ancsosa
Tot de n-e generatie.
1 . Maria Dirkje van (Marianne) Wincoop, geboren op 28 februari 1968, Nijkerk.
2 . Wouter van Wincoop, geboren op 22 januari 1925, Putten, gestorven op 26 december 2000, Nijkerk, begraven op 29 december 2000, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 75 jaar oud). [Bron 2]
... gehuwd op 22 december 1953, Nijkerk, met ...
3 . Wouthera Blokhuis, geboren op 20 februari 1932, Nijkerk. [Bron 3]
... hieruit :
4 . Gijsbert van Wincoop, geboren in 1898, Putten.
... gehuwd op 12 augustus 1921, Putten, met ...
5 . Dirkje van de Ridder, geboren in 1899, Putten.
... hieruit :
6 . Rijkert Blokhuis, geboren op 12 mei 1889, Nijkerk, gestorven op 1 februari 1970, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 80 jaar oud). [Bron 6]
... gehuwd op 6 juni 1923, Nijkerk, met ...
7 . Maria van de Veen, geboren op 18 juni 1896, Nijkerk, gestorven op 1 augustus 1977, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 81 jaar oud). [Bron 7]
... hieruit :
8 . Gijsbert van Wincoop, geboren in 1867, Putten, gestorven, Landbouwer.
... gehuwd op 12 april 1889, Putten, met ...
9 . Lubbertje van Dam, geboren in 1870, Putten, gestorven op 15 augustus 1938, Putten (leeftijd bij overlijden: 68 jaar oud).
... hieruit :
12 . Gijsbert Blokhuis, geboren op 14 juni 1860, Nijkerk, gestorven op 12 oktober 1937, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 77 jaar oud). [Bron 12]
... -(X2) :
gehuwd op 19 december 1894, Nijkerk, met ...
...
Maria Schimmel, geboren op 11 februari 1861, Scherpenzeel, gestorven op 23 april 1910, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 49 jaar oud)
...
dochter van Gijsbert Schimmel en
Melisje Roelofsen
...
... gehuwd op 24 oktober 1888, Nijkerk, met ...
13 . Dirkje van den Hoorn, geboren op 18 december 1864, Nijkerk, gestorven op 6 juni 1893 (leeftijd bij overlijden: 28 jaar oud). [Bron 13]
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
16 . Hendrik van Wincoop, geboren in 1835, Putten, gestorven op 2 oktober 1871, Putten (leeftijd bij overlijden: 36 jaar oud), Landbouwer.
... gehuwd op 3 april 1863, Putten, met ...
17 . Rijntje van Dasselaar, geboren in 1844, Putten, gestorven.
... hieruit :
24 . Rijkert Blokhuis, geboren op 21 december 1828, Nijkerk, gestorven op 18 januari 1907, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 78 jaar oud). [Bron 24]
... gehuwd op 28 april 1858, Nijkerk, met ...
25 . Geurtje van Bielerder, geboren op 29 september 1833, Nijkerk, gestorven op 21 oktober 1886, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 53 jaar oud). [Bron 25]
... hieruit :
26 . Dirk van den Hoorn. [Bron 26]
... gehuwd op 23 april 1862, Nijkerk, met ...
27 . Evertje van Hell, geboren in 1841, Putten, gestorven. [Bron 27]
... hieruit :
32 . Gijsbert van Wincoop, geboren in 1792, Putten, gestorven, Koopman, Landbouwer.
... -(X1) :
gehuwd op 31 maart 1821, Putten, met ...
...
Gerritje van Meerveld, geboren in 1803, Putten, gestorven op 16 juli 1828, Outten, Hoef (leeftijd bij overlijden: 25 jaar oud)
... hieruit :
... -(X3) :
gehuwd op 31 maart 1821, Putten, met ...
...
? ?
...
... gehuwd op 14 november 1829, Putten, met ...
33 . Wijmpje Nuijen Vliek, geboren in 1804, Putten, gestorven.
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
48 . Gijsbert Blokhuis, geboren op 24 juni 1802, Nijkerk, gestorven op 20 april 1875, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 72 jaar oud). [Bron 48]
... gehuwd op 13 augustus 1828, Nijkerk, met ...
49 . Gijsbarta van Dijkhuizen, geboren op 18 juli 1802, Nijkerk, gestorven op 4 september 1880, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 78 jaar oud). [Bron 49]
... hieruit :
50 . Wouter van Bielerder. [Bron 50]
... gehuwd met ...
51 . Maria van Wesel. [Bron 51]
... hieruit :
54 . Johannes van Hell, geboren in 1800, Putten, gestorven op 18 november 1847, Hoef (leeftijd bij overlijden: 47 jaar oud).
... gehuwd met ...
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd op 9 maart 1822, Putten, met ...
...
Aalt van Hell, geboren in 1792, Putten, gestorven op 12 juni 1824, Hoef (leeftijd bij overlijden: 32 jaar oud)
...
zoon
van Aalbert Aalten van Hell en
Evertje Aalten
...
64 . Bessel Jans van Wincoop, geboren in augustus 1745, Putten, gedoopt op 15 augustus 1745, Putten, gestorven op 9 september 1800, Putten-Nulde (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud), Bouwman.
... gehuwd met ...
65 . Beertje Vliek, geboren in mei 1757, gedoopt op 20 mei 1757, Putten, gestorven op 21 juni 1822, Putten, Hoef (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud).
... hieruit :
66 . Hendrick Nuijen Vliek, geboren op 31 december 1781, Putten Dasselaar, gestorven op 23 december 1858, Putten Nulde (leeftijd bij overlijden: 76 jaar oud).
... gehuwd op 8 mei 1803, Ermelo, met ...
67 . Maartje Gijsbert de Mots, geboren op 18 januari 1781, Ermelo Telgt, gestorven op 26 augustus 1859, Putten Nulde (leeftijd bij overlijden: 78 jaar oud).
... hieruit :
96 . Rickert Blokhuis, geboren in 1752, Bunschoten, gedoopt op 24 september 1752, Bunschoten, gestorven op 3 oktober 1829, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 77 jaar oud).
... -(X1) :
gehuwd op 15 december 1793, Nijkerk, met ...
...
Evertje Nordengoed, geboren op 2 juli 1742, Nijkerk, gestorven op 24 maart 1798, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud)
...
dochter van Evert Geursten van Nordengoed en
Nelletjen Heimans van Harseler
...
... gehuwd op 9 maart 1800, Bunschoten, met ...
97 . Rijkje Willemsen, geboren op 20 september 1762, Voorthuizen, gestorven op 18 november 1830, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 68 jaar oud).
... hieruit :
98 . Aart Gerritsen van Dijkhuizen, geboren in 1779, Nijkerk, gestorven op 23 oktober 1855, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 76 jaar oud). [Bron 98]
... gehuwd met ...
99 . Evertje van Dusschoten, geboren in 1780, Nijkerk, gestorven op 15 februari 1841, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 61 jaar oud). [Bron 99]
... hieruit :
108 . Aalbert Aalten van Hell.
... gehuwd met ...
... hieruit :
128 . Jan Bessels van Wincoop. [Bron 128]
... -(X1) :
gehuwd op 3 april 1735, Putten, met ...
...
Geertje Hendriks Vliek [Bron 128x1]
...
dochter van Hendrick Hendricksen Vliek 1680-1731 en
Wijmpje Peelen 1685-1749
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
130 . Berend Gerrits Vliek, geboren in 1726, gestorven op 2 december 1756 (leeftijd bij overlijden: 30 jaar oud). [Bron 130]
... gehuwd met ...
131 . Hendrikje Gijsberts van de Mheen.
... hieruit :
132 . Nuy Willemsen van Dasselaar. [Aantekening 132]
... gehuwd op 20 februari 1774, Putten, met ...
133 . Wijmpje ELbertse Vliek, geboren in oktober 1743, gedoopt op 6 oktober 1743, Putten, gestorven op 15 februari 1785, Putten Dasselaar (leeftijd bij overlijden: 41 jaar oud).
... hieruit :
192 . Gijsbert Jacobsz Blokhuis, Burgemeester Bunschoten (1758-1762), Burgemeester (1765-1779), Schepen (1752, 1755), geboren in 1725, Bunschoten, gedoopt op 8 juli 1725, Bunschoten, gestorven op 10 november 1799, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 74 jaar oud), Veehouder, Burgemeester. [Aantekening 192]
... -(X1) :
gehuwd op 28 mei 1747, Bunschoten, met ...
...
Trijntje Pieters Niesen, geboren in 1726, Bunschoten, gedoopt op 15 september 1726, Bunschoten, gestorven in 1748, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 22 jaar oud) [Bron 192x1]
...
dochter van Pieter Bortsz Nisen, Burgemeester Bunschoten 1695-ca 1749 en
Magteltje Harmensz Dusseldorp 1697-1770/
... hieruit :
... gehuwd op 24 december 1750, Voorthuizen, met ...
