Henegouwen te behouden voor zichzelf en zijn moeder Richildis, dankzij de steun van de Luikse prins-bisschop Theoduinus (1048-1075), van wie zij voortaan Henegouwen in leen hielden.
Tot 1076 regeerde Boudewijn II onder het regentschap van zijn moeder, daarna steeds meer zelfstandig. Zijn pogingen om het graafschap Vlaanderen te heroveren mislukten bij herhaling.
Neemt in 1096 deel aan de Eerste Kruistocht; wordt na de inname van Antiochië (juni 1098) ermede belast dat te gaan melden aan de keizer in Constantinopel doch wordt tijdens deze tocht in Klein-Azië kennelijk overvallen en vermoord; wordt bijgenaamd 'van Jeruzalem' (hoewel hij die stad nooit heeft bereikt).
Zijn zoon Boudewijn volgde hem op.
Ida van Leuven begeeft zich als weduwe naar Klein-Azië om daar persoonlijk (doch vergeefs) een onderzoek in te stellen naar het lot van haar gemaal
Boudewijn III (overleden 1120), was graaf van Henegouwen van 1098 tot aan zijn dood. Als zoon van Boudewijn II van Henegouwen en van Ida van Leuven, volgde hij in 1098 zijn vader op, aanvankelijk onder het regentschap van zijn moeder (tot ± 1103). Net als zijn vader poogde hij het graafschap Vlaanderen te heroveren. Daartoe trachtte hij o.m., zij het vergeefs, het conflict om Kamerijk tussen de Vlaamse graaf Robrecht II en de Duitse keizer Hendrik IV uit te buiten.
Hij trouwde rond 1107 met Yolanda van Gelre (overleden 1131), dochter van Gerard I van Gelre. Toen Boudewijn VII van Vlaanderen in 1119 kinderloos overleed, probeerde Boudewijn III andermaal zijn rechten op de Vlaamse troon te laten gelden, maar kon niet beletten dat deze toekwam aan Karel de Goede, een kleinzoon van Robrecht I. Bij zijn dood liet hij zijn weduwe met vier minderjarige kinderen achter. Zijn oudste zoon Boudewijn volgde hem op.
Boudewijn III (overleden 1120), was graaf van Henegouwen van 1098 tot aan zijn dood. Als zoon van Boudewijn II van Henegouwen en van Ida van Leuven, volgde hij in 1098 zijn vader op, aanvankelijk onder het regentschap van zijn moeder (tot ± 1103). Net als zijn vader poogde hij het graafschap Vlaanderen te heroveren. Daartoe trachtte hij o.m., zij het vergeefs, het conflict om Kamerijk tussen de Vlaamse graaf Robrecht II en de Duitse keizer Hendrik IV uit te buiten.
Hij trouwde rond 1107 met Yolanda van Gelre (overleden 1131), dochter van Gerard I van Gelre. Toen Boudewijn VII van Vlaanderen in 1119 kinderloos overleed, probeerde Boudewijn III andermaal zijn rechten op de Vlaamse troon te laten gelden, maar kon niet beletten dat deze toekwam aan Karel de Goede, een kleinzoon van Robrecht I. Bij zijn dood liet hij zijn weduwe met vier minderjarige kinderen achter. Zijn oudste zoon Boudewijn volgde hem op.
Trok met Willem de Veroveraar naar Engeland
De Heren van Cuijk komen van oorsprong uit de Betuwe. Vanaf de 11e eeuw zijn zij ‘historisch aantoonbaar’. De naam Cuijk (Henricus de Kuc of Kuyc) wordt voor het eerst in 1096 in een oorkonde vermeld. De leenmannen noemden zich naar de hoofdplaats Cuijk in hun leengebied "van Cuijk". Het geslacht van Cuijk is afkomstig uit de gouw Teisterbant. Vooral rondom Geldermalsen en Meteren had de familie veel goederen. De gouw Teisterbant is helaas niet precies aan te wijzen. Ze wordt al in 850 genoemd met als graaf "Balderik". Vanaf circa 1050 geven de schriftelijke bronnen meer duidelijkheid over de plaats Cuijk en de heersende familie. Vanaf die tijd wordt de naam Cuijk namelijk toegevoegd aan de persoonsnamen, genoemd naar het stamgoed. Voor die tijd noemde men zich van Malsen. De familie had veel bezittingen en nauwe banden met de Graven van Holland, Gelre en Vlaanderen, de Hertog van Brabant, de Koning van Engeland en de bisschoppen van Keulen en Utrecht. In de 13e eeuw werd de gouw Teisterbant verdeeld tussen Cuijk, Gelder en het Stichtse bisdom. De oorspronkelijke heren van Cuijk zijn aan het bewind geweest van 1096 tot 1400 en vooral Jan I van Cuijk nam een voorname plaats in. Een beeld van hem stond bij het viaduct in de Maasstraat, in 2008 ter gelegenheid van 700 jaar Jan van Cuijk is er een bronzen afgietsel gemaakt. Het stenen origineel gaat naar binnen en de bronzen kopie komt voor het gemeentehuis te staan. Wel was het zo dat hun kasteel vanaf 1137 niet meer in Cuijk zelf stond maar in Grave. In die plaats kwam toen ook het bestuurscentrum, maar een aantal zaken bleef in de plaats Cuijk zelf. De Hoofdbank (het huis voor onder andere rechtspraak) bleef in Cuijk en ook de Landdag (een soort dorpenvertegenwoordiging) kwam jaarlijks in de Cuijkse kerk bijeen. Bij de Hoofdbank konden niet alleen de dorpsbanken van Escharen tot Maashees in beroep gaan, maar ook die van het vrijwel onafhankelijke Boxmeer. Het leven van Jan I van Cuijk. Heel belangrijk voor het Land van Cuijk was Heer Jan I van Cuijk (1230 - 1308). Jan werd geboren omstreeks 1230 en volgde in 1254 zijn vader Hendrik III op als Heer van Cuijk. Omstreeks 1260 trouwde hij met Jutta van Nassau. Zij was een dochter van Hendrik van Nassau, een rechtstreekse voorvader van Prins Willem van Oranje. Er zijn negen kinderen uit dit huwelijk bekend. Heer Jan I van Cuijk ‘regeerde’ van 1254 tot 1308 en verbleef meestal op zijn kasteel in Grave. Hij was een bijzondere ridder en regeerder uit een beroemd geslacht. Met in zijn wapen de nog steeds gebruikte acht ‘merletten’ vocht hij aan de kant van Hertog Jan van Brabant tegen de Geldersen, de Limburgers en de Keulsen. Jan I van Cuijk nam deel aan veel veldtochten in de omgeving, waaronder de slag bij Woeringen nabij Keulen in 1288. Deze slag bracht een historisch keerpunt in degeschiedenis van de Nederlanden en het Nederrijn gebied. Hij wordt uitvoerig vermeld in de ‘Yeeste van den slag bij Woeronc’ van Jan van Heelu, een enorm heldendicht op hertog Jan I van Brabant, de grote overwinnaar in de slag tegen onder anderen de aartsbisschop Siegfried van Keulen, Graaf Reinoud van Gelre en Graf Hendrik van Luxemburg. De inzet was de erfelijke rechten op Limburg en de uitslag: Jan van Brabant met aanhang won. Een minder fraaie rol speelde Jan in 1296 echter in de samenzwering van de edelen tegen graaf Floris V van Holland. Deze zou op verzoek van de Engelse koning gevangen genomen worden tijdens een jachtfeest en daarna naar Engeland gebracht. Het liep echter uit op moord. In 1308, kort voor zijn dood heeft hij echter een daad gesteld die van groot belang is geweest voor de bevolking. Hij besloot om de zogenaamde ‘gemeynten’, de gemeentegronden in het Neder- en Overampt, aan de parochiedorpen en onderhorigen daaraan, over te dragen. Deze gronden, die over het geheel nog woest waren (totaal ca. 7.000 hectare), stelde hij daardoor gratis ter beschikking van de inwoners van de dorpen om er de paarden, vee en schapen op te weiden en er heideplaggen van te halen voor de potstallen. De kleine boeren vooral waren daar erg mee gebaat. Jan I van Cuijk was ook de stichter van het Graafse Sint Catharinagasthuis. Heer Jan I stierf op 13 juli 1308 en werd met de grootste eer, ‘met voordragen van wapen en schild’ begraven in de St. Elisabethkerk te Grave. Er is geen graf aan te wijzen van Jan van Cuijk. De positie van Cuijk onder de "Heren van Cuijk"" De heerlijkheid van Cuijk, heeft gedurende een lange tijd een belangrijke positie ingenomen, zowel regionaal als internationaal. In diplomatieke kringen speelden de Heren van Cuijk (en indirect ook de dames natuurlijk) een belangrijke rol in de 12e tot en met de 14e eeuw.
onder voogdij van zijn stiefvader Robrecht de Fries 1061-1071, zag zijn landen bij Rijnland en Westflinge vervallen verklaard aan Utrecht bij oorkonde van keizer Hendrik IV 30 apr. 1064, verdreven uit Kennemerland 1071 doch werd opnieuw aangesteld tot graaf na de moord op hertog Godfried II 'met de Bult' 1076, onttrok de Zuid-Hollandse eilanden aan de macht van de Utrechtse bisschop en nam de sterkte IJsselmonde in juni 1076, steunde in de Constituurstrijd de pauselijke partij (1078)
volgde zijn vader Dirk V op als graaf van Holland 1091, voerde als eerste de titel graaf van Holland 1101 als leenman van de Utrechtse bisschop, nam geen deel aan de eerste kruistocht 1096 maar stimuleerde nieuwe veenontginningen bij de grote rivieren
Door Puas Gregorius VII in 1076 geexcommuniceerd
Stond blootsvoets 3 dagen in de sneeuw as straf
Boudewijn II (± 1056 – overleden in Syrië, 1098), was graaf van Henegouwen van 1071 tot aan zijn dood. Hij was de tweede zoon van Boudewijn VI van Vlaanderen en Richilde van Henegouwen, en volgde zijn oudere broer Arnulf op, die sneuvelde in de Slag bij Kassel op (22 februari 1071). Als gevolg van deze slag moest Boudewijn Vlaanderen afstaan aan Robrecht I de Fries. Hij slaagde erin Henegouwen te behouden voor zichzelf en zijn moeder Richildis, dankzij de steun van de Luikse prins-bisschop Theoduinus (1048-1075), van wie zij voortaan Henegouwen in leen hielden.
Tot 1076 regeerde Boudewijn II onder het regentschap van zijn moeder, daarna steeds meer zelfstandig. Zijn pogingen om het graafschap Vlaanderen te heroveren mislukten bij herhaling.
Neemt in 1096 deel aan de Eerste Kruistocht; wordt na de inname van Antiochië (juni 1098) ermede belast dat te gaan melden aan de keizer in Constantinopel doch wordt tijdens deze tocht in Klein-Azië kennelijk overvallen en vermoord; wordt bijgenaamd 'van Jeruzalem' (hoewel hij die stad nooit heeft bereikt).
Zijn zoon Boudewijn volgde hem op.
Ida van Leuven begeeft zich als weduwe naar Klein-Azië om daar persoonlijk (doch vergeefs) een onderzoek in te stellen naar het lot van haar gemaal
Ida van Leuven begeeft zich als weduwe naar Klein-Azië om daar persoonlijk (doch vergeefs) een onderzoek in te stellen naar het lot van haar gemaal
Boudewijn II (± 1056 – overleden in Syrië, 1098), was graaf van Henegouwen van 1071 tot aan zijn dood. Hij was de tweede zoon van Boudewijn VI van Vlaanderen en Richilde van Henegouwen, en volgde zijn oudere broer Arnulf op, die sneuvelde in de Slag bij Kassel op (22 februari 1071). Als gevolg van deze slag moest Boudewijn Vlaanderen afstaan aan Robrecht I de Fries. Hij slaagde erin Henegouwen te behouden voor zichzelf en zijn moeder Richildis, dankzij de steun van de Luikse prins-bisschop Theoduinus (1048-1075), van wie zij voortaan Henegouwen in leen hielden.
Tot 1076 regeerde Boudewijn II onder het regentschap van zijn moeder, daarna steeds meer zelfstandig. Zijn pogingen om het graafschap Vlaanderen te heroveren mislukten bij herhaling.
Neemt in 1096 deel aan de Eerste Kruistocht; wordt na de inname van Antiochië (juni 1098) ermede belast dat te gaan melden aan de keizer in Constantinopel doch wordt tijdens deze tocht in Klein-Azië kennelijk overvallen en vermoord; wordt bijgenaamd 'van Jeruzalem' (hoewel hij die stad nooit heeft bereikt).
Zijn zoon Boudewijn volgde hem op.
Toen zijn vader in 1129 overleed volgde hij die op als graaf van Gelre en graaf van Wassenberg. Hij trouwde met Ermgard van Zutphen, de erfdochter van het graafschap Zutphen wier bezittingen bestonden uit gebied ten oosten van de IJssel (Zutphen) en talrijke buitenposten in Friesland, Westfalen en het Rijnland. Gerard handhaafde deze erfenis tegen de bisschop van Münster en kreeg daarbij steun van de hertog van Neder-Lotharingen.
graaf van Namen ter opvolging van zijn oudere (in 1018 voor het laatst vermelde) broer Robert II, is aanwezig bij de stichting van de kapittelkerk St. Barthélemy te Luik en wordt in de daarop betrekking hebbende oorkonde onder de leke-getuigen als tweede, direkt na Gozelo I van Lotharingen, vermeld (1031), is eveneens aanwezig bij de wijding van het klooster St. Laurent te Luik 3.11.1034 en wordt dan belast met de voogdij van het daaraan geschonken grote, oud-karolingische domein Wasseiges, neemt waarschijnlijk met zijn schoonvader deel aan de slag bij Bar-le_Duc tegen graaf Eudes van Champagne 15.11.1037, is voogd van Ardenne, sticht de collegiale kerk van St. Aubin te Namen (1047), waaraan hij na het overlijden van zijn moeder zijn domein van Glons-sur-le-Geer schenkt, voor het laatst vermeld in 1062, overl. tussen juli 1063 en juli 1064
Trok met Willem de Veroveraar naar Engeland
Trok met Willem de Veroveraar naar Engeland
volgde zijn broer Dirk IV op als graaf van Holland 1049-1061, trachtte zijn macht uit te breiden in de Bommelerwaard doch werd vermoord bij Nederhemert 28 juni 1061 door een handlanger van bisschop Willem van Cuijk
onder voogdij van zijn stiefvader Robrecht de Fries 1061-1071, zag zijn landen bij Rijnland en Westflinge vervallen verklaard aan Utrecht bij oorkonde van keizer Hendrik IV 30 apr. 1064, verdreven uit Kennemerland 1071 doch werd opnieuw aangesteld tot graaf na de moord op hertog Godfried II 'met de Bult' 1076, onttrok de Zuid-Hollandse eilanden aan de macht van de Utrechtse bisschop en nam de sterkte IJsselmonde in juni 1076, steunde in de Constituurstrijd de pauselijke partij (1078)
Door Puas Gregorius VII in 1076 geexcommuniceerd
Stond blootsvoets 3 dagen in de sneeuw as straf
Boudewijn V van Rijsel, ook bijgenaamd de Grote (1013 - Rijsel?, 1 september 1067) was graaf van Vlaanderen van 1035 tot aan zijn dood.
