ancsosa
Tot de n-e generatie.
1 . Otto van Cuijck van Mierlo, Heer van Mierlo , geboren in 1270, gestorven in 1350 (leeftijd bij overlijden: 80 jaar oud).
2 . Jan I van Cuijck, Ridder , Heer van Cuyck en Grave , Heer van Merum en Neerloon , geboren in 1230, Cuijck, gestorven op 13 juli 1308, Cuijck (leeftijd bij overlijden: 78 jaar oud), Diplomaat en raadsman van de vorsten van Engeland en Brabant. [Aantekening 2]
... gehuwd in 1260 met ...
3 . Jutta van Nassau, Gravin van Nassau , geboren in 1225, gestorven in 1313, Grave (leeftijd bij overlijden: 88 jaar oud).
... hieruit :
4 . Hendrik III van Cuijck, Ridder (1226), Heer van Kuyck en Grave (1233-1254), heer van Merum en half Asten , geboren in 1195, gestorven in 1254 (leeftijd bij overlijden: 59 jaar oud).
... gehuwd in 1200 met ...
5 . Agnes Jansdr van Putten, gestorven in 1230.
... hieruit :
6 . Hendrik II (de Rijke) van Nassau, Graaf van Nassau , geboren op 1 februari 1198, gestorven voor 25 januari 1251. [Aantekening 6]
... gehuwd voor 1221 met ...
7 . Machteld van Gelre, geboren in 1221, gestorven in 1247 (leeftijd bij overlijden: 26 jaar oud).
... hieruit :
8 . Albrecht van Cuijck, Ridder , Heer van Cuijck en Herpen , Burggraaf van Utrecht , Heer van Asten , geboren in 1170, gestorven in 1223 (leeftijd bij overlijden: 53 jaar oud). [Bron 8]
... gehuwd in 1200 met ...
9 . Hadewych van Meerheim, geboren in 1170, gestorven in 1235 (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud). [Bron 9]
... hieruit :
12 . Walram I van Nassau, Graaf van Laurenburg , 1st Graaf van Nassau , geboren in 1146, gestorven op 1 februari 1198 (leeftijd bij overlijden: 52 jaar oud). [Aantekening 12]
... gehuwd met ...
13 . Kunigunda van Spanheim, geboren, Spanheim.
... hieruit :
14 . Otto I van Zutphen van Gelre, Graaf van Gelre (1182-1207), Graaf van Zutphen (1190-1207), geboren in 1150, gestorven op 22 oktober 1207, begraven, Klooster van Kamp (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud). [Aantekening 14]
... gehuwd in 1185 met ...
15 . Richarda van Wittelsbach van Beieren, Prinses van Beieren , geboren in 1173, Keilheim, gestorven op 21 september 1231, Roermond (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud).
... hieruit :
16 . Hendrik II van Cuijck, Kruisvaarder , Heer van Cuijck , Stadssgraaf van Utrecht , Voogd van SintJan in Utrecht , geboren in 1130, gestorven in 1204 (leeftijd bij overlijden: 74 jaar oud).
... gehuwd in 1160, Utrecht, met ...
17 . Sophia Dirks van Rhenen van Herpen, geboren in 1140, gestorven in 1191 (leeftijd bij overlijden: 51 jaar oud).
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
24 . Ruprecht I van Laurenburg van Nassau, Graaf van Laurenburg , Graaf van Nassau (1123), gestorven voor 1154. [Aantekening 24]
... gehuwd met ...
25 . Beatrix van Lotharingen, gestorven in 1159.
... hieruit :
28 . Hendrik I van Zutphen van (de Jonge) Gelre, Graaf van Gelre (1131-1182), geboren in 1117, gestorven op 27 mei 1182, begraven, Klooster van Kamp (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud). [Aantekening 28]
... gehuwd in 1135 met ...
... hieruit :
30 . Otto van Wittelsbach van Beieren, Hertog van Beieren , geboren in 1120, gestorven op 26 maart 1191, Wartenberg (leeftijd bij overlijden: 71 jaar oud).
... gehuwd in 1157 met ...
31 . Agnes van Loon, gestorven op 26 maart 1191, Wartenberg.
... hieruit :
32 . Herman II van Cuijck, Heer van Cuijk van Malsem , Stadsgraaf van Utrecht , geboren in 1100, gestorven in 1168 (leeftijd bij overlijden: 68 jaar oud). [Aantekening 32]
... gehuwd met ...
33 . dochter van Chiny, geboren in 1100, gestorven.
... hieruit :
56 . Gerard II (de lange) van Wassemberg van (Flaminius) Gelre, Graaf van Gelre (1129-1131), Graaf van Wassemberg , geboren in 1053, gestorven op 24 oktober 1131 (leeftijd bij overlijden: 78 jaar oud). [Aantekening 56]
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Clementia van Gleiberg van Poitou, alias Poitou, Vrouwe van Gleiberg , Gravin van Wassenberg , geboren in 1055, gestorven op 4 januari 1142 (leeftijd bij overlijden: 87 jaar oud)
...
dochter van Piere van ('l Aigret) Poitou 1023-1058 en
Ermesinde van Longwy †1062
... hieruit :
... gehuwd met ...
57 . Armgarde van Zutphen, Heer van Zutphen .
... hieruit :
60 . Otto van Wittelsbach van Beieren, Paltsgraaf van Beieren , gestorven op 4 augustus 1156.
... gehuwd in 1116 met ...
61 . Eilika von Lengenfeld und Pettendorf, geboren in 1102, gestorven op 13 september 1170, Ensdorf (leeftijd bij overlijden: 68 jaar oud).
... hieruit :
64 . Hendrik I van Cuijck, Heer van Cuijk van Malsem , Burggraaf van Utrecht , geboren in 1075, gestorven op 9 augustus 1108 (leeftijd bij overlijden: 33 jaar oud). [Bron 64]
... gehuwd in 1095 met ...
65 . Alveradis van Hochstaden, geboren in 1080, gestorven in 1131 (leeftijd bij overlijden: 51 jaar oud). [Bron 65]
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
112 . Gerard I van Wassenberg van Gelre, LAndgraf , gestorven in 1131. [Aantekening 112]
... gehuwd met ...
113 . Hedwich Florijsdottir van (bastaarddochter) Holland.
... hieruit :
114 . Otto II (de Rijke) van Zutphen, Graaf van Zutphen , gestorven in 1113.
... gehuwd met ...
... hieruit :
122 . Frederik II (Graaf) von Lengenfeld, Graaf van Lenagenfeld , geboren in 1070, gestorven in 1121 (leeftijd bij overlijden: 51 jaar oud). [Bron 122]
... gehuwd in 1101 met ...
123 . Eilika van Hohenstaufen, geboren in 1087, gestorven na 1110, Ensdorf. [Bron 123]
... hieruit :
128 . Herman van Malsen van Cuijck, Heer van Cuijk , gestorven in 1080. [Aantekening 128]
... gehuwd in 1065 met ...
129 . Ida van Namen van Boulogne, geboren in 1057, gestorven. [Bron 129]
... hieruit :
130 . Gerard I van Hochstaden, geboren in 1055, gestorven in 1137 (leeftijd bij overlijden: 82 jaar oud).
... gehuwd met ...
131 . Aleydis van Wickrath, geboren in 1065, gestorven in 1120 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud).
... hieruit :
224 . Otto van Nassau, gestorven in 1107.
... gehuwd met ...
225 . Adelheid van Gelre, gestorven in 1083.
... hieruit :
226 . Floris II (de Vette) van Holland, Graaf van Holland (1091-1122), gestorven op 2 maart 1122. [Aantekening 226]
... -(X2) :
gehuwd in 1108 met ...
...
Geertruida van Lotharingen
... hieruit :
... met ...
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
246 . Frederik I von Hohenstaufen, Hertog van Schwaben , Hertog van Elzas , geboren in 1047, gestorven in 1105 (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud). [Bron 246]
... gehuwd in 1087 met ...
247 . Agnes van Duitsland, Prinses van Duitsland , geboren in 1072, gestorven in 1110, Ensdorf (leeftijd bij overlijden: 38 jaar oud). [Bron 247]
... hieruit :
258 . Eustache II van Boulogne, Graaf van Boulogne , geboren in 1030, gestorven in 1080 (leeftijd bij overlijden: 50 jaar oud). [Aantekening 258]
... -(X1) :
gehuwd in 1050 met ...
...
Godfigu van Engeland, gestorven in 1057 [Bron 258x1]
...
... gehuwd met ...
259 . Ida van Neder- Lotharingen, geboren in 1035, gestorven op 13 augustus 1113 (leeftijd bij overlijden: 78 jaar oud). [Bron 259]
... hieruit :
448 . Walram VI van Nassau, gestorven in 1068.
... gehuwd met ...
... hieruit :
450 . Wieger III van Gelre, gestorven in 1061.
... gehuwd met ...
... hieruit :
452 . Dirk V van Holland, Graaf van Holland (1061-1071, 1076-1091), geboren in 1054, gestorven op 17 juni 1091, begraven, Egmond (leeftijd bij overlijden: 37 jaar oud). [Aantekening 452]
... gehuwd voor 26 juni 1083 met ...
453 . Othildis van Saxen, geboren in 1059, gestorven in 1093, Egmond (leeftijd bij overlijden: 34 jaar oud).
... hieruit :
... gehuwd met ...
459 . Ludolf van Baunweiler van Lotharingen.
... hieruit :
494 . Hendrik IV van Duitsland, Keizer van Duitsland , geboren op 11 november 1050, Goslar, gestorven op 7 augustus 1106, Luik (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud). [Aantekening 494]
... gehuwd in juli 1066, Tribur, met ...
495 . Bertha van Savoye, geboren op 21 augustus 1051, gestorven op 27 december 1097, Mainz (leeftijd bij overlijden: 46 jaar oud). [Bron 495]
... hieruit :
516 . Eustache I van Boulogne, Graaf van Boulogne , geboren in 1010, gestorven in 1049 (leeftijd bij overlijden: 39 jaar oud). [Bron 516]
... -(X2) :
gehuwd in 987 met ...
...
Ermengard van Lotharingen, gestorven in 1049
...
dochter van Karel van Lotharingen, Koning van Frankrijk 953-992 en
Adelheid N
... hieruit :
... gehuwd in 1030 met ...
517 . Mathilde van Leuven, geboren in 1005, gestorven. [Bron 517]
... hieruit :
518 . Godfried II van Lotharingen.
... gehuwd met ...
... hieruit :
896 . Walram V van Nassau, gestorven in 1020.
... gehuwd met ...
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
904 . Floris I van Holland, Graaf van Holland (1049-1061), Graaf van West Friesland , geboren na 1019, vermoord op 28 juni 1061, Nederhemert, begraven, Egmond . [Aantekening 904]
... gehuwd in 1050 met ...
905 . Gertrudis van Saxen, geboren in 1033, gestorven.
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Robrecht I van (de Fries) Vlaanderen, Graaf van Vlaanderen , geboren in 1035, gestorven in 1093 (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud)
...
zoon
van Boudewijn V de Grote van Rijsel van Vlaanderen, Graaf van Vlaanderen 1013-1067 en
Adela van Frankrijk, Prinses van Frankrijk 1009-1079
... hieruit :
... gehuwd met ...
917 . Wieger II van Gelre, geboren in 973, gestorven.
... hieruit :
988 . Hendrik III Keizer van Duitsland, Keizer , geboren op 28 oktober 1017, Goslar, gestorven op 5 oktober 1056, Bodfeld (leeftijd bij overlijden: 38 jaar oud).
... gehuwd in november 1043, Ingelheim, met ...
989 . Agnes van (Poitou) Aquitaine, Keizerin van Duitsland , geboren in 1025, gestorven op 14 december 1077, Rome (leeftijd bij overlijden: 52 jaar oud).
... hieruit :
1.034 . Lambert I van Leuven, Graaf van Leuven , gesneuveld op 12 september 1015, Florennes, begraven in september 1015, Nijvels . [Bron 1034]
... gehuwd met ...
1.035 . Gerberga van Neder Lotharingen, geboren in 971, gestorven in 1008, Nijvels, begraven, Nijvels, St Getrudis (leeftijd bij overlijden: 37 jaar oud). [Bron 1035]
... hieruit :
1.800 . Gerberge van Lotharingen, geboren in 930, gestorven in 995 (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud).
... gehuwd met ...
1.801 . Maginoz van Zutphen van Gelre, gestorven in 973.
... hieruit :
1.808 . Dirk III (Hierosolomyta) van Holland, Graaf van Holland , Graaf van Bourgondie , geboren in 981, Gent, gestorven op 27 mei 1039, begraven, Abdijkerk van Egmond (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud). [Aantekening 1808]
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Othilda van Saxen
... hieruit :
... gehuwd voor 1019 met ...
1.809 . Othilde von de Nordmark, geboren in 933, gestorven op 31 maart 1044, Quedlinburg (leeftijd bij overlijden: 111 jaar oud). [Bron 1809]
... hieruit :
1.834 . Godfried van Gelre, gestorven in 958.
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.976 . Koenraad II Keizer van Duitsland, geboren in 990, gestorven op 4 juni 1039, Utrecht (leeftijd bij overlijden: 49 jaar oud).
... gehuwd in 1016 met ...
1.977 . Gisela van Schwaben, Hertogin van Schwaben , geboren op 11 november 990, gestorven op 15 februari 1054, Goslar (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud).
... hieruit :
2.068 . Reinier III van (Langhals) Henegouwen, Graaf van Henegouwen , gestorven in 973. [Bron 2068]
... gehuwd met ...
2.069 . Adela van Leuven. [Bron 2069]
... hieruit :
2.070 . Karel van West- Franrijk, Koning van West Francië , Hertog van Neder-Lotharingen , Konoing van Lotharingen .
... gehuwd met ...
... hieruit :
3.616 . Arnulf I (van Gent) van Gandensis Holland, Graaf van Holland (circa 951-circa 988), Graaf van West Friesland , geboren in 951, Gent, gesneuveld op 18 september 993, a.d.mond van de Maas (leeftijd bij overlijden: 42 jaar oud). [Aantekening 3616]
... gehuwd in 980 met ...
3.617 . Liutgards van Luxemburg, gestorven na 13 mei 1005. [Aantekening 3617]
... hieruit :
3.668 . Gerlach van Gelre, gestorven in 937.
... gehuwd met ...
... hieruit :
3.954 . Herman II van Schwaben, Hertog van Schwaben , geboren in 965, gestorven op 4 mei 1003 (leeftijd bij overlijden: 38 jaar oud).
... gehuwd met ...
3.955 . Gerberga van, Prinses Bourgondie, geboren in 965, gestorven op 7 juli 1020 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud).
... hieruit :
4.136 . Reinier II va Henegouwen, Graaf van Henegouwen , geboren in 880, gestorven tussen 932 en 940. [Aantekening 4136]
... verbonden met ...
... hieruit :
7.232 . Dirk II van Holland, Graaf van Holland , Graaf van West Friesland , geboren in 932, gestorven op 6 mei 988 (leeftijd bij overlijden: 56 jaar oud). [Aantekening 7232]
... gehuwd met ...
7.233 . Hildegard van Vlaanderen, Gravin van Vlaanderin , geboren circa 936, gestorven tussen 975 en 980, begraven, Egmond onder één steen met graaf Dirk III .
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Raoul I van Cambrai
... hieruit :
7.234 . Siegrfried van Verdun, Graaf van Luxemburg.
... gehuwd met ...
7.235 . Hadewich van Lotharingen.
... hieruit :
7.336 . Wieger I van Gelre, gestorven in 905. [Aantekening 7336]
... gehuwd met ...
7.337 . Margaretha van Hamaland.
... hieruit :
7.910 . Koenraad (de vreedzame) van Bourgondie, geboren in 922, gestorven op 19 oktober 993 (leeftijd bij overlijden: 71 jaar oud). [Bron 7910]
... gehuwd met ...
7.911 . Mathilda van Frankrijk, alias Mathilda van Bourgondie, Prinses van West Franrkiij , geboren in 943, gestorven op 26 januari 981, Vienne (leeftijd bij overlijden: 38 jaar oud). [Bron 7911]
... hieruit :
8.272 . Lodewijk II Koning van (de Stamelaar) Frankrijk, Koning van Frankrijk , Graaf van Meaux , geboren op 1 november 846, Compiègne, gestorven tussen op 10 april 879 en 916, Compiegne, Missus Dominicus.
... -(X1) :
gehuwd op 1 maart 862 met ...
...
Armgardis van Bourgondië
...
... gehuwd in 875 met ...
8.273 . Adelheid van Parijs, geboren in 853, Laon, gestorven.
... hieruit :
... gehuwd met ...
14.465 . Gerberga van Hamalant.
... hieruit :
14.466 . Arnulf I de Grote van Vlaanderen, Graaf van Vlaanderen , geboren in 885, gestorven op 27 maart 965, begraven, Gent (leeftijd bij overlijden: 80 jaar oud). [Aantekening 14466]
... gehuwd met ...
14.467 . Aleidia van Vermandois, geboren in 910, gestorven op 10 oktober 958, Brugge, begraven, Gent (leeftijd bij overlijden: 48 jaar oud). [Aantekening 14467]
... hieruit :
15.820 . Rudolph II van Bourgondie.
... gehuwd met ...
... hieruit :
15.822 . Louis IV (d'Outre Mer)Koning van Frankrijk, Koning van WestFrankrijk (19 juni 936), geboren in 920, gestorven op 10 september 954, Reims (leeftijd bij overlijden: 34 jaar oud).
... gehuwd in 939 met ...
15.823 . Gerberga van Saksen, geboren in 913, Nordhausen, gestorven.
... hieruit :
16.544 . Karel II (de Kale) Keizer en Koning van Karloman, Graaf van Maasgouw en Darnau , Koning van Westfrankrijk , Rooms Keizer (875), Koning van de Provence , Koning van Italie , geboren op 13 juni 823, Frankfurt am Main, gestorven op 6 oktober 877, Avrieux (leeftijd bij overlijden: 54 jaar oud). [Aantekening 16544]
... -(X2) :
gehuwd op 12 oktober 869, Aix la Chapelle, met ...
...
Richildis van Metz
...
... gehuwd op 13 december 842, Quierzy, met ...
16.545 . Irmingard van Orleans, Koningin van West Francië , geboren op 27 september 830, Saint Denis, gestorven op 6 oktober 869 (leeftijd bij overlijden: 39 jaar oud). [Bron 16545]
... hieruit :
28.932 . Boudewijn II (de Kale) van Vlaanderen, Graaf van Vlaanderen , Graaf van Boulogne , geboren in 863, gestorven op 10 september 918 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud). [Aantekening 28932]
... gehuwd met ...