193 . Lysbeth Rikkerst van den Brink, geboren in mei 1728, Stroe, gedoopt op 23 mei 1728, Garderen, gestorven voor 1 mei 1804.
... hieruit :
194 . Willem Stevensen Willemsen.
... gehuwd met ...
... hieruit :
196 . Gerrit Aalbertsen van Dijkhuizen.
... gehuwd met ...
... hieruit :
216 . Aalt van Hell. [Bron 216]
... gehuwd met ...
... hieruit :
256 . Bessel Jans Wincoop, geboren in 1685, gestorven.
... gehuwd op 17 juli 1712, Putten, met ...
257 . Annetje Cosijns van Diermen, geboren in 1695, gestorven in 1716, Putten (leeftijd bij overlijden: 21 jaar oud).
... hieruit :
260 . Gerrit Berends Vliek, gestorven op 2 juli 1778, Putten. [Aantekening 260]
... gehuwd met ...
261 . Aertje Lubbers. [Bron 261]
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
266 . Elbert Hendricken Vliek, geboren op 2 mei 1706, Putten, gestorven.
... gehuwd met ...
267 . Aartje Rijckse Polleman.
... hieruit :
384 . Jacob Blokhuis, geboren op 8 mei 1698, Bunschoten, gestorven voor 19 november 1729, Schepen, diaken. [Bron 384]
... gehuwd in 1720, Bunschoten, met ...
385 . Bietje Geertsdr Geurden, geboren, Bunschoten, gestorven in 1749, Bunschoten.
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd op 19 november 1729, Bunschoten, met ...
...
Rijer Poort, geboren op 11 december 1698, Bunschoten, gestorven waarschijnlijk in 1768, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 70 jaar oud), Timmerman [Aantekening 385x2]
...
zoon
van Jan Cnelissen Poort ca 1666-/1734 en
Meijnsjen Jacobs †1731/
...
386 . Rijk Wouters van den Brink.
... gehuwd met ...
... hieruit :
512 . Jan Melissen Wincoop, geboren in 1650, Putten, gestorven in 1710 (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud). [Bron 512]
... gehuwd op 29 juli 1680, Putten, met ...
513 . Aaltjen Barts. [Bron 513]
... hieruit :
514 . Cousijn Killean van Diermen, geboren op 2 juli 1647, Putten, gedoopt in 1647, Putten, gestorven in 1706, Putten (leeftijd bij overlijden: 59 jaar oud). [Bron 514]
... gehuwd in 1660, Putten, met ...
515 . Geertruijd Schaap, geboren op 20 december 1646, Putten, gestorven. [Bron 515]
... hieruit :
520 . Berend Gerrits Vliek, gestorven op 30 september 1706. [Aantekening 520]
... gehuwd met ...
521 . Evertje Wouters, gestorven op 30 september 1796. [Bron 521]
... hieruit :
532 . Hendrick Hendricksen Vliek, geboren in 1680, gestorven in 1731 (leeftijd bij overlijden: 51 jaar oud). [Bron 532]
... gehuwd voor 1706 met ...
533 . Wijmpje Peelen, geboren in 1685, gestorven op 26 maart 1749, Putten (leeftijd bij overlijden: 64 jaar oud). [Bron 533]
... hieruit :
768 . Gijsbert Blokhuis, geboren in 1648, Bunschoten, gestorven in 1720, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 72 jaar oud). [Aantekening 768]
... gehuwd op 19 mei 1695, Bunschoten, met ...
769 . Geertjen Beertsdr Maessen, geboren in 1664, Nijkerk, gestorven in 1701, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 37 jaar oud).
... hieruit :
1.024 . Melis Besselse Wincoop, geboren op 18 januari 1604, Putten, gestorven op 16 oktober 1688, Putten (leeftijd bij overlijden: 84 jaar oud). [Aantekening 1024]
... gehuwd op 11 maart 1638, Barneveld, met ...
1.025 . Aeltien Jans van Butselaar. [Bron 1025]
... hieruit :
1.028 . Killean van Diermen, geboren op 13 maart 1600, Putten, gestorven.
... gehuwd in mei 1625, Putten, met ...
1.029 . Everken Driesen, geboren op 29 november 1607, gestorven.
... hieruit :
1.040 . Gerrit Jans Vliek, gestorven in 1675. [Aantekening 1040]
... gehuwd op 30 augustus 1657, Ermelo, met ...
1.041 . Gerritjen Cornelis van Veen, gestorven in 1698.
... hieruit :
1.064 . Hendrick Elbertsen Vliek, geboren op 23 oktober 1642, Putten, gestorven op 14 mei 1713 (leeftijd bij overlijden: 70 jaar oud). [Aantekening 1064]
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Grietjen Hendricks van Crachtighuijsen, geboren op 10 juni 1655, Putten, gestorven op 28 mei 1680 (leeftijd bij overlijden: 24 jaar oud)
... hieruit :
... gehuwd voor 1688 met ...
1.065 . Henrichien Wulfsen, gestorven in 1709. [Bron 1065]
... hieruit :
1.536 . Jacob Rijckszn *********** Stamvader Bunschoter tak ************** Blokhuis, geboren in 1620, Bunschoten, gestorven circa 1680, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 60 jaar oud). [Aantekening 1536]
... gehuwd in 1645 met ...
1.537 . Grietje Gijsberts, geboren in 1620, gestorven na 1655.
... hieruit :
... gehuwd met ...
1.539 . Woutertje Hendricksdr Collert.
... hieruit :
2.048 . Bessel Jansen Wincoop, geboren in 1580, gestorven voor 19 januari 1620. [Bron 2048]
... gehuwd, Putten, met ...
2.049 . Jeut gerritsen van Nieukerk, geboren in 1580, gestorven na 1629. [Bron 2049]
... hieruit :
2.050 . Jan Reijers van Butselaar.
... gehuwd met ...
... hieruit :
2.056 . Claes Cosijnsz van Diermen, geboren in 1580, gestorven op 25 maart 1610, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 30 jaar oud), Kleermaker te Putten. [Aantekening 2056]
... -(X2) :
gehuwd op 18 november 1599, Nijkerk, met ...
...
Anna Aesgen, geboren, Kampen [Bron 2056x2]
... hieruit :
... gehuwd voor 1600 met ...
2.057 . Beertje Brants, geboren, Wageningen, gestorven.
... hieruit :
2.058 . Dries Maes.
... gehuwd met ...
2.059 . Trui Olefs.
... hieruit :
2.080 . Jan Jochems Vliek, gestorven op 13 februari 1665, Putten, sutor to Putten. [Aantekening 2080]
... gehuwd met ...
2.081 . Geertjen Gerrits ten Broek, geboren op 25 mei 1699, Nijkerk, gestorven in 1652, Putterdijk. [Bron 2081]
... hieruit :
2.128 . Elbert Henricksen Vliek, gedoopt op 22 september 1616, gestorven, begraven in 1670 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 54 jaar oud). [Aantekening 2128]
... gehuwd op 7 februari 1641 met ...
2.129 . Geertje Gerrits Wincoop, geboren in maart 1613, gedoopt op 18 maart 1613, gestorven op 10 december 1679, Putten (leeftijd bij overlijden: 66 jaar oud).
... hieruit :
3.072 . Rijckert Blokhuis, geboren in 1590, Bunschoten, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
4.096 . Jan Everts Wincoop, geboren in 1545, gestorven in 1616 (leeftijd bij overlijden: 71 jaar oud). [Aantekening 4096]
... gehuwd voor 1570 met ...
4.097 . Geertje Melissen, geboren in 1549, gestorven in 1619 (leeftijd bij overlijden: 70 jaar oud). [Bron 4097]
... hieruit :
4.112 . Cosijn van Diermen, geboren in 1530, gestorven. [Aantekening 4112]
... gehuwd met ...
4.113 . Hendrikje N.
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
4.256 . Henrick Willems Vliek. [Aantekening 4256]
... gehuwd met ...
4.257 . Aertje Dircks, geboren op 19 januari 1615, gestorven.
... hieruit :
4.258 . Gerrit Jans Wincoop, geboren in 1575, gestorven in 1641 (leeftijd bij overlijden: 66 jaar oud). [Bron 4258]
... gehuwd op 31 maart 1615, Putten, met ...
4.259 . Cornelieken Maesen, gestorven in 1641. [Bron 4259]
... hieruit :
8.192 . Evert Aernts Wincoop, geboren in 1530, gestorven. [Bron 8192]
... gehuwd met ...