Als zoon en erfgenaam van Boudewijn IV en van Ogiva van Luxemburg volgde hij zijn vader op bij diens dood. In 1028 huwde hij met Adela van Frankrijk (1009 - Mesen, 8 januari 1079), weduwe van hertog Richard III van Normandië (?-1027) en een dochter van koning Robert II van Frankrijk en Constance van Arles.
Wegens zijn aansluiting bij de rebellie van hertog Godfried met de Baard werd hem zijn Duitse rijkslenen in 1046 ontnomen, meer bepaald de mark Valenciennes. Na zijn verzoening met de Duitse keizer kwam hij in 1056/1059 definitief in het bezit van Ename. Dit was een belangrijk Lotharings bolwerk (ten oosten van de Schelde, van oudsher de scheidingslijn tussen Frankrijk en het Duitse rijk). Hij consolideerde aldus met succes de door zijn vader begonnen politiek om ook Duitse rijkslenen te verwerven. Zijn opvolgers werden aldus leenmannen van de Duitse keizer. Het betrokken gebied wordt daarom ook Rijks-Vlaanderen genoemd.
Zijn oudste zoon Boudewijn werd door de Duitse keizer eveneens beleend met een markgraafschap (wellicht Ename), maar dit belette Boudewijn V niet zich een jaar later toch aan te sluiten bij hertog Godfried met de Baard in diens opstand tegen de keizer. In het kader van deze politiek dwong hij Richilde van Henegouwen, weduwe van Herman van Bergen (overleden 1051), tot een huwelijk met zijn zoon Boudewijn (VI). Door zijn toedoen werden de kinderen uit Richildis' eerste huwelijk van hun erfrechten beroofd en lijfde hij de facto Henegouwen bij Vlaanderen in. Na het plotseling overlijden van de Duitse keizer Hendrik III (1056) en de minderjarigheid van diens zoon Hendrik IV werden door de Lotharingse rijksedelen, aartsbisschop Anno II van Keulen en paltsgraaf Hendrik I van Lotharingen, de vredesbesprekingen van Andernach (1056 en 1059) met Boudewijn gevoerd. Ook het wegens bloedverwantschap canoniek ongeldige huwelijk van zijn zoon Boudewijn met Richilde van Henegouwen werd door de paus kort nadien gelegitimeerd.
Door het huwelijk van Boudewijns tweede zoon, Robrecht de Fries, met Geertrui, weduwe van de graaf van Holland, strekte de Vlaamse invloedssfeer zich over een groot deel van de Nederlanden uit. Zo groot was Boudewijns aanzien, dat hij bij de dood van de Franse koning Hendrik I (1060) voogd werd over diens minderjarige troonopvolger Filips I.
Op het binnenlandse vlak heeft Boudewijn het grafelijke gezag verstevigd door het territoriale bestuur te reorganiseren (kasselrijen in plaats van gouwen) en de bevoegdheden van de kloostervoogden in te krimpen (mede door de invloed van de kerkelijke hervormingsbeweging van Richard van Saint-Vanne). Om het dunbevolkte en ongecultiveerde centrale gedeelte van zijn graafschap beter te verbinden met de rijke steden, die zich aan de kust en de Schelde ontwikkelden, legde hij een gordel van nieuwe steden aan in Binnen-Vlaanderen: Torhout, Ieper, Mesen, Rijsel, Kassel en Ariën. Deze nieuwe stichtingen werden hoofdplaats van een kasselrij en kregen een jaarmarkt om de kooplieden aan te trekken.
Kort voor zijn dood steunde Boudewijn V nog de expeditie naar Engeland (1066) van zijn schoonzoon Willem de Veroveraar, die gehuwd was met zijn dochter Mathilda van Vlaanderen. Deze stellingname was echter niet zonder risico's: de opkomst van het Anglo-Normandisch blok, dat voor Vlaanderen gevaarlijk kon worden, werd er niet door tegengewerkt. Een van de redenen van Boudewijns keuze was waarschijnlijk dat hij op die manier de kans zag om een deel van de dissidente adel die Willem op zijn tocht vergezelde, onschadelijk te maken.
Boudewijn V overleed op 1 september 1067. Na zijn dood trok zijn weduwe Adela zich als non terug in een klooster te Mesen, waar zij in 1079 overleed.
volgde zijn vader op als graaf van Holland onder voogdij van zijn moeder 993, koloniseerde de Riederwaard omstr. 1015, versloeg het keizerlijk leger van Hendrik II bij Vlaardingen 1018, maakte een bedevaart naar Jeruzalem, steunde Koenraad II in de strijd om het Duits koningschap na 1024
volgde zijn broer Dirk IV op als graaf van Holland 1049-1061, trachtte zijn macht uit te breiden in de Bommelerwaard doch werd vermoord bij Nederhemert 28 juni 1061 door een handlanger van bisschop Willem van Cuijk
Boudewijn met de Baard was de zoon van Arnulf II en van Rosela van Italië, dochter van Berengarius II van Italië, de door de Duitse keizer Otto II onttroonde koning van Italië. Toen zijn vader in 988 overleed, was Boudewijn nog minderjarig en werd de zelfstandigheid van het graafschap Vlaanderen door Frankrijk bedreigd. Een tweede huwelijk van Boudewijns moeder, Rosela, met Robrecht II de Vrome, zoon en opvolger van de Franse koning Hugo Capet, kon dit gevaar echter bezweren.
Bij zijn meerderjarigheid nam Boudewijn het bestuur stevig in handen: hij stelde paal en perk aan de onder zijn vader ontstane gezagscrisis in het noorden van het graafschap (Gent, Waasland, Kortrijk) en dwong bij de graven in het zuiden (Boulogne, Guines, Hesdin en Saint-Pol) de erkenning van zijn suzereiniteit af. Hij verplaatste de belangstelling van de Vlaamse graven, die tot dan toe op het zuiden was gericht, naar het oosten, en veroverde aanzienlijke gebieden op de rechteroever van de Schelde, afhankelijk van de Duitse keizer, die de naam Rijks-Vlaanderen zouden vormen. In 1012 werd hij door keizer Hendrik II beleend met de Zeeuwse eilanden en het gebied dat later de Vier Ambachten zou worden. Dankzij gewiekste onderhandelingen met de Duitse keizer verkreeg hij in 1015 het markgraafschap Valenciennes, namelijk met de belofte zich afzijdig te houden in het interne Lotharingse conflict tussen de Reiniers en de graven van Verdun. Het lang begeerde graafschap Ename in het gouwgraafschap Brabant werd hem echter niet door de Duitse keizer gegund, zelfs niet na de inname (en verwoesting) van de hertogelijke burcht te Ename in 1033/1034.
Zijn expansiepolitiek was duidelijk gericht op de beheersing van het Scheldebekken, waarvan hij het economisch belang begreep. In 1009 stelde hij de Heer van Gistel aan als zeeprefect om de kust te beschermen tegen invallen. Tijdens zijn bewind begon de lakenindustrie ook vaste vorm aan te nemen. De graaf was eigenaar van de schorren langs de kust, waar schapen werden gefokt, en hij was waarschijnlijk de eerste wolleverancier van de Atrechtse draperie. Graaf Boudewijn spande zich ook in om de godsvrede te laten respecteren in zijn graafschap. Hij stichtte de abdij van Sint-Winoksbergen in 1022.
Boudewijn V van Rijsel, ook bijgenaamd de Grote (1013 - Rijsel?, 1 september 1067) was graaf van Vlaanderen van 1035 tot aan zijn dood.
Als zoon en erfgenaam van Boudewijn IV en van Ogiva van Luxemburg volgde hij zijn vader op bij diens dood. In 1028 huwde hij met Adela van Frankrijk (1009 - Mesen, 8 januari 1079), weduwe van hertog Richard III van Normandië (?-1027) en een dochter van koning Robert II van Frankrijk en Constance van Arles.
Wegens zijn aansluiting bij de rebellie van hertog Godfried met de Baard werd hem zijn Duitse rijkslenen in 1046 ontnomen, meer bepaald de mark Valenciennes. Na zijn verzoening met de Duitse keizer kwam hij in 1056/1059 definitief in het bezit van Ename. Dit was een belangrijk Lotharings bolwerk (ten oosten van de Schelde, van oudsher de scheidingslijn tussen Frankrijk en het Duitse rijk). Hij consolideerde aldus met succes de door zijn vader begonnen politiek om ook Duitse rijkslenen te verwerven. Zijn opvolgers werden aldus leenmannen van de Duitse keizer. Het betrokken gebied wordt daarom ook Rijks-Vlaanderen genoemd.
Zijn oudste zoon Boudewijn werd door de Duitse keizer eveneens beleend met een markgraafschap (wellicht Ename), maar dit belette Boudewijn V niet zich een jaar later toch aan te sluiten bij hertog Godfried met de Baard in diens opstand tegen de keizer. In het kader van deze politiek dwong hij Richilde van Henegouwen, weduwe van Herman van Bergen (overleden 1051), tot een huwelijk met zijn zoon Boudewijn (VI). Door zijn toedoen werden de kinderen uit Richildis' eerste huwelijk van hun erfrechten beroofd en lijfde hij de facto Henegouwen bij Vlaanderen in. Na het plotseling overlijden van de Duitse keizer Hendrik III (1056) en de minderjarigheid van diens zoon Hendrik IV werden door de Lotharingse rijksedelen, aartsbisschop Anno II van Keulen en paltsgraaf Hendrik I van Lotharingen, de vredesbesprekingen van Andernach (1056 en 1059) met Boudewijn gevoerd. Ook het wegens bloedverwantschap canoniek ongeldige huwelijk van zijn zoon Boudewijn met Richilde van Henegouwen werd door de paus kort nadien gelegitimeerd.
Door het huwelijk van Boudewijns tweede zoon, Robrecht de Fries, met Geertrui, weduwe van de graaf van Holland, strekte de Vlaamse invloedssfeer zich over een groot deel van de Nederlanden uit. Zo groot was Boudewijns aanzien, dat hij bij de dood van de Franse koning Hendrik I (1060) voogd werd over diens minderjarige troonopvolger Filips I.
Op het binnenlandse vlak heeft Boudewijn het grafelijke gezag verstevigd door het territoriale bestuur te reorganiseren (kasselrijen in plaats van gouwen) en de bevoegdheden van de kloostervoogden in te krimpen (mede door de invloed van de kerkelijke hervormingsbeweging van Richard van Saint-Vanne). Om het dunbevolkte en ongecultiveerde centrale gedeelte van zijn graafschap beter te verbinden met de rijke steden, die zich aan de kust en de Schelde ontwikkelden, legde hij een gordel van nieuwe steden aan in Binnen-Vlaanderen: Torhout, Ieper, Mesen, Rijsel, Kassel en Ariën. Deze nieuwe stichtingen werden hoofdplaats van een kasselrij en kregen een jaarmarkt om de kooplieden aan te trekken.
Kort voor zijn dood steunde Boudewijn V nog de expeditie naar Engeland (1066) van zijn schoonzoon Willem de Veroveraar, die gehuwd was met zijn dochter Mathilda van Vlaanderen. Deze stellingname was echter niet zonder risico's: de opkomst van het Anglo-Normandisch blok, dat voor Vlaanderen gevaarlijk kon worden, werd er niet door tegengewerkt. Een van de redenen van Boudewijns keuze was waarschijnlijk dat hij op die manier de kans zag om een deel van de dissidente adel die Willem op zijn tocht vergezelde, onschadelijk te maken.
Boudewijn V overleed op 1 september 1067. Na zijn dood trok zijn weduwe Adela zich als non terug in een klooster te Mesen, waar zij in 1079 overleed.
ij hertrouwt als weduwe (vóór 1-4-988) Robert II 'de Vrome' ('Le Pieux') koning van Frankrijk (zij heet daar: Suzanna), maar wordt verstoten 992 en keert naar Vlaanderen terug
Boudewijn V van Rijsel, ook bijgenaamd de Grote (1013 - Rijsel?, 1 september 1067) was graaf van Vlaanderen van 1035 tot aan zijn dood.
Als zoon en erfgenaam van Boudewijn IV en van Ogiva van Luxemburg volgde hij zijn vader op bij diens dood. In 1028 huwde hij met Adela van Frankrijk (1009 - Mesen, 8 januari 1079), weduwe van hertog Richard III van Normandië (?-1027) en een dochter van koning Robert II van Frankrijk en Constance van Arles.
Wegens zijn aansluiting bij de rebellie van hertog Godfried met de Baard werd hem zijn Duitse rijkslenen in 1046 ontnomen, meer bepaald de mark Valenciennes. Na zijn verzoening met de Duitse keizer kwam hij in 1056/1059 definitief in het bezit van Ename. Dit was een belangrijk Lotharings bolwerk (ten oosten van de Schelde, van oudsher de scheidingslijn tussen Frankrijk en het Duitse rijk). Hij consolideerde aldus met succes de door zijn vader begonnen politiek om ook Duitse rijkslenen te verwerven. Zijn opvolgers werden aldus leenmannen van de Duitse keizer. Het betrokken gebied wordt daarom ook Rijks-Vlaanderen genoemd.
Zijn oudste zoon Boudewijn werd door de Duitse keizer eveneens beleend met een markgraafschap (wellicht Ename), maar dit belette Boudewijn V niet zich een jaar later toch aan te sluiten bij hertog Godfried met de Baard in diens opstand tegen de keizer. In het kader van deze politiek dwong hij Richilde van Henegouwen, weduwe van Herman van Bergen (overleden 1051), tot een huwelijk met zijn zoon Boudewijn (VI). Door zijn toedoen werden de kinderen uit Richildis' eerste huwelijk van hun erfrechten beroofd en lijfde hij de facto Henegouwen bij Vlaanderen in. Na het plotseling overlijden van de Duitse keizer Hendrik III (1056) en de minderjarigheid van diens zoon Hendrik IV werden door de Lotharingse rijksedelen, aartsbisschop Anno II van Keulen en paltsgraaf Hendrik I van Lotharingen, de vredesbesprekingen van Andernach (1056 en 1059) met Boudewijn gevoerd. Ook het wegens bloedverwantschap canoniek ongeldige huwelijk van zijn zoon Boudewijn met Richilde van Henegouwen werd door de paus kort nadien gelegitimeerd.
Door het huwelijk van Boudewijns tweede zoon, Robrecht de Fries, met Geertrui, weduwe van de graaf van Holland, strekte de Vlaamse invloedssfeer zich over een groot deel van de Nederlanden uit. Zo groot was Boudewijns aanzien, dat hij bij de dood van de Franse koning Hendrik I (1060) voogd werd over diens minderjarige troonopvolger Filips I.