28.933 . Aelfthryth van Wessex, Prinses van Wessex , Gravin van Vlaanderen , geboren in 872, gestorven in 929 (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud). [Bron 28933]
... hieruit :
31.644 . Karel III Koning van (de Onnozele) Frankrijk, Koning van WestFrankrijk (28 januari 893), Hertog van Lotharingen , geboren op 17 september 879, Péronne, gestorven op 7 oktober 929, Peronne (leeftijd bij overlijden: 50 jaar oud). [Bron 31644]
... -(X1) :
gehuwd in 907 met ...
...
Frederune ? [Bron 31644x1]
...
... gehuwd op 10 februari 917 met ...
31.645 . Eadgyfu van Engeland, geboren in 896, gestorven.
... hieruit :
33.088 . Lodewijk I de Vrome Keizer Karloman, Frankische Koning van Aquitaine , Romeins Keizer der Franken (814-834), Hertog van Beieren (814-829), geboren in augustus 778, Chasseneuil bij Poiters (fr), gestorven op 20 juni 840, Ingelheim, Du deritsland, begraven, Saint Arnould (leeftijd bij overlijden: 61 jaar oud). [Aantekening 33088]
... -(X1) :
gehuwd in 794 met ...
...
Irmingard van Haspengouw, geboren in 757, Thionville, gestorven op 3 oktober 818 (leeftijd bij overlijden: 61 jaar oud)
...
dochter van Ingramvan Haspengouw en
? ?
... hieruit :
... gehuwd in februari 819, Aken, met ...
33.089 . Judith Welf von Altdorf, Prinses van Beieren , geboren in 800, gestorven op 19 april 843, Tours, begraven, Sient Martin Tours (leeftijd bij overlijden: 43 jaar oud). [Bron 33089]
... hieruit :
33.090 . Lotharius I keizer Karloman, Romeins Keizer (juni 817), Koning der Franken en Lombarden , geboren in 795, Auitanie, gestorven op 29 september 855, Adij te Prüm, begraven in 855, Prüm (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud). [Aantekening 33090]
... gehuwd op 15 november 821, Diedenhofen, met ...
33.091 . Irmingard van Elzas, gestorven op 20 maart 851. [Aantekening 33091]
... hieruit :
57.864 . Boudewijn I met de IJzeren arm van Vlaanderen, Graaf met Vlaanderen , geboren in 837, gestorven op 2 januari 879, Arras (fr) (leeftijd bij overlijden: 42 jaar oud). [Aantekening 57864]
... gehuwd op 13 december 862, Auxerre, met ...
57.865 . Judith van West France Martel, Prinses van Francië , Queen of England , geboren in oktober 844, gestorven na 870. [Aantekening 57865]
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd, Verberie, met ...
...
Aethelwulf 2nd King of England
...
... -(X2) :
gehuwd in 858 met ...
...
Aethelbald Koning van Wessex
...
57.866 . Alfred I de Grote van Wessex, Koning van Engeland .
... gehuwd met ...
57.867 . Elswitha van Gainsborough.
... hieruit :
66.176 . Karel I de Charlemagne Grote, Keizer van Roomse Rijk (Westen) (25 december 800-814), Koning van Lombardije (768-814), Koning van Franken (768-814), geboren op 2 april 742, Ingelheim, Duitsland, gestorven op 28 januari 841, Aken (GErmany), begraven in 841, Aken, Cathedral (leeftijd bij overlijden: 98 jaar oud). [Aantekening 66176]
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Himiltrude ?
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Desiderata van Lombardije, geboren in 755, Lombardije, gestorven in 758 (leeftijd bij overlijden: 3 jaar oud)
...
... -(X4) :
gehuwd na 783 met ...
...
Fastrade van Franconie, gestorven in 794
... hieruit :
... -(X5) :
gehuwd na 794 met ...
...
Luitgarde van Alemanië, gestorven,
begraven in 800
...
... -(X6) :
verbonden met ...
...
Sigrada ?
... hieruit :
... -(X7) :
verbonden met ...
...
Reginopycrha ?, geboren in 770, gestorven
... hieruit :
... -(X8) :
verbonden met ...
...
Adelinde ?
... hieruit :
... -(X9) :
verbonden met ...
...
Madelgardis ?
... hieruit :
... gehuwd met ...
66.177 . Hildegard van Vintzgouw, geboren in 758, gestorven op 30 april 783, begraven in april 183, Saint Arnould (leeftijd bij overlijden: 25 jaar oud). [Bron 66177]
... hieruit :
66.181 . Irmingard van Haspengouw, geboren in 757, Thionville, gestorven op 3 oktober 818 (leeftijd bij overlijden: 61 jaar oud).
... hieruit :
66.182 . Hugo van Tours, Graaf van de Elzas .
... gehuwd met ...
... hieruit :
132.352 . Pepijn III (de Korte) 8ste van Koning van Franken, Major Domus , Koning 8st van Franken , 1ste Koning van de Fransen (van het 2e ras) , geboren in 715, gestorven in 768 (leeftijd bij overlijden: 53 jaar oud).
... gehuwd met ...
132.353 . Bertha II van Laon, geboren in 720, gestorven in 783 (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud).
... hieruit :
132.354 . Gerold I van Vintzgouw, Graaf van Vintzgouw .
... gehuwd met ...
... hieruit :
132.362 . Ingramvan Haspengouw.
... gehuwd met ...
... hieruit :
264.704 . Karel (de hamer) Martel, Hertog van Franken , Major Domus , geboren in 688, gestorven op 22 oktober 741, Quierzy (leeftijd bij overlijden: 53 jaar oud). [Aantekening 264704]
... gehuwd met ...
264.705 . Rotrude van Trier Alemania, geboren in 690, gestorven in 724 (leeftijd bij overlijden: 34 jaar oud).
... hieruit :
264.706 . Charibert Hardrad, geboren in 690, gestorven in 747 (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud).
... gehuwd met ...
264.707 . Bertrada van Laon, geboren in 695, gestorven in 737 (leeftijd bij overlijden: 42 jaar oud).
... hieruit :
529.408 . Pepijn II (de vette) van Herstal, Major Domus , Hertog van Neistria en Austrasia , geboren in 635, gestorven in 714 (leeftijd bij overlijden: 79 jaar oud).
... gehuwd met ...
529.409 . Plectrudis van Landen, geboren in 613, gestorven in 694 (leeftijd bij overlijden: 81 jaar oud).
... hieruit :
1.058.816 . Ansegisel d' Austrasie, Major Domus van Austrasie , HErtog van Angesia , geboren in 602, gestorven in 662 (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud).
... gehuwd met ...
1.058.817 . Sint Begga, geboren in 620, gestorven op 27 december 693, Andeene (leeftijd bij overlijden: 73 jaar oud).
... hieruit :
2.117.632 . Arnold des (Sanit Arnulf) Frans Ripuaires, alias Sint Arnold van Heristal, Bisschop van Metz , geboren in 582, gestorven in 641 (leeftijd bij overlijden: 59 jaar oud).
... gehuwd met ...
2.117.633 . Doda van Metz, geboren in 583, gestorven in 612 (leeftijd bij overlijden: 29 jaar oud).
... hieruit :
2.117.634 . Arnoldus van de Schelde, Bisschop van Metz , Margrave van Schelde , MArgraven de Moselle , gestorven in 601.
... gehuwd met ...
2.117.635 . Doda van Savoy, geboren in 562, gestorven in 611 (leeftijd bij overlijden: 49 jaar oud).
... hieruit :
4.235.268 . Ansbertus Ferreolus van de Schelde.
... gehuwd met ...
4.235.269 . Dode des Francs Ripuaires.
... hieruit :
8.470.536 . Tonantius (Vis Clsisimus) Ferreolus, geboren in 462, gestorven in 525 (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud).
... gehuwd met ...
... hieruit :
16.941.072 . Tonantius I Ferreolus.
... gehuwd met ...
16.941.073 . Papinilla van Rome, gestorven in 463.
... hieruit :
33.882.146 . MArcus Maecilius (Eparchius) Aviatus, Keizer van Rome .
... gehuwd met ...
33.882.147 . n n.
... hieruit :
67.764.292 . Julius Agricola, Prefect van Gallie .
... gehuwd met ...
67.764.293 . Magna Major Decima Rustique.
... hieruit :
135.528.586 . Constantius III Keizer van de West, Keizer van Romeins rijk .
... gehuwd met ...
135.528.587 . Ivoire verch Lancelot, geboren in 375, gestorven.
... hieruit :
271.057.172 . Flavius Julies Constantius II Constantinus, Keizer van Romeins rijk , gestorven in 361.
... gehuwd met ...
... hieruit :
542.114.344 . Constantijn I de Grote keizer van het Romeinse rijk van Rome, alias Flavius Valerius Aurelius Constantinus, Keizer van her Romeinse Rijk , geboren op 27 februari 272, Naissus, gestorven op 22 mei 337, Ancyrona (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud). [Aantekening 542114344]
... gehuwd met ...
542.114.345 . Flavia Maxima Fausta, geboren in 326, gestorven.
... hieruit :
1.084.228.688 . Gaius Flavius Valerius (Chlorus) Constantinus, alias Gaius Flavius Valerius Constantius, Keizer van het Romeinse Rijk , geboren op 31 maart 242, Dardania (Servie), gestorven op 25 juli 306, Eboracum, Brittania (York) (leeftijd bij overlijden: 64 jaar oud).
... gehuwd met ...
1.084.228.689 . Flavia Julia Helena van Constantinopel, geboren in 248, gestorven in 329 (leeftijd bij overlijden: 81 jaar oud). [Aantekening 1084228689]
... hieruit :
2.168.457.376 . Eutropius van Dardania, geboren in 220, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
4.336.914.752 . Titus Flavius.
... gehuwd met ...
4.336.914.753 . ? ?.
... hieruit :
8.673.829.504 . Publius Flavius Sabinus.
... gehuwd met ...
8.673.829.505 . ? ?.
... hieruit :
17.347.659.008 . Titus Flavius Sabinus.
... gehuwd met ...
... hieruit :
Verbindt zich met hertog Jan I van Brabant (doch met voorbehoud tegenover Gelre, 31-10-1286) en strijdt als aanvoerder van een afdeling. waarin ook de bannereenheden van Arkel en Heusden waren opgenomen (conroot), in de slag bij Woeringen (5-6-1288) en waarsch. in de Guldensporenslag (Kortrijk, 1302); organisator van de de ontvoering van gaaf Floris V van Holland in opdracht Eduard I van Engeland; op het internet zijn veel lovende woorden over hem te vinden, die ik zal proberen samen te vatten: "Al snel verwierf hij grote faam vanwege zijn diplomatieke kwaliteiten; hij trad op als afgezant of als tussenpersoon van veel wereldlijke en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, zoal de hertog van Brabant, de Rooms-Koning, de aartsbisschop van Keulen en vooral de Engelse koning, bij wie hij voor een jaarsalaris als gezant in dienst was; vooral buitenlandse schrijvers zwaaien hem lof toe; een Franse schrijver noemt hem "een van de bekwaamste diplomaten van zijn tijd" en een Engelse historicus kenschetst hem als "zeer nauw betrokken bij de diplomatieke geschiedenis van de Lage Landen aan het einde van de 13e en het begin van de 14e eeuw"; na de slag van Woeringen jubelt de middeleeuwse schrijver Jan van Helu "Hier noem ic nu eenen van de besten, dat was van Kuc her Jan"; deze slag, die door Brabant werd gewonnen, wordt door een Duitse geschiedschrijver genoemd "eine historische Entscheidung im europäischen Nordwesten" en één van de mijlpalen op de weg naar een "rheinische" en een "niederländische Welt" genoemd; een belangrijke rol heeft Jan gespeeld in de gebeurtenissen die in 1296 geleid hebben tot de moord op graaf Floris V; om die reden is hij door latere Hollandse geschiedschrijvers erg verguisd; bij zijn tijdgenoten bleef hij echter in hoog aanzien staan; in 1290 sticht hij het St.-Catharinagasthuis in Grave, bestemd voor de verzorging van zieken en bejaarden; enkele jaren later schenkt hij, mede voor zijn eigen zieleheil, de opbrengst van de novale tienden voor de ene helft aan dit gasthuis en voor de andere helft aan de pastoors van Cuijk, Beugen, Boxmeer en Sambeek; rond 1300 wordt ter ere van de H. Agatha een kapel gebouwd in Kukebrakel (het latere Sint-Agatha) om bescherming af te smeken tegen natuurrampen; het is niet bekend of Jan van Kuijc hiertoe het initiatief heeft genomen, maar als heer van Cuijk moet hij in ieder geval zijn toestemming hiervoor hebben verleend; kort voor zijn dood schenkt hij de gemene gronden in het Land van Cuijk tegen een geringe vergoeding aan zijn onderdanen; zij mochten die gronden o.a. gebruiken om er hun vee te laten grazen (door deze regeling die tot omstreeks 1840 van kracht is geweest, werd voorkomen dat in deze regio grootgrondbezit ontstond); zie ook G.N. 1991, pag. 269, eindreeks 214.
n 1296 was Jan I betrokken bij het complot van edelen dat ten doel had om graaf Floris V van Holland naar Engeland te ontvoeren. Deze poging liep uit op moord.
Verbindt zich met hertog Jan I van Brabant (doch met voorbehoud tegenover Gelre, 31-10-1286) en strijdt als aanvoerder van een afdeling. waarin ook de bannereenheden van Arkel en Heusden waren opgenomen (conroot), in de slag bij Woeringen (5-6-1288) en waarsch. in de Guldensporenslag (Kortrijk, 1302); organisator van de de ontvoering van gaaf Floris V van Holland in opdracht Eduard I van Engeland; op het internet zijn veel lovende woorden over hem te vinden, die ik zal proberen samen te vatten: "Al snel verwierf hij grote faam vanwege zijn diplomatieke kwaliteiten; hij trad op als afgezant of als tussenpersoon van veel wereldlijke en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, zoal de hertog van Brabant, de Rooms-Koning, de aartsbisschop van Keulen en vooral de Engelse koning, bij wie hij voor een jaarsalaris als gezant in dienst was; vooral buitenlandse schrijvers zwaaien hem lof toe; een Franse schrijver noemt hem "een van de bekwaamste diplomaten van zijn tijd" en een Engelse historicus kenschetst hem als "zeer nauw betrokken bij de diplomatieke geschiedenis van de Lage Landen aan het einde van de 13e en het begin van de 14e eeuw"; na de slag van Woeringen jubelt de middeleeuwse schrijver Jan van Helu "Hier noem ic nu eenen van de besten, dat was van Kuc her Jan"; deze slag, die door Brabant werd gewonnen, wordt door een Duitse geschiedschrijver genoemd "eine historische Entscheidung im europäischen Nordwesten" en één van de mijlpalen op de weg naar een "rheinische" en een "niederländische Welt" genoemd; een belangrijke rol heeft Jan gespeeld in de gebeurtenissen die in 1296 geleid hebben tot de moord op graaf Floris V; om die reden is hij door latere Hollandse geschiedschrijvers erg verguisd; bij zijn tijdgenoten bleef hij echter in hoog aanzien staan; in 1290 sticht hij het St.-Catharinagasthuis in Grave, bestemd voor de verzorging van zieken en bejaarden; enkele jaren later schenkt hij, mede voor zijn eigen zieleheil, de opbrengst van de novale tienden voor de ene helft aan dit gasthuis en voor de andere helft aan de pastoors van Cuijk, Beugen, Boxmeer en Sambeek; rond 1300 wordt ter ere van de H. Agatha een kapel gebouwd in Kukebrakel (het latere Sint-Agatha) om bescherming af te smeken tegen natuurrampen; het is niet bekend of Jan van Kuijc hiertoe het initiatief heeft genomen, maar als heer van Cuijk moet hij in ieder geval zijn toestemming hiervoor hebben verleend; kort voor zijn dood schenkt hij de gemene gronden in het Land van Cuijk tegen een geringe vergoeding aan zijn onderdanen; zij mochten die gronden o.a. gebruiken om er hun vee te laten grazen (door deze regeling die tot omstreeks 1840 van kracht is geweest, werd voorkomen dat in deze regio grootgrondbezit ontstond); zie ook G.N. 1991, pag. 269, eindreeks 214.
n 1296 was Jan I betrokken bij het complot van edelen dat ten doel had om graaf Floris V van Holland naar Engeland te ontvoeren. Deze poging liep uit op moord.
Hendrik II van NASSAU, graaf van Nassau (1-2-1198); partijganger van verschillende vorsten, keizers en aartsbisschoppen ten einde het Nassaus belang te verdedigen; bouwde Sonnenberg bij Wiesbaden (1221) tegen aanvallen van de aartsbisschop van Mainz (maar moest later zijn macht erkennen) en verwierf de rijksvoogdij Wiesbaden en de Königssondergau als rijksleen; hield tussen 1212-1214 keizer Frederik en diens tegenstander aartbisschop Diether van Trier gevangen om zijn bezittingen te beschermen, later herhaaldelijk in het gevolg van keizer Frederik II en vergezelt hem op diens kruistocht (1228-1229); maarschalk en schenker van aartsbisschop Engelbert van Keulen om zich te beschermen tegen de aartsbisschoppen van Mainz en Trier, maar moet hem in 1224 de helft van het Nassause gebied Siegen in Hessen afstaan en bouwt de Dom Limburg uit; leert de Duitse Orde kennen in het heilige land en schenkt de orde het patronaatsrecht in zijn gebied te Herborn (1231), in hetzelfde jaar deelnemer aan de rijksdag van Worms en in 1232 aan die van Ravenna; bouwt vanaf ca. 1240 het kasteel Dillenburg en ondersteunt in 1247 graaf Willem II van Holland; werd hiervoor in al zijn lenen bevestigd en verwierf een muntrecht; in 1248 koos hij partij in interne Duitse adelijke familiekwesties, waardoor de Nassauers honderden jaren lang grote problemen hadden in de rest van Hessen (Nassau ligt in Hessen)., overl. vóór 25 jan. 1251, tr. vóór 1221. ///
Op 17-12-1255 (de "prima divisio") verdeelden twee van zijn zoons de vaderlijke bezittingen, waardoor de Ottoonse en Walramse linie in het huis van Nassau ontstonden; even terzijde: de bekendste zn. uit dit huwel. was Jan van Nassau, die met behulp van de graaf van Gelre, tot 40e bisschop van Utrecht werd benoemd (1267-1290), zonder bisschopswijding, daarom elect genoemd en waarsch. initiatiefnemer tot de bouw van de Dom van Utrecht; bronnen o.a. Thiele, Andreas "Erzählende genealogische Stammtafeln zur europäischen Geschichte", Band I, Teilband 2 Deutsche Kaiser-, Königs-, Herzogs- und Grafenhäuser II, R.G. Fischer Verlag 1994, Tafel 307.