... hieruit :
8.224 . Claes van Diermen, geboren in 1480, gestorven in 1537 (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud). [Aantekening 8224]
... gehuwd met ...
8.225 . Aleid Melisdr van Luxhool. [Aantekening 8225]
... hieruit :
8.512 . Willem Elberts Vliek, geboren in 1543, gestorven in 1617, Putten (leeftijd bij overlijden: 74 jaar oud). [Aantekening 8512]
... gehuwd voor 1595 met ...
8.513 . Aertje Jansen Wincoop, geboren in 1575, gestorven in 1617, Putten (leeftijd bij overlijden: 42 jaar oud).
... hieruit :
16.384 . Aernt Wincoop, geboren, Garderbroek. [Aantekening 16384]
... gehuwd met ...
... hieruit :
16.448 . Pilgrom van Diermen, geboren in 1435, gestorven. [Aantekening 16448]
... gehuwd in 1461, Putten, met ...
16.449 . Bijen Casins van Luxhool. [Bron 16449]
... hieruit :
16.450 . Melis Cosijns van Luxhool, geboren in 1517, Luxhool bij Nijkerk, gestorven. [Aantekening 16450]
... gehuwd met ...
16.451 . Bya Hanegraaf. [Aantekening 16451]
... hieruit :
17.024 . Elbert Vliek, gestorven in 1557. [Aantekening 17024]
... gehuwd in 1548 met ...
... hieruit :
32.768 . Evert Wincoop, Landbouwer te Essen. [Aantekening 32768]
... gehuwd met ...
... hieruit :
32.896 . Claes van Diermen, geboren in 1400, gestorven voor 1461. [Aantekening 32896]
... gehuwd in 1436 met ...
32.897 . Eefse N, gestorven in 1463, Arian van Diermen. [Aantekening 32897]
... hieruit :
32.898 . Cosijn van Luxhool. [Bron 32898]
... gehuwd met ...
32.899 . Geertruit van Hennekeler. [Bron 32899]
... hieruit :
34.048 . Wylhem Vliek. [Aantekening 34048]
... gehuwd met ...
... hieruit :
65.536 . Henrick Wincoop, geboren in 1385, gestorven in 1433 (leeftijd bij overlijden: 48 jaar oud). [Aantekening 65536]
... gehuwd met ...
... hieruit :
65.792 . Servaes van Diermen, geboren in 1370, gestorven. [Aantekening 65792]
... gehuwd met ...
65.793 . Goude N. [Bron 65793]
... hieruit :
68.096 . Elbert Vliek, Abstman van Paderborn. [Aantekening 68096]
... gehuwd met ...
... hieruit :
131.072 . Rynery Wincoop. [Aantekening 131072]
... gehuwd met ...
131.073 . ? ?. [Bron 131073]
... hieruit :
131.584 . Claes Servaesz van Diermen, geboren in 1340, gestorven. [Aantekening 131584]
... gehuwd met ...
131.585 . N N. [Bron 131585]
... hieruit :
263.168 . Searvaes van Diermen, geboren in 1310, gestorven. [Aantekening 263168]
... gehuwd met ...
263.169 . N N. [Bron 263169]
... hieruit :
Recht. Archief Kwartier van Veluwe, inv. nr 555, nr 19, voogdij en boedelstaat. idem inv. nr 864, d.d. 29 10 1784, koop boederij "Dasselaar" d.d. 20 04 1803, staat en inventaris van de boedel van wijlen Nuy Willemsen en Weijmtje Vlieck. uit privé bezit van Joh. van Hell.
Schepen, Burgemeester, diaken, ouderling, Onderwijzer, alhoewel nergens bewijs dat hij daadwerkelijk in die functie was aangesteld kennis van Sterrenkunde, Wiskunde en geografie
Lid gemeentebestuur, Kerkmeester
raad, schepen, oudewrling
Het gezin vertrok in 1818 van Bunschoten naar Amsterdam
Gerrit Berends Vlieck, minderjarig 1713, overl. Putten 02-07-1778, tr. ald. 26-04-1719 Aertje Lubbers. - 4-5-1707: Gerrit Berendsen Vlijck investitus [Aert Wulfsengoed anderen deels], successit Patri ([GA AKP] inv. nr. 326). - 10-2-1724: Een Camp Zaaijlandt groot drie schepel min 1/6 part gelegen onder den Ampte van Putten aan de Steene Camer alwaar oostw: de kinderen van Rijk Meijnten, westw: Koperen, noortw: mede Coperen en suijtw: Juffer van Deelen naast gelant sijn, toebehorende Evert Jansen en Gerberch Meijnten, eheluijden en Grietjen Meijnten geassisteert met Evert Jansen voornt: als haar momber. Ao. 1724 Den 10. Febr/: voors: Camp Zaaijlandt verkoft en getransporteert aan Gerrit Berentsen Vlieck en Aartjen Lubberts, eheluijden voor 200. g[u]lden, dit alles vermogens dorigineele vertoonde acte door de Ed. H: Huijbers, scholt van Putten namens Transporten neffens geerffden Melis Aartsen van Broekhuijsen en Jan van t Sol betekent en bezegult, breder vermelt quo relatio. Geregistr: den 6 Januarij 1729 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Hoef, fol. 22vso). - 4-3-1729: Een camp meenlandt groot omtrent twee mergen gent: PaalCampjen, alwaar oostw: Arnold Wolffsen, westw: den Heer van Staverden, suijdw Hend: van der Goot ende Noortw: de Heeren gedeputeerden naast gelegen sijn, toestendig Juffr: Henrica van Bemmel, wed: van zallr: Wijnandt Pannekoek, geassisteert met haar soon Cornelis Pannekoek, secrets: van Stoutenburgh ende rato caverende voor haar samentlijke kinderen in ehestaat bij zallr: Wijnandt Pannekoek verwekt. Den 4 maert 1729. voorn: camp meenlandt verkoft en opgedragen van Gerrit Berentsen Vlieck ende sijne erven voor een summa van 1190 gldens, dit alles vermogens d origineel vertoonde acte door de Ed: H: Huijberts, scholt van Putten, namens Transportanten neffens Geerffden Melis Aertsen van Broekhuijsen ende Jan vant Zoll getekent en verzegelt breder vermelt quo relatio. Geregistr: 6. Januarij 1729 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Putterdijk, fol. 14).
Recht. Archief Kwartier van Veluwe, inv. nr 555, nr 19, voogdij en boedelstaat. idem inv. nr 864, d.d. 29 10 1784, koop boederij "Dasselaar" d.d. 20 04 1803, staat en inventaris van de boedel van wijlen Nuy Willemsen en Weijmtje Vlieck. uit privé bezit van Joh. van Hell.
Schepen, Burgemeester, diaken, ouderling, Onderwijzer, alhoewel nergens bewijs dat hij daadwerkelijk in die functie was aangesteld kennis van Sterrenkunde, Wiskunde en geografie
Raad, Schepen
Schepen, Burgemeester, diaken, ouderling, Onderwijzer, alhoewel nergens bewijs dat hij daadwerkelijk in die functie was aangesteld kennis van Sterrenkunde, Wiskunde en geografie
Lidmaat van Puttense Kerkgemeetne 1706
Hij is waarschijnlijk dezelfde als A.C. van Diermen Op 5-1-1768, bijna 81 jaar, was hij getuige in het geschil tussen de predikanr van Putten en het schuttersgilde
Anthoni en Geurt van Diermen, schout van Putten en kleinzoon van ..... zegelden beide met de stierekop met een zespuntige ster tussen de horens in rode was.
9-1-1713: Het getimmer van een huijs en drie vierde parten van een Campjen daar het huijs op staat aan de Nuldersteeg gelegen, toebehorende Reijer Aeltsen en Besseltjen Rengers Echteluijden. Ao. 1713 Den 9 Janw: beswaart met 200 gln: bij form van pandtschap voor den tijt van drie jaaren, en voorts na omgang van drie 3 jaaren van 2 jaar tot 2 jaar ten behoeff Jan Gijsbertsen in qualiteijt als momb: van het onmundige kynt van Berent Gerritsen Vlyek en Evertjen Wouters. Registr: den 2. Junij 1713 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Dasselaar en Nulde, fol. 11).
