Ongehuwd overleden.
Van Klaas zijn schriftjes bewaard gebleven met brieven en gedichten.
Gedicht van Klaas toen hij ziek was
Bunschoten, 20 sept. 1914.
Mijn broeder Jacobus,
Ik wil U laten weten, dat wij allen op vader na nog goed gezond zijn en hoop van u het zelfde. Onze vader heeft kou gevat, maar knapt nu weer mooi op en kan dan door de hulpe Gods zijn arbeid weer gaan verrichten. Ik ga ook mooi vooruit, maar door de noorderwind kan ik niet buiten wezen en blijf nu maar in huis, hetwelk mij niet zoo aangenaam is en ik hoop,dat er gauw een zachte wind mag waaien tot versterking van mijn lichaam en tot gezondheid en spijsvertering met opgewektheid van natuur en geestvermogen.
Broer , u bent nog in Schoonhoven, maar u staat op het punt te vertrekken naar een andere plaats en u verkeert nog in goede gezondheid? Uw vrouw en kind zijn ook nog gezond. Vader gaat er nu en dan eens kijken, moeder zal licht van de week ook wel een paar dagen gaan naar je vrouw en de kleine Mengsje.
Ik wil U ook nog even wat meedelen over het vee en levensmiddelen. Varkensprijs is geweest 17 cent en is nu 22 cent en vette kalveren eerst 18 en nu 23 à 24 cent. Boter een gulden en nu 28 stuvers en kan wel naar 32 en 33 stuvers stijgen. Eieren 2 ½ cent en nu 4 ½ cent. Melk is geweest 4 cent per liter, maar zal gauw weer opslaan en roggebrood is 6 cent opgeslagen en andere levensmiddelen worden in geregelde prijzen iets hoger. Al ons vee en uw vee verkeert nog in gezondheid. Op sommige plaatsen wordt de veemarkt weer voortgezet.
Het staatsspoor gaat zijn lijnen weer berollen in een geregelde regeling.
Mijn broeder, mag ik U iets vragen? Hoe is het leven onder de soldaten, zijn er veel rooms of gerifformeert, wordt er nog gebeden voor de spijzen, die ze krijgen? Het zal wel een nare indruk geven op U komt mij zoo voor. Jezus niet als borg en Middelaar te hebben. Dat wil nu wat zeggen in die toestand daar men in verkeert, want de Heere regeert en roept: haast u om uw levenswil! Went u tot mij en word behouden, want Hij is God en niemand meer. Nu zal u wel denken: ik kan er zelf niets aan doen, eendeels is het waar en toch niet waar. WantGod heeft ons een geloofsvermogen gegeven om het te ontwikkelen, dan krijgen wij geloofsbewegingen, hoe te meer het geloof opgescherpt wordt in Jezus Christus, zo te meer wordt het geloof te voren in ons geschonken om te geloven, dan ontwikkelt ons geloven.
Daarvan is er ook sprake in de Heilige Schrift. Die in den Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven..Maar die de zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien. Daarom geloof .Bekeert u en stel het niet uit. U zal wel zeggen: Ik kan mij niet bekeren. Maar in de Heilige Schrift was er ook sprake van. Heere bekeert mij zodra als u het om Jezus te doen is om zalig te worden, dan wordt door de Kracht van de Heilige Geest van te voren geloof en bekering in u gewerkt om te geloven en te bekeren. Daarom wie gelooft zal zalig worden, maar die niet gelooft, zal verdoemd worden. Geloof en dan zal de Heere door de Kracht van de Heilige Geestes het geloof in u schenken en gij zult geloven en Hij zal U bekeren en gij zult bekeerd zijn, dan trekt Hij u en gij zult Hem nalopen als een waterstroom. Daarom weer een medewerker en geen tegenwerker.
Want de Heere Jezus heeft al 25 jaar aan u gearbeid en nagelopen en gij liep altijd van de Heere af. Maar Hij blijft bij u, Hij verbergt zich niet eens, als gij van Hem afdwaalt en gij niet meer naar Hem toe wilt. Maar Hij verstoot u niet,want ellendigen wil Hij verschonen,aan armen uit gena Zijn Hulpe ter verlossing tonen
O mocht u dan die ellende met de dichter uitroepen: Ik wou vluchten, maar ik kon nergens heen enz. O, dat de Heere maar tussen beide mocht treden.
Dat is de beden van ons allen, dat Hij uw hart openen.
Groeten van allen K.v.Twillert Mzn. wonende achter de molen in Bunschoten.