Verbindt zich met hertog Jan I van Brabant (doch met voorbehoud tegenover Gelre, 31-10-1286) en strijdt als aanvoerder van een afdeling. waarin ook de bannereenheden van Arkel en Heusden waren opgenomen (conroot), in de slag bij Woeringen (5-6-1288) en waarsch. in de Guldensporenslag (Kortrijk, 1302); organisator van de de ontvoering van gaaf Floris V van Holland in opdracht Eduard I van Engeland; op het internet zijn veel lovende woorden over hem te vinden, die ik zal proberen samen te vatten: "Al snel verwierf hij grote faam vanwege zijn diplomatieke kwaliteiten; hij trad op als afgezant of als tussenpersoon van veel wereldlijke en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, zoal de hertog van Brabant, de Rooms-Koning, de aartsbisschop van Keulen en vooral de Engelse koning, bij wie hij voor een jaarsalaris als gezant in dienst was; vooral buitenlandse schrijvers zwaaien hem lof toe; een Franse schrijver noemt hem "een van de bekwaamste diplomaten van zijn tijd" en een Engelse historicus kenschetst hem als "zeer nauw betrokken bij de diplomatieke geschiedenis van de Lage Landen aan het einde van de 13e en het begin van de 14e eeuw"; na de slag van Woeringen jubelt de middeleeuwse schrijver Jan van Helu "Hier noem ic nu eenen van de besten, dat was van Kuc her Jan"; deze slag, die door Brabant werd gewonnen, wordt door een Duitse geschiedschrijver genoemd "eine historische Entscheidung im europäischen Nordwesten" en één van de mijlpalen op de weg naar een "rheinische" en een "niederländische Welt" genoemd; een belangrijke rol heeft Jan gespeeld in de gebeurtenissen die in 1296 geleid hebben tot de moord op graaf Floris V; om die reden is hij door latere Hollandse geschiedschrijvers erg verguisd; bij zijn tijdgenoten bleef hij echter in hoog aanzien staan; in 1290 sticht hij het St.-Catharinagasthuis in Grave, bestemd voor de verzorging van zieken en bejaarden; enkele jaren later schenkt hij, mede voor zijn eigen zieleheil, de opbrengst van de novale tienden voor de ene helft aan dit gasthuis en voor de andere helft aan de pastoors van Cuijk, Beugen, Boxmeer en Sambeek; rond 1300 wordt ter ere van de H. Agatha een kapel gebouwd in Kukebrakel (het latere Sint-Agatha) om bescherming af te smeken tegen natuurrampen; het is niet bekend of Jan van Kuijc hiertoe het initiatief heeft genomen, maar als heer van Cuijk moet hij in ieder geval zijn toestemming hiervoor hebben verleend; kort voor zijn dood schenkt hij de gemene gronden in het Land van Cuijk tegen een geringe vergoeding aan zijn onderdanen; zij mochten die gronden o.a. gebruiken om er hun vee te laten grazen (door deze regeling die tot omstreeks 1840 van kracht is geweest, werd voorkomen dat in deze regio grootgrondbezit ontstond); zie ook G.N. 1991, pag. 269, eindreeks 214.
n 1296 was Jan I betrokken bij het complot van edelen dat ten doel had om graaf Floris V van Holland naar Engeland te ontvoeren. Deze poging liep uit op moord.
Jan van Nassau, die met behulp van de graaf van Gelre, tot 40e bisschop van Utrecht werd benoemd (1267-1290), zonder bisschopswijding, daarom elect genoemd en waarsch. initiatiefnemer tot de bouw van de Dom van Utrecht; bronnen o.a. Thiele, Andreas "Erzählende genealogische Stammtafeln zur europäischen Geschichte", Band I, Teilband 2 Deutsche Kaiser-, Königs-, Herzogs- und Grafenhäuser II, R.G. Fischer Verlag 1994, Tafel 307.
Hij sloot zich in de politiek bij Holland aan, en komt ook later voor onder de ‘fideles et familiares’ van de rooms-koning Willem II van Holland. Vermoedelijk is onder zijn bewind de dam in de Amstel gelegd, waaraan Amsterdam zijn naam ontleent. Eind 1251 komt hij samen met omstreekse boeren in opstand tegen Hendrik van Vianden, de bisschop van Utrecht. Volgens (H. Brugmans en W.A. van Spaen) werd hij op 16 juni van dat jaar niet ver van Utrecht door de Stichtse troepen verslagen, en met zijn bondgenoot Herman V van Woerden gevankelijk, aan de bisschops paard gebonden, te Utrecht binnengebracht. Op aandrang van de roomsche-koning, die dezelfden dag in de stad was aangekomen, werden de gevangenen in vrijheid gesteld en werd de vrede gesloten
nam deel aan de derde kruistocht onder keizer Frederik I "Barbarossa"
Hendrik II van NASSAU, graaf van Nassau (1-2-1198); partijganger van verschillende vorsten, keizers en aartsbisschoppen ten einde het Nassaus belang te verdedigen; bouwde Sonnenberg bij Wiesbaden (1221) tegen aanvallen van de aartsbisschop van Mainz (maar moest later zijn macht erkennen) en verwierf de rijksvoogdij Wiesbaden en de Königssondergau als rijksleen; hield tussen 1212-1214 keizer Frederik en diens tegenstander aartbisschop Diether van Trier gevangen om zijn bezittingen te beschermen, later herhaaldelijk in het gevolg van keizer Frederik II en vergezelt hem op diens kruistocht (1228-1229); maarschalk en schenker van aartsbisschop Engelbert van Keulen om zich te beschermen tegen de aartsbisschoppen van Mainz en Trier, maar moet hem in 1224 de helft van het Nassause gebied Siegen in Hessen afstaan en bouwt de Dom Limburg uit; leert de Duitse Orde kennen in het heilige land en schenkt de orde het patronaatsrecht in zijn gebied te Herborn (1231), in hetzelfde jaar deelnemer aan de rijksdag van Worms en in 1232 aan die van Ravenna; bouwt vanaf ca. 1240 het kasteel Dillenburg en ondersteunt in 1247 graaf Willem II van Holland; werd hiervoor in al zijn lenen bevestigd en verwierf een muntrecht; in 1248 koos hij partij in interne Duitse adelijke familiekwesties, waardoor de Nassauers honderden jaren lang grote problemen hadden in de rest van Hessen (Nassau ligt in Hessen)., overl. vóór 25 jan. 1251, tr. vóór 1221. ///
Op 17-12-1255 (de "prima divisio") verdeelden twee van zijn zoons de vaderlijke bezittingen, waardoor de Ottoonse en Walramse linie in het huis van Nassau ontstonden; even terzijde: de bekendste zn. uit dit huwel. was Jan van Nassau, die met behulp van de graaf van Gelre, tot 40e bisschop van Utrecht werd benoemd (1267-1290), zonder bisschopswijding, daarom elect genoemd en waarsch. initiatiefnemer tot de bouw van de Dom van Utrecht; bronnen o.a. Thiele, Andreas "Erzählende genealogische Stammtafeln zur europäischen Geschichte", Band I, Teilband 2 Deutsche Kaiser-, Königs-, Herzogs- und Grafenhäuser II, R.G. Fischer Verlag 1994, Tafel 307.
Toen de graaf van Steinfurt zijn deel van de Heerlijkheid Bredevoort verkocht aan Engelbert II van Berg (de bisschop van Münster) en de graaf van Lohn zijn deel overgaf aan graaf Otto begon de strijd om het gehele bezit van de heerlijkheid tussen Münster en Gelre. Die strijd duurde twee eeuwen. Omstreeks 1388 verleende Otto stadsrechten aan Bredevoort.
Hij was een zoon van graaf Otto I en wordt ook wel aangeduid als Gerard IV of Gerard V.
Gerard V had in eerste instantie zeer veel invloed aan het hof van keizer Frederik II, maar raakte later met hem in conflict, waarna de keizer Roermond in 1213 verwoestte. Met de bisschop Otto van Lippe van Utrecht had hij strijd over Salland, maar kort daarna steunde hij deze tegen Drenthe. Tijdens de Slag bij Ane in 1227 werd hij gevangengenomen, maar weer vrijgelaten. Hij gaf in 1227 de Veluwe landrecht.
Hendrik II van NASSAU, graaf van Nassau (1-2-1198); partijganger van verschillende vorsten, keizers en aartsbisschoppen ten einde het Nassaus belang te verdedigen; bouwde Sonnenberg bij Wiesbaden (1221) tegen aanvallen van de aartsbisschop van Mainz (maar moest later zijn macht erkennen) en verwierf de rijksvoogdij Wiesbaden en de Königssondergau als rijksleen; hield tussen 1212-1214 keizer Frederik en diens tegenstander aartbisschop Diether van Trier gevangen om zijn bezittingen te beschermen, later herhaaldelijk in het gevolg van keizer Frederik II en vergezelt hem op diens kruistocht (1228-1229); maarschalk en schenker van aartsbisschop Engelbert van Keulen om zich te beschermen tegen de aartsbisschoppen van Mainz en Trier, maar moet hem in 1224 de helft van het Nassause gebied Siegen in Hessen afstaan en bouwt de Dom Limburg uit; leert de Duitse Orde kennen in het heilige land en schenkt de orde het patronaatsrecht in zijn gebied te Herborn (1231), in hetzelfde jaar deelnemer aan de rijksdag van Worms en in 1232 aan die van Ravenna; bouwt vanaf ca. 1240 het kasteel Dillenburg en ondersteunt in 1247 graaf Willem II van Holland; werd hiervoor in al zijn lenen bevestigd en verwierf een muntrecht; in 1248 koos hij partij in interne Duitse adelijke familiekwesties, waardoor de Nassauers honderden jaren lang grote problemen hadden in de rest van Hessen (Nassau ligt in Hessen)., overl. vóór 25 jan. 1251, tr. vóór 1221. ///
Op 17-12-1255 (de "prima divisio") verdeelden twee van zijn zoons de vaderlijke bezittingen, waardoor de Ottoonse en Walramse linie in het huis van Nassau ontstonden; even terzijde: de bekendste zn. uit dit huwel. was Jan van Nassau, die met behulp van de graaf van Gelre, tot 40e bisschop van Utrecht werd benoemd (1267-1290), zonder bisschopswijding, daarom elect genoemd en waarsch. initiatiefnemer tot de bouw van de Dom van Utrecht; bronnen o.a. Thiele, Andreas "Erzählende genealogische Stammtafeln zur europäischen Geschichte", Band I, Teilband 2 Deutsche Kaiser-, Königs-, Herzogs- und Grafenhäuser II, R.G. Fischer Verlag 1994, Tafel 307.
Rupert was de oudste zoon van graaf Dudo van Laurenburg. Zijn moeder was een dochter van graaf Lodewijk II van Arnstein (Anastasia). Graaf Dudo richtte in 1080 Laurenburg op en daarna de fundamenten van de burcht Nassau in 1100. Samen met zijn broer Arnold I van Laurenburg regeerde Rupert vanaf 1120 in de burcht Nassau en noemde zich voortaan Graaf van Nassau. Deze titel werd vanaf 1159 na zijn dood door de Aartsbisschop van Trier erkend. In 1124 werd Rupert voogd van het Heerschap Weilburg, die hij van de Bisdom Worms in leen had gekregen. Idstein volgde in 1122 en samen met Weilburg behoorde dit tot leen van de Nassaus. Rupert kon door deze lenen het huis Nassau onafhankelijk maken of onafhankelijk laten blijven. Hij overleed vóór 13 mei 1154.
nam deel aan de derde kruistocht onder keizer Frederik I "Barbarossa"
In 1138 erfde Hendrik het graafschap Zutphen van zijn moeder.
Er werd een grote druk op Hendrik uitgeoefend vanuit het bisdom Utrecht. Ook onder druk van het graafschap Holland sloot hij een verdrag met de stad Utrecht. Hierdoor had hij weer problemen met de bisschop.
Toen de graaf van Steinfurt zijn deel van de Heerlijkheid Bredevoort verkocht aan Engelbert II van Berg (de bisschop van Münster) en de graaf van Lohn zijn deel overgaf aan graaf Otto begon de strijd om het gehele bezit van de heerlijkheid tussen Münster en Gelre. Die strijd duurde twee eeuwen. Omstreeks 1388 verleende Otto stadsrechten aan Bredevoort.
Toen de graaf van Steinfurt zijn deel van de Heerlijkheid Bredevoort verkocht aan Engelbert II van Berg (de bisschop van Münster) en de graaf van Lohn zijn deel overgaf aan graaf Otto begon de strijd om het gehele bezit van de heerlijkheid tussen Münster en Gelre. Die strijd duurde twee eeuwen. Omstreeks 1388 verleende Otto stadsrechten aan Bredevoort.
vermeld 1121-1167; vermoordt de Zwarte Floris (broer van de Hollandse Graaf), wegens belediging van zijn nichtje, de erfdochter van Rode; wordt verbannen en zijn bezittingen worden verwoest, maar uiteindelijk bouwer van het kasteel van Grave.
In de jaren '30 van de twaalfde eeuw vochten Herman, Godfried en hun oom Andries van Cuijk, een conflict uit met Floris de Zwarte en zijn broer Dirk VI van Holland. Dit is beschreven in het artikel over Godfried. Als gevolg daarvan werd Herman verdreven uit zijn kasteel bij Lexmond en bouwde hij een nieuw kasteel op veilige afstand van Holland, aan de Maas. Op die plaats is later het stadje Grave ontstaan. Naast heer van Cuijk werd Herman uiteindelijk stadsgraaf van Utrecht en voogd van het kapittel van Sint-Servatius te Maastricht
Toen zijn vader in 1129 overleed volgde hij die op als graaf van Gelre en graaf van Wassenberg. Hij trouwde met Ermgard van Zutphen, de erfdochter van het graafschap Zutphen wier bezittingen bestonden uit gebied ten oosten van de IJssel (Zutphen) en talrijke buitenposten in Friesland, Westfalen en het Rijnland. Gerard handhaafde deze erfenis tegen de bisschop van Münster en kreeg daarbij steun van de hertog van Neder-Lotharingen.
Boudewijn III (overleden 1120), was graaf van Henegouwen van 1098 tot aan zijn dood. Als zoon van Boudewijn II van Henegouwen en van Ida van Leuven, volgde hij in 1098 zijn vader op, aanvankelijk onder het regentschap van zijn moeder (tot ± 1103). Net als zijn vader poogde hij het graafschap Vlaanderen te heroveren. Daartoe trachtte hij o.m., zij het vergeefs, het conflict om Kamerijk tussen de Vlaamse graaf Robrecht II en de Duitse keizer Hendrik IV uit te buiten.
Hij trouwde rond 1107 met Yolanda van Gelre (overleden 1131), dochter van Gerard I van Gelre. Toen Boudewijn VII van Vlaanderen in 1119 kinderloos overleed, probeerde Boudewijn III andermaal zijn rechten op de Vlaamse troon te laten gelden, maar kon niet beletten dat deze toekwam aan Karel de Goede, een kleinzoon van Robrecht I. Bij zijn dood liet hij zijn weduwe met vier minderjarige kinderen achter. Zijn oudste zoon Boudewijn volgde hem op.
In 1138 erfde Hendrik het graafschap Zutphen van zijn moeder.
Er werd een grote druk op Hendrik uitgeoefend vanuit het bisdom Utrecht. Ook onder druk van het graafschap Holland sloot hij een verdrag met de stad Utrecht. Hierdoor had hij weer problemen met de bisschop.
vermeld 1121-1167; vermoordt de Zwarte Floris (broer van de Hollandse Graaf), wegens belediging van zijn nichtje, de erfdochter van Rode; wordt verbannen en zijn bezittingen worden verwoest, maar uiteindelijk bouwer van het kasteel van Grave.
In de jaren '30 van de twaalfde eeuw vochten Herman, Godfried en hun oom Andries van Cuijk, een conflict uit met Floris de Zwarte en zijn broer Dirk VI van Holland. Dit is beschreven in het artikel over Godfried. Als gevolg daarvan werd Herman verdreven uit zijn kasteel bij Lexmond en bouwde hij een nieuw kasteel op veilige afstand van Holland, aan de Maas. Op die plaats is later het stadje Grave ontstaan. Naast heer van Cuijk werd Herman uiteindelijk stadsgraaf van Utrecht en voogd van het kapittel van Sint-Servatius te Maastricht
Godfried was neef van bisschop Andries van Cuijk van Utrecht en werd door hem tot burggraaf van Utrecht benoemd. Samen met zijn moeder en zijn broer stichtte hij de Norbertijnerabdij van Mariënweerd. Hij trouwde met Ida, de erfdochter van Frederik van Werl-Arnsberg, en werd zo graaf van Arnsberg. Toen Godfrieds familie een huwelijk van een van hun nichten met Floris de Zwarte blokkeerde, verzamelde Floris een leger en viel het bisdom Utrecht binnen. Hij bezette de stad Utrecht en plunderde de Cuijkse bezittingen. Godfried en zijn broer Herman van Cuijk (1100-1170) verzamelden op hun beurt een leger een trokken naar Utrecht. Buiten de stad stuitten ze bij Abstede op Floris die daar aan het jagen was. Floris probeerde te vluchten maar zijn paard viel, waarna hij werd gegrepen en gedood (1133). Floris' broer Dirk VI van Holland en zijn neef keizer Lotharius III van Supplinburg hadden nu een persoonlijke vete met het huis van Cuijk. Dirk verwoestte de Cuijkse bezittingen en Lotharius bezette Arnsberg en nam Godfried en zijn broers al hun titels af.
In 1136 stelden twaalf edelen zich borg voor de leden van het huis van Cuijck en werd hun straf verzacht. Ze kregen hun persoonlijke bezittingen terug maar niet hun leengoederen. Lotharius overleed in 1137 en zijn opvolger Koenraad III van Hohenstaufen herstelde Andries als bisschop van Utrecht en gaf Godfried en Herman ook hun leengoederen terug. Door de bemiddeling van Andries werd de vrede tussen Dirk en Herman en Godfried ook weer hersteld. Herman moest Dirk voortaan als zijn heer erkennen. De kloosterlingen van Mariënweerd moesten iedere dag voor het zielenheil van Floris de Zwarte bidden. De kinderen van Dirk en Godfried, Otto I van Bentheim en Alveradis van Cuijck, trouwden met elkaar. Godfried maakte carrière aan het hof, eerst onder Koenraad en daarna onder Frederik I van Hohenstaufen. Hij vergezelde deze keizers onder andere op reizen naar Italië.
vermeld 1121-1167; vermoordt de Zwarte Floris (broer van de Hollandse Graaf), wegens belediging van zijn nichtje, de erfdochter van Rode; wordt verbannen en zijn bezittingen worden verwoest, maar uiteindelijk bouwer van het kasteel van Grave.