Gerrit Berends Vlieck, minderjarig 1713, overl. Putten 02-07-1778, tr. ald. 26-04-1719 Aertje Lubbers. - 4-5-1707: Gerrit Berendsen Vlijck investitus [Aert Wulfsengoed anderen deels], successit Patri ([GA AKP] inv. nr. 326). - 10-2-1724: Een Camp Zaaijlandt groot drie schepel min 1/6 part gelegen onder den Ampte van Putten aan de Steene Camer alwaar oostw: de kinderen van Rijk Meijnten, westw: Koperen, noortw: mede Coperen en suijtw: Juffer van Deelen naast gelant sijn, toebehorende Evert Jansen en Gerberch Meijnten, eheluijden en Grietjen Meijnten geassisteert met Evert Jansen voornt: als haar momber. Ao. 1724 Den 10. Febr/: voors: Camp Zaaijlandt verkoft en getransporteert aan Gerrit Berentsen Vlieck en Aartjen Lubberts, eheluijden voor 200. g[u]lden, dit alles vermogens dorigineele vertoonde acte door de Ed. H: Huijbers, scholt van Putten namens Transporten neffens geerffden Melis Aartsen van Broekhuijsen en Jan van t Sol betekent en bezegult, breder vermelt quo relatio. Geregistr: den 6 Januarij 1729 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Hoef, fol. 22vso). - 4-3-1729: Een camp meenlandt groot omtrent twee mergen gent: PaalCampjen, alwaar oostw: Arnold Wolffsen, westw: den Heer van Staverden, suijdw Hend: van der Goot ende Noortw: de Heeren gedeputeerden naast gelegen sijn, toestendig Juffr: Henrica van Bemmel, wed: van zallr: Wijnandt Pannekoek, geassisteert met haar soon Cornelis Pannekoek, secrets: van Stoutenburgh ende rato caverende voor haar samentlijke kinderen in ehestaat bij zallr: Wijnandt Pannekoek verwekt. Den 4 maert 1729. voorn: camp meenlandt verkoft en opgedragen van Gerrit Berentsen Vlieck ende sijne erven voor een summa van 1190 gldens, dit alles vermogens d origineel vertoonde acte door de Ed: H: Huijberts, scholt van Putten, namens Transportanten neffens Geerffden Melis Aertsen van Broekhuijsen ende Jan vant Zoll getekent en verzegelt breder vermelt quo relatio. Geregistr: 6. Januarij 1729 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Putterdijk, fol. 14).
Schepen Kwam nog voor op de lijst van Haardstedengeld in 1718 (Putman-Burgman)
Woonde op de hoek van de Dorpstraat en de Burgwalop de boerderij met de naam Bluckhuijs
Melis belaand op 7-4-1621 het goed Colthorn onder Putten
VVG genealogie fragmenten
Gerrit Jans Vlieck, j.m. v. Putten 1657, overl. v8-3-1675 n20-2-1670, otr. Putten/Harderwijk 16-08-1657, tr. Ermelo (attest.) 30-08-1657 Gerritjen Cornelis van Veen, j.d. v. Harderwijk 1657, overl. ca. 1698, dr. van Cornelis Hendricks, van Harderwijk.
Het Mollenbroek (Meulenbroek) gespleten uit Aert Wolfsgoed:
- 1670: Jan Brantse transporteert aan Gerrit Janse Vlieck het Mollenbroek.
- 1685: De weduwe Gerrit Janse betaalt …
- 20-6-1698: Joan Gerritse betaalt het versterf van zijn moeder Gerritje Cornelisen.
- 29-6-1698: Berendt Gerrits Vlieck compareert, te kennen gevende dat door het overlijden van zijn moeder dit goed bij magescheit op hem is gekomen.
- 30-9-1706: De versterven van Evertje Wolters en Berendt Gerrits Vlieck worden betaald.
4-5-1707: Jan Gisbertsen als momber van het onmundig kind Berndt Gerrits Vlieck, gen. Gerrit Berndtse Vlyeck beleend (bron ?).
- 1662: Gerrit Jans Vlieck mede als momber van zijn zuster Lubbertje tegen Henrick Jochims Vlieck over de nalatenschap van wijlen Beert Vlieck ´hoer sal. ohm´ (bron ?).
- 1674: In de saecken van Gerrit Jansz Vlieck contra Gerrit van Langen, belangende den Eijsch als bij d´Acte, admitteert het Gericht (soo in de principale saecke als in de reguarde van de Gerichte) de geproponeerde nootsaeck den 29. Augusti 1674 ([GA SIGN] inv. nr. 331, Putten, fol. 80).
- 8-3-1675: Huijs en hoff en hoffstede en omtrent drie mergen landt daar annex, daar oostw. Jan Bouw, west Gijsbert Gootschalks weduwe, zuijden de weduwe van Cornelis van de Veen en Noorden de gemeene wegh Barent Henriksen en Trijntjen Bessels, echtel.
Ao 1675 den 8. Martij beswaert met 650 gln. segge ses hondert vijfftigh gl. ten profijte van de kinderen van zal[ige]r Henrik Maessen voor de eene helffte en Jan Jochemsen Vlijck sijn kinderen, als Gerritje Cornelis van der Veen weduwe van zal[ige}r Gerrit Jansen Vlyck cum suis voor de andere helfte geregistr: den 3 sept. 1626.
Nog den 19 martii 1672 beswaert met 825 guld. ten behoeve van Bijtien Henriks Vleijk, Maes Jansen, en Aartjen Henriks, eluijden, Maas van Hasel en Gerritjen Henriks, eluijden, en Jan Winkop en Besseltje Henriks mede, echtel. met haar vieren … na. Geregistr: den 3 Octob: 1676. (doorgestreept)
Dit bovenstaande geroijeert en affgelost voor Henrik Petersen Perk en Cornelisjen Henriks, eluijden voor d´eene helfte en Steventjen Henriks voor de andere heffte op den 13. Decemb: 1679 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Hoef, fol. 2).
9-1-1713: Het getimmer van een huijs en drie vierde parten van een Campjen daar het huijs op staat aan de Nuldersteeg gelegen, toebehorende Reijer Aeltsen en Besseltjen Rengers Echteluijden. Ao. 1713 Den 9 Janw: beswaart met 200 gln: bij form van pandtschap voor den tijt van drie jaaren, en voorts na omgang van drie 3 jaaren van 2 jaar tot 2 jaar ten behoeff Jan Gijsbertsen in qualiteijt als momb: van het onmundige kynt van Berent Gerritsen Vlyek en Evertjen Wouters. Registr: den 2. Junij 1713 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Dasselaar en Nulde, fol. 11).