Op het binnenlandse vlak heeft Boudewijn het grafelijke gezag verstevigd door het territoriale bestuur te reorganiseren (kasselrijen in plaats van gouwen) en de bevoegdheden van de kloostervoogden in te krimpen (mede door de invloed van de kerkelijke hervormingsbeweging van Richard van Saint-Vanne). Om het dunbevolkte en ongecultiveerde centrale gedeelte van zijn graafschap beter te verbinden met de rijke steden, die zich aan de kust en de Schelde ontwikkelden, legde hij een gordel van nieuwe steden aan in Binnen-Vlaanderen: Torhout, Ieper, Mesen, Rijsel, Kassel en Ariën. Deze nieuwe stichtingen werden hoofdplaats van een kasselrij en kregen een jaarmarkt om de kooplieden aan te trekken.
Kort voor zijn dood steunde Boudewijn V nog de expeditie naar Engeland (1066) van zijn schoonzoon Willem de Veroveraar, die gehuwd was met zijn dochter Mathilda van Vlaanderen. Deze stellingname was echter niet zonder risico's: de opkomst van het Anglo-Normandisch blok, dat voor Vlaanderen gevaarlijk kon worden, werd er niet door tegengewerkt. Een van de redenen van Boudewijns keuze was waarschijnlijk dat hij op die manier de kans zag om een deel van de dissidente adel die Willem op zijn tocht vergezelde, onschadelijk te maken.
Boudewijn V overleed op 1 september 1067. Na zijn dood trok zijn weduwe Adela zich als non terug in een klooster te Mesen, waar zij in 1079 overleed.
graaf van Holland 988-993, vergezelde keizer Otto II van Duitsland naar Rome 983, breidt zijn gebied uit naar het zuiden, overl. (gesneuveld) 18 sept. 993 (vermoedelijk aan de mond van de Maas), begr. Egmond (abdijkerk), later als heilige vereerd
schenkt het bezit Rugge aan de St.Pieterskerk van Gent voor het zieleheil van haar gemaal 20 sept. 993, verzoende zich met de opstandige West-Friezen juni 1005, overl. 13 mei (na 1005), begr. Egmond (abdijkerk).
volgde zijn vader op als graaf van Holland onder voogdij van zijn moeder 993, koloniseerde de Riederwaard omstr. 1015, versloeg het keizerlijk leger van Hendrik II bij Vlaardingen 1018, maakte een bedevaart naar Jeruzalem, steunde Koenraad II in de strijd om het Duits koningschap na 1024
Arnulf II (960/961 – 988), zoon van Boudewijn III en Mathildis van Saksen-Billung, was graaf van Vlaanderen van 965 tot aan zijn dood. Zijn vader Boudewijn III werd in 958 door graaf Arnulf I tot mederegent aangesteld, maar overleed reeds in 962. Bij de dood van graaf Arnulf I was zijn kleinzoon, de jonge Arnulf II, vier jaar.
Arnulf volgde dus in 965 zijn grootvader op, aanvankelijk onder de voogdij van de koning van Lotharingen, Lotharius II, die vóór de dood van Arnulf I beloofd dat hij ervoor zou zorgen dat de Vlaamse edelen de jonge graaf niet zouden manipuleren voor hun eigen belang, een belofte waaraan hij zich inderdaad ook hield. Rond 976 liet koning Lodewijk de Duitser de regering aan Arnulf over, maar onthield hem het gezag over de door Arnulf I veroverde gebieden Oosterbant, Artesië, Ponthieu en Amiens.
Het overige deel van het graafschap viel uiteen in semi-autonome gebieden, waarover Arnulf geen werkelijk gezag uitoefende. Aan deze gezagscrisis zou Arnulfs zoon en opvolger, Boudewijn IV, een einde maken.
Arnulf II was in 968 gehuwd met Rosela van Ivrea (945 - Gent 26 januari 1003, dochter van Berengarius II van Italië, koning van 950 tot 963, en van Willa van Toscane.
ij hertrouwt als weduwe (vóór 1-4-988) Robert II 'de Vrome' ('Le Pieux') koning van Frankrijk (zij heet daar: Suzanna), maar wordt verstoten 992 en keert naar Vlaanderen terug
Boudewijn met de Baard was de zoon van Arnulf II en van Rosela van Italië, dochter van Berengarius II van Italië, de door de Duitse keizer Otto II onttroonde koning van Italië. Toen zijn vader in 988 overleed, was Boudewijn nog minderjarig en werd de zelfstandigheid van het graafschap Vlaanderen door Frankrijk bedreigd. Een tweede huwelijk van Boudewijns moeder, Rosela, met Robrecht II de Vrome, zoon en opvolger van de Franse koning Hugo Capet, kon dit gevaar echter bezweren.
Bij zijn meerderjarigheid nam Boudewijn het bestuur stevig in handen: hij stelde paal en perk aan de onder zijn vader ontstane gezagscrisis in het noorden van het graafschap (Gent, Waasland, Kortrijk) en dwong bij de graven in het zuiden (Boulogne, Guines, Hesdin en Saint-Pol) de erkenning van zijn suzereiniteit af. Hij verplaatste de belangstelling van de Vlaamse graven, die tot dan toe op het zuiden was gericht, naar het oosten, en veroverde aanzienlijke gebieden op de rechteroever van de Schelde, afhankelijk van de Duitse keizer, die de naam Rijks-Vlaanderen zouden vormen. In 1012 werd hij door keizer Hendrik II beleend met de Zeeuwse eilanden en het gebied dat later de Vier Ambachten zou worden. Dankzij gewiekste onderhandelingen met de Duitse keizer verkreeg hij in 1015 het markgraafschap Valenciennes, namelijk met de belofte zich afzijdig te houden in het interne Lotharingse conflict tussen de Reiniers en de graven van Verdun. Het lang begeerde graafschap Ename in het gouwgraafschap Brabant werd hem echter niet door de Duitse keizer gegund, zelfs niet na de inname (en verwoesting) van de hertogelijke burcht te Ename in 1033/1034.
Zijn expansiepolitiek was duidelijk gericht op de beheersing van het Scheldebekken, waarvan hij het economisch belang begreep. In 1009 stelde hij de Heer van Gistel aan als zeeprefect om de kust te beschermen tegen invallen. Tijdens zijn bewind begon de lakenindustrie ook vaste vorm aan te nemen. De graaf was eigenaar van de schorren langs de kust, waar schapen werden gefokt, en hij was waarschijnlijk de eerste wolleverancier van de Atrechtse draperie. Graaf Boudewijn spande zich ook in om de godsvrede te laten respecteren in zijn graafschap. Hij stichtte de abdij van Sint-Winoksbergen in 1022.
Boudewijn met de Baard was de zoon van Arnulf II en van Rosela van Italië, dochter van Berengarius II van Italië, de door de Duitse keizer Otto II onttroonde koning van Italië. Toen zijn vader in 988 overleed, was Boudewijn nog minderjarig en werd de zelfstandigheid van het graafschap Vlaanderen door Frankrijk bedreigd. Een tweede huwelijk van Boudewijns moeder, Rosela, met Robrecht II de Vrome, zoon en opvolger van de Franse koning Hugo Capet, kon dit gevaar echter bezweren.
Bij zijn meerderjarigheid nam Boudewijn het bestuur stevig in handen: hij stelde paal en perk aan de onder zijn vader ontstane gezagscrisis in het noorden van het graafschap (Gent, Waasland, Kortrijk) en dwong bij de graven in het zuiden (Boulogne, Guines, Hesdin en Saint-Pol) de erkenning van zijn suzereiniteit af. Hij verplaatste de belangstelling van de Vlaamse graven, die tot dan toe op het zuiden was gericht, naar het oosten, en veroverde aanzienlijke gebieden op de rechteroever van de Schelde, afhankelijk van de Duitse keizer, die de naam Rijks-Vlaanderen zouden vormen. In 1012 werd hij door keizer Hendrik II beleend met de Zeeuwse eilanden en het gebied dat later de Vier Ambachten zou worden. Dankzij gewiekste onderhandelingen met de Duitse keizer verkreeg hij in 1015 het markgraafschap Valenciennes, namelijk met de belofte zich afzijdig te houden in het interne Lotharingse conflict tussen de Reiniers en de graven van Verdun. Het lang begeerde graafschap Ename in het gouwgraafschap Brabant werd hem echter niet door de Duitse keizer gegund, zelfs niet na de inname (en verwoesting) van de hertogelijke burcht te Ename in 1033/1034.
Zijn expansiepolitiek was duidelijk gericht op de beheersing van het Scheldebekken, waarvan hij het economisch belang begreep. In 1009 stelde hij de Heer van Gistel aan als zeeprefect om de kust te beschermen tegen invallen. Tijdens zijn bewind begon de lakenindustrie ook vaste vorm aan te nemen. De graaf was eigenaar van de schorren langs de kust, waar schapen werden gefokt, en hij was waarschijnlijk de eerste wolleverancier van de Atrechtse draperie. Graaf Boudewijn spande zich ook in om de godsvrede te laten respecteren in zijn graafschap. Hij stichtte de abdij van Sint-Winoksbergen in 1022.
van Houte-Dierxx: de Capetinger begin Capetingers;stammen uit het Robertiner-geslacht (Merofingers/Carolingers) van ca.8e eeuw uit Haspengau en Oberrheingau met Worms.
ij hertrouwt als weduwe (vóór 1-4-988) Robert II 'de Vrome' ('Le Pieux') koning van Frankrijk (zij heet daar: Suzanna), maar wordt verstoten 992 en keert naar Vlaanderen terug
Hij had een zoon bij een onbekende vrouw
Dirk II, geb. omstr. 932 (zoon van Dirk I (Bis), vermeld 936-941, en Gerberga (Geva) van Hamalant), graaf in het WestFriese gebied tussen Maas en Vlie 962-988, schonk ter ere van de bijzetting van St.Adalbertus Egmond een stenen kerk 15 juni 950, nam de grafelijke burcht in Gent in (965), bood de Egmondse abdij een evangeliarium aan 975, kreeg zijn lenen in Maasland, Kennemerland en op Texel van koning Otto III in vrij eigendom 25 aug. 985
graaf van Holland 988-993, vergezelde keizer Otto II van Duitsland naar Rome 983, breidt zijn gebied uit naar het zuiden, overl. (gesneuveld) 18 sept. 993 (vermoedelijk aan de mond van de Maas), begr. Egmond (abdijkerk), later als heilige vereerd
schenkt het bezit Rugge aan de St.Pieterskerk van Gent voor het zieleheil van haar gemaal 20 sept. 993, verzoende zich met de opstandige West-Friezen juni 1005, overl. 13 mei (na 1005), begr. Egmond (abdijkerk).
schenkt het bezit Rugge aan de St.Pieterskerk van Gent voor het zieleheil van haar gemaal 20 sept. 993, verzoende zich met de opstandige West-Friezen juni 1005, overl. 13 mei (na 1005), begr. Egmond (abdijkerk).
graaf van Holland 988-993, vergezelde keizer Otto II van Duitsland naar Rome 983, breidt zijn gebied uit naar het zuiden, overl. (gesneuveld) 18 sept. 993 (vermoedelijk aan de mond van de Maas), begr. Egmond (abdijkerk), later als heilige vereerd
VOlgende de legende:
Wiecher versloeg en draak om de hand van MArgaretha te winnen
Hij noemdde zijn kasteel Gelre, naar het geluid van de draak
Arnulf II (960/961 – 988), zoon van Boudewijn III en Mathildis van Saksen-Billung, was graaf van Vlaanderen van 965 tot aan zijn dood. Zijn vader Boudewijn III werd in 958 door graaf Arnulf I tot mederegent aangesteld, maar overleed reeds in 962. Bij de dood van graaf Arnulf I was zijn kleinzoon, de jonge Arnulf II, vier jaar.
Arnulf volgde dus in 965 zijn grootvader op, aanvankelijk onder de voogdij van de koning van Lotharingen, Lotharius II, die vóór de dood van Arnulf I beloofd dat hij ervoor zou zorgen dat de Vlaamse edelen de jonge graaf niet zouden manipuleren voor hun eigen belang, een belofte waaraan hij zich inderdaad ook hield. Rond 976 liet koning Lodewijk de Duitser de regering aan Arnulf over, maar onthield hem het gezag over de door Arnulf I veroverde gebieden Oosterbant, Artesië, Ponthieu en Amiens.
Het overige deel van het graafschap viel uiteen in semi-autonome gebieden, waarover Arnulf geen werkelijk gezag uitoefende. Aan deze gezagscrisis zou Arnulfs zoon en opvolger, Boudewijn IV, een einde maken.
Arnulf II was in 968 gehuwd met Rosela van Ivrea (945 - Gent 26 januari 1003, dochter van Berengarius II van Italië, koning van 950 tot 963, en van Willa van Toscane.
ij hertrouwt als weduwe (vóór 1-4-988) Robert II 'de Vrome' ('Le Pieux') koning van Frankrijk (zij heet daar: Suzanna), maar wordt verstoten 992 en keert naar Vlaanderen terug
ij hertrouwt als weduwe (vóór 1-4-988) Robert II 'de Vrome' ('Le Pieux') koning van Frankrijk (zij heet daar: Suzanna), maar wordt verstoten 992 en keert naar Vlaanderen terug
Arnulf II (960/961 – 988), zoon van Boudewijn III en Mathildis van Saksen-Billung, was graaf van Vlaanderen van 965 tot aan zijn dood. Zijn vader Boudewijn III werd in 958 door graaf Arnulf I tot mederegent aangesteld, maar overleed reeds in 962. Bij de dood van graaf Arnulf I was zijn kleinzoon, de jonge Arnulf II, vier jaar.
Arnulf volgde dus in 965 zijn grootvader op, aanvankelijk onder de voogdij van de koning van Lotharingen, Lotharius II, die vóór de dood van Arnulf I beloofd dat hij ervoor zou zorgen dat de Vlaamse edelen de jonge graaf niet zouden manipuleren voor hun eigen belang, een belofte waaraan hij zich inderdaad ook hield. Rond 976 liet koning Lodewijk de Duitser de regering aan Arnulf over, maar onthield hem het gezag over de door Arnulf I veroverde gebieden Oosterbant, Artesië, Ponthieu en Amiens.
Het overige deel van het graafschap viel uiteen in semi-autonome gebieden, waarover Arnulf geen werkelijk gezag uitoefende. Aan deze gezagscrisis zou Arnulfs zoon en opvolger, Boudewijn IV, een einde maken.
Arnulf II was in 968 gehuwd met Rosela van Ivrea (945 - Gent 26 januari 1003, dochter van Berengarius II van Italië, koning van 950 tot 963, en van Willa van Toscane.
van Houte-Dierxx: de Capetinger begin Capetingers;stammen uit het Robertiner-geslacht (Merofingers/Carolingers) van ca.8e eeuw uit Haspengau en Oberrheingau met Worms.
Hij had een zoon bij een onbekende vrouw
Dirk II, geb. omstr. 932 (zoon van Dirk I (Bis), vermeld 936-941, en Gerberga (Geva) van Hamalant), graaf in het WestFriese gebied tussen Maas en Vlie 962-988, schonk ter ere van de bijzetting van St.Adalbertus Egmond een stenen kerk 15 juni 950, nam de grafelijke burcht in Gent in (965), bood de Egmondse abdij een evangeliarium aan 975, kreeg zijn lenen in Maasland, Kennemerland en op Texel van koning Otto III in vrij eigendom 25 aug. 985
Arnulf I, bijgenaamd de Grote (889 - 27 maart 965), graaf van Vlaanderen van 918 tot 965, was de oudste zoon van Boudewijn II en van Aelfryth van Wessex.