In de jaren '30 van de twaalfde eeuw vochten Herman, Godfried en hun oom Andries van Cuijk, een conflict uit met Floris de Zwarte en zijn broer Dirk VI van Holland. Dit is beschreven in het artikel over Godfried. Als gevolg daarvan werd Herman verdreven uit zijn kasteel bij Lexmond en bouwde hij een nieuw kasteel op veilige afstand van Holland, aan de Maas. Op die plaats is later het stadje Grave ontstaan. Naast heer van Cuijk werd Herman uiteindelijk stadsgraaf van Utrecht en voogd van het kapittel van Sint-Servatius te Maastricht
Gerard I is de stamvader van de graven van Gelre uit het huis Wassenberg, dat in 1371 in mannelijke lijn uitstierf. Gerard vernoemde zich zowel naar Wassenberg als naar Gelre. Hij had één zoon, die hem opvolgde als Gerard II van Gelre.
Hij wordt in 1096 ook als landgraaf geattesteerd in een keizerlijke oorkonde: MGH Diplomata Henrici IV nr. 459: Gerardus lantgrave, waarschijnlijk met betrekking tot een rijksleen in de Teisterbant.
Toen zijn vader in 1129 overleed volgde hij die op als graaf van Gelre en graaf van Wassenberg. Hij trouwde met Ermgard van Zutphen, de erfdochter van het graafschap Zutphen wier bezittingen bestonden uit gebied ten oosten van de IJssel (Zutphen) en talrijke buitenposten in Friesland, Westfalen en het Rijnland. Gerard handhaafde deze erfenis tegen de bisschop van Münster en kreeg daarbij steun van de hertog van Neder-Lotharingen.
Toen zijn vader in 1129 overleed volgde hij die op als graaf van Gelre en graaf van Wassenberg. Hij trouwde met Ermgard van Zutphen, de erfdochter van het graafschap Zutphen wier bezittingen bestonden uit gebied ten oosten van de IJssel (Zutphen) en talrijke buitenposten in Friesland, Westfalen en het Rijnland. Gerard handhaafde deze erfenis tegen de bisschop van Münster en kreeg daarbij steun van de hertog van Neder-Lotharingen.
De Heren van Cuijk komen van oorsprong uit de Betuwe. Vanaf de 11e eeuw zijn zij ‘historisch aantoonbaar’. De naam Cuijk (Henricus de Kuc of Kuyc) wordt voor het eerst in 1096 in een oorkonde vermeld. De leenmannen noemden zich naar de hoofdplaats Cuijk in hun leengebied "van Cuijk". Het geslacht van Cuijk is afkomstig uit de gouw Teisterbant. Vooral rondom Geldermalsen en Meteren had de familie veel goederen. De gouw Teisterbant is helaas niet precies aan te wijzen. Ze wordt al in 850 genoemd met als graaf "Balderik". Vanaf circa 1050 geven de schriftelijke bronnen meer duidelijkheid over de plaats Cuijk en de heersende familie. Vanaf die tijd wordt de naam Cuijk namelijk toegevoegd aan de persoonsnamen, genoemd naar het stamgoed. Voor die tijd noemde men zich van Malsen. De familie had veel bezittingen en nauwe banden met de Graven van Holland, Gelre en Vlaanderen, de Hertog van Brabant, de Koning van Engeland en de bisschoppen van Keulen en Utrecht. In de 13e eeuw werd de gouw Teisterbant verdeeld tussen Cuijk, Gelder en het Stichtse bisdom. De oorspronkelijke heren van Cuijk zijn aan het bewind geweest van 1096 tot 1400 en vooral Jan I van Cuijk nam een voorname plaats in. Een beeld van hem stond bij het viaduct in de Maasstraat, in 2008 ter gelegenheid van 700 jaar Jan van Cuijk is er een bronzen afgietsel gemaakt. Het stenen origineel gaat naar binnen en de bronzen kopie komt voor het gemeentehuis te staan. Wel was het zo dat hun kasteel vanaf 1137 niet meer in Cuijk zelf stond maar in Grave. In die plaats kwam toen ook het bestuurscentrum, maar een aantal zaken bleef in de plaats Cuijk zelf. De Hoofdbank (het huis voor onder andere rechtspraak) bleef in Cuijk en ook de Landdag (een soort dorpenvertegenwoordiging) kwam jaarlijks in de Cuijkse kerk bijeen. Bij de Hoofdbank konden niet alleen de dorpsbanken van Escharen tot Maashees in beroep gaan, maar ook die van het vrijwel onafhankelijke Boxmeer. Het leven van Jan I van Cuijk. Heel belangrijk voor het Land van Cuijk was Heer Jan I van Cuijk (1230 - 1308). Jan werd geboren omstreeks 1230 en volgde in 1254 zijn vader Hendrik III op als Heer van Cuijk. Omstreeks 1260 trouwde hij met Jutta van Nassau. Zij was een dochter van Hendrik van Nassau, een rechtstreekse voorvader van Prins Willem van Oranje. Er zijn negen kinderen uit dit huwelijk bekend. Heer Jan I van Cuijk ‘regeerde’ van 1254 tot 1308 en verbleef meestal op zijn kasteel in Grave. Hij was een bijzondere ridder en regeerder uit een beroemd geslacht. Met in zijn wapen de nog steeds gebruikte acht ‘merletten’ vocht hij aan de kant van Hertog Jan van Brabant tegen de Geldersen, de Limburgers en de Keulsen. Jan I van Cuijk nam deel aan veel veldtochten in de omgeving, waaronder de slag bij Woeringen nabij Keulen in 1288. Deze slag bracht een historisch keerpunt in degeschiedenis van de Nederlanden en het Nederrijn gebied. Hij wordt uitvoerig vermeld in de ‘Yeeste van den slag bij Woeronc’ van Jan van Heelu, een enorm heldendicht op hertog Jan I van Brabant, de grote overwinnaar in de slag tegen onder anderen de aartsbisschop Siegfried van Keulen, Graaf Reinoud van Gelre en Graf Hendrik van Luxemburg. De inzet was de erfelijke rechten op Limburg en de uitslag: Jan van Brabant met aanhang won. Een minder fraaie rol speelde Jan in 1296 echter in de samenzwering van de edelen tegen graaf Floris V van Holland. Deze zou op verzoek van de Engelse koning gevangen genomen worden tijdens een jachtfeest en daarna naar Engeland gebracht. Het liep echter uit op moord. In 1308, kort voor zijn dood heeft hij echter een daad gesteld die van groot belang is geweest voor de bevolking. Hij besloot om de zogenaamde ‘gemeynten’, de gemeentegronden in het Neder- en Overampt, aan de parochiedorpen en onderhorigen daaraan, over te dragen. Deze gronden, die over het geheel nog woest waren (totaal ca. 7.000 hectare), stelde hij daardoor gratis ter beschikking van de inwoners van de dorpen om er de paarden, vee en schapen op te weiden en er heideplaggen van te halen voor de potstallen. De kleine boeren vooral waren daar erg mee gebaat. Jan I van Cuijk was ook de stichter van het Graafse Sint Catharinagasthuis. Heer Jan I stierf op 13 juli 1308 en werd met de grootste eer, ‘met voordragen van wapen en schild’ begraven in de St. Elisabethkerk te Grave. Er is geen graf aan te wijzen van Jan van Cuijk. De positie van Cuijk onder de "Heren van Cuijk"" De heerlijkheid van Cuijk, heeft gedurende een lange tijd een belangrijke positie ingenomen, zowel regionaal als internationaal. In diplomatieke kringen speelden de Heren van Cuijk (en indirect ook de dames natuurlijk) een belangrijke rol in de 12e tot en met de 14e eeuw.
Hij was de eerste bisschop van Utrecht sinds het Concordaat van Worms in (1122), waarmee de investituurstrijd tussen de keizer en de paus over de bisschopsbenoemingen werd beslecht in het voordeel van de paus. Hij behoorde dan ook tot de pauselijke partij.
In 1133 raakte Andries in oorlog met graaf Dirk VI van Holland, die gesteund werd door de stad Utrecht en verschillende dienstmannen van de bisschop. Hij kreeg van koning Koenraad III de graafschappen Westergo en Oostergo terug, die keizer Hendrik V onder bisschop Burchard aan het Sticht ontnomen had.
Gerard I is de stamvader van de graven van Gelre uit het huis Wassenberg, dat in 1371 in mannelijke lijn uitstierf. Gerard vernoemde zich zowel naar Wassenberg als naar Gelre. Hij had één zoon, die hem opvolgde als Gerard II van Gelre.
Hij wordt in 1096 ook als landgraaf geattesteerd in een keizerlijke oorkonde: MGH Diplomata Henrici IV nr. 459: Gerardus lantgrave, waarschijnlijk met betrekking tot een rijksleen in de Teisterbant.
volgde zijn vader Dirk V op als graaf van Holland 1091, voerde als eerste de titel graaf van Holland 1101 als leenman van de Utrechtse bisschop, nam geen deel aan de eerste kruistocht 1096 maar stimuleerde nieuwe veenontginningen bij de grote rivieren
Gerard I is de stamvader van de graven van Gelre uit het huis Wassenberg, dat in 1371 in mannelijke lijn uitstierf. Gerard vernoemde zich zowel naar Wassenberg als naar Gelre. Hij had één zoon, die hem opvolgde als Gerard II van Gelre.
Hij wordt in 1096 ook als landgraaf geattesteerd in een keizerlijke oorkonde: MGH Diplomata Henrici IV nr. 459: Gerardus lantgrave, waarschijnlijk met betrekking tot een rijksleen in de Teisterbant.
Trok met Willem de Veroveraar naar Engeland
De Heren van Cuijk komen van oorsprong uit de Betuwe. Vanaf de 11e eeuw zijn zij ‘historisch aantoonbaar’. De naam Cuijk (Henricus de Kuc of Kuyc) wordt voor het eerst in 1096 in een oorkonde vermeld. De leenmannen noemden zich naar de hoofdplaats Cuijk in hun leengebied "van Cuijk". Het geslacht van Cuijk is afkomstig uit de gouw Teisterbant. Vooral rondom Geldermalsen en Meteren had de familie veel goederen. De gouw Teisterbant is helaas niet precies aan te wijzen. Ze wordt al in 850 genoemd met als graaf "Balderik". Vanaf circa 1050 geven de schriftelijke bronnen meer duidelijkheid over de plaats Cuijk en de heersende familie. Vanaf die tijd wordt de naam Cuijk namelijk toegevoegd aan de persoonsnamen, genoemd naar het stamgoed. Voor die tijd noemde men zich van Malsen. De familie had veel bezittingen en nauwe banden met de Graven van Holland, Gelre en Vlaanderen, de Hertog van Brabant, de Koning van Engeland en de bisschoppen van Keulen en Utrecht. In de 13e eeuw werd de gouw Teisterbant verdeeld tussen Cuijk, Gelder en het Stichtse bisdom. De oorspronkelijke heren van Cuijk zijn aan het bewind geweest van 1096 tot 1400 en vooral Jan I van Cuijk nam een voorname plaats in. Een beeld van hem stond bij het viaduct in de Maasstraat, in 2008 ter gelegenheid van 700 jaar Jan van Cuijk is er een bronzen afgietsel gemaakt. Het stenen origineel gaat naar binnen en de bronzen kopie komt voor het gemeentehuis te staan. Wel was het zo dat hun kasteel vanaf 1137 niet meer in Cuijk zelf stond maar in Grave. In die plaats kwam toen ook het bestuurscentrum, maar een aantal zaken bleef in de plaats Cuijk zelf. De Hoofdbank (het huis voor onder andere rechtspraak) bleef in Cuijk en ook de Landdag (een soort dorpenvertegenwoordiging) kwam jaarlijks in de Cuijkse kerk bijeen. Bij de Hoofdbank konden niet alleen de dorpsbanken van Escharen tot Maashees in beroep gaan, maar ook die van het vrijwel onafhankelijke Boxmeer. Het leven van Jan I van Cuijk. Heel belangrijk voor het Land van Cuijk was Heer Jan I van Cuijk (1230 - 1308). Jan werd geboren omstreeks 1230 en volgde in 1254 zijn vader Hendrik III op als Heer van Cuijk. Omstreeks 1260 trouwde hij met Jutta van Nassau. Zij was een dochter van Hendrik van Nassau, een rechtstreekse voorvader van Prins Willem van Oranje. Er zijn negen kinderen uit dit huwelijk bekend. Heer Jan I van Cuijk ‘regeerde’ van 1254 tot 1308 en verbleef meestal op zijn kasteel in Grave. Hij was een bijzondere ridder en regeerder uit een beroemd geslacht. Met in zijn wapen de nog steeds gebruikte acht ‘merletten’ vocht hij aan de kant van Hertog Jan van Brabant tegen de Geldersen, de Limburgers en de Keulsen. Jan I van Cuijk nam deel aan veel veldtochten in de omgeving, waaronder de slag bij Woeringen nabij Keulen in 1288. Deze slag bracht een historisch keerpunt in degeschiedenis van de Nederlanden en het Nederrijn gebied. Hij wordt uitvoerig vermeld in de ‘Yeeste van den slag bij Woeronc’ van Jan van Heelu, een enorm heldendicht op hertog Jan I van Brabant, de grote overwinnaar in de slag tegen onder anderen de aartsbisschop Siegfried van Keulen, Graaf Reinoud van Gelre en Graf Hendrik van Luxemburg. De inzet was de erfelijke rechten op Limburg en de uitslag: Jan van Brabant met aanhang won. Een minder fraaie rol speelde Jan in 1296 echter in de samenzwering van de edelen tegen graaf Floris V van Holland. Deze zou op verzoek van de Engelse koning gevangen genomen worden tijdens een jachtfeest en daarna naar Engeland gebracht. Het liep echter uit op moord. In 1308, kort voor zijn dood heeft hij echter een daad gesteld die van groot belang is geweest voor de bevolking. Hij besloot om de zogenaamde ‘gemeynten’, de gemeentegronden in het Neder- en Overampt, aan de parochiedorpen en onderhorigen daaraan, over te dragen. Deze gronden, die over het geheel nog woest waren (totaal ca. 7.000 hectare), stelde hij daardoor gratis ter beschikking van de inwoners van de dorpen om er de paarden, vee en schapen op te weiden en er heideplaggen van te halen voor de potstallen. De kleine boeren vooral waren daar erg mee gebaat. Jan I van Cuijk was ook de stichter van het Graafse Sint Catharinagasthuis. Heer Jan I stierf op 13 juli 1308 en werd met de grootste eer, ‘met voordragen van wapen en schild’ begraven in de St. Elisabethkerk te Grave. Er is geen graf aan te wijzen van Jan van Cuijk. De positie van Cuijk onder de "Heren van Cuijk"" De heerlijkheid van Cuijk, heeft gedurende een lange tijd een belangrijke positie ingenomen, zowel regionaal als internationaal. In diplomatieke kringen speelden de Heren van Cuijk (en indirect ook de dames natuurlijk) een belangrijke rol in de 12e tot en met de 14e eeuw.
onder voogdij van zijn stiefvader Robrecht de Fries 1061-1071, zag zijn landen bij Rijnland en Westflinge vervallen verklaard aan Utrecht bij oorkonde van keizer Hendrik IV 30 apr. 1064, verdreven uit Kennemerland 1071 doch werd opnieuw aangesteld tot graaf na de moord op hertog Godfried II 'met de Bult' 1076, onttrok de Zuid-Hollandse eilanden aan de macht van de Utrechtse bisschop en nam de sterkte IJsselmonde in juni 1076, steunde in de Constituurstrijd de pauselijke partij (1078)
volgde zijn vader Dirk V op als graaf van Holland 1091, voerde als eerste de titel graaf van Holland 1101 als leenman van de Utrechtse bisschop, nam geen deel aan de eerste kruistocht 1096 maar stimuleerde nieuwe veenontginningen bij de grote rivieren
Door Puas Gregorius VII in 1076 geexcommuniceerd
Stond blootsvoets 3 dagen in de sneeuw as straf
graaf van Namen ter opvolging van zijn oudere (in 1018 voor het laatst vermelde) broer Robert II, is aanwezig bij de stichting van de kapittelkerk St. Barthélemy te Luik en wordt in de daarop betrekking hebbende oorkonde onder de leke-getuigen als tweede, direkt na Gozelo I van Lotharingen, vermeld (1031), is eveneens aanwezig bij de wijding van het klooster St. Laurent te Luik 3.11.1034 en wordt dan belast met de voogdij van het daaraan geschonken grote, oud-karolingische domein Wasseiges, neemt waarschijnlijk met zijn schoonvader deel aan de slag bij Bar-le_Duc tegen graaf Eudes van Champagne 15.11.1037, is voogd van Ardenne, sticht de collegiale kerk van St. Aubin te Namen (1047), waaraan hij na het overlijden van zijn moeder zijn domein van Glons-sur-le-Geer schenkt, voor het laatst vermeld in 1062, overl. tussen juli 1063 en juli 1064
Trok met Willem de Veroveraar naar Engeland
Trok met Willem de Veroveraar naar Engeland
volgde zijn broer Dirk IV op als graaf van Holland 1049-1061, trachtte zijn macht uit te breiden in de Bommelerwaard doch werd vermoord bij Nederhemert 28 juni 1061 door een handlanger van bisschop Willem van Cuijk
onder voogdij van zijn stiefvader Robrecht de Fries 1061-1071, zag zijn landen bij Rijnland en Westflinge vervallen verklaard aan Utrecht bij oorkonde van keizer Hendrik IV 30 apr. 1064, verdreven uit Kennemerland 1071 doch werd opnieuw aangesteld tot graaf na de moord op hertog Godfried II 'met de Bult' 1076, onttrok de Zuid-Hollandse eilanden aan de macht van de Utrechtse bisschop en nam de sterkte IJsselmonde in juni 1076, steunde in de Constituurstrijd de pauselijke partij (1078)
Door Puas Gregorius VII in 1076 geexcommuniceerd
Stond blootsvoets 3 dagen in de sneeuw as straf
volgde zijn vader op als graaf van Holland onder voogdij van zijn moeder 993, koloniseerde de Riederwaard omstr. 1015, versloeg het keizerlijk leger van Hendrik II bij Vlaardingen 1018, maakte een bedevaart naar Jeruzalem, steunde Koenraad II in de strijd om het Duits koningschap na 1024
volgde zijn broer Dirk IV op als graaf van Holland 1049-1061, trachtte zijn macht uit te breiden in de Bommelerwaard doch werd vermoord bij Nederhemert 28 juni 1061 door een handlanger van bisschop Willem van Cuijk
graaf van Holland 988-993, vergezelde keizer Otto II van Duitsland naar Rome 983, breidt zijn gebied uit naar het zuiden, overl. (gesneuveld) 18 sept. 993 (vermoedelijk aan de mond van de Maas), begr. Egmond (abdijkerk), later als heilige vereerd
schenkt het bezit Rugge aan de St.Pieterskerk van Gent voor het zieleheil van haar gemaal 20 sept. 993, verzoende zich met de opstandige West-Friezen juni 1005, overl. 13 mei (na 1005), begr. Egmond (abdijkerk).