Henrick Vlieck is eigenaar van 7 morgen van ´t erf Crachtighuijsen ([GA REK] inv. nr. 1496 Tynsboek Putten 1706 “Den thijns van den Nijen Landen bij Hunen ende Spriel in den Kerspel van Putten, fol. 1). - 28-5-1680: Een halff deel holts in den Putten bosch, gaande te deel met Aert Melissen Smidt, toebehorende Henrick Vlieck en Grijetjen Henriks Eluijden. Ao. 1680 den 28 meij getransporteert en opgedragen aan Melis Aertsen en Beertjen Killen van Dijermen Eluijden, ten prothocol gebrocht den 16 October 1680 ([GA PROT] inv. nr. 160, fol. 13v). - 1-4-1680: Eerstelijk twee mergen landt gent. ´Het Dijckerlandt´ in den Ampte van Putten buijrschap Nulde gelegen, daar ootsw. aangelegen sijn ´den Doven Goosen´, west Grietgen op Boeijen, noortw. den Heerenwegh, zuytw. de wed. van Gerrit Jansen Vlieck, item nog een Campien saaijlant groot ongeveer drie schepel gesaijs met sijn holtgewas en plaggevelt daar toe gehorende, gelegen bij het dorp van Putten aan de brink, daar oost en noortw. naest gelandet sijn d´Heer van Schoonderbeek, west den Heerenwegh en zuijtw. den Putterbrink, toebehorende Henrick Elbertse Vlieck en Grietjen Hendrix, echtel. neffens Aeltgen Elberts Vlieck en wij Grietjen en Aeltje in desen geassrt. met den voorn. Hend. Vlieck als onsen gekoren momber. Ao. 1680 den 1. April hebben voorn. echtel. ende bovengnoemde goederen verset en verpantschapt tot vrije en onbecommerde speciale onderpanden om op dato voors. aan te vatten tot haer schoonste vier agter een volgende jaaren te gebruiken, aan ten behoeve van Do. Ellardus Verstege pred. tot Putten en Ewouda Riemer echtel. en haar erven, en sulx voor een sum van duijsent guld. A 20 st. ´t stuk voorts bij de verpanderen voor alle voorcommen tot een speciaal onderpandt gestelt haar halve holts in de Sprielderbos voor geerfden H. Huijberts scholtis en Claas Killen van Diermen vermogens haar subs. En uijthangende zegelen als mede van de Overpander Derk van Haerlem uijt naeme van de verpander. Geregistr. Den 11 Augusti 1680 ([GA PROT] inv. nr. 160, fol. 13v). - 13-2-1694: Erff ende goet ´den Roest´ genaamt t´welk bij Reijer Wolters gebruijkt wordt, in de buijrschap Norden gelegen daar de laste toebehoort Jan Jacobsen en Truijtjen Evertsen, egtel: daar van de voordogter van Hendrik Vlijek de wederhelffte toebehoort, neffens daar de Heer Cockengen, oost Done: Ellardus Verstegen praedicant tot Putten, zuijdtw:, ende gemene wegh west en noorden naast gelandet sijn, item een mergen mehenlandt en een Camp van twee mergen aan de Blynde Steege gelegen, die Gerrit Ryxen in pagt heeft mede met de dogter van Henrik Vlyck in t´gemeen, alsmede een vierdel van een hoeve holts in de Sprijelderbosch van welke perseelen gemelte Jan Jacobsen en Truijtjen Everts de helffte van toebehoren in t voors: holt in tgeheel. Ao. 1694. den 13. februari verpandt aan Jacobus van Westervelt voor een som: van duijsent glden met beding dat pandtholder de pagt en opkomsten sal trekken en tegens de interesse ad ses perCent verreekenen in alle reparatien als anders tot laste van pandtdoeners te verblijven; en pandtdoenders nog tot een ander onderpandt gestellt ses schepel saaijlandt in twee perseelen in den Tellichter Enk in den Ampte van Ermel gelegen als tegenwoordig bij Aart Henriksen en bij een ander gebruijkt wort. Geregistr: den 21 febr/: 1694. 1708 den 15 Sept heeft Berent Henriksen en Truijtjen Everts´, egtel: Dese bovenstaande goederen als de helffte van t´Erff ´de Roest´ met sijn regt en geregtigheijt en nog de helffte van twee mergen meenlandts aan de Blynde Steegh, en de helffte van een halff hoeff holt in de Sprijelderbosch, waar van de wederhelffte Elbert Aertsen Schipper behoort van alle drie de perseelen de voors: Schipper in gemeenschap beseten en dit alles ten behoeff van de Heer Jacobus van Westervelt. Zegelers Henrick Zuijck, Henrik Geltsaijer en Gerrit Heidentrik en daar voor nog tot een waarburg gestellt ses schepel Landt in de Telliger Enk ([GA PROT] inv. nr. 160, Norden, fol. 2). - 16-3-1702: dispositie over goederen van Hendrick Elbertsen Vlieck en Hendrickien Wulffers m.b.t. hun dan in levende zijnde kinderen Steventje, Geertje en Hendrik. Steventje krijgt o.a. Vlyckengoed. Goossen en Arent Vlieck verkopen dit in 1779 aan E.J.B. van Goltstiin ([GA] 0539 Huisarchief Vanenburg inv. nr. 37). Geertje krijgt o.a. Kleyn Norden ([GA AKP] inv. nr. 250a). - 16-3-1702: Henrick Elbersen Vlijck investitus [in abtsleengoed 4 morgen uit Vanenburg], titulo successionis, successit Patri ([GA AKP] inv. nr. 326). - 1713: Volschuldig hofhorig abtsgoed Vliekengoed in Norden te Putten possessor Henrick Elbersen Vlyck, titulo successit parentibus ([GA AKP] inv. nr. 326). - 1713: Possessor Steven Hackschaar volschuldig hofhorig abtsgoed in Nulde te Putten Henrick Elbertsen Vlijck, titulo successit parentibus ([GA AKP] inv. nr. 326). - 1713: Possessor Cuiltje en Breenacker volschuldig hofhorig abtsgoed afgespleten uit Steven Aartsgoed in Nulde te Putten Henrick Elbertsen Vlijck, titulo emptione ([GA AKP] inv. nr. 326).
Schepen, Diaken, Ouderling
Geboren op de Bonte Poort aan de Laek
Schepen Kwam nog voor op de lijst van Haardstedengeld in 1718 (Putman-Burgman)
Woonde op de hoek van de Dorpstraat en de Burgwalop de boerderij met de naam Bluckhuijs
Schepen Kwam nog voor op de lijst van Haardstedengeld in 1718 (Putman-Burgman)
Woonde op de hoek van de Dorpstraat en de Burgwalop de boerderij met de naam Bluckhuijs
Melis belaand op 7-4-1621 het goed Colthorn onder Putten
Melis belaand op 7-4-1621 het goed Colthorn onder Putten
rentmeester St. Catharina-Convent te Nijkerk; bewoner van boerderij Luxool te Nijkerk; Bron-Anita Willemse
ambtenaar in Arkemheen; bewoner van boerderij Luxool te Nijkerk; werd door huwelijk mede-eigenaar van Schoutmansgoed, dat eerder in bezit was van het geslacht Van Diermen (Archief Kelnarij van Putten, 54 (Bron Anita Willemsen)
Geertijen Gerrits ten Broeck, ged. Nijkerk 25-05-1599, van Putterdijk, overl. Putterdijk 1652, begr. Putten 21-10-1652. otr./tr. ald. 08-10/15-12-1622 Jan Jochems Vlieck, ‘sutor’ te Putten, wnd. Stenenkamer te Putten, overl. Putten 13-02-1665, zn. van Jochim Vlieck, beleend met de Voordijk, en Lubbertgen Jansen. - okt. 1652: Geertgen uxor Jan Jochimsen. Eodem anno obyt op den Putterdyck Gertgen uxor Jan Jochimsen ende heefft in Octobri pro cormeda et censu capitali veraccordeert Jan Jochimsen et Henrich Jochimsen ende datelyck betaelt 50 Kar. gld. ende sall voorts nooch geven 1/8 deell Meybotteren in Maio anni subsequentis 1653. solvit. Reliquit Gertgen voors. twee kinderen, eenen soon mit naemen Gerrit woonende by den vader, nooch ongehillickt ende een dochter nomine Lubbertgen getrouwet aen den soon van Henrich Aertzen offte to Hoorntgen op den Dyck met naemen Gerrit, cui genuit .. .. .. .. .. (niet verder ingevuld) ([STAMA 441] (1652).
VVG genealogie fragmenten
Gerrit Jans Vlieck, j.m. v. Putten 1657, overl. v8-3-1675 n20-2-1670, otr. Putten/Harderwijk 16-08-1657, tr. Ermelo (attest.) 30-08-1657 Gerritjen Cornelis van Veen, j.d. v. Harderwijk 1657, overl. ca. 1698, dr. van Cornelis Hendricks, van Harderwijk.
Het Mollenbroek (Meulenbroek) gespleten uit Aert Wolfsgoed:
- 1670: Jan Brantse transporteert aan Gerrit Janse Vlieck het Mollenbroek.
- 1685: De weduwe Gerrit Janse betaalt …
- 20-6-1698: Joan Gerritse betaalt het versterf van zijn moeder Gerritje Cornelisen.
- 29-6-1698: Berendt Gerrits Vlieck compareert, te kennen gevende dat door het overlijden van zijn moeder dit goed bij magescheit op hem is gekomen.
- 30-9-1706: De versterven van Evertje Wolters en Berendt Gerrits Vlieck worden betaald.
4-5-1707: Jan Gisbertsen als momber van het onmundig kind Berndt Gerrits Vlieck, gen. Gerrit Berndtse Vlyeck beleend (bron ?).
- 1662: Gerrit Jans Vlieck mede als momber van zijn zuster Lubbertje tegen Henrick Jochims Vlieck over de nalatenschap van wijlen Beert Vlieck ´hoer sal. ohm´ (bron ?).
- 1674: In de saecken van Gerrit Jansz Vlieck contra Gerrit van Langen, belangende den Eijsch als bij d´Acte, admitteert het Gericht (soo in de principale saecke als in de reguarde van de Gerichte) de geproponeerde nootsaeck den 29. Augusti 1674 ([GA SIGN] inv. nr. 331, Putten, fol. 80).
- 8-3-1675: Huijs en hoff en hoffstede en omtrent drie mergen landt daar annex, daar oostw. Jan Bouw, west Gijsbert Gootschalks weduwe, zuijden de weduwe van Cornelis van de Veen en Noorden de gemeene wegh Barent Henriksen en Trijntjen Bessels, echtel.
Ao 1675 den 8. Martij beswaert met 650 gln. segge ses hondert vijfftigh gl. ten profijte van de kinderen van zal[ige]r Henrik Maessen voor de eene helffte en Jan Jochemsen Vlijck sijn kinderen, als Gerritje Cornelis van der Veen weduwe van zal[ige}r Gerrit Jansen Vlyck cum suis voor de andere helfte geregistr: den 3 sept. 1626.