Van zijn vader erfde hij het grootste (noordelijke) deel van het graafschap. Na de dood van zijn broer Adalolf legde hij wederrechtelijk de hand op diens erfdeel (933), dat de streek van Terwaan en Boulogne omvatte. Hij wist ook Oosterbant, Artesië, Ponthieu en de streek van Amiens te veroveren, waardoor het graafschap Vlaanderen tot voorbij de Somme reikte. Arnulf bereikte deze gebiedsuitbreiding door het listig ombrengen van Willem I van Normandië te Picquigny.
Uit vrees voor de onbestendigheid van zijn territoriale aanwinsten deed Arnulf een beroep op de clerus om zijn veroveringen duurzaam en eenvormig te maken via een sterke religieuze ideologie. Zo wierp hij zich op als verdediger van de hervormingen die Gerardus van Brogne in de abdijen van zijn graafschap wilde doorvoeren. Uit zijn (tweede) huwelijk met Aleidis van Vermandois (910 - Brugge, 10 oktober 958), dochter van Herbert II van Vermandois en van Adela van Frankrijk, had hij een zoon, Boudewijn III, die over een deel van het graafschap regeerde van 958 tot diens vroegtijdige dood in 962.
Een opstand van de zonen van Adalolf veroorzaakte een bestuurlijke crisis die Arnulf dwong het graafschap toe te vertrouwen aan de Franse koning Lotharius tot de meerderjarigheid van zijn kleinzoon Arnulf II van Vlaanderen.
Aleidia werd werd uitgehuwelijkt om de vrede tussen het huis Vlaanderen en de Heribertiner graven te bestendigen
Dirk II, geb. omstr. 932 (zoon van Dirk I (Bis), vermeld 936-941, en Gerberga (Geva) van Hamalant), graaf in het WestFriese gebied tussen Maas en Vlie 962-988, schonk ter ere van de bijzetting van St.Adalbertus Egmond een stenen kerk 15 juni 950, nam de grafelijke burcht in Gent in (965), bood de Egmondse abdij een evangeliarium aan 975, kreeg zijn lenen in Maasland, Kennemerland en op Texel van koning Otto III in vrij eigendom 25 aug. 985
Karel hertog van Neder-Lotharingen,)geb. Laon zomer 953; neemt deel aan de vergeefse poging van Reinier IV van Henegouwen en diens broer Lambert I van Leuven hun vaderlijk erfdeel terug te veroveren 976; wordt verbannen door zijn broer Lotharius IV nadat hij diens gemalin Emma beschuldigd had van een verhouding met de in 977 aangestelde bisschop van Laon.Adalbero;
wendt zich dan tot keizer Otto II die hem aanstelt tot hertog in Lotharingen Diedenhofen/Thionville mei 977 (en daarmee, evenals met het herstel van Reinier en Lambert) een dam wil opwerpen tegen Westfrankische aanspraken op het Karolingische stamland);
neemt deel aan de vergeldingsactie van de keizer tegen West-Francië 978; wordt daarbij (zonder dat zulks veel gevolgen heeft) door bisschop Theudebert van Metz tot koning van Lotharingen
geproclameerd, maar treedt in de eerste jaren daarna niet meer naar voren;
bouwt tussen twee armen van de Zenne een versterkt kamp met aangrenzend bestuurscentrum en geldt daarmee als grondlegger van de stad Brussel; wisselt tijdens de troonstrijd die in het Duitse rijk na de dood van Otto II (7.12.983) uitbreekt herhaaldelijk van partij, waarop het Duitse hof hem laat vallen en hij van die kant voor zijn Westfrankische aspiraties geen enkele steun meer krijgt; wordt mede daardoor na de plotselinge dood van zijn neef Lodewijk V (21.5.987) niet gekozen tot diens opvolger tijdens een door aartsbisschop Adalbero van Reims te Senlis geleide vergadering;
neemt na de verkiezing van Hugo ‘Capet’ tot Frans koning (gekroond 3.7.987), zich beroepend op erfrecht, de strijd op en krijgt door zijn bastaardneef Arnulf de koningsstad Laon in handen gespeeld mei 988 (waar hij zijn schoonzuster, de koningin-weduwe Emma, en bisschop Adalbero van Laon gevangen neemt) en weet deze stad te behouden;
krijgt door Arnulf ook nog de kroningsstad Reims in handen (989) die hem op Palmzondag (29/3) 991 onder ede nogmaals trouw belooft, maar in de daarop volgende nacht uitlevert aan Hugo Capet die hem, met zijn gezin, gevangen zet in Orléans; overl. ald. Tr. ca. 970 NN, dochter van Rodbert van Troyes (?). Tr. voor 979 (ca. 975) Adelheid (van onbekende herkomst).
Robert de France
Vazal van Karel de Kale
Karel II, de Kale, koning, daarna keizer, geb. Frankfurt aan de Main 13.6.823, overl. Maurienne op 6.10.877, begr. klooster Nantua, later Saint-Denis. Vormt reeds vanaf 829 het middelpunt van handelen van zijn ouders om hem (in strijd met de als definitief bedoelde Ordinatio Imperii) een eigen rijk te bezorgen; door zijn vader tot koning gekroond en aangesteld tot hertog van Maine, Quierzy sept. 838 en van Aquitanië 13.12.838; strijdt na de dood van zijn vader samen met zijn halfbroer Lodewijk de Duitser tegen hun oudste broer Lotharius I, welke zij verslaan bij Fontenoy (bij Auxerre) 25.6.841; verkrijgt West-Francië bij het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843; wordt na jarenlang verzet van de aristocratie in het hem toebedeelde rijksdeel alsnog door ‘bijna alle’ wereldrijke en geestelijke groten van Aquitanië tot koning gekozen en door de aartsbisschop van Sens gezalfd en gekroond, Orléans 848; weet echter (o.a. door de voortdurende Noormannen-invallen) pas vanaf 860 een zekere consolidering te bereiken; schaart zich van dan af, samen met Lodewijk de Duitser, aan de zijde van Theutberga wier huwelijk met hun neef Lotharius II kinderloos is, wat dus tot een komende verwerving, althans deling van het middenrijk kan leiden; laat zich na de plotselinge dood van Lotharius II (8.8.869) tot koning van Lotharingen wijden Metz 9.9.869, doch moet het oostelijke deel daarvan afstaan aan Lodewijk de Duitser bij het verdrag van Meersen 8.8.870; laat zich na de dood van zijn neef Lodewijk 11 door paus Johannes VIII tot keizer kronen, Rome 25.12.875; geacclameerd door een Italiaanse Rijksverzameling als ‘protector et defensor’ (en daarmee feitelijk tot koning) Pavia febr. 876; tracht na de dood van Lodewijk de Duitser (28.8.876) via een bliksemveldtocht naar Aken alsnog het hele middenrijk te verwerven, maar wordt door Lodewijk de Jonge bij Andernach verslagen 8.10.876; treft op een rijksverzameling te Quierzy (waar voor de duur van zijn afwezigheid de erfelijkheid van lenen per cartularium wordt afgekondigd 14.6.877) voorbereidingen om de paus tegen de Saracenen te hulp te komen, maar ziet daartoe in Italië geen kans. Tr. (1) Quierzy 13.12.842 Ermentrudis, geb. ca. 830; overl. 6-10-869; dr. van graaf Odo van Orléans; tr. 2) 12 .10.869, bevestigd Aix-la-Chapelle 22.1.870, een Bosonide vrouw, overl. tussen 910 en 3 febr. 911, dochter van Bivin, graaf en abt van Gorze en van NN, dochter van Boso de Oude, graaf van Italië, en nicht van koningin Theutberga, echtgenote van Lotharius II.
Zij trouwde
858 Eathelwulf van Wessex
856 Aethelbald van Wessex (ivm troonsovernamen door broer van Aethelwulf )
Zij wer in de lente van 862 geschaakt, trouwde te Auxerre 13 dec. 863 Boudewijn I IJserenarm, graaf van Terwaan 866, bestuurder van de gouwen Kortrijk, Aardenburg en West Vlaanderen en mogelijk Mempiscus (tussen Gent en Kortrijk),
verloor na de schaking van Judith van West Francië zijn graafschappen 862 maar verzoende zich met Karel de Kale en werd opnieuw aangesteld tot graaf in de gouwen Vlaanderen, Waas en Gent 864 en na 866 in de streek Sint-Omaars (Ternois), leke-abt St. Pietersabdij te Gent 870, toezichthouder en raadgever van kroonprins Lodewijk (de Stamelaar) bij het vertrek van Karel naar Italië, overl. 21 jan. 879
Boudewijn I, ook wel Boudewijn I met de IJzeren Arm genoemd, (Laon?, ca. 837/40 - Sint Bertijns/Arras, 2 januari 879), staat bekend als de eerste graaf van Vlaanderen. Hij was de zoon van Odakar III van de Morinen (ook Audacrus, Odocrus, Audacer, Odoscer "van Laon" genoemd).
Over Boudewijn I is weinig overgeleverd. Er wordt wel aangenomen dat hij de eerste graaf van het graafschap Vlaanderen zou zijn.
Hij was een bekwaam militair leider, die een halt wist toe te roepen aan de invallen van de Noormannen. Boudewijn bouwde onder meer burchten te Gent en Brugge.
Boudewijn I trouwde op 13 december 862 met Judith van West-Francië, dochter van Karel de Kale, West-Frankisch koning van 840 tot 877, en van Ermentrudis van Orléans, nadat hij haar in Senlis rond Kerstmis 861 had geschaakt. Ze vluchtten naar Lotharingen en van daar naar Rome. Na twee jaar briefwisseling met de woedende vader kwam de verzoening er via een huwelijk te Auxerre. Het graafschap Vlaanderen (een aantal gouwen langsheen de Noordzeekust) was waarschijnlijk een huwelijksgeschenk. Karel de Kale wist hiermee zijn noordelijke grenzen te beveiligen.
Boudewijn zou uiteindelijk de grondlegger worden van een grafelijke dynastie die gedurende meer dan 500 jaar Vlaanderen zal bezitten en regeren. Het Vlaanderen waarvan Boudewijn I graaf was, had nog niet zo veel om het lijf; het beperkte zich tot een viertal stadjes met hun omgevende land (de pagus Flandrensis): Torhout, Gistel, Oudenburg en Brugge.
Boudewijn II de Kale (863 - 10 september 918) was van 879 tot 918 graaf van Vlaanderen en Graaf van Boulogne.
Hij erfde het graafschap van zijn vader op een bijzonder moeilijk moment omdat er een inval van de Vikingen plaatsvond. Dezen zouden nog jaren Vlaanderen en het noorden van Frankrijk onveilig maken. Pas bij de Slag bij de Dijle in 892 werden zij voorgoed verslagen. De onrust die ontstond door het onvermogen van de Karolingers iets tegen de inval te doen, zorgde er in 888 voor dat een niet-Karolinger Odo tot koning gezalfd werd. Boudewijn -zelf een Karolinger- wist dat handig te benutten voor de verdere uitbreiding van zijn grafelijke macht. Hij richtte houten versterkingen op in Sint-Omaars (St. Omer), Brugge en Gent en wist zelfs de abdij van St. Vaast en de streek van Artesië (Artois) onder controle te krijgen. In 902 ruimde hij een belangrijke rivaal Herbert I van Vermandois uit de weg door hem te laten vermoorden. Dit gaf hem meer macht aan de Somme. Hij zorgde bovendien voor een belangrijk politiek bondgenootschap door met de dochter van de Angelsaksische koning Alfred de Grote te trouwen. Bij zijn dood in 918 liet hij dan ook een machtig graafschap na aan zijn zoon Arnulf.
Arnulf I, bijgenaamd de Grote (889 - 27 maart 965), graaf van Vlaanderen van 918 tot 965, was de oudste zoon van Boudewijn II en van Aelfryth van Wessex.
Van zijn vader erfde hij het grootste (noordelijke) deel van het graafschap. Na de dood van zijn broer Adalolf legde hij wederrechtelijk de hand op diens erfdeel (933), dat de streek van Terwaan en Boulogne omvatte. Hij wist ook Oosterbant, Artesië, Ponthieu en de streek van Amiens te veroveren, waardoor het graafschap Vlaanderen tot voorbij de Somme reikte. Arnulf bereikte deze gebiedsuitbreiding door het listig ombrengen van Willem I van Normandië te Picquigny.
Uit vrees voor de onbestendigheid van zijn territoriale aanwinsten deed Arnulf een beroep op de clerus om zijn veroveringen duurzaam en eenvormig te maken via een sterke religieuze ideologie. Zo wierp hij zich op als verdediger van de hervormingen die Gerardus van Brogne in de abdijen van zijn graafschap wilde doorvoeren. Uit zijn (tweede) huwelijk met Aleidis van Vermandois (910 - Brugge, 10 oktober 958), dochter van Herbert II van Vermandois en van Adela van Frankrijk, had hij een zoon, Boudewijn III, die over een deel van het graafschap regeerde van 958 tot diens vroegtijdige dood in 962.
Een opstand van de zonen van Adalolf veroorzaakte een bestuurlijke crisis die Arnulf dwong het graafschap toe te vertrouwen aan de Franse koning Lotharius tot de meerderjarigheid van zijn kleinzoon Arnulf II van Vlaanderen.
Aleidia werd werd uitgehuwelijkt om de vrede tussen het huis Vlaanderen en de Heribertiner graven te bestendigen
ca.begin invloedrijk geslacht der robertiner-robertiens uit wormsgau/oberrheinsgau
Robert de France
Robert de France
Terwijl Karel de Grote in Noord-Spanje op veldtocht was, beviel zijn vrouw Hildegarde hetzij op 11 april hetzij in juni/augustus 778 in de palts van Chasseneuil bij Poitiers van een tweeling. Na Karels terugkeer werden ze als Lodewijk en Lothar gedoopt. De karolingische koningsnamen Karel, Karloman en Pepijn waren reeds aan Karels eerder geboren zonen vergeven, zodat men besloot terug te grijpen naar deze van de belangrijkste Merovingische koningen Chlodowech I ofte Clovis, en Chlotarius I. De kleine Lothar stierf reeds in 779, maar Lodewijk overleefde.
Lodewijk I de Vrome (Chasseneuil bij Poitiers, april, juni of augustus 778 - Ingelheim am Rhein, 20 juni 840) volgde zijn vader Karel de Grote na diens dood in 814 op als koning van de Franken, van 814 tot aan zijn eigen overlijden in 840. Zijn vader Karel de Grote kroonde hem op 11 september 813 in Aken tot medekeizer van het Frankische Rijk en op 5 oktober 816 in Reims kroonde Paus Stefanus IV (V) hem tot keizer van het Westen. Hij huwde een eerste maal in 794 met Ermengarde, met wie hij Lothar, Pepijn en Lodewijk de Duitser had, en een tweede keer met Judith, die hem een vierde zoon Karel schonk.