volgde zijn vader op als graaf van Holland onder voogdij van zijn moeder 993, koloniseerde de Riederwaard omstr. 1015, versloeg het keizerlijk leger van Hendrik II bij Vlaardingen 1018, maakte een bedevaart naar Jeruzalem, steunde Koenraad II in de strijd om het Duits koningschap na 1024
Hij had een zoon bij een onbekende vrouw
Dirk II, geb. omstr. 932 (zoon van Dirk I (Bis), vermeld 936-941, en Gerberga (Geva) van Hamalant), graaf in het WestFriese gebied tussen Maas en Vlie 962-988, schonk ter ere van de bijzetting van St.Adalbertus Egmond een stenen kerk 15 juni 950, nam de grafelijke burcht in Gent in (965), bood de Egmondse abdij een evangeliarium aan 975, kreeg zijn lenen in Maasland, Kennemerland en op Texel van koning Otto III in vrij eigendom 25 aug. 985
graaf van Holland 988-993, vergezelde keizer Otto II van Duitsland naar Rome 983, breidt zijn gebied uit naar het zuiden, overl. (gesneuveld) 18 sept. 993 (vermoedelijk aan de mond van de Maas), begr. Egmond (abdijkerk), later als heilige vereerd
schenkt het bezit Rugge aan de St.Pieterskerk van Gent voor het zieleheil van haar gemaal 20 sept. 993, verzoende zich met de opstandige West-Friezen juni 1005, overl. 13 mei (na 1005), begr. Egmond (abdijkerk).
schenkt het bezit Rugge aan de St.Pieterskerk van Gent voor het zieleheil van haar gemaal 20 sept. 993, verzoende zich met de opstandige West-Friezen juni 1005, overl. 13 mei (na 1005), begr. Egmond (abdijkerk).
graaf van Holland 988-993, vergezelde keizer Otto II van Duitsland naar Rome 983, breidt zijn gebied uit naar het zuiden, overl. (gesneuveld) 18 sept. 993 (vermoedelijk aan de mond van de Maas), begr. Egmond (abdijkerk), later als heilige vereerd
VOlgende de legende:
Wiecher versloeg en draak om de hand van MArgaretha te winnen
Hij noemdde zijn kasteel Gelre, naar het geluid van de draak
Hij had een zoon bij een onbekende vrouw
Dirk II, geb. omstr. 932 (zoon van Dirk I (Bis), vermeld 936-941, en Gerberga (Geva) van Hamalant), graaf in het WestFriese gebied tussen Maas en Vlie 962-988, schonk ter ere van de bijzetting van St.Adalbertus Egmond een stenen kerk 15 juni 950, nam de grafelijke burcht in Gent in (965), bood de Egmondse abdij een evangeliarium aan 975, kreeg zijn lenen in Maasland, Kennemerland en op Texel van koning Otto III in vrij eigendom 25 aug. 985
Arnulf I, bijgenaamd de Grote (889 - 27 maart 965), graaf van Vlaanderen van 918 tot 965, was de oudste zoon van Boudewijn II en van Aelfryth van Wessex.
Van zijn vader erfde hij het grootste (noordelijke) deel van het graafschap. Na de dood van zijn broer Adalolf legde hij wederrechtelijk de hand op diens erfdeel (933), dat de streek van Terwaan en Boulogne omvatte. Hij wist ook Oosterbant, Artesië, Ponthieu en de streek van Amiens te veroveren, waardoor het graafschap Vlaanderen tot voorbij de Somme reikte. Arnulf bereikte deze gebiedsuitbreiding door het listig ombrengen van Willem I van Normandië te Picquigny.
Uit vrees voor de onbestendigheid van zijn territoriale aanwinsten deed Arnulf een beroep op de clerus om zijn veroveringen duurzaam en eenvormig te maken via een sterke religieuze ideologie. Zo wierp hij zich op als verdediger van de hervormingen die Gerardus van Brogne in de abdijen van zijn graafschap wilde doorvoeren. Uit zijn (tweede) huwelijk met Aleidis van Vermandois (910 - Brugge, 10 oktober 958), dochter van Herbert II van Vermandois en van Adela van Frankrijk, had hij een zoon, Boudewijn III, die over een deel van het graafschap regeerde van 958 tot diens vroegtijdige dood in 962.
Een opstand van de zonen van Adalolf veroorzaakte een bestuurlijke crisis die Arnulf dwong het graafschap toe te vertrouwen aan de Franse koning Lotharius tot de meerderjarigheid van zijn kleinzoon Arnulf II van Vlaanderen.
Aleidia werd werd uitgehuwelijkt om de vrede tussen het huis Vlaanderen en de Heribertiner graven te bestendigen
Dirk II, geb. omstr. 932 (zoon van Dirk I (Bis), vermeld 936-941, en Gerberga (Geva) van Hamalant), graaf in het WestFriese gebied tussen Maas en Vlie 962-988, schonk ter ere van de bijzetting van St.Adalbertus Egmond een stenen kerk 15 juni 950, nam de grafelijke burcht in Gent in (965), bood de Egmondse abdij een evangeliarium aan 975, kreeg zijn lenen in Maasland, Kennemerland en op Texel van koning Otto III in vrij eigendom 25 aug. 985
Karel hertog van Neder-Lotharingen,)geb. Laon zomer 953; neemt deel aan de vergeefse poging van Reinier IV van Henegouwen en diens broer Lambert I van Leuven hun vaderlijk erfdeel terug te veroveren 976; wordt verbannen door zijn broer Lotharius IV nadat hij diens gemalin Emma beschuldigd had van een verhouding met de in 977 aangestelde bisschop van Laon.Adalbero;
wendt zich dan tot keizer Otto II die hem aanstelt tot hertog in Lotharingen Diedenhofen/Thionville mei 977 (en daarmee, evenals met het herstel van Reinier en Lambert) een dam wil opwerpen tegen Westfrankische aanspraken op het Karolingische stamland);
neemt deel aan de vergeldingsactie van de keizer tegen West-Francië 978; wordt daarbij (zonder dat zulks veel gevolgen heeft) door bisschop Theudebert van Metz tot koning van Lotharingen
geproclameerd, maar treedt in de eerste jaren daarna niet meer naar voren;
bouwt tussen twee armen van de Zenne een versterkt kamp met aangrenzend bestuurscentrum en geldt daarmee als grondlegger van de stad Brussel; wisselt tijdens de troonstrijd die in het Duitse rijk na de dood van Otto II (7.12.983) uitbreekt herhaaldelijk van partij, waarop het Duitse hof hem laat vallen en hij van die kant voor zijn Westfrankische aspiraties geen enkele steun meer krijgt; wordt mede daardoor na de plotselinge dood van zijn neef Lodewijk V (21.5.987) niet gekozen tot diens opvolger tijdens een door aartsbisschop Adalbero van Reims te Senlis geleide vergadering;
neemt na de verkiezing van Hugo ‘Capet’ tot Frans koning (gekroond 3.7.987), zich beroepend op erfrecht, de strijd op en krijgt door zijn bastaardneef Arnulf de koningsstad Laon in handen gespeeld mei 988 (waar hij zijn schoonzuster, de koningin-weduwe Emma, en bisschop Adalbero van Laon gevangen neemt) en weet deze stad te behouden;
krijgt door Arnulf ook nog de kroningsstad Reims in handen (989) die hem op Palmzondag (29/3) 991 onder ede nogmaals trouw belooft, maar in de daarop volgende nacht uitlevert aan Hugo Capet die hem, met zijn gezin, gevangen zet in Orléans; overl. ald. Tr. ca. 970 NN, dochter van Rodbert van Troyes (?). Tr. voor 979 (ca. 975) Adelheid (van onbekende herkomst).
Vazal van Karel de Kale
Karel II, de Kale, koning, daarna keizer, geb. Frankfurt aan de Main 13.6.823, overl. Maurienne op 6.10.877, begr. klooster Nantua, later Saint-Denis. Vormt reeds vanaf 829 het middelpunt van handelen van zijn ouders om hem (in strijd met de als definitief bedoelde Ordinatio Imperii) een eigen rijk te bezorgen; door zijn vader tot koning gekroond en aangesteld tot hertog van Maine, Quierzy sept. 838 en van Aquitanië 13.12.838; strijdt na de dood van zijn vader samen met zijn halfbroer Lodewijk de Duitser tegen hun oudste broer Lotharius I, welke zij verslaan bij Fontenoy (bij Auxerre) 25.6.841; verkrijgt West-Francië bij het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843; wordt na jarenlang verzet van de aristocratie in het hem toebedeelde rijksdeel alsnog door ‘bijna alle’ wereldrijke en geestelijke groten van Aquitanië tot koning gekozen en door de aartsbisschop van Sens gezalfd en gekroond, Orléans 848; weet echter (o.a. door de voortdurende Noormannen-invallen) pas vanaf 860 een zekere consolidering te bereiken; schaart zich van dan af, samen met Lodewijk de Duitser, aan de zijde van Theutberga wier huwelijk met hun neef Lotharius II kinderloos is, wat dus tot een komende verwerving, althans deling van het middenrijk kan leiden; laat zich na de plotselinge dood van Lotharius II (8.8.869) tot koning van Lotharingen wijden Metz 9.9.869, doch moet het oostelijke deel daarvan afstaan aan Lodewijk de Duitser bij het verdrag van Meersen 8.8.870; laat zich na de dood van zijn neef Lodewijk 11 door paus Johannes VIII tot keizer kronen, Rome 25.12.875; geacclameerd door een Italiaanse Rijksverzameling als ‘protector et defensor’ (en daarmee feitelijk tot koning) Pavia febr. 876; tracht na de dood van Lodewijk de Duitser (28.8.876) via een bliksemveldtocht naar Aken alsnog het hele middenrijk te verwerven, maar wordt door Lodewijk de Jonge bij Andernach verslagen 8.10.876; treft op een rijksverzameling te Quierzy (waar voor de duur van zijn afwezigheid de erfelijkheid van lenen per cartularium wordt afgekondigd 14.6.877) voorbereidingen om de paus tegen de Saracenen te hulp te komen, maar ziet daartoe in Italië geen kans. Tr. (1) Quierzy 13.12.842 Ermentrudis, geb. ca. 830; overl. 6-10-869; dr. van graaf Odo van Orléans; tr. 2) 12 .10.869, bevestigd Aix-la-Chapelle 22.1.870, een Bosonide vrouw, overl. tussen 910 en 3 febr. 911, dochter van Bivin, graaf en abt van Gorze en van NN, dochter van Boso de Oude, graaf van Italië, en nicht van koningin Theutberga, echtgenote van Lotharius II.
Zij trouwde
858 Eathelwulf van Wessex
856 Aethelbald van Wessex (ivm troonsovernamen door broer van Aethelwulf )
Zij wer in de lente van 862 geschaakt, trouwde te Auxerre 13 dec. 863 Boudewijn I IJserenarm, graaf van Terwaan 866, bestuurder van de gouwen Kortrijk, Aardenburg en West Vlaanderen en mogelijk Mempiscus (tussen Gent en Kortrijk),
verloor na de schaking van Judith van West Francië zijn graafschappen 862 maar verzoende zich met Karel de Kale en werd opnieuw aangesteld tot graaf in de gouwen Vlaanderen, Waas en Gent 864 en na 866 in de streek Sint-Omaars (Ternois), leke-abt St. Pietersabdij te Gent 870, toezichthouder en raadgever van kroonprins Lodewijk (de Stamelaar) bij het vertrek van Karel naar Italië, overl. 21 jan. 879
Boudewijn I, ook wel Boudewijn I met de IJzeren Arm genoemd, (Laon?, ca. 837/40 - Sint Bertijns/Arras, 2 januari 879), staat bekend als de eerste graaf van Vlaanderen. Hij was de zoon van Odakar III van de Morinen (ook Audacrus, Odocrus, Audacer, Odoscer "van Laon" genoemd).
Over Boudewijn I is weinig overgeleverd. Er wordt wel aangenomen dat hij de eerste graaf van het graafschap Vlaanderen zou zijn.
Hij was een bekwaam militair leider, die een halt wist toe te roepen aan de invallen van de Noormannen. Boudewijn bouwde onder meer burchten te Gent en Brugge.
Boudewijn I trouwde op 13 december 862 met Judith van West-Francië, dochter van Karel de Kale, West-Frankisch koning van 840 tot 877, en van Ermentrudis van Orléans, nadat hij haar in Senlis rond Kerstmis 861 had geschaakt. Ze vluchtten naar Lotharingen en van daar naar Rome. Na twee jaar briefwisseling met de woedende vader kwam de verzoening er via een huwelijk te Auxerre. Het graafschap Vlaanderen (een aantal gouwen langsheen de Noordzeekust) was waarschijnlijk een huwelijksgeschenk. Karel de Kale wist hiermee zijn noordelijke grenzen te beveiligen.
Boudewijn zou uiteindelijk de grondlegger worden van een grafelijke dynastie die gedurende meer dan 500 jaar Vlaanderen zal bezitten en regeren. Het Vlaanderen waarvan Boudewijn I graaf was, had nog niet zo veel om het lijf; het beperkte zich tot een viertal stadjes met hun omgevende land (de pagus Flandrensis): Torhout, Gistel, Oudenburg en Brugge.
Boudewijn II de Kale (863 - 10 september 918) was van 879 tot 918 graaf van Vlaanderen en Graaf van Boulogne.
Hij erfde het graafschap van zijn vader op een bijzonder moeilijk moment omdat er een inval van de Vikingen plaatsvond. Dezen zouden nog jaren Vlaanderen en het noorden van Frankrijk onveilig maken. Pas bij de Slag bij de Dijle in 892 werden zij voorgoed verslagen. De onrust die ontstond door het onvermogen van de Karolingers iets tegen de inval te doen, zorgde er in 888 voor dat een niet-Karolinger Odo tot koning gezalfd werd. Boudewijn -zelf een Karolinger- wist dat handig te benutten voor de verdere uitbreiding van zijn grafelijke macht. Hij richtte houten versterkingen op in Sint-Omaars (St. Omer), Brugge en Gent en wist zelfs de abdij van St. Vaast en de streek van Artesië (Artois) onder controle te krijgen. In 902 ruimde hij een belangrijke rivaal Herbert I van Vermandois uit de weg door hem te laten vermoorden. Dit gaf hem meer macht aan de Somme. Hij zorgde bovendien voor een belangrijk politiek bondgenootschap door met de dochter van de Angelsaksische koning Alfred de Grote te trouwen. Bij zijn dood in 918 liet hij dan ook een machtig graafschap na aan zijn zoon Arnulf.
Arnulf I, bijgenaamd de Grote (889 - 27 maart 965), graaf van Vlaanderen van 918 tot 965, was de oudste zoon van Boudewijn II en van Aelfryth van Wessex.
Van zijn vader erfde hij het grootste (noordelijke) deel van het graafschap. Na de dood van zijn broer Adalolf legde hij wederrechtelijk de hand op diens erfdeel (933), dat de streek van Terwaan en Boulogne omvatte. Hij wist ook Oosterbant, Artesië, Ponthieu en de streek van Amiens te veroveren, waardoor het graafschap Vlaanderen tot voorbij de Somme reikte. Arnulf bereikte deze gebiedsuitbreiding door het listig ombrengen van Willem I van Normandië te Picquigny.
Uit vrees voor de onbestendigheid van zijn territoriale aanwinsten deed Arnulf een beroep op de clerus om zijn veroveringen duurzaam en eenvormig te maken via een sterke religieuze ideologie. Zo wierp hij zich op als verdediger van de hervormingen die Gerardus van Brogne in de abdijen van zijn graafschap wilde doorvoeren. Uit zijn (tweede) huwelijk met Aleidis van Vermandois (910 - Brugge, 10 oktober 958), dochter van Herbert II van Vermandois en van Adela van Frankrijk, had hij een zoon, Boudewijn III, die over een deel van het graafschap regeerde van 958 tot diens vroegtijdige dood in 962.
Een opstand van de zonen van Adalolf veroorzaakte een bestuurlijke crisis die Arnulf dwong het graafschap toe te vertrouwen aan de Franse koning Lotharius tot de meerderjarigheid van zijn kleinzoon Arnulf II van Vlaanderen.
Aleidia werd werd uitgehuwelijkt om de vrede tussen het huis Vlaanderen en de Heribertiner graven te bestendigen
Terwijl Karel de Grote in Noord-Spanje op veldtocht was, beviel zijn vrouw Hildegarde hetzij op 11 april hetzij in juni/augustus 778 in de palts van Chasseneuil bij Poitiers van een tweeling. Na Karels terugkeer werden ze als Lodewijk en Lothar gedoopt. De karolingische koningsnamen Karel, Karloman en Pepijn waren reeds aan Karels eerder geboren zonen vergeven, zodat men besloot terug te grijpen naar deze van de belangrijkste Merovingische koningen Chlodowech I ofte Clovis, en Chlotarius I. De kleine Lothar stierf reeds in 779, maar Lodewijk overleefde.
Lodewijk I de Vrome (Chasseneuil bij Poitiers, april, juni of augustus 778 - Ingelheim am Rhein, 20 juni 840) volgde zijn vader Karel de Grote na diens dood in 814 op als koning van de Franken, van 814 tot aan zijn eigen overlijden in 840. Zijn vader Karel de Grote kroonde hem op 11 september 813 in Aken tot medekeizer van het Frankische Rijk en op 5 oktober 816 in Reims kroonde Paus Stefanus IV (V) hem tot keizer van het Westen. Hij huwde een eerste maal in 794 met Ermengarde, met wie hij Lothar, Pepijn en Lodewijk de Duitser had, en een tweede keer met Judith, die hem een vierde zoon Karel schonk.
Lodewijk I streefde er naar de erfenis van zijn beroemde vader te bestendigen, in de eerste plaats via het doorvoeren van geloofshervormingen. Maar zelf regelde hij zijn eigen erfopvolging bijzonder ongelukkig, en zijn regering werd door vernederingen en mislukkingen getekend.
Een toeval zorgde ervoor dat hij na de dood van zijn vader Karel de Grote in 814 alleenheerser werd. Zijn beide oudere broers Pepijn en Karel waren namelijk reeds respectievelijk in 810 en 811 overleden. Daarmee verviel ook een in 806 getroffen regeling die het Frankenrijk in 3 stukken zou hebben opgedeeld; het probleem rond de toekenning van de keizerlijke waardigheid, die op zichzelf als ondeelbaar werd beschouwd, was door meer geluk dan wijsheid toch nog opgelost.
Op 11 september 813 waren de rijksgroten te Aken bijeen en waren getuige van de feestelijke verheffing van de zoon van Karel de Grote tot mederegent en exclusieve erfgenaam van het Rijk, met de daaraan verbonden konings- en keizerstitels. Enkele maanden later overleed Karel en liet aan de 36-jarige Lodewijk een reusachtig rijk na.