Nog den 19 martii 1672 beswaert met 825 guld. ten behoeve van Bijtien Henriks Vleijk, Maes Jansen, en Aartjen Henriks, eluijden, Maas van Hasel en Gerritjen Henriks, eluijden, en Jan Winkop en Besseltje Henriks mede, echtel. met haar vieren … na. Geregistr: den 3 Octob: 1676. (doorgestreept)
Dit bovenstaande geroijeert en affgelost voor Henrik Petersen Perk en Cornelisjen Henriks, eluijden voor d´eene helfte en Steventjen Henriks voor de andere heffte op den 13. Decemb: 1679 ([GA PROT] inv. nr. 160, Putten 1675-1733, Hoef, fol. 2).
Elbert Hendricks Vlyck, ged. Putten 22-12-1616, v. Putten, overl. v7-11-1669, otr./tr. ald. 18-06/sept. 1641 Geertijen Gerrits Wyncop, ged. ? 18-03-1613, v. Putten, begr. 10-12-1692 of 1679, dr. van Gerrit Jansen Wyncoop en Cornelischen Maesen. - 20-1-1642: Hij verkrijgt bij magescheid het vrouwengoed ´de Olde Oven´, het abtsgoed ´Groot Norden´ en het vrouwengoed ´Klein Norden´. Dit laatste goed is hem aangekomen van zijn moeder ([GA AKP] inv. nr. 148, fas. Vlyckengoed nr. 7). - 5-5-1654: Schout, Burgemeesters en Schepenen ingevolge een verjaarde plechte, namens Aelt Gerritzen voor hemzelf, Jacob Jansz Suijk en Elbert Fleeck als man en voogd van hun vrouwen en allen erfgenamen van Gerrit Janzen Wincoop en openbaar wordt verkocht aan Elbert Fleeck betreft een huis op de hoek van de Bloemendalse Poort, behorend aan het onmondige kind van Gerrit Thonisz en Trijntghen Maurits, beiden overleden ([AE Transp Amersfoort] inv. nr. 436-22). - 9-5-1654: Elbert Fleeck en Geertgen Gerrits, zijn vrouw; Jacob Jansen Suijck voor zich en voor Aeltgen Gerrits, zijn vrouw, wonend onder ´t Ambt van Putten transporteren aan Stephania Harris ´n huis op de hoek van de Bloemendaalsebinnenpoort. Belending aan de voorzijde: de gemene straat Belending aan de achterzijde: Gijsbert Appel ([AE Transp Amersfoort] inv. nr. 436-22). - 1657: Eigendomsbewijs voor Henrick van Essen en zijn vrouw van een stukje plaggeveld in het Broeck, afkomstig van Elbert Vlieck c.s. en diens vrouw Geertjen Gerrits, 1656. Met de blijkbaar achteraf vervaardigde akte van verkoop door Rycket Aertsz. aan Elbert Hendricksz. Vlyeck, waaruit blijkt, dat het goed 1½ morgen groot is en aan de Engesteeg onder Nulde is gelegen ([GA] 0539 Huis Vanenburg, inv. nr. 41, 1 charter en 1 stuk). - 1-2-1644: Elbert Henricksen Vlieck vestigt te Nulde een veer op Amsterdam (Kroniek van harderwijk). - 18-5-1644: Elbert Henricksen Vlieck neemt aan dit veer weer op te heffen (Kroniek van Harderwijk). - 1660: Den halven EnkCamp waar van Elbert Vlyek de wederhelffte van toekomt. Nogh den SchraenCamp soo deselve in bepalinge is liggende het halve Broek aan de Oostzijde, waar van Elbert Vlyek d wederhelffte van toekomt. Nogh de halve leege hoffstede van d´Erffgen: van Toenis van Hussel cum suis de wederhelffte van toekomt toebehorende Gerrit Jansen en Wendele Jans. Beswaart met 200 gln: ten profijte van Wilhelmus van Westervelt den Jongen. Ao. 1660. den 3 april te Boek gebrogt den 18. April 1676 ([GA PROT] inv. nr. 160, Norden, fol. 1). - 7-11-1669: Vlykengoett. 7 Novembris R[elicta]. Elbert Vlyck solvit pro cormeda viri sui ratione boni nostri Vlykengoett 40 Kar. gld. pro coquina 36 stb. pro vino 1 gld. ([STAMA 441] (1669)). - 1692: Elbert Henrixen Vlyck moritur et relinquit post se prolem Henrick Elbertsen Vlyck nomine´ ([GA AKP] inv. nr. 327, fasc. Cuyltjen en Breenacker nr. 4).
Henrick Vlieck is eigenaar van 7 morgen van ´t erf Crachtighuijsen ([GA REK] inv. nr. 1496 Tynsboek Putten 1706 “Den thijns van den Nijen Landen bij Hunen ende Spriel in den Kerspel van Putten, fol. 1). - 28-5-1680: Een halff deel holts in den Putten bosch, gaande te deel met Aert Melissen Smidt, toebehorende Henrick Vlieck en Grijetjen Henriks Eluijden. Ao. 1680 den 28 meij getransporteert en opgedragen aan Melis Aertsen en Beertjen Killen van Dijermen Eluijden, ten prothocol gebrocht den 16 October 1680 ([GA PROT] inv. nr. 160, fol. 13v). - 1-4-1680: Eerstelijk twee mergen landt gent. ´Het Dijckerlandt´ in den Ampte van Putten buijrschap Nulde gelegen, daar ootsw. aangelegen sijn ´den Doven Goosen´, west Grietgen op Boeijen, noortw. den Heerenwegh, zuytw. de wed. van Gerrit Jansen Vlieck, item nog een Campien saaijlant groot ongeveer drie schepel gesaijs met sijn holtgewas en plaggevelt daar toe gehorende, gelegen bij het dorp van Putten aan de brink, daar oost en noortw. naest gelandet sijn d´Heer van Schoonderbeek, west den Heerenwegh en zuijtw. den Putterbrink, toebehorende Henrick Elbertse Vlieck en Grietjen Hendrix, echtel. neffens Aeltgen Elberts Vlieck en wij Grietjen en Aeltje in desen geassrt. met den voorn. Hend. Vlieck als onsen gekoren momber. Ao. 1680 den 1. April hebben voorn. echtel. ende bovengnoemde goederen verset en verpantschapt tot vrije en onbecommerde speciale onderpanden om op dato voors. aan te vatten tot haer schoonste vier agter een volgende jaaren te gebruiken, aan ten behoeve van Do. Ellardus Verstege pred. tot Putten en Ewouda Riemer echtel. en haar erven, en sulx voor een sum van duijsent guld. A 20 st. ´t stuk voorts bij de verpanderen voor alle voorcommen tot een speciaal onderpandt gestelt haar halve holts in de Sprielderbos voor geerfden H. Huijberts scholtis en Claas Killen van Diermen vermogens haar subs. En uijthangende zegelen als mede van de Overpander Derk van Haerlem uijt naeme van de verpander. Geregistr. Den 11 Augusti 1680 ([GA PROT] inv. nr. 160, fol. 13v). - 13-2-1694: Erff ende goet ´den Roest´ genaamt t´welk bij Reijer Wolters gebruijkt wordt, in de buijrschap Norden gelegen daar de laste toebehoort Jan Jacobsen en Truijtjen Evertsen, egtel: daar van de voordogter van Hendrik Vlijek de wederhelffte toebehoort, neffens daar de Heer Cockengen, oost Done: Ellardus Verstegen praedicant tot Putten, zuijdtw:, ende gemene wegh west en noorden naast gelandet sijn, item een mergen mehenlandt en een Camp van twee mergen aan de Blynde Steege gelegen, die Gerrit Ryxen in pagt heeft mede met de dogter van Henrik Vlyck in t´gemeen, alsmede een vierdel van een hoeve holts in de Sprijelderbosch van welke perseelen gemelte Jan Jacobsen en Truijtjen Everts de helffte van toebehoren in t voors: holt in tgeheel. Ao. 1694. den 13. februari verpandt aan Jacobus van Westervelt voor een som: van duijsent glden met beding dat pandtholder de pagt en opkomsten sal trekken en tegens de interesse ad ses perCent verreekenen in alle reparatien als anders tot laste van pandtdoeners te verblijven; en pandtdoenders nog tot een ander onderpandt gestellt ses schepel saaijlandt in twee perseelen in den Tellichter Enk in den Ampte van Ermel gelegen als tegenwoordig bij Aart Henriksen en bij een ander gebruijkt wort. Geregistr: den 21 febr/: 1694. 1708 den 15 Sept heeft Berent Henriksen en Truijtjen Everts´, egtel: Dese bovenstaande goederen als de helffte van t´Erff ´de Roest´ met sijn regt en geregtigheijt en nog de helffte van twee mergen meenlandts aan de Blynde Steegh, en de helffte van een halff hoeff holt in de Sprijelderbosch, waar van de wederhelffte Elbert Aertsen Schipper behoort van alle drie de perseelen de voors: Schipper in gemeenschap beseten en dit alles ten behoeff van de Heer Jacobus van Westervelt. Zegelers Henrick Zuijck, Henrik Geltsaijer en Gerrit Heidentrik en daar voor nog tot een waarburg gestellt ses schepel Landt in de Telliger Enk ([GA PROT] inv. nr. 160, Norden, fol. 2). - 16-3-1702: dispositie over goederen van Hendrick Elbertsen Vlieck en Hendrickien Wulffers m.b.t. hun dan in levende zijnde kinderen Steventje, Geertje en Hendrik. Steventje krijgt o.a. Vlyckengoed. Goossen en Arent Vlieck verkopen dit in 1779 aan E.J.B. van Goltstiin ([GA] 0539 Huisarchief Vanenburg inv. nr. 37). Geertje krijgt o.a. Kleyn Norden ([GA AKP] inv. nr. 250a). - 16-3-1702: Henrick Elbersen Vlijck investitus [in abtsleengoed 4 morgen uit Vanenburg], titulo successionis, successit Patri ([GA AKP] inv. nr. 326). - 1713: Volschuldig hofhorig abtsgoed Vliekengoed in Norden te Putten possessor Henrick Elbersen Vlyck, titulo successit parentibus ([GA AKP] inv. nr. 326). - 1713: Possessor Steven Hackschaar volschuldig hofhorig abtsgoed in Nulde te Putten Henrick Elbertsen Vlijck, titulo successit parentibus ([GA AKP] inv. nr. 326). - 1713: Possessor Cuiltje en Breenacker volschuldig hofhorig abtsgoed afgespleten uit Steven Aartsgoed in Nulde te Putten Henrick Elbertsen Vlijck, titulo emptione ([GA AKP] inv. nr. 326).