Lodewijk I streefde er naar de erfenis van zijn beroemde vader te bestendigen, in de eerste plaats via het doorvoeren van geloofshervormingen. Maar zelf regelde hij zijn eigen erfopvolging bijzonder ongelukkig, en zijn regering werd door vernederingen en mislukkingen getekend.
Een toeval zorgde ervoor dat hij na de dood van zijn vader Karel de Grote in 814 alleenheerser werd. Zijn beide oudere broers Pepijn en Karel waren namelijk reeds respectievelijk in 810 en 811 overleden. Daarmee verviel ook een in 806 getroffen regeling die het Frankenrijk in 3 stukken zou hebben opgedeeld; het probleem rond de toekenning van de keizerlijke waardigheid, die op zichzelf als ondeelbaar werd beschouwd, was door meer geluk dan wijsheid toch nog opgelost.
Op 11 september 813 waren de rijksgroten te Aken bijeen en waren getuige van de feestelijke verheffing van de zoon van Karel de Grote tot mederegent en exclusieve erfgenaam van het Rijk, met de daaraan verbonden konings- en keizerstitels. Enkele maanden later overleed Karel en liet aan de 36-jarige Lodewijk een reusachtig rijk na.
Lotharius I, koning der Franken en Lombarden, geb. ca. 795, overl. in de abdij te Prum in de nacht van 28 op 29 sept. 855, begr. in de kerk van Saint-Sauveur van deze abdij. Aangesteld tot (onder)koning in Beieren 814; bij de Ordinatio lmperii als opvolger aangewezen en door zijn vader tot keizer gekroond Aken juli 817; bestuurt Italië sinds de herfst van 822; wordt (als ‘Festkrönung’) nogmaals tot keizer gekroond door paus Paschalis I Rome Pasen (8.4.)823 en regelt het bestuur van de Kerkelijke Staat, als onderdeel van het rijk, via de Constitutio Romana; feitelijk mede-regent van zijn vader van 825 tot aug. 829 wanneer deze samenwerking door diens begunstiging van Karel de Kale abrupt eindigt en hij terugkeert naar Italië; keert zich (na diverse, kortstondige verzoeningen) echter samen met zijn broers Pippijn en Lodewijk tegen hun vader begin 833, die nadat zijn leger op het ‘Leugenveld’ bij Colmar naar hen is overgelopen zich door hen gevangen laat nemen en die hij nadien feitelijk laat afzetten (Compiègne; Sois-sons); houdt ook nadien zijn vader in Aken gevangen en beperkt (strevend naar volle uitvoering van de Ordinatio Imperii) invloed en machtsgebied van zijn broers, waarop deze alsnog de kant van hun vader kiezen; verliest een reeks gevechten tegen hen en wordt wederom op Italië beperkt herfst 834; verzoent zich opnieuw met zijn vader op de rijksdag van Worms juni 839 en wordt op diens sterfbed tot opvolger gedesigneerd; verlaat Italië en herneemt de suprematie over zijn broers naar de (nooit opgeheven) Ordinatio, maar verliest een uiterst bloedige veldslag tegen hen bij Fontenoy (bij Auxerre) 25-6-841, hetgeen als een godsoordeel voor een wezenlijke rij ksdeling wordt gezien ten gunste van zijn broers Lodewijk ‘de Duitser’ en Karel ‘de Kale’, die hun bondgenootschap bevestigen door in de wederzijdse talen voor hun aanhang afgelegde eden bij Straatsburg 14.2.842; sluit na langdurige onderhandelingen met hen het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843, waarbij hij bij zijn langgerekte middenrijk wel de keizerstitel behoudt, maar daaraan geen suprematie over het West- en Oostfrankische rijk zal kunnen ontlenen; proclameert met beide broers in ‘fraternitas’ te zullen regeren Thionville okt. 844, maar krijgt een heftig geschil met Karel wanneer diens vazal Giselbert zijn dochter ontvoert 846, waarna pas vrede gesloten wordt (met legitimatie van het voltrokken huwelijk) Péronne jan. 849; verdeelt, ziek geworden, zijn rijk over zijn drie zoons; treedt in het klooster te Prüm 23.9, overl. 29.9.855 en begraven aldaar, tr. okt. 821 Ermengard, sticht uit haar morgengave het klooster Erstein; overl. 20.3.851; dr. van Hugo graaf van Tours en Ava N. Voorts had hij voor april 851 een relatie met Doda, overl. na 9.7.855, van onbekende herkomst en tussen 851 en 853 met een onbekende vrouw.
Stichteres van klooster Erstein
IIIC Pippijn I, koning van Aquitanië, geb. ca. 797, overl. Poitiers 13.12.838, begr. in de kerk Sainte-Radegonde te Poitiers. Tr. sept. 822 Ringardis, dochter van Theodebert, graaf van Madrie. Ze werd bij haar man begraven. Uit dit huwelijk: a. Pippijn II, koning van Aquitanië, geb. ca. 823, overl. Senlis na juni 864. Tr. NN, waaruit geen kinderen werden geboren. b. Carolus, aartsbisschop van Mainz, geb. ca. 825/30, overl. Mainz (Duitsland) 4.6.863, begr. in de kerk St. Albanus in Mainz. c. NN, tr.(?) Gerhard, graaf van Limoges(?), gesneuveld te Fontenoy 25.6.841. d. NN, tr. Rathier, graaf van Limoges, overl. 25.6.841.
Lodewijk de Duitser (806 — Frankfurt am Main, 28 september 876) was de zoon van keizer Lodewijk de Vrome en Ermengarde van Haspengouw. Als Lodewijk II was hij koning van Oost-Francië, het latere Duitsland. Later werd hij ook koning van Lotharingen, hier als Lodewijk I. Hij kreeg de bijnaam de Duitser om hem te onderscheiden van zijn neef, Lodewijk II, die koning van Italië was, en ook de keizerskroon droeg.
Bij het Verdrag van Verdun werd het Frankische Rijk van Lodewijk de Vrome verdeeld over zijn drie zonen: Lodewijk de Duitser, Karel de Kale en Lotharius. Lodewijk kreeg Oost-Francië. Na de dood van zijn oudste broer Lotharius I werd diens Middenrijk verder verdeeld onder zijn drie zonen: Lotharius II kreeg Lotharingen, Lodewijk II kreeg Noord-Italië, en Karel de Jonge kreeg Bourgondië. Deze drie neven van Lodewijk bleken niet zo talentrijk te zijn. In 869 pikte Lodewijk ook Lotharingen in. Ook de andere delen zouden via een dynastieke rechtmatige overerving aan Duitsland overgaan, zodat het Middenrijk daarmee helemaal verdwenen was.
Algemeen wordt Lodewijk als de meest bekwame telg van de toenmalige Karolingen beschouwd.
Vazal van Karel de Kale
Karel II, de Kale, koning, daarna keizer, geb. Frankfurt aan de Main 13.6.823, overl. Maurienne op 6.10.877, begr. klooster Nantua, later Saint-Denis. Vormt reeds vanaf 829 het middelpunt van handelen van zijn ouders om hem (in strijd met de als definitief bedoelde Ordinatio Imperii) een eigen rijk te bezorgen; door zijn vader tot koning gekroond en aangesteld tot hertog van Maine, Quierzy sept. 838 en van Aquitanië 13.12.838; strijdt na de dood van zijn vader samen met zijn halfbroer Lodewijk de Duitser tegen hun oudste broer Lotharius I, welke zij verslaan bij Fontenoy (bij Auxerre) 25.6.841; verkrijgt West-Francië bij het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843; wordt na jarenlang verzet van de aristocratie in het hem toebedeelde rijksdeel alsnog door ‘bijna alle’ wereldrijke en geestelijke groten van Aquitanië tot koning gekozen en door de aartsbisschop van Sens gezalfd en gekroond, Orléans 848; weet echter (o.a. door de voortdurende Noormannen-invallen) pas vanaf 860 een zekere consolidering te bereiken; schaart zich van dan af, samen met Lodewijk de Duitser, aan de zijde van Theutberga wier huwelijk met hun neef Lotharius II kinderloos is, wat dus tot een komende verwerving, althans deling van het middenrijk kan leiden; laat zich na de plotselinge dood van Lotharius II (8.8.869) tot koning van Lotharingen wijden Metz 9.9.869, doch moet het oostelijke deel daarvan afstaan aan Lodewijk de Duitser bij het verdrag van Meersen 8.8.870; laat zich na de dood van zijn neef Lodewijk 11 door paus Johannes VIII tot keizer kronen, Rome 25.12.875; geacclameerd door een Italiaanse Rijksverzameling als ‘protector et defensor’ (en daarmee feitelijk tot koning) Pavia febr. 876; tracht na de dood van Lodewijk de Duitser (28.8.876) via een bliksemveldtocht naar Aken alsnog het hele middenrijk te verwerven, maar wordt door Lodewijk de Jonge bij Andernach verslagen 8.10.876; treft op een rijksverzameling te Quierzy (waar voor de duur van zijn afwezigheid de erfelijkheid van lenen per cartularium wordt afgekondigd 14.6.877) voorbereidingen om de paus tegen de Saracenen te hulp te komen, maar ziet daartoe in Italië geen kans. Tr. (1) Quierzy 13.12.842 Ermentrudis, geb. ca. 830; overl. 6-10-869; dr. van graaf Odo van Orléans; tr. 2) 12 .10.869, bevestigd Aix-la-Chapelle 22.1.870, een Bosonide vrouw, overl. tussen 910 en 3 febr. 911, dochter van Bivin, graaf en abt van Gorze en van NN, dochter van Boso de Oude, graaf van Italië, en nicht van koningin Theutberga, echtgenote van Lotharius II.
Lotharius I, koning der Franken en Lombarden, geb. ca. 795, overl. in de abdij te Prum in de nacht van 28 op 29 sept. 855, begr. in de kerk van Saint-Sauveur van deze abdij. Aangesteld tot (onder)koning in Beieren 814; bij de Ordinatio lmperii als opvolger aangewezen en door zijn vader tot keizer gekroond Aken juli 817; bestuurt Italië sinds de herfst van 822; wordt (als ‘Festkrönung’) nogmaals tot keizer gekroond door paus Paschalis I Rome Pasen (8.4.)823 en regelt het bestuur van de Kerkelijke Staat, als onderdeel van het rijk, via de Constitutio Romana; feitelijk mede-regent van zijn vader van 825 tot aug. 829 wanneer deze samenwerking door diens begunstiging van Karel de Kale abrupt eindigt en hij terugkeert naar Italië; keert zich (na diverse, kortstondige verzoeningen) echter samen met zijn broers Pippijn en Lodewijk tegen hun vader begin 833, die nadat zijn leger op het ‘Leugenveld’ bij Colmar naar hen is overgelopen zich door hen gevangen laat nemen en die hij nadien feitelijk laat afzetten (Compiègne; Sois-sons); houdt ook nadien zijn vader in Aken gevangen en beperkt (strevend naar volle uitvoering van de Ordinatio Imperii) invloed en machtsgebied van zijn broers, waarop deze alsnog de kant van hun vader kiezen; verliest een reeks gevechten tegen hen en wordt wederom op Italië beperkt herfst 834; verzoent zich opnieuw met zijn vader op de rijksdag van Worms juni 839 en wordt op diens sterfbed tot opvolger gedesigneerd; verlaat Italië en herneemt de suprematie over zijn broers naar de (nooit opgeheven) Ordinatio, maar verliest een uiterst bloedige veldslag tegen hen bij Fontenoy (bij Auxerre) 25-6-841, hetgeen als een godsoordeel voor een wezenlijke rij ksdeling wordt gezien ten gunste van zijn broers Lodewijk ‘de Duitser’ en Karel ‘de Kale’, die hun bondgenootschap bevestigen door in de wederzijdse talen voor hun aanhang afgelegde eden bij Straatsburg 14.2.842; sluit na langdurige onderhandelingen met hen het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843, waarbij hij bij zijn langgerekte middenrijk wel de keizerstitel behoudt, maar daaraan geen suprematie over het West- en Oostfrankische rijk zal kunnen ontlenen; proclameert met beide broers in ‘fraternitas’ te zullen regeren Thionville okt. 844, maar krijgt een heftig geschil met Karel wanneer diens vazal Giselbert zijn dochter ontvoert 846, waarna pas vrede gesloten wordt (met legitimatie van het voltrokken huwelijk) Péronne jan. 849; verdeelt, ziek geworden, zijn rijk over zijn drie zoons; treedt in het klooster te Prüm 23.9, overl. 29.9.855 en begraven aldaar, tr. okt. 821 Ermengard, sticht uit haar morgengave het klooster Erstein; overl. 20.3.851; dr. van Hugo graaf van Tours en Ava N. Voorts had hij voor april 851 een relatie met Doda, overl. na 9.7.855, van onbekende herkomst en tussen 851 en 853 met een onbekende vrouw.
Stichteres van klooster Erstein
Vazal van Karel de Kale
Karel II, de Kale, koning, daarna keizer, geb. Frankfurt aan de Main 13.6.823, overl. Maurienne op 6.10.877, begr. klooster Nantua, later Saint-Denis. Vormt reeds vanaf 829 het middelpunt van handelen van zijn ouders om hem (in strijd met de als definitief bedoelde Ordinatio Imperii) een eigen rijk te bezorgen; door zijn vader tot koning gekroond en aangesteld tot hertog van Maine, Quierzy sept. 838 en van Aquitanië 13.12.838; strijdt na de dood van zijn vader samen met zijn halfbroer Lodewijk de Duitser tegen hun oudste broer Lotharius I, welke zij verslaan bij Fontenoy (bij Auxerre) 25.6.841; verkrijgt West-Francië bij het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843; wordt na jarenlang verzet van de aristocratie in het hem toebedeelde rijksdeel alsnog door ‘bijna alle’ wereldrijke en geestelijke groten van Aquitanië tot koning gekozen en door de aartsbisschop van Sens gezalfd en gekroond, Orléans 848; weet echter (o.a. door de voortdurende Noormannen-invallen) pas vanaf 860 een zekere consolidering te bereiken; schaart zich van dan af, samen met Lodewijk de Duitser, aan de zijde van Theutberga wier huwelijk met hun neef Lotharius II kinderloos is, wat dus tot een komende verwerving, althans deling van het middenrijk kan leiden; laat zich na de plotselinge dood van Lotharius II (8.8.869) tot koning van Lotharingen wijden Metz 9.9.869, doch moet het oostelijke deel daarvan afstaan aan Lodewijk de Duitser bij het verdrag van Meersen 8.8.870; laat zich na de dood van zijn neef Lodewijk 11 door paus Johannes VIII tot keizer kronen, Rome 25.12.875; geacclameerd door een Italiaanse Rijksverzameling als ‘protector et defensor’ (en daarmee feitelijk tot koning) Pavia febr. 876; tracht na de dood van Lodewijk de Duitser (28.8.876) via een bliksemveldtocht naar Aken alsnog het hele middenrijk te verwerven, maar wordt door Lodewijk de Jonge bij Andernach verslagen 8.10.876; treft op een rijksverzameling te Quierzy (waar voor de duur van zijn afwezigheid de erfelijkheid van lenen per cartularium wordt afgekondigd 14.6.877) voorbereidingen om de paus tegen de Saracenen te hulp te komen, maar ziet daartoe in Italië geen kans. Tr. (1) Quierzy 13.12.842 Ermentrudis, geb. ca. 830; overl. 6-10-869; dr. van graaf Odo van Orléans; tr. 2) 12 .10.869, bevestigd Aix-la-Chapelle 22.1.870, een Bosonide vrouw, overl. tussen 910 en 3 febr. 911, dochter van Bivin, graaf en abt van Gorze en van NN, dochter van Boso de Oude, graaf van Italië, en nicht van koningin Theutberga, echtgenote van Lotharius II.
