Ghiselbert Jacobszoon van Twiller ca 1345-1385/



meer over het geslacht Twiller
















Click voor vergrotingen
  • Geboren waarschijnlijk in 1345
  • Gestorven na 1385
  • Hof van het gerecht Scherpenzeel, Tijnshouder

Aantekeningen

Het Willaer in Scherpenzeel
De naam t’ Willaer wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1357.
Domarchief Utrecht nr 1378; 17-06-1357 (St Adolfsdag).
Daarin ruilt de dom- proost van Utrecht een tijns met ridder Diederick van Lienden uit het goed Podelpoel in IJzerdoorn. Het wordt geruild tegen een aantal tijnsen in Maarn en Scherpenzeel. Éen van die tijnzen in Scherpenzeel betreft een tijns van twee schellingen uit het goed ‘t Willaer, dat eigendom is van ridder Gijsbrecht van Sterckenberch die zelf op kasteel de Sterkenburg in Driebergen woonde.

De hof (= Rechter) Ghisbert leende het zegel van Johan van Scherpenzeel
zie hier de transcriptie van het oude document : "https://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm#eerstedoc" (klik hier)

http://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm

Inventaris 288

Transcriptie (Peter van den Born) Alle den ghenen die desen brief sullen sien of horen lesen doe ic verstaen Ghiselbert van Twyller Jacobs zoon als een hof van den erve toe Wittenborch dat ghecomen syn Gode van Wyttenborch ende Lubborch syn echte wyff vor nu vor den richter ende vor tynsgenoten die hier na bescreven staen ende hebben nu opghedraghen den rechten eyghendom van den erve to Wyttenberch eghen ende eyndenA alst gheleghen is ende syt van nu helden to tynse jarlix om enen groten te tynse op sinte Mertensdach daer men bier ende broet mede copen mach welke vorss[eide] Wyttenberch ic hier verliet hebbeB ende verlie den rechten eyghendom Rutger Jacobs zoen ende Matgriten syne wive behouden? nu ende mine nacomelinghe enen tynd als vorss[eid] is daer die gheseide minen vier tynsghenoten als Johan van Scerpenzel Claes van Colvenscoten Evert van Arler Zweder van Glashorst ende ander vele gude lude in ord de des briefs besegelen want ic Ghisebert vorss[eid] als een hof op desen tyt ghene segel en hebbe daerom hebbe ic gebeden Johan van Scerpenzel als een tynghenote desen brief over nu te besegelen ende ic Johan vorss[eid] om beden will Ghiselbert vorghenoemt ende ic daer mede over sat als een tynsghenoet daerom soe hebbe ic desen brief besegelt mit minen segel want ic Meus van den Broke hier mede over sat als een richter daerom heb ic desen brief mede besegelt mit minen segel mit den hof ghegheven int jaer onses Heren dusent driehondert twe ende tseventich op sinte Katherienen dach.

BEWERKT UIT "SCHERPENZEELSE BOERDERIJEN EN HUN BEWONERS" door Henk van Woudenberg.

Hofstede Wittenberg van 1372-1933. De boerderij Wittenberg ligt al eeuwenlang te noordweste van Scherpenzeel. Van deze boerderij bestaat een heel oude akte uit 1372. Een bijzondere akte die een kijkje geeft in de situatie vaneen groot deel van Scherpenzeel in die tijd. Wat is er aan de hand? Wittenberg is verkocht en deze verkoop moet worden geregistreerd. Dat doet men in die tijd voor "een hof van den erve toe Wittenborch", het zogenaamde tijnshof met aan het hoofd de tijnsheer, de eigenaar van het gerecht waartoe Wittenberg behoort. Die tijnsheer heet Gijsbert Jacobsz van Twiller. Gezien zijn achternaam is hij eigenaar van ´t Willaer. Bij zo´n registratie zijn er ook getuigen aanwezig. Deze zogenaamde tijnsgenoten hebben ook bezittingen in hetzelfde gerecht. Het zijn in dit geval Elias van Colvenscoten, Ernst van Orlo (Orel), Sweder van Glashorst en Johan van Scherpenzeel. Als we aannemen dat deze mannen zich ook naar hun bezit hebben genoemd; Kolfschoten, Orel en Glashorst, dan blijkt dat de tijnshof Twiller in ieder geval ongeveer een derde deel van het huidige Scherpenzeel omvatte. Johan van Scherpenzeel speelt een aparte rol. Gijsbert Jacobsz van Twiller heeft op dat moment zijn zegel niet bij de hand. Daarom vraagt hij Johan van Scherpenzeel om namens hem te zegelen. De bezittingen van Johan van Scherpenzeel binnen dit gerecht zijn niet bekend. Geschiedschrijvers vermoedden al dat er vroeger kleinere gerechten geweest moeten zijn, die op een gegeven moment samengevoegd worden. Zo is Scherpenzeel waarschijnlijk ook ontstaan en één van de gerechten heette Twiller. De naam Wittenberg staan in de akte als Wyttenborch. Dus borch in plaats van berg. Het woord borch komt terug in het woord burcht dat erop zou kunnen duiden dat er een versterkt huis heeft gestaan.

Tot zover de achtergrond van de akte. Want wie verkochten en wie kochten Wittenberg? Hun namen staan ook in de akte. Gode van Wittenborch en zijn vrouw Lubborch verkopen het aan Rutger Jacobsz en zijn vrouw Margriet. Achternamen hebben de vrouwen in die tijd nog niet. De nieuwe eigenaren moeten jaarlijks op St. Maarten (11 nov.) een bedrag, een tijns, aan de tijnsheer betalen. In dit geval "enen groten"" daer men bier ende broet mee copen mach. "Enen groten" is een geldstuk met de naam "een grote konings toernooi". Blijkbaar mag men in plaats van geld ook betalen met bier en brood. In deze akte wordt ook de eerst bekende schout van Scherpenzeel genoemd: richter Meus van den Broke. In 1416 komt ´Wittenberch´ voor in een lijst van de erven die tiend moeten betalen aan de St. Paulusabdij uit Utrecht. In 1467 moet de nalatenschap van Otto, heer van Scherpenzeel verdeeld worden 3 . Zijn oudste zoon Godert/Gerrit erft de heerlijkheid Scherpenzeel en nu moet de rest gedeeld worden met zijn drie broers Dirck, Goosen en Carcelis van Scherpenzeel. Dirck van Scherpenzeel krijgt Wittenberg toebedeeld met honderd Averlandse Keurvorsten Rijnsgulden. Dit geld wordt omgezet in een hypotheek die niet binnen zes jaar mag worden afgelost. Godert/Gerrit moet zijn broer elk jaar 5 Rijnsgulden rente betalen. Broer Goosen krijgt twee jaar lang de opbrengst van het hout uit de Scherpenzeelse bossen. Broer Carcelis krijgt het geld dat zijn vader tegoed had van de Hertog van Gelre. In 1476 blijkt Godert/Gerrit van Scherpenzeel eigenaar te zijn in plaats van zijn broer Dirck.

Bronnen :
- geboorte : gelders archief HuisHackfort


Relaties-huwelijk en kinderen, de kleinkinderen, de achterkleinkinderen


Ouders

Voorouders

De ouders

Jacob van *** Stamvader Twiller en Twillert *** Twiller ca 1310   N N
|
2
  |
3



|
  Ghiselbert Jacobszoon van Twiller ca 1345-1385/
...

[Page displayed by GeneWeb 5.00-exp] Copyright © 1998-2006 INRIA - DOC -

perso.txt