Schepen, Diaken, Ouderling
keurmedig, kerkmeester te Putten 1610, bezitter van abtsgoed Bergman en Cootmansgoed in Norden te Putten
5-9-1617: Willem Elberts Vlieck en zijn vrouw Aertje Wincops maken dispositie betreffende hun horige goederen de Olde Oven en Vlyckengoed. Oudste zoon Henrick ontvangt deze goederen en zal zijn zusters Marritjen, Geertjen en Elbertjen elk 1200 carolusgl. betalen ([GA AKP] inv. nr. 327, fasc. Vlykengoed nr. 2).
- 27-2-1618: ´Geven reverentelick te kennen Jan Rutgers als getrout hebben Elbertge Willems. Wolter Rengers als eheman van Geertgen Willems ende Johan Wolters nomine uxoris Maritgen te samen dogters van wijlen Willem Egberts Vliecken en Aertgen sijne gewesene huijsffrou olderen binnen ´s jaers beyde affgestorven.
keurmedig, kerkmeester te Putten 1610, bezitter van abtsgoed Bergman en Cootmansgoed in Norden te Putten, en Geertie Melis, keurmedig. - 1650: Lidmaat Putten buijten ´t dorp te Halvickhuijsen en Beijsteren Melis Janssen Wijncoop (obijt in sept 1652) en Mette Melis sijn huijsvrou (obijt in Aug. 1655) (R.B.S 1310.1 Lidmaten Putten 1650-1664). - 17-10-1655: Mette Melissen en die soon Bessel. 17 Octobris met die Erffgenaemen van Jan Melissen Wyncoop veraccordeert voor die koeren van haer moeder Mette en Bessel, oock voor den resteerenden hooffthyns ad 155 Kar. gld. restant de his 13-10-0 Anno 1658 11 februarius solvit 13-10-0 est totum ([STAMA 441] (1655)). - 1650: Lidmaat Putten buijten ´t dorp te Halvickhuijsen en Beijsteren Melis Janssen Wijncoop (obijt in sept. 1652) en Mette Melis sijn huijsvrou (obijt in Aug. 1655) ([GA} R.B.S 1310.1 Lidmaten Putten 1650-1664). - 1612: Proces tussen Melis Janszen Wijncop en Beert Aertsz inzake wederzijdse, in het openbaar uitgesproken, beschuldigingen voor dief (1612). Copia Ick Henrick van Arler Scholtis des Ampts Putten ende in dese als Volmachtiger des Edlen Erenfeste Jonkheer Johan van Scherpenseel Drost op Veluwen doe cont ende certificere mits desen dat voor mij ende Gerichtsluyden onderschreven gecomen ende gecompareert is Beert Aertsz olt omtrent 26 jaeren met reght daertoe genoot zijnde om getuyghenisse der waerheyt te geven ter instantie ende versoeck van Bessel Gerritse cum suis ende heeft gesyt ende getuycht waer te sijn dat hij eenige jaeren met Jan Wijncop gewoont heeft ende nyet van hem ofte sijn kinderen en weet als alles goets ende soo hij ietwas henluyden te nae mochte gesproocken hebben dat sulcx door den dranck moet geschyet zijn. T´welk hem deposant onbewust is. Dit woort voors. heeft hij voor geseyt ende nae met behoorlicken ede bevesticht als recht was in presentie van Gerichtsluyden Henrick Gerrits ende Coot Lambertsz des tot eenen waren oorconde heb ick Scholtis voors. desen neffens die Gerichtsluyden onderteyckent ende mijn zegel op spatum gedruckt. Actum Putten desen 2e maij 1612 ende was neffens een opgedruckt zegel onderschreven H van Arler d´Jong, Coot Lambertse, Henrijck Gerritsen. Copia Extract Uit seeckere contschappe bij zaliger Henrick van Arler Scholtis tot Putten belegt. In dato xi april xvic ende xii in presentie van Gerichtsluyden Henrick Roeloffse en Henrick Gerritse beneffens de Scholtis voors. handt ende opgedruckt zegel onderteyckent der Instantie van Daem ten Hoeff in t´gericht erschenen Egbert Huygen olt omtrent 40 jaeren ende Willem Wolters olt omtrent 21 jaeren ende hebben getuycht als volgt: Tuycheden Egbert Huygen deposant voors. dat omtrent vier jaer geleden hij een tonne biers inne geleyt hadde voor de jonge gesellen ende dat onder eer andere daer mede geweest sijnen Jan Wijncops sonen Melis ende Gerrit ende eene Beert Aertsz Jan Wijncops knecht. Ende dat Beert ende Gerrit twistende sijne geworden ende dat Gerrit met een mes Beert in sijn hals gesneden heeft ende gehoort dat Beert seyde, daer snijdet mij den moeter ende weerwolff soo ende dat Jan Wijncops kynderen daer nyet opgeantwoort hebben. Tuychde Willem Woltersz deposant dat hij omtrent vier jaere geleden geweest is ten huyse van Egbert Huygen daer onder andere gasten oock mede geweest sijnen Melis ende Gerrit Jan Wijncops sonen met Beert Aertsz Jan Wijncops knecht ende gesijen dat Kill Reijersz ende Beert Aertsz oneens zijnen geworden ende den anderen geslaegen ende dat Gerrit Jansz een kanne genomen heeft ende nae Beert geworpen ende Kill Reijersz daermede getroffen ende dat hij daerna zijn mes uytgetrocken ende Beert een snede in sijn hals gesneden, ende dat Beert op de deele gegaen is ende den vlegel in sijne hant genomen heeft hij deposant gehoort dat Beert seyde. O den moeter heeft mij doort lijff gemoet ende dat Melis Jan Wijncops soon daerbij heeft gestaen sonder ijetwas daertegens te seggen. Ende hyermede haer getuychenisse luidende. [Ga} Rechterlijk archief Veluwe. Inv.nr. 96, acte D) - 1621: Copia: Ik Gerlagh van der Capelle Cantzler ende Stadholder der Leenen des Fürstendomes Gelre en Graafschap Zutphen doe cond dat voor mij en mannen van Leen hiernae beschreven, erschenen is Melis Jansen Wijncoop ende heeft als oom en hulder tot behoeff van sijnes broeders wijlen Bessel Gerritsen Wijncoop onmundige soon Melis Besselsen Wijncoop genaemt t´Leen ontfangen een Wiltfürster goed met sijn toebehoren geheten Colthoorn in den Lande van Veluwen in den Kerspel van Putten gelegen suydwaart aen Sprielderbos, noort en west waart aen een erff geheyten die Cort, oostwaart aent gemeine _. Aen der Fürstendome Gelre op Graafschap Zutphen ter Zutphensen regters met een pont goet golt te verheregenwaden, Leenroerigh gelijk sulcx gemelte Melis Besselsoon Wijncoop door affsterven sijns vaders wijlen Bessel Gerritsoon Wijncoop is aengeerft ende heeft sijn oom Melis Janssoon Wijncoop voorn. van sijnes neven wegen daer aen holden ende eed van trouw gedaen ende gelooft den Staaten des Forstendoms Gelre ende Graafschap Zutphen trouw, E..ld ende gehoorsaem te sijn ende alles te doen wat een goed en getrouw Leenman sijnen Leenheer schuldigh is ende behoort te doen. Desgelijken Melis Besselssoon Wijncoop tot sijne mundige jaaren gekomen sijnde en sijne erven soo duck des noots gebeurt en desselven leen erledigt ook doen sullen beholtelijk allen gemelten Fürstendoms ende Graafschap sampt eenen yderen syns goederen regtens sonder arglist hier sijn over en aen geweest als mannen van Leen Jilles Engelen ende Frans van Wiert, bode des Hoffs van Gelderlant. Des t´oircond ende getuigenis der waarheyt heb ik Stadholder voorn. genantere Fürstendoms ende Graafschaps zegel aen deze brieff doen hangen geschiet t´Arnhem op saturdag den 7 des maents Aprilis in den jaare naa onses Heeren Saligmakers Geboorte 1621. Ende was neffens een uyt hangent zegel in rode wasse get. On J.V.Reidt ([GA] Rechterlijk archief Veluwe. Inv. Nr. 135, akte 3, volgnummer 11) - 28-9-1652: Anno quo supra is gestorven in Septembri Melis Jansen Wyncop op het goett Neudesclaesgoett in Halwickhuisen ende hebben voor syn koer veraccordeert Gerrit Melissen syn soon ende Melis Besselsen ten huyse van Roloff Steenbergen in Putten voor 100 Kar. gld. ende daetelijck betaelt 75 hfld. 11 stb. censu capitali incluso. Actem 28 Septembris. Item 19 Novembris solvit 24-9-0- .\. totum- Praedicti Melis Jansen uxor Mette Evers Sliter est mancipi cum prolibus Gerrit, Jan, Bessel et Evertgen, ex quibus Evertgen nupsit to Swoll militi ([STAMA 441] (1652)). - 17-10-1655: Met die Erffgenaemen van Jan Melissen Wyncop veraccordeert voor die koeren van haer moeder Mette en Bessel, oock voor den resteerenden hooffthyns ad 155 hgld. restant de his 13-10-0 Anno 1658 11 februarius solvit 13-10-0 est totum ([STAMA 441] (1655)).