Boudewijn I, ook wel Boudewijn I met de IJzeren Arm genoemd, (Laon?, ca. 837/40 - Sint Bertijns/Arras, 2 januari 879), staat bekend als de eerste graaf van Vlaanderen. Hij was de zoon van Odakar III van de Morinen (ook Audacrus, Odocrus, Audacer, Odoscer "van Laon" genoemd).
Over Boudewijn I is weinig overgeleverd. Er wordt wel aangenomen dat hij de eerste graaf van het graafschap Vlaanderen zou zijn.
Hij was een bekwaam militair leider, die een halt wist toe te roepen aan de invallen van de Noormannen. Boudewijn bouwde onder meer burchten te Gent en Brugge.
Boudewijn I trouwde op 13 december 862 met Judith van West-Francië, dochter van Karel de Kale, West-Frankisch koning van 840 tot 877, en van Ermentrudis van Orléans, nadat hij haar in Senlis rond Kerstmis 861 had geschaakt. Ze vluchtten naar Lotharingen en van daar naar Rome. Na twee jaar briefwisseling met de woedende vader kwam de verzoening er via een huwelijk te Auxerre. Het graafschap Vlaanderen (een aantal gouwen langsheen de Noordzeekust) was waarschijnlijk een huwelijksgeschenk. Karel de Kale wist hiermee zijn noordelijke grenzen te beveiligen.
Boudewijn zou uiteindelijk de grondlegger worden van een grafelijke dynastie die gedurende meer dan 500 jaar Vlaanderen zal bezitten en regeren. Het Vlaanderen waarvan Boudewijn I graaf was, had nog niet zo veel om het lijf; het beperkte zich tot een viertal stadjes met hun omgevende land (de pagus Flandrensis): Torhout, Gistel, Oudenburg en Brugge.
Zij trouwde
858 Eathelwulf van Wessex
856 Aethelbald van Wessex (ivm troonsovernamen door broer van Aethelwulf )
Zij wer in de lente van 862 geschaakt, trouwde te Auxerre 13 dec. 863 Boudewijn I IJserenarm, graaf van Terwaan 866, bestuurder van de gouwen Kortrijk, Aardenburg en West Vlaanderen en mogelijk Mempiscus (tussen Gent en Kortrijk),
verloor na de schaking van Judith van West Francië zijn graafschappen 862 maar verzoende zich met Karel de Kale en werd opnieuw aangesteld tot graaf in de gouwen Vlaanderen, Waas en Gent 864 en na 866 in de streek Sint-Omaars (Ternois), leke-abt St. Pietersabdij te Gent 870, toezichthouder en raadgever van kroonprins Lodewijk (de Stamelaar) bij het vertrek van Karel naar Italië, overl. 21 jan. 879
Boudewijn II de Kale (863 - 10 september 918) was van 879 tot 918 graaf van Vlaanderen en Graaf van Boulogne.
Hij erfde het graafschap van zijn vader op een bijzonder moeilijk moment omdat er een inval van de Vikingen plaatsvond. Dezen zouden nog jaren Vlaanderen en het noorden van Frankrijk onveilig maken. Pas bij de Slag bij de Dijle in 892 werden zij voorgoed verslagen. De onrust die ontstond door het onvermogen van de Karolingers iets tegen de inval te doen, zorgde er in 888 voor dat een niet-Karolinger Odo tot koning gezalfd werd. Boudewijn -zelf een Karolinger- wist dat handig te benutten voor de verdere uitbreiding van zijn grafelijke macht. Hij richtte houten versterkingen op in Sint-Omaars (St. Omer), Brugge en Gent en wist zelfs de abdij van St. Vaast en de streek van Artesië (Artois) onder controle te krijgen. In 902 ruimde hij een belangrijke rivaal Herbert I van Vermandois uit de weg door hem te laten vermoorden. Dit gaf hem meer macht aan de Somme. Hij zorgde bovendien voor een belangrijk politiek bondgenootschap door met de dochter van de Angelsaksische koning Alfred de Grote te trouwen. Bij zijn dood in 918 liet hij dan ook een machtig graafschap na aan zijn zoon Arnulf.
Boudewijn II de Kale (863 - 10 september 918) was van 879 tot 918 graaf van Vlaanderen en Graaf van Boulogne.
Hij erfde het graafschap van zijn vader op een bijzonder moeilijk moment omdat er een inval van de Vikingen plaatsvond. Dezen zouden nog jaren Vlaanderen en het noorden van Frankrijk onveilig maken. Pas bij de Slag bij de Dijle in 892 werden zij voorgoed verslagen. De onrust die ontstond door het onvermogen van de Karolingers iets tegen de inval te doen, zorgde er in 888 voor dat een niet-Karolinger Odo tot koning gezalfd werd. Boudewijn -zelf een Karolinger- wist dat handig te benutten voor de verdere uitbreiding van zijn grafelijke macht. Hij richtte houten versterkingen op in Sint-Omaars (St. Omer), Brugge en Gent en wist zelfs de abdij van St. Vaast en de streek van Artesië (Artois) onder controle te krijgen. In 902 ruimde hij een belangrijke rivaal Herbert I van Vermandois uit de weg door hem te laten vermoorden. Dit gaf hem meer macht aan de Somme. Hij zorgde bovendien voor een belangrijk politiek bondgenootschap door met de dochter van de Angelsaksische koning Alfred de Grote te trouwen. Bij zijn dood in 918 liet hij dan ook een machtig graafschap na aan zijn zoon Arnulf.
ca.begin invloedrijk geslacht der robertiner-robertiens uit wormsgau/oberrheinsgau
Picture Keizer Karel de Grote ontmoet Paus Adrianus
Karel de Grote (Duits: Karl der Große; Frans en Engels: Charlemagne; Latijns: Carolus Magnus of Karolus Magnus) (Jupille, (waarschijnlijk) 2 april 742 - Aken, 28 januari 814) was van 771 tot aan zijn dood koning der Franken; daarbovenop werd hij in 800 tot keizer van het Westen gekroond. Karel was de zoon van Pepijn de Korte en Bertrada van Laon bijgenaamd "Bertrada met de grote voeten". Er zijn geen betrouwbaar gelijkende portretten van Karel bekend maar wij weten van zijn biograaf Einhard, en omdat zijn skelet in Aken bewaard bleef, dat hij met een lengte van 1 meter en 93 centimeter - voor die tijd - bijzonder groot van stuk was. Karel was rossig, droeg een snor en had een "vooruitstekende buik". Karel werd in de 12e eeuw officieel zalig verklaard, hoewel hij al langer bij het volk bekendstond als "heilige", maar wordt alleen in Aken als zodanig vereerd; ook in seculiere zin heeft hij door de eeuwen heen tot de verbeelding gesproken, wat geleid heeft tot een zgn. 'karel-epiek'. In de Middelnederlandse literatuur is het voorhoofse ridderverhaal Karel ende Elegast (ca. 1250 op schrift gesteld) hier een voorbeeld van. Karel werd en wordt wel de Vader van Europa genoemd; daarom werd in 1949 de Internationale Karelsprijs Aken in het leven geroepen voor personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Europese eenwording.
Uit gens Nostra:
Karel de Grote, geb. bij Aix-la-Chapelle 2.4.748, gedoopt door Bonefacius aartsbisschop van Mainz
Karel en zijn broer Carloman volgen hun vader Pippijn samen op, waarbij Karel in hoofdzaak Neustrië, Bourgondië en de Provence, en Carloman in hoofdzaak Austrasië krijgen
beiden worden gezalfd op 9.10.768, Karel te Noyon en Carloman te Soissons
Na de dood van Carloman in 771 en onder het passeren van diens minderjarige zonen, wordt Karel de enige koning der Franken; hij wordt dan wederom gezalfd als zodanig te Corbeny; na een geslaagde veldtocht tegen zijn ex-schoonvader de koning der Longobarden, volgt in 774 zijn proclamatie tot koning der Longobarden; Karel was reeds met zijn vader Pippijn gezalfd tot koning, Saint-Denis 28.7.754, en tevens door paus Stephanus II verheven tot ‘patricius Romanorum’, maar deze titel voert hij pas na zijn overwinning op de Longobarden; door paus Leo III tot keizer gekroond, Rome 25.12.800; laat dan zijn ‘patricius’-titel vallen
zijn uiteindelijke titulatuur wordt:
‘Karolus serenissimus augustus a Deo coronatus magnus et pacificus imperator Romanum gubernans imperium et per misericordiam Dei rex Francorum et Longobardorum’
zijn (westers) keizerschap wordt in 812 door de Oostromeinse ‘basileus’ Michael I Rhangabe erkend; overl. Aken 28.1.814, begr. ald. (Dom).
Pepijn met de Bult (770 - 811) was een zoon van Karel de Grote en diens eerste echtgenote Himiltrude. Pepijn was de eerstgeboren zoon van Karel de Grote, maar zou nooit een rol spelen in de erfopvolging. Wanneer in 781 Karel de Grotes zoon, Karloman, ook Pepijn genoemd wordt verliest Pepijn met de Bult zijn rechten en wordt hij als bastaard aangemerkt, omdat het huwelijk van zijn moeder met Karel de Grote in twijfel getrokken werd. Pepijn bleef echter aan het hof van zijn vader en maakte zich daar populair bij een deel van de adel. Nadat hij in 791-792 met de adellijke oppositie gecomplotteerd had tegen Karel de Grote om zijn opvolgingsrechten veilig te stellen, wordt Pepijn voor de rest van zijn dagen in het klooster van Prüm opgesloten. Pepijn bleef ongehuwd. (Wikipedai
Pepijn van Italië, oorspr. Karloman, (april 773 - 8 juli 810) was (na zijn bastaardzoon Pepijn met de Bult) de oudste wettige zoon van Karel de Grote. Zijn moeder was Karels derde vrouw Hildegard.
In 781 bezocht Karel Italië, officieel als bedevaartganger, maar mede om er orde op zaken te stellen en het land beter onder Karolingisch gezag te brengen. Hij stelde er zijn zoon Pepijn aan als koning. Hij brak met opzet met de traditie door hem tot koning van Italië en niet van het nog maar net veroverde Lombardije te maken, hoewel Pepijn zich wel vestigde in de oude hoofdstad van de Langobarden, Pavia. Karel was bezorgd dat hij wanneer hij elders nodig was er weer opstanden zouden komen in dit gebied. Deze vrees bleek niet ongegrond.
In 793 vielen moslimtroepen uit Spanje het gebied rond Narbonne aan en Benevento -van oudsher een Langobardisch hertogdom- nam de gelegenheid te baat om in opstand te komen. Pepijn wist echter de opstand de kop in te drukken. Ook in de oorlog met de Avaren werd Karels aandacht afgeleid door een opstand in Saksen. Het was Pepijn, gesteund door hertog Eric van Friuli en de Kroatische leider Vojnomir die in 795 en 796 door wist te dringen in het gebied tussen Tisa en Donau (nu Hongarije) waar het Avaarse hoofdkwartier de Ring gelegen was. Het werd verwoest. Pepijn keerde terug met zo veel goud en zilver dat Einhard beweert dat dit de meest winstgevende onderneming van de Franken ooit was.
In 806 verdeelde Karel de Grote zijn rijk onder zijn zoons in de Divisio regnorum om na zijn dood onenigheid onder zijn erfgenamen te voorkomen. Aan het al bestaande gebied van het Italiaanse koninkrijk voegde hij Beieren, Karinthië en de helft van Alemannië toe. Vreemd genoeg werd er niet gezegd wat er met de keizerstitel ging gebeuren, mogelijk omdat er daarover met Byzantium nog steeds onenigheid was. Het zou echter allemaal anders lopen.
Pepijn stierf voortijdig in 810. Met instemming van Karel de Grote volgde zijn bastaardzoon Bernard hem op als koning van Italië. Ook Pepijns jongere broer Karel stierf voortijdig. De keizer maakte daarom zijn derde wettige zoon Lodewijk tot zijn enige erfgenaam, met inbegrip van keizerstitel. De bedoeling was dat Bernard van Italië -die dus als opvolger voor de keizerstitel gepasseerd werd- zijn oom net zo trouw zou dienen als Pepijn zijn vader gediend had, maar dat bleek al snel een vrome wens.
Terwijl Karel de Grote in Noord-Spanje op veldtocht was, beviel zijn vrouw Hildegarde hetzij op 11 april hetzij in juni/augustus 778 in de palts van Chasseneuil bij Poitiers van een tweeling. Na Karels terugkeer werden ze als Lodewijk en Lothar gedoopt. De karolingische koningsnamen Karel, Karloman en Pepijn waren reeds aan Karels eerder geboren zonen vergeven, zodat men besloot terug te grijpen naar deze van de belangrijkste Merovingische koningen Chlodowech I ofte Clovis, en Chlotarius I. De kleine Lothar stierf reeds in 779, maar Lodewijk overleefde.
Lodewijk I de Vrome (Chasseneuil bij Poitiers, april, juni of augustus 778 - Ingelheim am Rhein, 20 juni 840) volgde zijn vader Karel de Grote na diens dood in 814 op als koning van de Franken, van 814 tot aan zijn eigen overlijden in 840. Zijn vader Karel de Grote kroonde hem op 11 september 813 in Aken tot medekeizer van het Frankische Rijk en op 5 oktober 816 in Reims kroonde Paus Stefanus IV (V) hem tot keizer van het Westen. Hij huwde een eerste maal in 794 met Ermengarde, met wie hij Lothar, Pepijn en Lodewijk de Duitser had, en een tweede keer met Judith, die hem een vierde zoon Karel schonk.
Lodewijk I streefde er naar de erfenis van zijn beroemde vader te bestendigen, in de eerste plaats via het doorvoeren van geloofshervormingen. Maar zelf regelde hij zijn eigen erfopvolging bijzonder ongelukkig, en zijn regering werd door vernederingen en mislukkingen getekend.
Een toeval zorgde ervoor dat hij na de dood van zijn vader Karel de Grote in 814 alleenheerser werd. Zijn beide oudere broers Pepijn en Karel waren namelijk reeds respectievelijk in 810 en 811 overleden. Daarmee verviel ook een in 806 getroffen regeling die het Frankenrijk in 3 stukken zou hebben opgedeeld; het probleem rond de toekenning van de keizerlijke waardigheid, die op zichzelf als ondeelbaar werd beschouwd, was door meer geluk dan wijsheid toch nog opgelost.