Lotharius I, koning der Franken en Lombarden, geb. ca. 795, overl. in de abdij te Prum in de nacht van 28 op 29 sept. 855, begr. in de kerk van Saint-Sauveur van deze abdij. Aangesteld tot (onder)koning in Beieren 814; bij de Ordinatio lmperii als opvolger aangewezen en door zijn vader tot keizer gekroond Aken juli 817; bestuurt Italië sinds de herfst van 822; wordt (als ‘Festkrönung’) nogmaals tot keizer gekroond door paus Paschalis I Rome Pasen (8.4.)823 en regelt het bestuur van de Kerkelijke Staat, als onderdeel van het rijk, via de Constitutio Romana; feitelijk mede-regent van zijn vader van 825 tot aug. 829 wanneer deze samenwerking door diens begunstiging van Karel de Kale abrupt eindigt en hij terugkeert naar Italië; keert zich (na diverse, kortstondige verzoeningen) echter samen met zijn broers Pippijn en Lodewijk tegen hun vader begin 833, die nadat zijn leger op het ‘Leugenveld’ bij Colmar naar hen is overgelopen zich door hen gevangen laat nemen en die hij nadien feitelijk laat afzetten (Compiègne; Sois-sons); houdt ook nadien zijn vader in Aken gevangen en beperkt (strevend naar volle uitvoering van de Ordinatio Imperii) invloed en machtsgebied van zijn broers, waarop deze alsnog de kant van hun vader kiezen; verliest een reeks gevechten tegen hen en wordt wederom op Italië beperkt herfst 834; verzoent zich opnieuw met zijn vader op de rijksdag van Worms juni 839 en wordt op diens sterfbed tot opvolger gedesigneerd; verlaat Italië en herneemt de suprematie over zijn broers naar de (nooit opgeheven) Ordinatio, maar verliest een uiterst bloedige veldslag tegen hen bij Fontenoy (bij Auxerre) 25-6-841, hetgeen als een godsoordeel voor een wezenlijke rij ksdeling wordt gezien ten gunste van zijn broers Lodewijk ‘de Duitser’ en Karel ‘de Kale’, die hun bondgenootschap bevestigen door in de wederzijdse talen voor hun aanhang afgelegde eden bij Straatsburg 14.2.842; sluit na langdurige onderhandelingen met hen het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843, waarbij hij bij zijn langgerekte middenrijk wel de keizerstitel behoudt, maar daaraan geen suprematie over het West- en Oostfrankische rijk zal kunnen ontlenen; proclameert met beide broers in ‘fraternitas’ te zullen regeren Thionville okt. 844, maar krijgt een heftig geschil met Karel wanneer diens vazal Giselbert zijn dochter ontvoert 846, waarna pas vrede gesloten wordt (met legitimatie van het voltrokken huwelijk) Péronne jan. 849; verdeelt, ziek geworden, zijn rijk over zijn drie zoons; treedt in het klooster te Prüm 23.9, overl. 29.9.855 en begraven aldaar, tr. okt. 821 Ermengard, sticht uit haar morgengave het klooster Erstein; overl. 20.3.851; dr. van Hugo graaf van Tours en Ava N. Voorts had hij voor april 851 een relatie met Doda, overl. na 9.7.855, van onbekende herkomst en tussen 851 en 853 met een onbekende vrouw.
Stichteres van klooster Erstein
IIIC Pippijn I, koning van Aquitanië, geb. ca. 797, overl. Poitiers 13.12.838, begr. in de kerk Sainte-Radegonde te Poitiers. Tr. sept. 822 Ringardis, dochter van Theodebert, graaf van Madrie. Ze werd bij haar man begraven. Uit dit huwelijk: a. Pippijn II, koning van Aquitanië, geb. ca. 823, overl. Senlis na juni 864. Tr. NN, waaruit geen kinderen werden geboren. b. Carolus, aartsbisschop van Mainz, geb. ca. 825/30, overl. Mainz (Duitsland) 4.6.863, begr. in de kerk St. Albanus in Mainz. c. NN, tr.(?) Gerhard, graaf van Limoges(?), gesneuveld te Fontenoy 25.6.841. d. NN, tr. Rathier, graaf van Limoges, overl. 25.6.841.
Lodewijk de Duitser (806 — Frankfurt am Main, 28 september 876) was de zoon van keizer Lodewijk de Vrome en Ermengarde van Haspengouw. Als Lodewijk II was hij koning van Oost-Francië, het latere Duitsland. Later werd hij ook koning van Lotharingen, hier als Lodewijk I. Hij kreeg de bijnaam de Duitser om hem te onderscheiden van zijn neef, Lodewijk II, die koning van Italië was, en ook de keizerskroon droeg.
Bij het Verdrag van Verdun werd het Frankische Rijk van Lodewijk de Vrome verdeeld over zijn drie zonen: Lodewijk de Duitser, Karel de Kale en Lotharius. Lodewijk kreeg Oost-Francië. Na de dood van zijn oudste broer Lotharius I werd diens Middenrijk verder verdeeld onder zijn drie zonen: Lotharius II kreeg Lotharingen, Lodewijk II kreeg Noord-Italië, en Karel de Jonge kreeg Bourgondië. Deze drie neven van Lodewijk bleken niet zo talentrijk te zijn. In 869 pikte Lodewijk ook Lotharingen in. Ook de andere delen zouden via een dynastieke rechtmatige overerving aan Duitsland overgaan, zodat het Middenrijk daarmee helemaal verdwenen was.
Algemeen wordt Lodewijk als de meest bekwame telg van de toenmalige Karolingen beschouwd.
Vazal van Karel de Kale
Karel II, de Kale, koning, daarna keizer, geb. Frankfurt aan de Main 13.6.823, overl. Maurienne op 6.10.877, begr. klooster Nantua, later Saint-Denis. Vormt reeds vanaf 829 het middelpunt van handelen van zijn ouders om hem (in strijd met de als definitief bedoelde Ordinatio Imperii) een eigen rijk te bezorgen; door zijn vader tot koning gekroond en aangesteld tot hertog van Maine, Quierzy sept. 838 en van Aquitanië 13.12.838; strijdt na de dood van zijn vader samen met zijn halfbroer Lodewijk de Duitser tegen hun oudste broer Lotharius I, welke zij verslaan bij Fontenoy (bij Auxerre) 25.6.841; verkrijgt West-Francië bij het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843; wordt na jarenlang verzet van de aristocratie in het hem toebedeelde rijksdeel alsnog door ‘bijna alle’ wereldrijke en geestelijke groten van Aquitanië tot koning gekozen en door de aartsbisschop van Sens gezalfd en gekroond, Orléans 848; weet echter (o.a. door de voortdurende Noormannen-invallen) pas vanaf 860 een zekere consolidering te bereiken; schaart zich van dan af, samen met Lodewijk de Duitser, aan de zijde van Theutberga wier huwelijk met hun neef Lotharius II kinderloos is, wat dus tot een komende verwerving, althans deling van het middenrijk kan leiden; laat zich na de plotselinge dood van Lotharius II (8.8.869) tot koning van Lotharingen wijden Metz 9.9.869, doch moet het oostelijke deel daarvan afstaan aan Lodewijk de Duitser bij het verdrag van Meersen 8.8.870; laat zich na de dood van zijn neef Lodewijk 11 door paus Johannes VIII tot keizer kronen, Rome 25.12.875; geacclameerd door een Italiaanse Rijksverzameling als ‘protector et defensor’ (en daarmee feitelijk tot koning) Pavia febr. 876; tracht na de dood van Lodewijk de Duitser (28.8.876) via een bliksemveldtocht naar Aken alsnog het hele middenrijk te verwerven, maar wordt door Lodewijk de Jonge bij Andernach verslagen 8.10.876; treft op een rijksverzameling te Quierzy (waar voor de duur van zijn afwezigheid de erfelijkheid van lenen per cartularium wordt afgekondigd 14.6.877) voorbereidingen om de paus tegen de Saracenen te hulp te komen, maar ziet daartoe in Italië geen kans. Tr. (1) Quierzy 13.12.842 Ermentrudis, geb. ca. 830; overl. 6-10-869; dr. van graaf Odo van Orléans; tr. 2) 12 .10.869, bevestigd Aix-la-Chapelle 22.1.870, een Bosonide vrouw, overl. tussen 910 en 3 febr. 911, dochter van Bivin, graaf en abt van Gorze en van NN, dochter van Boso de Oude, graaf van Italië, en nicht van koningin Theutberga, echtgenote van Lotharius II.
Lotharius I, koning der Franken en Lombarden, geb. ca. 795, overl. in de abdij te Prum in de nacht van 28 op 29 sept. 855, begr. in de kerk van Saint-Sauveur van deze abdij. Aangesteld tot (onder)koning in Beieren 814; bij de Ordinatio lmperii als opvolger aangewezen en door zijn vader tot keizer gekroond Aken juli 817; bestuurt Italië sinds de herfst van 822; wordt (als ‘Festkrönung’) nogmaals tot keizer gekroond door paus Paschalis I Rome Pasen (8.4.)823 en regelt het bestuur van de Kerkelijke Staat, als onderdeel van het rijk, via de Constitutio Romana; feitelijk mede-regent van zijn vader van 825 tot aug. 829 wanneer deze samenwerking door diens begunstiging van Karel de Kale abrupt eindigt en hij terugkeert naar Italië; keert zich (na diverse, kortstondige verzoeningen) echter samen met zijn broers Pippijn en Lodewijk tegen hun vader begin 833, die nadat zijn leger op het ‘Leugenveld’ bij Colmar naar hen is overgelopen zich door hen gevangen laat nemen en die hij nadien feitelijk laat afzetten (Compiègne; Sois-sons); houdt ook nadien zijn vader in Aken gevangen en beperkt (strevend naar volle uitvoering van de Ordinatio Imperii) invloed en machtsgebied van zijn broers, waarop deze alsnog de kant van hun vader kiezen; verliest een reeks gevechten tegen hen en wordt wederom op Italië beperkt herfst 834; verzoent zich opnieuw met zijn vader op de rijksdag van Worms juni 839 en wordt op diens sterfbed tot opvolger gedesigneerd; verlaat Italië en herneemt de suprematie over zijn broers naar de (nooit opgeheven) Ordinatio, maar verliest een uiterst bloedige veldslag tegen hen bij Fontenoy (bij Auxerre) 25-6-841, hetgeen als een godsoordeel voor een wezenlijke rij ksdeling wordt gezien ten gunste van zijn broers Lodewijk ‘de Duitser’ en Karel ‘de Kale’, die hun bondgenootschap bevestigen door in de wederzijdse talen voor hun aanhang afgelegde eden bij Straatsburg 14.2.842; sluit na langdurige onderhandelingen met hen het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843, waarbij hij bij zijn langgerekte middenrijk wel de keizerstitel behoudt, maar daaraan geen suprematie over het West- en Oostfrankische rijk zal kunnen ontlenen; proclameert met beide broers in ‘fraternitas’ te zullen regeren Thionville okt. 844, maar krijgt een heftig geschil met Karel wanneer diens vazal Giselbert zijn dochter ontvoert 846, waarna pas vrede gesloten wordt (met legitimatie van het voltrokken huwelijk) Péronne jan. 849; verdeelt, ziek geworden, zijn rijk over zijn drie zoons; treedt in het klooster te Prüm 23.9, overl. 29.9.855 en begraven aldaar, tr. okt. 821 Ermengard, sticht uit haar morgengave het klooster Erstein; overl. 20.3.851; dr. van Hugo graaf van Tours en Ava N. Voorts had hij voor april 851 een relatie met Doda, overl. na 9.7.855, van onbekende herkomst en tussen 851 en 853 met een onbekende vrouw.
Stichteres van klooster Erstein
Vazal van Karel de Kale
Karel II, de Kale, koning, daarna keizer, geb. Frankfurt aan de Main 13.6.823, overl. Maurienne op 6.10.877, begr. klooster Nantua, later Saint-Denis. Vormt reeds vanaf 829 het middelpunt van handelen van zijn ouders om hem (in strijd met de als definitief bedoelde Ordinatio Imperii) een eigen rijk te bezorgen; door zijn vader tot koning gekroond en aangesteld tot hertog van Maine, Quierzy sept. 838 en van Aquitanië 13.12.838; strijdt na de dood van zijn vader samen met zijn halfbroer Lodewijk de Duitser tegen hun oudste broer Lotharius I, welke zij verslaan bij Fontenoy (bij Auxerre) 25.6.841; verkrijgt West-Francië bij het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843; wordt na jarenlang verzet van de aristocratie in het hem toebedeelde rijksdeel alsnog door ‘bijna alle’ wereldrijke en geestelijke groten van Aquitanië tot koning gekozen en door de aartsbisschop van Sens gezalfd en gekroond, Orléans 848; weet echter (o.a. door de voortdurende Noormannen-invallen) pas vanaf 860 een zekere consolidering te bereiken; schaart zich van dan af, samen met Lodewijk de Duitser, aan de zijde van Theutberga wier huwelijk met hun neef Lotharius II kinderloos is, wat dus tot een komende verwerving, althans deling van het middenrijk kan leiden; laat zich na de plotselinge dood van Lotharius II (8.8.869) tot koning van Lotharingen wijden Metz 9.9.869, doch moet het oostelijke deel daarvan afstaan aan Lodewijk de Duitser bij het verdrag van Meersen 8.8.870; laat zich na de dood van zijn neef Lodewijk 11 door paus Johannes VIII tot keizer kronen, Rome 25.12.875; geacclameerd door een Italiaanse Rijksverzameling als ‘protector et defensor’ (en daarmee feitelijk tot koning) Pavia febr. 876; tracht na de dood van Lodewijk de Duitser (28.8.876) via een bliksemveldtocht naar Aken alsnog het hele middenrijk te verwerven, maar wordt door Lodewijk de Jonge bij Andernach verslagen 8.10.876; treft op een rijksverzameling te Quierzy (waar voor de duur van zijn afwezigheid de erfelijkheid van lenen per cartularium wordt afgekondigd 14.6.877) voorbereidingen om de paus tegen de Saracenen te hulp te komen, maar ziet daartoe in Italië geen kans. Tr. (1) Quierzy 13.12.842 Ermentrudis, geb. ca. 830; overl. 6-10-869; dr. van graaf Odo van Orléans; tr. 2) 12 .10.869, bevestigd Aix-la-Chapelle 22.1.870, een Bosonide vrouw, overl. tussen 910 en 3 febr. 911, dochter van Bivin, graaf en abt van Gorze en van NN, dochter van Boso de Oude, graaf van Italië, en nicht van koningin Theutberga, echtgenote van Lotharius II.
Boudewijn I, ook wel Boudewijn I met de IJzeren Arm genoemd, (Laon?, ca. 837/40 - Sint Bertijns/Arras, 2 januari 879), staat bekend als de eerste graaf van Vlaanderen. Hij was de zoon van Odakar III van de Morinen (ook Audacrus, Odocrus, Audacer, Odoscer "van Laon" genoemd).
Over Boudewijn I is weinig overgeleverd. Er wordt wel aangenomen dat hij de eerste graaf van het graafschap Vlaanderen zou zijn.
Hij was een bekwaam militair leider, die een halt wist toe te roepen aan de invallen van de Noormannen. Boudewijn bouwde onder meer burchten te Gent en Brugge.
Boudewijn I trouwde op 13 december 862 met Judith van West-Francië, dochter van Karel de Kale, West-Frankisch koning van 840 tot 877, en van Ermentrudis van Orléans, nadat hij haar in Senlis rond Kerstmis 861 had geschaakt. Ze vluchtten naar Lotharingen en van daar naar Rome. Na twee jaar briefwisseling met de woedende vader kwam de verzoening er via een huwelijk te Auxerre. Het graafschap Vlaanderen (een aantal gouwen langsheen de Noordzeekust) was waarschijnlijk een huwelijksgeschenk. Karel de Kale wist hiermee zijn noordelijke grenzen te beveiligen.
Boudewijn zou uiteindelijk de grondlegger worden van een grafelijke dynastie die gedurende meer dan 500 jaar Vlaanderen zal bezitten en regeren. Het Vlaanderen waarvan Boudewijn I graaf was, had nog niet zo veel om het lijf; het beperkte zich tot een viertal stadjes met hun omgevende land (de pagus Flandrensis): Torhout, Gistel, Oudenburg en Brugge.
Zij trouwde
858 Eathelwulf van Wessex
856 Aethelbald van Wessex (ivm troonsovernamen door broer van Aethelwulf )
Zij wer in de lente van 862 geschaakt, trouwde te Auxerre 13 dec. 863 Boudewijn I IJserenarm, graaf van Terwaan 866, bestuurder van de gouwen Kortrijk, Aardenburg en West Vlaanderen en mogelijk Mempiscus (tussen Gent en Kortrijk),
verloor na de schaking van Judith van West Francië zijn graafschappen 862 maar verzoende zich met Karel de Kale en werd opnieuw aangesteld tot graaf in de gouwen Vlaanderen, Waas en Gent 864 en na 866 in de streek Sint-Omaars (Ternois), leke-abt St. Pietersabdij te Gent 870, toezichthouder en raadgever van kroonprins Lodewijk (de Stamelaar) bij het vertrek van Karel naar Italië, overl. 21 jan. 879
Boudewijn II de Kale (863 - 10 september 918) was van 879 tot 918 graaf van Vlaanderen en Graaf van Boulogne.
Hij erfde het graafschap van zijn vader op een bijzonder moeilijk moment omdat er een inval van de Vikingen plaatsvond. Dezen zouden nog jaren Vlaanderen en het noorden van Frankrijk onveilig maken. Pas bij de Slag bij de Dijle in 892 werden zij voorgoed verslagen. De onrust die ontstond door het onvermogen van de Karolingers iets tegen de inval te doen, zorgde er in 888 voor dat een niet-Karolinger Odo tot koning gezalfd werd. Boudewijn -zelf een Karolinger- wist dat handig te benutten voor de verdere uitbreiding van zijn grafelijke macht. Hij richtte houten versterkingen op in Sint-Omaars (St. Omer), Brugge en Gent en wist zelfs de abdij van St. Vaast en de streek van Artesië (Artois) onder controle te krijgen. In 902 ruimde hij een belangrijke rivaal Herbert I van Vermandois uit de weg door hem te laten vermoorden. Dit gaf hem meer macht aan de Somme. Hij zorgde bovendien voor een belangrijk politiek bondgenootschap door met de dochter van de Angelsaksische koning Alfred de Grote te trouwen. Bij zijn dood in 918 liet hij dan ook een machtig graafschap na aan zijn zoon Arnulf.
Boudewijn II de Kale (863 - 10 september 918) was van 879 tot 918 graaf van Vlaanderen en Graaf van Boulogne.
