Aelt Gerrits Wacker 1655-1716

















Aantekeningen

Aelt Gerritsen Wacker, ged. ca. 1655, schoenmaker, wnd. Bijsteren nabij Aelt de Schipper 1710, hoofdtins betaald 23-6-1704 (ergo rest vanaf 23-6-1705 t/m 1710), lidmaat 1706, overl. ca. 1716, tr. Annetjen Claess van Diermen, ged. Putten 28-02-1655, dr. van Claes Killeaans van Diermen, kerkmeester Putten, en Aertjen Aelts, van Putten. - 20-2-1694: Een derde part van een huijs tot Putten, daar Aelt Peelen aan d´eene en Toenis Guerts wed. aan d´andere sijde gelegen sijn, daar van Aelt Wacker de resteerende twee derde parten toebhoort, met nog een mudde saaijlant in de Putten enk geleegen naast Barten Campien aan het gemene velt, tusschen de heer Kellenaars Schaapschot, ende Voorthuijser wegh gelegen toebehorende Aert Jacobsen en Aeltjen Aelts Winckop, Echteluijden. Ao. 1694 den 20 februarii verpandt en nae pantscaps regten uijtgedaan aan Wilhelmus van Westervelt junior. Edoch de opcomsten tegens de interest ad 6 van ´t hondert te verekenen. Geregistr. den 23 febr. 1694 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten, fol. 21v). - 1709: Onder Putten; Bart Besselse aenlegger, Aelt Wacker verweerder ([GA SIGN] inv. nr. 339). - 15-6-1709: Putten; Landdrost tegen Aelt Wacker die door de kerkenraad van Putten onder censuur is gebracht dat hij zich van het Avondmaal dient te onthouden, maar daar toch aan heeft deelgenomen. TGericht veroordeelt hem tot 12 herenponden ([GA SIGN] inv. nr. 339, fol. 27vso). - 15-6-1709: Putten; Aelt Wacker, als voor een vierdepart mede erfgenaam ab intestato van zijn moeder Rengertjen Aelts, laatst weduwe van Aelt Pelen, aanl. Tegen Aelt reijersen, als man en momber van zijn huisvrouw, Aeltjen Aelts ten wiens huize de voorn. Rengertjen Aelts is gestorven, ter andere sijde ter voldoening van de sententie, etc., etc. TGericht admitteert de exceptie ([GA SIGN] inv. nr. 339, fol. 27vso). - 20-6-1710: Aelt Wacker, als ab intestato mede erfgenaam van sijn zal. moeder Rengertje Aelts laest weduwe van Aelt Pelen, aanl., eens, ende Aelt Reijersen, nomine ucoxris Aeltjen Aelts, in wiens huijs Rengertien Aelts is overleden, verw., anderdeels. TGericht verw. is gehouden extraditie van een gerecht achtste part vande nalatenschap van den voors. Aelt Pelen ende Rengertien Aelts gewesene echtelieden, etc., etc. ([GA SIGN] inv. nr. 334, fol. 91vso). - 6-3-1725: Compareerden voor ons ondergeschreven schepen der Stadt Harderwijk Aelt Wacker en Aertjen Claasen van Diermen, echtel. De vrouw in desen geassisteert met Dr. Jan Schrassert haer hier toe gekoren en toegelaten momb[e]r de welke verklaarden bij haer selven in consideratie en overweeginge genomen te hoe haar soon Aelt Wacker van hij bequaam is geweest om een ambagt tot sijn kostwinning te leeren en aan te gaan tot hier toe sijnde reets tot sijn vier a vijff en dertigh jaaren gekomen in plaats van sijn eijgen fortuijn te soeken bij haar is gebleven en tot opholdinge en costwinninge der gemeijne huijsholdinge alle arbeijt buijten en binnen het huijs met veel bereijtwilligheijt en tot haar groten dienst in haer olderdom gedaen en waergenomen heeft daarin tegen .. deel de andere kinderen een ambagt geleert off gedient hebbende en vervolgens getrout sijnde haer versijt hadden aangeleijt en het dienvolgens natuurlijk en redelijk waar dat haar soon Aalt voor sijn getrouwe welke haar ongelegen quam met gelt te bekomen als mede uijt sonderlinge lieffde die sij hem ter sake voors: toedroegen eenige prerogatiff leijt haar nalatenschap quame te genieten, weshalven sij echtel: verklaerde haar begeerte en wille te sijn dat na dode van haer beijden /: als sullen de langstleevende in den besten forme regtens en op de faverabelste wijsen welke de Landregten toelaten den boedel in ´t geheel blijven besitten toter doot toe gelijk sij elkander deselve reciproce omni meber mede bemaakten mits desen :/ haar soon Aelt Wacker als een preligaat sal voor uijt trecken en beholden haar comparanten huijs in Putten met de Camer, hoff en verdere ap en dependentie, de twee kuijpen met ´t leer dat daer als dan in gevonden sal worden als mede de schoenmakerswinkel en ´t geene daer toe te behoren bevonden sal werden, en dat haar soon Aelt als dan nog de rest van haar comparanten nalatenschap met de andere erffgen: egaelijk sal deijlen en sijne filiale portie genieten begerende sij Egtel: dat den inholt desen sal werden nageleeft ´t sij als testament, legaat, codicil, gifte ter sake des doots off als een gerigtelijke bekentenis gifte onder de levende ofte soo als deselve in een andere betere forme regtens solde mogen bestaan en effect sorteren daar toe imploierende alle faveren, en voor regten welke de regten aan en olderlijk testament qum: in specie sig beroepende op den 11. Art: der ordonantie op de testamenten makinge in Veluwen de Ao: 1711, daar bij den olderen wert gepermitteert ook buijten sodaene verordineerde en erffelijke reden als hier voren is aangetogen te disponeeren tussen haar kinderen tot de legetieme toe waar mede comparanten bevelende haar kinderen dese na te komen haar dispositie hebben beslooten oirconde onse betekeninge en besegelinge in Harderwijk den 6 Martii 1725. WVHolten GWVDGraaf. Geregistr: den 23 April 1726 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten, fol. 49v, 50).

Bronnen :
- gezin : VVG Genealogie Fragmenten


Relaties-huwelijk en kinderen


Ouders

Voorouders

De grootouders

Meint Wacker   Evertje Gerrits    
|
4
  |
5
 



 
|  

De ouders

Gerrit Meinten Wacker †1656   Rengertje Aelts †1704
|
2
  |
3



|
  Aelt Gerrits Wacker 1655-1716
...

[Page displayed by GeneWeb 5.00-exp] Copyright © 1998-2006 INRIA - DOC -

perso.txt