Op 11 september 813 waren de rijksgroten te Aken bijeen en waren getuige van de feestelijke verheffing van de zoon van Karel de Grote tot mederegent en exclusieve erfgenaam van het Rijk, met de daaraan verbonden konings- en keizerstitels. Enkele maanden later overleed Karel en liet aan de 36-jarige Lodewijk een reusachtig rijk na.
Lotharius I, koning der Franken en Lombarden, geb. ca. 795, overl. in de abdij te Prum in de nacht van 28 op 29 sept. 855, begr. in de kerk van Saint-Sauveur van deze abdij. Aangesteld tot (onder)koning in Beieren 814; bij de Ordinatio lmperii als opvolger aangewezen en door zijn vader tot keizer gekroond Aken juli 817; bestuurt Italië sinds de herfst van 822; wordt (als ‘Festkrönung’) nogmaals tot keizer gekroond door paus Paschalis I Rome Pasen (8.4.)823 en regelt het bestuur van de Kerkelijke Staat, als onderdeel van het rijk, via de Constitutio Romana; feitelijk mede-regent van zijn vader van 825 tot aug. 829 wanneer deze samenwerking door diens begunstiging van Karel de Kale abrupt eindigt en hij terugkeert naar Italië; keert zich (na diverse, kortstondige verzoeningen) echter samen met zijn broers Pippijn en Lodewijk tegen hun vader begin 833, die nadat zijn leger op het ‘Leugenveld’ bij Colmar naar hen is overgelopen zich door hen gevangen laat nemen en die hij nadien feitelijk laat afzetten (Compiègne; Sois-sons); houdt ook nadien zijn vader in Aken gevangen en beperkt (strevend naar volle uitvoering van de Ordinatio Imperii) invloed en machtsgebied van zijn broers, waarop deze alsnog de kant van hun vader kiezen; verliest een reeks gevechten tegen hen en wordt wederom op Italië beperkt herfst 834; verzoent zich opnieuw met zijn vader op de rijksdag van Worms juni 839 en wordt op diens sterfbed tot opvolger gedesigneerd; verlaat Italië en herneemt de suprematie over zijn broers naar de (nooit opgeheven) Ordinatio, maar verliest een uiterst bloedige veldslag tegen hen bij Fontenoy (bij Auxerre) 25-6-841, hetgeen als een godsoordeel voor een wezenlijke rij ksdeling wordt gezien ten gunste van zijn broers Lodewijk ‘de Duitser’ en Karel ‘de Kale’, die hun bondgenootschap bevestigen door in de wederzijdse talen voor hun aanhang afgelegde eden bij Straatsburg 14.2.842; sluit na langdurige onderhandelingen met hen het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843, waarbij hij bij zijn langgerekte middenrijk wel de keizerstitel behoudt, maar daaraan geen suprematie over het West- en Oostfrankische rijk zal kunnen ontlenen; proclameert met beide broers in ‘fraternitas’ te zullen regeren Thionville okt. 844, maar krijgt een heftig geschil met Karel wanneer diens vazal Giselbert zijn dochter ontvoert 846, waarna pas vrede gesloten wordt (met legitimatie van het voltrokken huwelijk) Péronne jan. 849; verdeelt, ziek geworden, zijn rijk over zijn drie zoons; treedt in het klooster te Prüm 23.9, overl. 29.9.855 en begraven aldaar, tr. okt. 821 Ermengard, sticht uit haar morgengave het klooster Erstein; overl. 20.3.851; dr. van Hugo graaf van Tours en Ava N. Voorts had hij voor april 851 een relatie met Doda, overl. na 9.7.855, van onbekende herkomst en tussen 851 en 853 met een onbekende vrouw.
Stichteres van klooster Erstein
IIIC Pippijn I, koning van Aquitanië, geb. ca. 797, overl. Poitiers 13.12.838, begr. in de kerk Sainte-Radegonde te Poitiers. Tr. sept. 822 Ringardis, dochter van Theodebert, graaf van Madrie. Ze werd bij haar man begraven. Uit dit huwelijk: a. Pippijn II, koning van Aquitanië, geb. ca. 823, overl. Senlis na juni 864. Tr. NN, waaruit geen kinderen werden geboren. b. Carolus, aartsbisschop van Mainz, geb. ca. 825/30, overl. Mainz (Duitsland) 4.6.863, begr. in de kerk St. Albanus in Mainz. c. NN, tr.(?) Gerhard, graaf van Limoges(?), gesneuveld te Fontenoy 25.6.841. d. NN, tr. Rathier, graaf van Limoges, overl. 25.6.841.
Lodewijk de Duitser (806 — Frankfurt am Main, 28 september 876) was de zoon van keizer Lodewijk de Vrome en Ermengarde van Haspengouw. Als Lodewijk II was hij koning van Oost-Francië, het latere Duitsland. Later werd hij ook koning van Lotharingen, hier als Lodewijk I. Hij kreeg de bijnaam de Duitser om hem te onderscheiden van zijn neef, Lodewijk II, die koning van Italië was, en ook de keizerskroon droeg.
Bij het Verdrag van Verdun werd het Frankische Rijk van Lodewijk de Vrome verdeeld over zijn drie zonen: Lodewijk de Duitser, Karel de Kale en Lotharius. Lodewijk kreeg Oost-Francië. Na de dood van zijn oudste broer Lotharius I werd diens Middenrijk verder verdeeld onder zijn drie zonen: Lotharius II kreeg Lotharingen, Lodewijk II kreeg Noord-Italië, en Karel de Jonge kreeg Bourgondië. Deze drie neven van Lodewijk bleken niet zo talentrijk te zijn. In 869 pikte Lodewijk ook Lotharingen in. Ook de andere delen zouden via een dynastieke rechtmatige overerving aan Duitsland overgaan, zodat het Middenrijk daarmee helemaal verdwenen was.
Algemeen wordt Lodewijk als de meest bekwame telg van de toenmalige Karolingen beschouwd.
Stichteres van klooster Erstein
Lotharius I, koning der Franken en Lombarden, geb. ca. 795, overl. in de abdij te Prum in de nacht van 28 op 29 sept. 855, begr. in de kerk van Saint-Sauveur van deze abdij. Aangesteld tot (onder)koning in Beieren 814; bij de Ordinatio lmperii als opvolger aangewezen en door zijn vader tot keizer gekroond Aken juli 817; bestuurt Italië sinds de herfst van 822; wordt (als ‘Festkrönung’) nogmaals tot keizer gekroond door paus Paschalis I Rome Pasen (8.4.)823 en regelt het bestuur van de Kerkelijke Staat, als onderdeel van het rijk, via de Constitutio Romana; feitelijk mede-regent van zijn vader van 825 tot aug. 829 wanneer deze samenwerking door diens begunstiging van Karel de Kale abrupt eindigt en hij terugkeert naar Italië; keert zich (na diverse, kortstondige verzoeningen) echter samen met zijn broers Pippijn en Lodewijk tegen hun vader begin 833, die nadat zijn leger op het ‘Leugenveld’ bij Colmar naar hen is overgelopen zich door hen gevangen laat nemen en die hij nadien feitelijk laat afzetten (Compiègne; Sois-sons); houdt ook nadien zijn vader in Aken gevangen en beperkt (strevend naar volle uitvoering van de Ordinatio Imperii) invloed en machtsgebied van zijn broers, waarop deze alsnog de kant van hun vader kiezen; verliest een reeks gevechten tegen hen en wordt wederom op Italië beperkt herfst 834; verzoent zich opnieuw met zijn vader op de rijksdag van Worms juni 839 en wordt op diens sterfbed tot opvolger gedesigneerd; verlaat Italië en herneemt de suprematie over zijn broers naar de (nooit opgeheven) Ordinatio, maar verliest een uiterst bloedige veldslag tegen hen bij Fontenoy (bij Auxerre) 25-6-841, hetgeen als een godsoordeel voor een wezenlijke rij ksdeling wordt gezien ten gunste van zijn broers Lodewijk ‘de Duitser’ en Karel ‘de Kale’, die hun bondgenootschap bevestigen door in de wederzijdse talen voor hun aanhang afgelegde eden bij Straatsburg 14.2.842; sluit na langdurige onderhandelingen met hen het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843, waarbij hij bij zijn langgerekte middenrijk wel de keizerstitel behoudt, maar daaraan geen suprematie over het West- en Oostfrankische rijk zal kunnen ontlenen; proclameert met beide broers in ‘fraternitas’ te zullen regeren Thionville okt. 844, maar krijgt een heftig geschil met Karel wanneer diens vazal Giselbert zijn dochter ontvoert 846, waarna pas vrede gesloten wordt (met legitimatie van het voltrokken huwelijk) Péronne jan. 849; verdeelt, ziek geworden, zijn rijk over zijn drie zoons; treedt in het klooster te Prüm 23.9, overl. 29.9.855 en begraven aldaar, tr. okt. 821 Ermengard, sticht uit haar morgengave het klooster Erstein; overl. 20.3.851; dr. van Hugo graaf van Tours en Ava N. Voorts had hij voor april 851 een relatie met Doda, overl. na 9.7.855, van onbekende herkomst en tussen 851 en 853 met een onbekende vrouw.
Picture Keizer Karel de Grote ontmoet Paus Adrianus
Karel de Grote (Duits: Karl der Große; Frans en Engels: Charlemagne; Latijns: Carolus Magnus of Karolus Magnus) (Jupille, (waarschijnlijk) 2 april 742 - Aken, 28 januari 814) was van 771 tot aan zijn dood koning der Franken; daarbovenop werd hij in 800 tot keizer van het Westen gekroond. Karel was de zoon van Pepijn de Korte en Bertrada van Laon bijgenaamd "Bertrada met de grote voeten". Er zijn geen betrouwbaar gelijkende portretten van Karel bekend maar wij weten van zijn biograaf Einhard, en omdat zijn skelet in Aken bewaard bleef, dat hij met een lengte van 1 meter en 93 centimeter - voor die tijd - bijzonder groot van stuk was. Karel was rossig, droeg een snor en had een "vooruitstekende buik". Karel werd in de 12e eeuw officieel zalig verklaard, hoewel hij al langer bij het volk bekendstond als "heilige", maar wordt alleen in Aken als zodanig vereerd; ook in seculiere zin heeft hij door de eeuwen heen tot de verbeelding gesproken, wat geleid heeft tot een zgn. 'karel-epiek'. In de Middelnederlandse literatuur is het voorhoofse ridderverhaal Karel ende Elegast (ca. 1250 op schrift gesteld) hier een voorbeeld van. Karel werd en wordt wel de Vader van Europa genoemd; daarom werd in 1949 de Internationale Karelsprijs Aken in het leven geroepen voor personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Europese eenwording.
Uit gens Nostra:
Karel de Grote, geb. bij Aix-la-Chapelle 2.4.748, gedoopt door Bonefacius aartsbisschop van Mainz
Karel en zijn broer Carloman volgen hun vader Pippijn samen op, waarbij Karel in hoofdzaak Neustrië, Bourgondië en de Provence, en Carloman in hoofdzaak Austrasië krijgen
beiden worden gezalfd op 9.10.768, Karel te Noyon en Carloman te Soissons
Na de dood van Carloman in 771 en onder het passeren van diens minderjarige zonen, wordt Karel de enige koning der Franken; hij wordt dan wederom gezalfd als zodanig te Corbeny; na een geslaagde veldtocht tegen zijn ex-schoonvader de koning der Longobarden, volgt in 774 zijn proclamatie tot koning der Longobarden; Karel was reeds met zijn vader Pippijn gezalfd tot koning, Saint-Denis 28.7.754, en tevens door paus Stephanus II verheven tot ‘patricius Romanorum’, maar deze titel voert hij pas na zijn overwinning op de Longobarden; door paus Leo III tot keizer gekroond, Rome 25.12.800; laat dan zijn ‘patricius’-titel vallen
zijn uiteindelijke titulatuur wordt:
‘Karolus serenissimus augustus a Deo coronatus magnus et pacificus imperator Romanum gubernans imperium et per misericordiam Dei rex Francorum et Longobardorum’
zijn (westers) keizerschap wordt in 812 door de Oostromeinse ‘basileus’ Michael I Rhangabe erkend; overl. Aken 28.1.814, begr. ald. (Dom).
Picture Keizer Karel de Grote ontmoet Paus Adrianus
Karel de Grote (Duits: Karl der Große; Frans en Engels: Charlemagne; Latijns: Carolus Magnus of Karolus Magnus) (Jupille, (waarschijnlijk) 2 april 742 - Aken, 28 januari 814) was van 771 tot aan zijn dood koning der Franken; daarbovenop werd hij in 800 tot keizer van het Westen gekroond. Karel was de zoon van Pepijn de Korte en Bertrada van Laon bijgenaamd "Bertrada met de grote voeten". Er zijn geen betrouwbaar gelijkende portretten van Karel bekend maar wij weten van zijn biograaf Einhard, en omdat zijn skelet in Aken bewaard bleef, dat hij met een lengte van 1 meter en 93 centimeter - voor die tijd - bijzonder groot van stuk was. Karel was rossig, droeg een snor en had een "vooruitstekende buik". Karel werd in de 12e eeuw officieel zalig verklaard, hoewel hij al langer bij het volk bekendstond als "heilige", maar wordt alleen in Aken als zodanig vereerd; ook in seculiere zin heeft hij door de eeuwen heen tot de verbeelding gesproken, wat geleid heeft tot een zgn. 'karel-epiek'. In de Middelnederlandse literatuur is het voorhoofse ridderverhaal Karel ende Elegast (ca. 1250 op schrift gesteld) hier een voorbeeld van. Karel werd en wordt wel de Vader van Europa genoemd; daarom werd in 1949 de Internationale Karelsprijs Aken in het leven geroepen voor personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Europese eenwording.
Uit gens Nostra:
Karel de Grote, geb. bij Aix-la-Chapelle 2.4.748, gedoopt door Bonefacius aartsbisschop van Mainz
Karel en zijn broer Carloman volgen hun vader Pippijn samen op, waarbij Karel in hoofdzaak Neustrië, Bourgondië en de Provence, en Carloman in hoofdzaak Austrasië krijgen
beiden worden gezalfd op 9.10.768, Karel te Noyon en Carloman te Soissons
Na de dood van Carloman in 771 en onder het passeren van diens minderjarige zonen, wordt Karel de enige koning der Franken; hij wordt dan wederom gezalfd als zodanig te Corbeny; na een geslaagde veldtocht tegen zijn ex-schoonvader de koning der Longobarden, volgt in 774 zijn proclamatie tot koning der Longobarden; Karel was reeds met zijn vader Pippijn gezalfd tot koning, Saint-Denis 28.7.754, en tevens door paus Stephanus II verheven tot ‘patricius Romanorum’, maar deze titel voert hij pas na zijn overwinning op de Longobarden; door paus Leo III tot keizer gekroond, Rome 25.12.800; laat dan zijn ‘patricius’-titel vallen
zijn uiteindelijke titulatuur wordt:
‘Karolus serenissimus augustus a Deo coronatus magnus et pacificus imperator Romanum gubernans imperium et per misericordiam Dei rex Francorum et Longobardorum’
zijn (westers) keizerschap wordt in 812 door de Oostromeinse ‘basileus’ Michael I Rhangabe erkend; overl. Aken 28.1.814, begr. ald. (Dom).