Hij erfde het graafschap van zijn vader op een bijzonder moeilijk moment omdat er een inval van de Vikingen plaatsvond. Dezen zouden nog jaren Vlaanderen en het noorden van Frankrijk onveilig maken. Pas bij de Slag bij de Dijle in 892 werden zij voorgoed verslagen. De onrust die ontstond door het onvermogen van de Karolingers iets tegen de inval te doen, zorgde er in 888 voor dat een niet-Karolinger Odo tot koning gezalfd werd. Boudewijn -zelf een Karolinger- wist dat handig te benutten voor de verdere uitbreiding van zijn grafelijke macht. Hij richtte houten versterkingen op in Sint-Omaars (St. Omer), Brugge en Gent en wist zelfs de abdij van St. Vaast en de streek van Artesië (Artois) onder controle te krijgen. In 902 ruimde hij een belangrijke rivaal Herbert I van Vermandois uit de weg door hem te laten vermoorden. Dit gaf hem meer macht aan de Somme. Hij zorgde bovendien voor een belangrijk politiek bondgenootschap door met de dochter van de Angelsaksische koning Alfred de Grote te trouwen. Bij zijn dood in 918 liet hij dan ook een machtig graafschap na aan zijn zoon Arnulf.
Picture Keizer Karel de Grote ontmoet Paus Adrianus
Karel de Grote (Duits: Karl der Große; Frans en Engels: Charlemagne; Latijns: Carolus Magnus of Karolus Magnus) (Jupille, (waarschijnlijk) 2 april 742 - Aken, 28 januari 814) was van 771 tot aan zijn dood koning der Franken; daarbovenop werd hij in 800 tot keizer van het Westen gekroond. Karel was de zoon van Pepijn de Korte en Bertrada van Laon bijgenaamd "Bertrada met de grote voeten". Er zijn geen betrouwbaar gelijkende portretten van Karel bekend maar wij weten van zijn biograaf Einhard, en omdat zijn skelet in Aken bewaard bleef, dat hij met een lengte van 1 meter en 93 centimeter - voor die tijd - bijzonder groot van stuk was. Karel was rossig, droeg een snor en had een "vooruitstekende buik". Karel werd in de 12e eeuw officieel zalig verklaard, hoewel hij al langer bij het volk bekendstond als "heilige", maar wordt alleen in Aken als zodanig vereerd; ook in seculiere zin heeft hij door de eeuwen heen tot de verbeelding gesproken, wat geleid heeft tot een zgn. 'karel-epiek'. In de Middelnederlandse literatuur is het voorhoofse ridderverhaal Karel ende Elegast (ca. 1250 op schrift gesteld) hier een voorbeeld van. Karel werd en wordt wel de Vader van Europa genoemd; daarom werd in 1949 de Internationale Karelsprijs Aken in het leven geroepen voor personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Europese eenwording.
Uit gens Nostra:
Karel de Grote, geb. bij Aix-la-Chapelle 2.4.748, gedoopt door Bonefacius aartsbisschop van Mainz
Karel en zijn broer Carloman volgen hun vader Pippijn samen op, waarbij Karel in hoofdzaak Neustrië, Bourgondië en de Provence, en Carloman in hoofdzaak Austrasië krijgen
beiden worden gezalfd op 9.10.768, Karel te Noyon en Carloman te Soissons
Na de dood van Carloman in 771 en onder het passeren van diens minderjarige zonen, wordt Karel de enige koning der Franken; hij wordt dan wederom gezalfd als zodanig te Corbeny; na een geslaagde veldtocht tegen zijn ex-schoonvader de koning der Longobarden, volgt in 774 zijn proclamatie tot koning der Longobarden; Karel was reeds met zijn vader Pippijn gezalfd tot koning, Saint-Denis 28.7.754, en tevens door paus Stephanus II verheven tot ‘patricius Romanorum’, maar deze titel voert hij pas na zijn overwinning op de Longobarden; door paus Leo III tot keizer gekroond, Rome 25.12.800; laat dan zijn ‘patricius’-titel vallen
zijn uiteindelijke titulatuur wordt:
‘Karolus serenissimus augustus a Deo coronatus magnus et pacificus imperator Romanum gubernans imperium et per misericordiam Dei rex Francorum et Longobardorum’
zijn (westers) keizerschap wordt in 812 door de Oostromeinse ‘basileus’ Michael I Rhangabe erkend; overl. Aken 28.1.814, begr. ald. (Dom).
Pepijn met de Bult (770 - 811) was een zoon van Karel de Grote en diens eerste echtgenote Himiltrude. Pepijn was de eerstgeboren zoon van Karel de Grote, maar zou nooit een rol spelen in de erfopvolging. Wanneer in 781 Karel de Grotes zoon, Karloman, ook Pepijn genoemd wordt verliest Pepijn met de Bult zijn rechten en wordt hij als bastaard aangemerkt, omdat het huwelijk van zijn moeder met Karel de Grote in twijfel getrokken werd. Pepijn bleef echter aan het hof van zijn vader en maakte zich daar populair bij een deel van de adel. Nadat hij in 791-792 met de adellijke oppositie gecomplotteerd had tegen Karel de Grote om zijn opvolgingsrechten veilig te stellen, wordt Pepijn voor de rest van zijn dagen in het klooster van Prüm opgesloten. Pepijn bleef ongehuwd. (Wikipedai
Pepijn van Italië, oorspr. Karloman, (april 773 - 8 juli 810) was (na zijn bastaardzoon Pepijn met de Bult) de oudste wettige zoon van Karel de Grote. Zijn moeder was Karels derde vrouw Hildegard.
In 781 bezocht Karel Italië, officieel als bedevaartganger, maar mede om er orde op zaken te stellen en het land beter onder Karolingisch gezag te brengen. Hij stelde er zijn zoon Pepijn aan als koning. Hij brak met opzet met de traditie door hem tot koning van Italië en niet van het nog maar net veroverde Lombardije te maken, hoewel Pepijn zich wel vestigde in de oude hoofdstad van de Langobarden, Pavia. Karel was bezorgd dat hij wanneer hij elders nodig was er weer opstanden zouden komen in dit gebied. Deze vrees bleek niet ongegrond.
In 793 vielen moslimtroepen uit Spanje het gebied rond Narbonne aan en Benevento -van oudsher een Langobardisch hertogdom- nam de gelegenheid te baat om in opstand te komen. Pepijn wist echter de opstand de kop in te drukken. Ook in de oorlog met de Avaren werd Karels aandacht afgeleid door een opstand in Saksen. Het was Pepijn, gesteund door hertog Eric van Friuli en de Kroatische leider Vojnomir die in 795 en 796 door wist te dringen in het gebied tussen Tisa en Donau (nu Hongarije) waar het Avaarse hoofdkwartier de Ring gelegen was. Het werd verwoest. Pepijn keerde terug met zo veel goud en zilver dat Einhard beweert dat dit de meest winstgevende onderneming van de Franken ooit was.
In 806 verdeelde Karel de Grote zijn rijk onder zijn zoons in de Divisio regnorum om na zijn dood onenigheid onder zijn erfgenamen te voorkomen. Aan het al bestaande gebied van het Italiaanse koninkrijk voegde hij Beieren, Karinthië en de helft van Alemannië toe. Vreemd genoeg werd er niet gezegd wat er met de keizerstitel ging gebeuren, mogelijk omdat er daarover met Byzantium nog steeds onenigheid was. Het zou echter allemaal anders lopen.
Pepijn stierf voortijdig in 810. Met instemming van Karel de Grote volgde zijn bastaardzoon Bernard hem op als koning van Italië. Ook Pepijns jongere broer Karel stierf voortijdig. De keizer maakte daarom zijn derde wettige zoon Lodewijk tot zijn enige erfgenaam, met inbegrip van keizerstitel. De bedoeling was dat Bernard van Italië -die dus als opvolger voor de keizerstitel gepasseerd werd- zijn oom net zo trouw zou dienen als Pepijn zijn vader gediend had, maar dat bleek al snel een vrome wens.
Terwijl Karel de Grote in Noord-Spanje op veldtocht was, beviel zijn vrouw Hildegarde hetzij op 11 april hetzij in juni/augustus 778 in de palts van Chasseneuil bij Poitiers van een tweeling. Na Karels terugkeer werden ze als Lodewijk en Lothar gedoopt. De karolingische koningsnamen Karel, Karloman en Pepijn waren reeds aan Karels eerder geboren zonen vergeven, zodat men besloot terug te grijpen naar deze van de belangrijkste Merovingische koningen Chlodowech I ofte Clovis, en Chlotarius I. De kleine Lothar stierf reeds in 779, maar Lodewijk overleefde.
Lodewijk I de Vrome (Chasseneuil bij Poitiers, april, juni of augustus 778 - Ingelheim am Rhein, 20 juni 840) volgde zijn vader Karel de Grote na diens dood in 814 op als koning van de Franken, van 814 tot aan zijn eigen overlijden in 840. Zijn vader Karel de Grote kroonde hem op 11 september 813 in Aken tot medekeizer van het Frankische Rijk en op 5 oktober 816 in Reims kroonde Paus Stefanus IV (V) hem tot keizer van het Westen. Hij huwde een eerste maal in 794 met Ermengarde, met wie hij Lothar, Pepijn en Lodewijk de Duitser had, en een tweede keer met Judith, die hem een vierde zoon Karel schonk.
Lodewijk I streefde er naar de erfenis van zijn beroemde vader te bestendigen, in de eerste plaats via het doorvoeren van geloofshervormingen. Maar zelf regelde hij zijn eigen erfopvolging bijzonder ongelukkig, en zijn regering werd door vernederingen en mislukkingen getekend.
Een toeval zorgde ervoor dat hij na de dood van zijn vader Karel de Grote in 814 alleenheerser werd. Zijn beide oudere broers Pepijn en Karel waren namelijk reeds respectievelijk in 810 en 811 overleden. Daarmee verviel ook een in 806 getroffen regeling die het Frankenrijk in 3 stukken zou hebben opgedeeld; het probleem rond de toekenning van de keizerlijke waardigheid, die op zichzelf als ondeelbaar werd beschouwd, was door meer geluk dan wijsheid toch nog opgelost.
Op 11 september 813 waren de rijksgroten te Aken bijeen en waren getuige van de feestelijke verheffing van de zoon van Karel de Grote tot mederegent en exclusieve erfgenaam van het Rijk, met de daaraan verbonden konings- en keizerstitels. Enkele maanden later overleed Karel en liet aan de 36-jarige Lodewijk een reusachtig rijk na.
Lotharius I, koning der Franken en Lombarden, geb. ca. 795, overl. in de abdij te Prum in de nacht van 28 op 29 sept. 855, begr. in de kerk van Saint-Sauveur van deze abdij. Aangesteld tot (onder)koning in Beieren 814; bij de Ordinatio lmperii als opvolger aangewezen en door zijn vader tot keizer gekroond Aken juli 817; bestuurt Italië sinds de herfst van 822; wordt (als ‘Festkrönung’) nogmaals tot keizer gekroond door paus Paschalis I Rome Pasen (8.4.)823 en regelt het bestuur van de Kerkelijke Staat, als onderdeel van het rijk, via de Constitutio Romana; feitelijk mede-regent van zijn vader van 825 tot aug. 829 wanneer deze samenwerking door diens begunstiging van Karel de Kale abrupt eindigt en hij terugkeert naar Italië; keert zich (na diverse, kortstondige verzoeningen) echter samen met zijn broers Pippijn en Lodewijk tegen hun vader begin 833, die nadat zijn leger op het ‘Leugenveld’ bij Colmar naar hen is overgelopen zich door hen gevangen laat nemen en die hij nadien feitelijk laat afzetten (Compiègne; Sois-sons); houdt ook nadien zijn vader in Aken gevangen en beperkt (strevend naar volle uitvoering van de Ordinatio Imperii) invloed en machtsgebied van zijn broers, waarop deze alsnog de kant van hun vader kiezen; verliest een reeks gevechten tegen hen en wordt wederom op Italië beperkt herfst 834; verzoent zich opnieuw met zijn vader op de rijksdag van Worms juni 839 en wordt op diens sterfbed tot opvolger gedesigneerd; verlaat Italië en herneemt de suprematie over zijn broers naar de (nooit opgeheven) Ordinatio, maar verliest een uiterst bloedige veldslag tegen hen bij Fontenoy (bij Auxerre) 25-6-841, hetgeen als een godsoordeel voor een wezenlijke rij ksdeling wordt gezien ten gunste van zijn broers Lodewijk ‘de Duitser’ en Karel ‘de Kale’, die hun bondgenootschap bevestigen door in de wederzijdse talen voor hun aanhang afgelegde eden bij Straatsburg 14.2.842; sluit na langdurige onderhandelingen met hen het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843, waarbij hij bij zijn langgerekte middenrijk wel de keizerstitel behoudt, maar daaraan geen suprematie over het West- en Oostfrankische rijk zal kunnen ontlenen; proclameert met beide broers in ‘fraternitas’ te zullen regeren Thionville okt. 844, maar krijgt een heftig geschil met Karel wanneer diens vazal Giselbert zijn dochter ontvoert 846, waarna pas vrede gesloten wordt (met legitimatie van het voltrokken huwelijk) Péronne jan. 849; verdeelt, ziek geworden, zijn rijk over zijn drie zoons; treedt in het klooster te Prüm 23.9, overl. 29.9.855 en begraven aldaar, tr. okt. 821 Ermengard, sticht uit haar morgengave het klooster Erstein; overl. 20.3.851; dr. van Hugo graaf van Tours en Ava N. Voorts had hij voor april 851 een relatie met Doda, overl. na 9.7.855, van onbekende herkomst en tussen 851 en 853 met een onbekende vrouw.
Stichteres van klooster Erstein
IIIC Pippijn I, koning van Aquitanië, geb. ca. 797, overl. Poitiers 13.12.838, begr. in de kerk Sainte-Radegonde te Poitiers. Tr. sept. 822 Ringardis, dochter van Theodebert, graaf van Madrie. Ze werd bij haar man begraven. Uit dit huwelijk: a. Pippijn II, koning van Aquitanië, geb. ca. 823, overl. Senlis na juni 864. Tr. NN, waaruit geen kinderen werden geboren. b. Carolus, aartsbisschop van Mainz, geb. ca. 825/30, overl. Mainz (Duitsland) 4.6.863, begr. in de kerk St. Albanus in Mainz. c. NN, tr.(?) Gerhard, graaf van Limoges(?), gesneuveld te Fontenoy 25.6.841. d. NN, tr. Rathier, graaf van Limoges, overl. 25.6.841.
Lodewijk de Duitser (806 — Frankfurt am Main, 28 september 876) was de zoon van keizer Lodewijk de Vrome en Ermengarde van Haspengouw. Als Lodewijk II was hij koning van Oost-Francië, het latere Duitsland. Later werd hij ook koning van Lotharingen, hier als Lodewijk I. Hij kreeg de bijnaam de Duitser om hem te onderscheiden van zijn neef, Lodewijk II, die koning van Italië was, en ook de keizerskroon droeg.
Bij het Verdrag van Verdun werd het Frankische Rijk van Lodewijk de Vrome verdeeld over zijn drie zonen: Lodewijk de Duitser, Karel de Kale en Lotharius. Lodewijk kreeg Oost-Francië. Na de dood van zijn oudste broer Lotharius I werd diens Middenrijk verder verdeeld onder zijn drie zonen: Lotharius II kreeg Lotharingen, Lodewijk II kreeg Noord-Italië, en Karel de Jonge kreeg Bourgondië. Deze drie neven van Lodewijk bleken niet zo talentrijk te zijn. In 869 pikte Lodewijk ook Lotharingen in. Ook de andere delen zouden via een dynastieke rechtmatige overerving aan Duitsland overgaan, zodat het Middenrijk daarmee helemaal verdwenen was.
Algemeen wordt Lodewijk als de meest bekwame telg van de toenmalige Karolingen beschouwd.
Stichteres van klooster Erstein
Lotharius I, koning der Franken en Lombarden, geb. ca. 795, overl. in de abdij te Prum in de nacht van 28 op 29 sept. 855, begr. in de kerk van Saint-Sauveur van deze abdij. Aangesteld tot (onder)koning in Beieren 814; bij de Ordinatio lmperii als opvolger aangewezen en door zijn vader tot keizer gekroond Aken juli 817; bestuurt Italië sinds de herfst van 822; wordt (als ‘Festkrönung’) nogmaals tot keizer gekroond door paus Paschalis I Rome Pasen (8.4.)823 en regelt het bestuur van de Kerkelijke Staat, als onderdeel van het rijk, via de Constitutio Romana; feitelijk mede-regent van zijn vader van 825 tot aug. 829 wanneer deze samenwerking door diens begunstiging van Karel de Kale abrupt eindigt en hij terugkeert naar Italië; keert zich (na diverse, kortstondige verzoeningen) echter samen met zijn broers Pippijn en Lodewijk tegen hun vader begin 833, die nadat zijn leger op het ‘Leugenveld’ bij Colmar naar hen is overgelopen zich door hen gevangen laat nemen en die hij nadien feitelijk laat afzetten (Compiègne; Sois-sons); houdt ook nadien zijn vader in Aken gevangen en beperkt (strevend naar volle uitvoering van de Ordinatio Imperii) invloed en machtsgebied van zijn broers, waarop deze alsnog de kant van hun vader kiezen; verliest een reeks gevechten tegen hen en wordt wederom op Italië beperkt herfst 834; verzoent zich opnieuw met zijn vader op de rijksdag van Worms juni 839 en wordt op diens sterfbed tot opvolger gedesigneerd; verlaat Italië en herneemt de suprematie over zijn broers naar de (nooit opgeheven) Ordinatio, maar verliest een uiterst bloedige veldslag tegen hen bij Fontenoy (bij Auxerre) 25-6-841, hetgeen als een godsoordeel voor een wezenlijke rij ksdeling wordt gezien ten gunste van zijn broers Lodewijk ‘de Duitser’ en Karel ‘de Kale’, die hun bondgenootschap bevestigen door in de wederzijdse talen voor hun aanhang afgelegde eden bij Straatsburg 14.2.842; sluit na langdurige onderhandelingen met hen het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843, waarbij hij bij zijn langgerekte middenrijk wel de keizerstitel behoudt, maar daaraan geen suprematie over het West- en Oostfrankische rijk zal kunnen ontlenen; proclameert met beide broers in ‘fraternitas’ te zullen regeren Thionville okt. 844, maar krijgt een heftig geschil met Karel wanneer diens vazal Giselbert zijn dochter ontvoert 846, waarna pas vrede gesloten wordt (met legitimatie van het voltrokken huwelijk) Péronne jan. 849; verdeelt, ziek geworden, zijn rijk over zijn drie zoons; treedt in het klooster te Prüm 23.9, overl. 29.9.855 en begraven aldaar, tr. okt. 821 Ermengard, sticht uit haar morgengave het klooster Erstein; overl. 20.3.851; dr. van Hugo graaf van Tours en Ava N. Voorts had hij voor april 851 een relatie met Doda, overl. na 9.7.855, van onbekende herkomst en tussen 851 en 853 met een onbekende vrouw.
