Gaidert van Scherpenzeel /1430-/1499

















Goert van
Godert van

Aantekeningen

Met zijn broers trad hij op als gastheer op de ridderdag te Scherpenzeel rond 1460. In 1460 blijkt hij het voorwerp te zijn van een reddingsoperatie vanuit de stad "als die burgemeisters mit een deell der burgeren hadden inghen Veluwen gesocht Gairt van Scerpenzeel ende sijngesellen". Op 2 dec. 1462 beloofden de broers Van Scherpenzeel enerzijdsen Jan van Byler anderzijds elkander bijstand in de moeilijkheden naar aanleiding van de doodslag door zijn knecht op Morken Philipsz. en de strijd met de familie Van Dompseler.

Godert lijkt in de voetsporen van zijn vader te hebben willen treden: drie jaren achtereen, van 1469 tot 1471, nam hij plaats in de Gruijthuisfractie van de schepenbank van Arnhem, onder het richterschap van zijn jongere broer Garcelis. Beiden waren zij aanhangers van hertog Adolf, die zich tegen de Bourgondiërs was gaan opstellen en na de vrede met Kleef de stad weer in handen had gekregen. De beëindiging van zijn schepenschap te Arnhem viel samen met zijn gevangenschap in de kerker van Hendrik van Ghemen, die bij de latere tweede bezetting tot plaatsvervanger van de Bourgondische stadhouder-generaal, graaf Adolf van Nassau, en tot landdrost van Zutphen zou worden aangesteld. Deze politieke tegenstander had ook nog persoonlijke grieven tegen Godert.Hij verweet hem, dat hij hem jaren tevoren van Gelderse inkomsten had beroofd. In 1474 is Godert in ieder geval weer in vrijheid, want hij en zijn echtgenote worden dan vermeld als borgen voor Bartholomeus van Eck.In 1476 verwierf hij goederen in het Sticht van Utrecht. Hij had toen kennelijk ook zijn intrek genomen in het Huys Scherpenzeel, op zijn voorvaderlijk goed.
In de zogenoemde "Utrechtse Oorlog (1481‑1483) wordt op 22 sept. 1481 een Slag bij Scherpenzeel vermeld. Bij die veldtocht werden het Huys Scherpenzeel, met alles wat er zich in bevond, en het dorp Scherpenzeel, waarvan de heer als alle Van Scherpenzeels fel anti-Bourgondisch was, verwoest en platgebrand en raakte Godert in gevangenschap. De hertog zou Godert daarom kwijtschelding verlenen van een jaar Batenburger tiend, de novaaltiend en de tiend voor het bos dat ook verbrand was. We beschikken nog over de tekst waarin Zweder, bastaard van Glashorst, vergiffenis vraagt voor zijn collaboratie in de verwoesting en plundering van zijn eigen dorp. De brief is ook interessant wegens de namen van Godert's bondgenoten en familieleden: behalve natuurlijk zijn drie broers worden Baerent van Wyesch, zijn schoonvader, Johan en Jasper van Wyesch, zijn beide zwagers, genoemd.

Een van Godert's laatste daden was het doen opstellen van een acte in 1497 waarin hij namens zijn echtgenote afstand doet van het goed Willinck onder Zelhem, dat zijn schoonvader Berend van Wisch, en schoonmoeder Margarete van Camphusen en zwager Jasper van Wisch, aan het convent van IJzendoorn hadden geschonken.

Op 7 aug. 1478 had hij zijn echtgenote Henrica, dochter van heer Berend, bastaard van Wisch, nog getocht met het goed Renes, in 1501 opnieuw bevestigd, maar toen was Godert overleden en Henrica alweer opnieuw getrouwd met Johan van Vianen van Rijsenborch.

Henrica van Wisch hetrouwde met Johan van Vianen van Rijsenborch.

Bronnen :
- persoon : magescheid http://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm#magescheid
- gezin : Dick de Jong


Relaties-huwelijk en kinderen, de kleinkinderen, de achterkleinkinderen


Ouders

Broers en zussen

Voorouders

De overgrootouders

Thijmen Janz van Scherpenzeel , Heer van Scherpenzeel 1326-1370   Elizabeth ??       Berout Bertold van den Gruijthuijs   ? ?    
|
8
  |
9
    |
12
  |
13
 



   


 
|     |  

De grootouders

Johan Thymens van Scherpenzeel , Heer van Scherpenzeel 1349-1428   Stijne van Wittenhorst 1376   Godert Bartoltsz van den Gruijthuijs   Lubbe van Baer
|
4
  |
5
  |
6
  |
7



 


|   |

De ouders

Otto van Scherpenzeel , Ridder 1410-1465   Stijne van den Gruijthuijs /1410
|
2
  |
3



|
  Gaidert van Scherpenzeel /1430-/1499
...

[Page displayed by GeneWeb 5.00-exp] Copyright © 1998-2006 INRIA - DOC -

perso.txt