Terwijl Karel de Grote in Noord-Spanje op veldtocht was, beviel zijn vrouw Hildegarde hetzij op 11 april hetzij in juni/augustus 778 in de palts van Chasseneuil bij Poitiers van een tweeling. Na Karels terugkeer werden ze als Lodewijk en Lothar gedoopt. De karolingische koningsnamen Karel, Karloman en Pepijn waren reeds aan Karels eerder geboren zonen vergeven, zodat men besloot terug te grijpen naar deze van de belangrijkste Merovingische koningen Chlodowech I ofte Clovis, en Chlotarius I. De kleine Lothar stierf reeds in 779, maar Lodewijk overleefde.
Lodewijk I de Vrome (Chasseneuil bij Poitiers, april, juni of augustus 778 - Ingelheim am Rhein, 20 juni 840) volgde zijn vader Karel de Grote na diens dood in 814 op als koning van de Franken, van 814 tot aan zijn eigen overlijden in 840. Zijn vader Karel de Grote kroonde hem op 11 september 813 in Aken tot medekeizer van het Frankische Rijk en op 5 oktober 816 in Reims kroonde Paus Stefanus IV (V) hem tot keizer van het Westen. Hij huwde een eerste maal in 794 met Ermengarde, met wie hij Lothar, Pepijn en Lodewijk de Duitser had, en een tweede keer met Judith, die hem een vierde zoon Karel schonk.
Lodewijk I streefde er naar de erfenis van zijn beroemde vader te bestendigen, in de eerste plaats via het doorvoeren van geloofshervormingen. Maar zelf regelde hij zijn eigen erfopvolging bijzonder ongelukkig, en zijn regering werd door vernederingen en mislukkingen getekend.
Een toeval zorgde ervoor dat hij na de dood van zijn vader Karel de Grote in 814 alleenheerser werd. Zijn beide oudere broers Pepijn en Karel waren namelijk reeds respectievelijk in 810 en 811 overleden. Daarmee verviel ook een in 806 getroffen regeling die het Frankenrijk in 3 stukken zou hebben opgedeeld; het probleem rond de toekenning van de keizerlijke waardigheid, die op zichzelf als ondeelbaar werd beschouwd, was door meer geluk dan wijsheid toch nog opgelost.
Op 11 september 813 waren de rijksgroten te Aken bijeen en waren getuige van de feestelijke verheffing van de zoon van Karel de Grote tot mederegent en exclusieve erfgenaam van het Rijk, met de daaraan verbonden konings- en keizerstitels. Enkele maanden later overleed Karel en liet aan de 36-jarige Lodewijk een reusachtig rijk na.
Pepijn van Italië, oorspr. Karloman, (april 773 - 8 juli 810) was (na zijn bastaardzoon Pepijn met de Bult) de oudste wettige zoon van Karel de Grote. Zijn moeder was Karels derde vrouw Hildegard.
In 781 bezocht Karel Italië, officieel als bedevaartganger, maar mede om er orde op zaken te stellen en het land beter onder Karolingisch gezag te brengen. Hij stelde er zijn zoon Pepijn aan als koning. Hij brak met opzet met de traditie door hem tot koning van Italië en niet van het nog maar net veroverde Lombardije te maken, hoewel Pepijn zich wel vestigde in de oude hoofdstad van de Langobarden, Pavia. Karel was bezorgd dat hij wanneer hij elders nodig was er weer opstanden zouden komen in dit gebied. Deze vrees bleek niet ongegrond.
In 793 vielen moslimtroepen uit Spanje het gebied rond Narbonne aan en Benevento -van oudsher een Langobardisch hertogdom- nam de gelegenheid te baat om in opstand te komen. Pepijn wist echter de opstand de kop in te drukken. Ook in de oorlog met de Avaren werd Karels aandacht afgeleid door een opstand in Saksen. Het was Pepijn, gesteund door hertog Eric van Friuli en de Kroatische leider Vojnomir die in 795 en 796 door wist te dringen in het gebied tussen Tisa en Donau (nu Hongarije) waar het Avaarse hoofdkwartier de Ring gelegen was. Het werd verwoest. Pepijn keerde terug met zo veel goud en zilver dat Einhard beweert dat dit de meest winstgevende onderneming van de Franken ooit was.
In 806 verdeelde Karel de Grote zijn rijk onder zijn zoons in de Divisio regnorum om na zijn dood onenigheid onder zijn erfgenamen te voorkomen. Aan het al bestaande gebied van het Italiaanse koninkrijk voegde hij Beieren, Karinthië en de helft van Alemannië toe. Vreemd genoeg werd er niet gezegd wat er met de keizerstitel ging gebeuren, mogelijk omdat er daarover met Byzantium nog steeds onenigheid was. Het zou echter allemaal anders lopen.
Pepijn stierf voortijdig in 810. Met instemming van Karel de Grote volgde zijn bastaardzoon Bernard hem op als koning van Italië. Ook Pepijns jongere broer Karel stierf voortijdig. De keizer maakte daarom zijn derde wettige zoon Lodewijk tot zijn enige erfgenaam, met inbegrip van keizerstitel. De bedoeling was dat Bernard van Italië -die dus als opvolger voor de keizerstitel gepasseerd werd- zijn oom net zo trouw zou dienen als Pepijn zijn vader gediend had, maar dat bleek al snel een vrome wens.
Versloeg het leger van de Saracenen on de slag van Balat Al-Shuhada
Versloeg het leger van de Saracenen on de slag van Balat Al-Shuhada
Flavius Valerius Aurelius Constantinus[2] (Naissus, 27 februari ca. 280[1] - Ancyrona, 22 mei 337), bekend als Constantijn I de Grote, was keizer van Rome. In juli 306 werd hij door zijn troepen uitgeroepen tot imperator en Augustus. Maar pas vanaf 308 werd hij als zodanig erkend. Door zijn militaire overwinningen zou hij een steeds groter deel van het Romeinse Rijk gaan regeren tot hij vanaf 324 alleenheerser werd over heel het uitgestrekte Romeinse Rijk. Hij is vooral bekend als de eerste Romeinse keizer die zich zou hebben uitgesproken voor het christendom (de zogenaamde Constantijnse wende rond 313), want door zijn ondertekening van het edict van Milaan maakte hij een definitief einde aan de christenvervolgingen (die hadden plaats gevonden onder Decius, Diocletianus en Galerius).
De Byzantijnse liturgische kalender, gevolgd door de Oosters-Orthodoxe Kerk en Oosters-Katholieke Kerken met Byzantijnse ritus, nam zowel Constantijn als zijn moeder Helena op als heiligen. Hoewel hij, anders dan een heel aantal andere Constantijnen, niet is opgenomen in de Latijnse lijst van heiligen, wordt hij in de Westerse kerktraditie geëerd met de titel "de Grote" voor zijn bijdrage aan het christendom.
Om de omslag die zijn regering betekende kracht bij te zetten, kondigde Constantijn in 324/326 aan Byzantium om te vormen tot een Nova Roma (Nieuw Rome). Op 11 mei 330 riep hij de stad officieel uit tot nieuwe hoofdstad van het Romeinse Rijk, dit ten nadele van het reeds in verval zijnde Rome. Na Constantijns dood in 337 werd de stad naar hem omgedoopt tot Constantinopel (Constantijns stad). Het zou nog ongeveer duizend jaar de hoofdstad blijven van het Byzantijnse Rijk, slechts kortstondig onderbroken door de val van Constantinopel in 1204 tijdens de Vierde kruistocht, om in 1453 tenslotte weer te vallen en de nieuwe hoofdstad te worden van het Ottomaanse Rijk.
int-Helena of Flavia Julia Helena of Helena van Constantinopel (circa 248 – circa 329) was de moeder van de Romeinse keizer Constantijn de Grote. Zij wordt binnen het Oosters-orthodoxe en rooms-katholieke christendom als heilige vereerd.
Helena wordt waarschijnlijk in Drepanum geboren. Haar zoon Constantijn verandert de naam van die stad later in Helenopolis. Volgens sommigen is ze de dochter van een herbergier. In elk geval stamt ze uit een lage sociale klasse.
Ze maakt kennis met de Romeinse militair Constantius Chlorus en baart diens zoon Constantijn. Constantius trouwt vervolgens met de stiefdochter van keizer Maximianus en wordt later zelf keizer. Na zijn dood in 306 volgt zoon Constantijn hem op en Helena wordt, als moeder van de keizer, een belangrijke figuur aan het keizerlijk hof. In het jaar 324 verkrijgt ze van Constantijn de eretitel Augusta.
Evenals haar zoon bekeert Helena zich tot het christendom. Omstreeks het jaar 325 onderneemt ze een reis door het oosten van het Romeinse Rijk. Volgens de beschrijving die kerkvader Eusebius van haar omzwervingen door Palestina geeft in zijn Vita Constantini houdt ze zich voortdurend bezig met bidden, het uitreiken van aalmoezen, het bezoeken van heilige plaatsen en het stichten van kerken. Verder ontdekt ze het graf van Jezus. En passant neemt ze ook de stoffelijke resten van de Drie Koningen mee terug naar Constantinopel, waarna deze relikwieën aan de stad Milaan worden geschonken in 344. Hoewel de feiten in Vita Constantini de waarheid lijken te spreken, moet niet vergeten worden dat Eusebius een Christenlijke invalshoek had.
Volgens de overlevering brengt Helena tevens het kruis waaraan Jezus stierf mee. De vindplaats van het Heilige Kruis werd haar in een droom aangewezen. Dit kruis krijgt, nog steeds volgens de overlevering, een plaats in de Heilige Grafkerk terwijl de bijbehorende spijkers worden verwerkt in het bit van Constantijns favoriete paard.
Volgens de "Gesta Treverorum" zou Helena de Heilige Rok naar Trier hebben gebracht. Ze had daar een paleis, waarschijnlijk op de plaats waar Constantijn in 326 begon met de bouw van de St. Petersdom.
Kort na haar terugkeer uit het Heilige Land sterft Helena.
Dankzij de verslagen van Eusebius verleent de Kerk haar de status van heilige. Haar naamdag valt op 18 augustus in de Rooms-katholieke Kerk, op 19 en 21 mei in de Lutherse Kerk en op 21 mei in de Orthodoxe Kerk.
Flavius Valerius Aurelius Constantinus[2] (Naissus, 27 februari ca. 280[1] - Ancyrona, 22 mei 337), bekend als Constantijn I de Grote, was keizer van Rome. In juli 306 werd hij door zijn troepen uitgeroepen tot imperator en Augustus. Maar pas vanaf 308 werd hij als zodanig erkend. Door zijn militaire overwinningen zou hij een steeds groter deel van het Romeinse Rijk gaan regeren tot hij vanaf 324 alleenheerser werd over heel het uitgestrekte Romeinse Rijk. Hij is vooral bekend als de eerste Romeinse keizer die zich zou hebben uitgesproken voor het christendom (de zogenaamde Constantijnse wende rond 313), want door zijn ondertekening van het edict van Milaan maakte hij een definitief einde aan de christenvervolgingen (die hadden plaats gevonden onder Decius, Diocletianus en Galerius).
De Byzantijnse liturgische kalender, gevolgd door de Oosters-Orthodoxe Kerk en Oosters-Katholieke Kerken met Byzantijnse ritus, nam zowel Constantijn als zijn moeder Helena op als heiligen. Hoewel hij, anders dan een heel aantal andere Constantijnen, niet is opgenomen in de Latijnse lijst van heiligen, wordt hij in de Westerse kerktraditie geëerd met de titel "de Grote" voor zijn bijdrage aan het christendom.
Om de omslag die zijn regering betekende kracht bij te zetten, kondigde Constantijn in 324/326 aan Byzantium om te vormen tot een Nova Roma (Nieuw Rome). Op 11 mei 330 riep hij de stad officieel uit tot nieuwe hoofdstad van het Romeinse Rijk, dit ten nadele van het reeds in verval zijnde Rome. Na Constantijns dood in 337 werd de stad naar hem omgedoopt tot Constantinopel (Constantijns stad). Het zou nog ongeveer duizend jaar de hoofdstad blijven van het Byzantijnse Rijk, slechts kortstondig onderbroken door de val van Constantinopel in 1204 tijdens de Vierde kruistocht, om in 1453 tenslotte weer te vallen en de nieuwe hoofdstad te worden van het Ottomaanse Rijk.
int-Helena of Flavia Julia Helena of Helena van Constantinopel (circa 248 – circa 329) was de moeder van de Romeinse keizer Constantijn de Grote. Zij wordt binnen het Oosters-orthodoxe en rooms-katholieke christendom als heilige vereerd.
Helena wordt waarschijnlijk in Drepanum geboren. Haar zoon Constantijn verandert de naam van die stad later in Helenopolis. Volgens sommigen is ze de dochter van een herbergier. In elk geval stamt ze uit een lage sociale klasse.
Ze maakt kennis met de Romeinse militair Constantius Chlorus en baart diens zoon Constantijn. Constantius trouwt vervolgens met de stiefdochter van keizer Maximianus en wordt later zelf keizer. Na zijn dood in 306 volgt zoon Constantijn hem op en Helena wordt, als moeder van de keizer, een belangrijke figuur aan het keizerlijk hof. In het jaar 324 verkrijgt ze van Constantijn de eretitel Augusta.
Evenals haar zoon bekeert Helena zich tot het christendom. Omstreeks het jaar 325 onderneemt ze een reis door het oosten van het Romeinse Rijk. Volgens de beschrijving die kerkvader Eusebius van haar omzwervingen door Palestina geeft in zijn Vita Constantini houdt ze zich voortdurend bezig met bidden, het uitreiken van aalmoezen, het bezoeken van heilige plaatsen en het stichten van kerken. Verder ontdekt ze het graf van Jezus. En passant neemt ze ook de stoffelijke resten van de Drie Koningen mee terug naar Constantinopel, waarna deze relikwieën aan de stad Milaan worden geschonken in 344. Hoewel de feiten in Vita Constantini de waarheid lijken te spreken, moet niet vergeten worden dat Eusebius een Christenlijke invalshoek had.
Volgens de overlevering brengt Helena tevens het kruis waaraan Jezus stierf mee. De vindplaats van het Heilige Kruis werd haar in een droom aangewezen. Dit kruis krijgt, nog steeds volgens de overlevering, een plaats in de Heilige Grafkerk terwijl de bijbehorende spijkers worden verwerkt in het bit van Constantijns favoriete paard.
Volgens de "Gesta Treverorum" zou Helena de Heilige Rok naar Trier hebben gebracht. Ze had daar een paleis, waarschijnlijk op de plaats waar Constantijn in 326 begon met de bouw van de St. Petersdom.
Kort na haar terugkeer uit het Heilige Land sterft Helena.
Dankzij de verslagen van Eusebius verleent de Kerk haar de status van heilige. Haar naamdag valt op 18 augustus in de Rooms-katholieke Kerk, op 19 en 21 mei in de Lutherse Kerk en op 21 mei in de Orthodoxe Kerk.