Picture Keizer Karel de Grote ontmoet Paus Adrianus
Karel de Grote (Duits: Karl der Große; Frans en Engels: Charlemagne; Latijns: Carolus Magnus of Karolus Magnus) (Jupille, (waarschijnlijk) 2 april 742 - Aken, 28 januari 814) was van 771 tot aan zijn dood koning der Franken; daarbovenop werd hij in 800 tot keizer van het Westen gekroond. Karel was de zoon van Pepijn de Korte en Bertrada van Laon bijgenaamd "Bertrada met de grote voeten". Er zijn geen betrouwbaar gelijkende portretten van Karel bekend maar wij weten van zijn biograaf Einhard, en omdat zijn skelet in Aken bewaard bleef, dat hij met een lengte van 1 meter en 93 centimeter - voor die tijd - bijzonder groot van stuk was. Karel was rossig, droeg een snor en had een "vooruitstekende buik". Karel werd in de 12e eeuw officieel zalig verklaard, hoewel hij al langer bij het volk bekendstond als "heilige", maar wordt alleen in Aken als zodanig vereerd; ook in seculiere zin heeft hij door de eeuwen heen tot de verbeelding gesproken, wat geleid heeft tot een zgn. 'karel-epiek'. In de Middelnederlandse literatuur is het voorhoofse ridderverhaal Karel ende Elegast (ca. 1250 op schrift gesteld) hier een voorbeeld van. Karel werd en wordt wel de Vader van Europa genoemd; daarom werd in 1949 de Internationale Karelsprijs Aken in het leven geroepen voor personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Europese eenwording.
Uit gens Nostra:
Karel de Grote, geb. bij Aix-la-Chapelle 2.4.748, gedoopt door Bonefacius aartsbisschop van Mainz
Karel en zijn broer Carloman volgen hun vader Pippijn samen op, waarbij Karel in hoofdzaak Neustrië, Bourgondië en de Provence, en Carloman in hoofdzaak Austrasië krijgen
beiden worden gezalfd op 9.10.768, Karel te Noyon en Carloman te Soissons
Na de dood van Carloman in 771 en onder het passeren van diens minderjarige zonen, wordt Karel de enige koning der Franken; hij wordt dan wederom gezalfd als zodanig te Corbeny; na een geslaagde veldtocht tegen zijn ex-schoonvader de koning der Longobarden, volgt in 774 zijn proclamatie tot koning der Longobarden; Karel was reeds met zijn vader Pippijn gezalfd tot koning, Saint-Denis 28.7.754, en tevens door paus Stephanus II verheven tot ‘patricius Romanorum’, maar deze titel voert hij pas na zijn overwinning op de Longobarden; door paus Leo III tot keizer gekroond, Rome 25.12.800; laat dan zijn ‘patricius’-titel vallen
zijn uiteindelijke titulatuur wordt:
‘Karolus serenissimus augustus a Deo coronatus magnus et pacificus imperator Romanum gubernans imperium et per misericordiam Dei rex Francorum et Longobardorum’
zijn (westers) keizerschap wordt in 812 door de Oostromeinse ‘basileus’ Michael I Rhangabe erkend; overl. Aken 28.1.814, begr. ald. (Dom).
Picture Keizer Karel de Grote ontmoet Paus Adrianus
Karel de Grote (Duits: Karl der Große; Frans en Engels: Charlemagne; Latijns: Carolus Magnus of Karolus Magnus) (Jupille, (waarschijnlijk) 2 april 742 - Aken, 28 januari 814) was van 771 tot aan zijn dood koning der Franken; daarbovenop werd hij in 800 tot keizer van het Westen gekroond. Karel was de zoon van Pepijn de Korte en Bertrada van Laon bijgenaamd "Bertrada met de grote voeten". Er zijn geen betrouwbaar gelijkende portretten van Karel bekend maar wij weten van zijn biograaf Einhard, en omdat zijn skelet in Aken bewaard bleef, dat hij met een lengte van 1 meter en 93 centimeter - voor die tijd - bijzonder groot van stuk was. Karel was rossig, droeg een snor en had een "vooruitstekende buik". Karel werd in de 12e eeuw officieel zalig verklaard, hoewel hij al langer bij het volk bekendstond als "heilige", maar wordt alleen in Aken als zodanig vereerd; ook in seculiere zin heeft hij door de eeuwen heen tot de verbeelding gesproken, wat geleid heeft tot een zgn. 'karel-epiek'. In de Middelnederlandse literatuur is het voorhoofse ridderverhaal Karel ende Elegast (ca. 1250 op schrift gesteld) hier een voorbeeld van. Karel werd en wordt wel de Vader van Europa genoemd; daarom werd in 1949 de Internationale Karelsprijs Aken in het leven geroepen voor personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Europese eenwording.
Uit gens Nostra:
Karel de Grote, geb. bij Aix-la-Chapelle 2.4.748, gedoopt door Bonefacius aartsbisschop van Mainz
Karel en zijn broer Carloman volgen hun vader Pippijn samen op, waarbij Karel in hoofdzaak Neustrië, Bourgondië en de Provence, en Carloman in hoofdzaak Austrasië krijgen
beiden worden gezalfd op 9.10.768, Karel te Noyon en Carloman te Soissons
Na de dood van Carloman in 771 en onder het passeren van diens minderjarige zonen, wordt Karel de enige koning der Franken; hij wordt dan wederom gezalfd als zodanig te Corbeny; na een geslaagde veldtocht tegen zijn ex-schoonvader de koning der Longobarden, volgt in 774 zijn proclamatie tot koning der Longobarden; Karel was reeds met zijn vader Pippijn gezalfd tot koning, Saint-Denis 28.7.754, en tevens door paus Stephanus II verheven tot ‘patricius Romanorum’, maar deze titel voert hij pas na zijn overwinning op de Longobarden; door paus Leo III tot keizer gekroond, Rome 25.12.800; laat dan zijn ‘patricius’-titel vallen
zijn uiteindelijke titulatuur wordt:
‘Karolus serenissimus augustus a Deo coronatus magnus et pacificus imperator Romanum gubernans imperium et per misericordiam Dei rex Francorum et Longobardorum’
zijn (westers) keizerschap wordt in 812 door de Oostromeinse ‘basileus’ Michael I Rhangabe erkend; overl. Aken 28.1.814, begr. ald. (Dom).
Terwijl Karel de Grote in Noord-Spanje op veldtocht was, beviel zijn vrouw Hildegarde hetzij op 11 april hetzij in juni/augustus 778 in de palts van Chasseneuil bij Poitiers van een tweeling. Na Karels terugkeer werden ze als Lodewijk en Lothar gedoopt. De karolingische koningsnamen Karel, Karloman en Pepijn waren reeds aan Karels eerder geboren zonen vergeven, zodat men besloot terug te grijpen naar deze van de belangrijkste Merovingische koningen Chlodowech I ofte Clovis, en Chlotarius I. De kleine Lothar stierf reeds in 779, maar Lodewijk overleefde.
Lodewijk I de Vrome (Chasseneuil bij Poitiers, april, juni of augustus 778 - Ingelheim am Rhein, 20 juni 840) volgde zijn vader Karel de Grote na diens dood in 814 op als koning van de Franken, van 814 tot aan zijn eigen overlijden in 840. Zijn vader Karel de Grote kroonde hem op 11 september 813 in Aken tot medekeizer van het Frankische Rijk en op 5 oktober 816 in Reims kroonde Paus Stefanus IV (V) hem tot keizer van het Westen. Hij huwde een eerste maal in 794 met Ermengarde, met wie hij Lothar, Pepijn en Lodewijk de Duitser had, en een tweede keer met Judith, die hem een vierde zoon Karel schonk.
Lodewijk I streefde er naar de erfenis van zijn beroemde vader te bestendigen, in de eerste plaats via het doorvoeren van geloofshervormingen. Maar zelf regelde hij zijn eigen erfopvolging bijzonder ongelukkig, en zijn regering werd door vernederingen en mislukkingen getekend.
Een toeval zorgde ervoor dat hij na de dood van zijn vader Karel de Grote in 814 alleenheerser werd. Zijn beide oudere broers Pepijn en Karel waren namelijk reeds respectievelijk in 810 en 811 overleden. Daarmee verviel ook een in 806 getroffen regeling die het Frankenrijk in 3 stukken zou hebben opgedeeld; het probleem rond de toekenning van de keizerlijke waardigheid, die op zichzelf als ondeelbaar werd beschouwd, was door meer geluk dan wijsheid toch nog opgelost.
Op 11 september 813 waren de rijksgroten te Aken bijeen en waren getuige van de feestelijke verheffing van de zoon van Karel de Grote tot mederegent en exclusieve erfgenaam van het Rijk, met de daaraan verbonden konings- en keizerstitels. Enkele maanden later overleed Karel en liet aan de 36-jarige Lodewijk een reusachtig rijk na.
Versloeg het leger van de Saracenen on de slag van Balat Al-Shuhada
Versloeg het leger van de Saracenen on de slag van Balat Al-Shuhada
Flavius Valerius Aurelius Constantinus[2] (Naissus, 27 februari ca. 280[1] - Ancyrona, 22 mei 337), bekend als Constantijn I de Grote, was keizer van Rome. In juli 306 werd hij door zijn troepen uitgeroepen tot imperator en Augustus. Maar pas vanaf 308 werd hij als zodanig erkend. Door zijn militaire overwinningen zou hij een steeds groter deel van het Romeinse Rijk gaan regeren tot hij vanaf 324 alleenheerser werd over heel het uitgestrekte Romeinse Rijk. Hij is vooral bekend als de eerste Romeinse keizer die zich zou hebben uitgesproken voor het christendom (de zogenaamde Constantijnse wende rond 313), want door zijn ondertekening van het edict van Milaan maakte hij een definitief einde aan de christenvervolgingen (die hadden plaats gevonden onder Decius, Diocletianus en Galerius).
De Byzantijnse liturgische kalender, gevolgd door de Oosters-Orthodoxe Kerk en Oosters-Katholieke Kerken met Byzantijnse ritus, nam zowel Constantijn als zijn moeder Helena op als heiligen. Hoewel hij, anders dan een heel aantal andere Constantijnen, niet is opgenomen in de Latijnse lijst van heiligen, wordt hij in de Westerse kerktraditie geëerd met de titel "de Grote" voor zijn bijdrage aan het christendom.
Om de omslag die zijn regering betekende kracht bij te zetten, kondigde Constantijn in 324/326 aan Byzantium om te vormen tot een Nova Roma (Nieuw Rome). Op 11 mei 330 riep hij de stad officieel uit tot nieuwe hoofdstad van het Romeinse Rijk, dit ten nadele van het reeds in verval zijnde Rome. Na Constantijns dood in 337 werd de stad naar hem omgedoopt tot Constantinopel (Constantijns stad). Het zou nog ongeveer duizend jaar de hoofdstad blijven van het Byzantijnse Rijk, slechts kortstondig onderbroken door de val van Constantinopel in 1204 tijdens de Vierde kruistocht, om in 1453 tenslotte weer te vallen en de nieuwe hoofdstad te worden van het Ottomaanse Rijk.
int-Helena of Flavia Julia Helena of Helena van Constantinopel (circa 248 – circa 329) was de moeder van de Romeinse keizer Constantijn de Grote. Zij wordt binnen het Oosters-orthodoxe en rooms-katholieke christendom als heilige vereerd.
Helena wordt waarschijnlijk in Drepanum geboren. Haar zoon Constantijn verandert de naam van die stad later in Helenopolis. Volgens sommigen is ze de dochter van een herbergier. In elk geval stamt ze uit een lage sociale klasse.
Ze maakt kennis met de Romeinse militair Constantius Chlorus en baart diens zoon Constantijn. Constantius trouwt vervolgens met de stiefdochter van keizer Maximianus en wordt later zelf keizer. Na zijn dood in 306 volgt zoon Constantijn hem op en Helena wordt, als moeder van de keizer, een belangrijke figuur aan het keizerlijk hof. In het jaar 324 verkrijgt ze van Constantijn de eretitel Augusta.
Evenals haar zoon bekeert Helena zich tot het christendom. Omstreeks het jaar 325 onderneemt ze een reis door het oosten van het Romeinse Rijk. Volgens de beschrijving die kerkvader Eusebius van haar omzwervingen door Palestina geeft in zijn Vita Constantini houdt ze zich voortdurend bezig met bidden, het uitreiken van aalmoezen, het bezoeken van heilige plaatsen en het stichten van kerken. Verder ontdekt ze het graf van Jezus. En passant neemt ze ook de stoffelijke resten van de Drie Koningen mee terug naar Constantinopel, waarna deze relikwieën aan de stad Milaan worden geschonken in 344. Hoewel de feiten in Vita Constantini de waarheid lijken te spreken, moet niet vergeten worden dat Eusebius een Christenlijke invalshoek had.
Volgens de overlevering brengt Helena tevens het kruis waaraan Jezus stierf mee. De vindplaats van het Heilige Kruis werd haar in een droom aangewezen. Dit kruis krijgt, nog steeds volgens de overlevering, een plaats in de Heilige Grafkerk terwijl de bijbehorende spijkers worden verwerkt in het bit van Constantijns favoriete paard.
Volgens de "Gesta Treverorum" zou Helena de Heilige Rok naar Trier hebben gebracht. Ze had daar een paleis, waarschijnlijk op de plaats waar Constantijn in 326 begon met de bouw van de St. Petersdom.
Kort na haar terugkeer uit het Heilige Land sterft Helena.
Dankzij de verslagen van Eusebius verleent de Kerk haar de status van heilige. Haar naamdag valt op 18 augustus in de Rooms-katholieke Kerk, op 19 en 21 mei in de Lutherse Kerk en op 21 mei in de Orthodoxe Kerk.
Flavius Valerius Aurelius Constantinus[2] (Naissus, 27 februari ca. 280[1] - Ancyrona, 22 mei 337), bekend als Constantijn I de Grote, was keizer van Rome. In juli 306 werd hij door zijn troepen uitgeroepen tot imperator en Augustus. Maar pas vanaf 308 werd hij als zodanig erkend. Door zijn militaire overwinningen zou hij een steeds groter deel van het Romeinse Rijk gaan regeren tot hij vanaf 324 alleenheerser werd over heel het uitgestrekte Romeinse Rijk. Hij is vooral bekend als de eerste Romeinse keizer die zich zou hebben uitgesproken voor het christendom (de zogenaamde Constantijnse wende rond 313), want door zijn ondertekening van het edict van Milaan maakte hij een definitief einde aan de christenvervolgingen (die hadden plaats gevonden onder Decius, Diocletianus en Galerius).
De Byzantijnse liturgische kalender, gevolgd door de Oosters-Orthodoxe Kerk en Oosters-Katholieke Kerken met Byzantijnse ritus, nam zowel Constantijn als zijn moeder Helena op als heiligen. Hoewel hij, anders dan een heel aantal andere Constantijnen, niet is opgenomen in de Latijnse lijst van heiligen, wordt hij in de Westerse kerktraditie geëerd met de titel "de Grote" voor zijn bijdrage aan het christendom.
Om de omslag die zijn regering betekende kracht bij te zetten, kondigde Constantijn in 324/326 aan Byzantium om te vormen tot een Nova Roma (Nieuw Rome). Op 11 mei 330 riep hij de stad officieel uit tot nieuwe hoofdstad van het Romeinse Rijk, dit ten nadele van het reeds in verval zijnde Rome. Na Constantijns dood in 337 werd de stad naar hem omgedoopt tot Constantinopel (Constantijns stad). Het zou nog ongeveer duizend jaar de hoofdstad blijven van het Byzantijnse Rijk, slechts kortstondig onderbroken door de val van Constantinopel in 1204 tijdens de Vierde kruistocht, om in 1453 tenslotte weer te vallen en de nieuwe hoofdstad te worden van het Ottomaanse Rijk.
int-Helena of Flavia Julia Helena of Helena van Constantinopel (circa 248 – circa 329) was de moeder van de Romeinse keizer Constantijn de Grote. Zij wordt binnen het Oosters-orthodoxe en rooms-katholieke christendom als heilige vereerd.
Helena wordt waarschijnlijk in Drepanum geboren. Haar zoon Constantijn verandert de naam van die stad later in Helenopolis. Volgens sommigen is ze de dochter van een herbergier. In elk geval stamt ze uit een lage sociale klasse.
Ze maakt kennis met de Romeinse militair Constantius Chlorus en baart diens zoon Constantijn. Constantius trouwt vervolgens met de stiefdochter van keizer Maximianus en wordt later zelf keizer. Na zijn dood in 306 volgt zoon Constantijn hem op en Helena wordt, als moeder van de keizer, een belangrijke figuur aan het keizerlijk hof. In het jaar 324 verkrijgt ze van Constantijn de eretitel Augusta.
Evenals haar zoon bekeert Helena zich tot het christendom. Omstreeks het jaar 325 onderneemt ze een reis door het oosten van het Romeinse Rijk. Volgens de beschrijving die kerkvader Eusebius van haar omzwervingen door Palestina geeft in zijn Vita Constantini houdt ze zich voortdurend bezig met bidden, het uitreiken van aalmoezen, het bezoeken van heilige plaatsen en het stichten van kerken. Verder ontdekt ze het graf van Jezus. En passant neemt ze ook de stoffelijke resten van de Drie Koningen mee terug naar Constantinopel, waarna deze relikwieën aan de stad Milaan worden geschonken in 344. Hoewel de feiten in Vita Constantini de waarheid lijken te spreken, moet niet vergeten worden dat Eusebius een Christenlijke invalshoek had.
Volgens de overlevering brengt Helena tevens het kruis waaraan Jezus stierf mee. De vindplaats van het Heilige Kruis werd haar in een droom aangewezen. Dit kruis krijgt, nog steeds volgens de overlevering, een plaats in de Heilige Grafkerk terwijl de bijbehorende spijkers worden verwerkt in het bit van Constantijns favoriete paard.
Volgens de "Gesta Treverorum" zou Helena de Heilige Rok naar Trier hebben gebracht. Ze had daar een paleis, waarschijnlijk op de plaats waar Constantijn in 326 begon met de bouw van de St. Petersdom.
Kort na haar terugkeer uit het Heilige Land sterft Helena.
Dankzij de verslagen van Eusebius verleent de Kerk haar de status van heilige. Haar naamdag valt op 18 augustus in de Rooms-katholieke Kerk, op 19 en 21 mei in de Lutherse Kerk en op 21 mei in de Orthodoxe Kerk.