Erfgenaam van het halve vrije Abstgoed Luxhool.
Werd nog vermeld in 1570. Zijn boer Rijkt erft het gehele goed Diermen nadat die zijn boers en zusters heeft afgegoed. In 1570 schonken Cosijn en zijn broer Rijkt 60 philipsguldens aan O.L.H Sacramentsgilde in Putten als zoengeld voor een gepleegde doodslag.
rentmeester St. Catharina-Convent te Nijkerk; bewoner van boerderij Luxool te Nijkerk; Bron-Anita Willemse
Geertijen Gerrits ten Broeck, ged. Nijkerk 25-05-1599, van Putterdijk, overl. Putterdijk 1652, begr. Putten 21-10-1652. otr./tr. ald. 08-10/15-12-1622 Jan Jochems Vlieck, ‘sutor’ te Putten, wnd. Stenenkamer te Putten, overl. Putten 13-02-1665, zn. van Jochim Vlieck, beleend met de Voordijk, en Lubbertgen Jansen. - okt. 1652: Geertgen uxor Jan Jochimsen. Eodem anno obyt op den Putterdyck Gertgen uxor Jan Jochimsen ende heefft in Octobri pro cormeda et censu capitali veraccordeert Jan Jochimsen et Henrich Jochimsen ende datelyck betaelt 50 Kar. gld. ende sall voorts nooch geven 1/8 deell Meybotteren in Maio anni subsequentis 1653. solvit. Reliquit Gertgen voors. twee kinderen, eenen soon mit naemen Gerrit woonende by den vader, nooch ongehillickt ende een dochter nomine Lubbertgen getrouwet aen den soon van Henrich Aertzen offte to Hoorntgen op den Dyck met naemen Gerrit, cui genuit .. .. .. .. .. (niet verder ingevuld) ([STAMA 441] (1652).
VVG APRIL 15, 2014 DOOR ODEEBY Een goed te Norden Van oudsher lagen er goederen van de kloosters van Elten, Paderborn en Werden in de buurtschap Norden te Putten. Enkele werden aanvankelijk simpelweg aangeduid als ‘het goed te Norden’ of ‘het goed Norden’.
Het goed ‘Groot Norden’ was vóór 1559 bezit van Werden en werd daarna eigendom van Paderborn. Sinds 1560 was dit in bezit van Elbert Willemsen Vlieck en zijn nageslacht. Dit goed werd toen behalve ‘Groot Norden’, meestal Elbert Vliekengoed genoemd.
‘Cleyn Norden’ van Elten kwam ook in het bezit van het geslacht Vlieck via Aertgen Dercksen vrouw van Henrick Willems Vlieck. In 1620 voert Gijsbert van Twiller een proces tegen deze Henrick Vlieck (namens zijn vrouw Aertgen Dercksdr.) over dit goed. Gijsbert van Twiller beweert af te stammen van de Van Nordens via zijn grootmoeder van moederszijde Margarythe/Gryte van Kayenbeeck of Brincks (zie fragment parenteel van Zeger van Kayenbeeck). Aertgen Derksen is een dochter van Dirck Aerts en zijn vrouw Willemtgen. Zij woonden samen op deze boerderij. Kennelijk hadden de voorouders van Dirck of Willemtgen, waarschijnlijk als afstammeling van de Van Nordens, Cleyn Norden geheel of voor een gedeelte in eigendom. Hun dochter Aertgen Dercksdr. kreeg minstens tien kinderen bij Henrick Vlieck. Eén van hun zonen, Elbert Henricksen Vlieck (en zijn vrouw Geertje Gerrits Wijncoop), verkrijgt door magescheid behalve het ‘kleine goed te Norden’, het ‘grote goed te Norden’ en ‘de Olde Oven’.
Elbert Hendricks Vlyck, ged. Putten 22-12-1616, v. Putten, overl. v7-11-1669, otr./tr. ald. 18-06/sept. 1641 Geertijen Gerrits Wyncop, ged. ? 18-03-1613, v. Putten, begr. 10-12-1692 of 1679, dr. van Gerrit Jansen Wyncoop en Cornelischen Maesen. - 20-1-1642: Hij verkrijgt bij magescheid het vrouwengoed ´de Olde Oven´, het abtsgoed ´Groot Norden´ en het vrouwengoed ´Klein Norden´. Dit laatste goed is hem aangekomen van zijn moeder ([GA AKP] inv. nr. 148, fas. Vlyckengoed nr. 7). - 5-5-1654: Schout, Burgemeesters en Schepenen ingevolge een verjaarde plechte, namens Aelt Gerritzen voor hemzelf, Jacob Jansz Suijk en Elbert Fleeck als man en voogd van hun vrouwen en allen erfgenamen van Gerrit Janzen Wincoop en openbaar wordt verkocht aan Elbert Fleeck betreft een huis op de hoek van de Bloemendalse Poort, behorend aan het onmondige kind van Gerrit Thonisz en Trijntghen Maurits, beiden overleden ([AE Transp Amersfoort] inv. nr. 436-22). - 9-5-1654: Elbert Fleeck en Geertgen Gerrits, zijn vrouw; Jacob Jansen Suijck voor zich en voor Aeltgen Gerrits, zijn vrouw, wonend onder ´t Ambt van Putten transporteren aan Stephania Harris ´n huis op de hoek van de Bloemendaalsebinnenpoort. Belending aan de voorzijde: de gemene straat Belending aan de achterzijde: Gijsbert Appel ([AE Transp Amersfoort] inv. nr. 436-22). - 1657: Eigendomsbewijs voor Henrick van Essen en zijn vrouw van een stukje plaggeveld in het Broeck, afkomstig van Elbert Vlieck c.s. en diens vrouw Geertjen Gerrits, 1656. Met de blijkbaar achteraf vervaardigde akte van verkoop door Rycket Aertsz. aan Elbert Hendricksz. Vlyeck, waaruit blijkt, dat het goed 1½ morgen groot is en aan de Engesteeg onder Nulde is gelegen ([GA] 0539 Huis Vanenburg, inv. nr. 41, 1 charter en 1 stuk). - 1-2-1644: Elbert Henricksen Vlieck vestigt te Nulde een veer op Amsterdam (Kroniek van harderwijk). - 18-5-1644: Elbert Henricksen Vlieck neemt aan dit veer weer op te heffen (Kroniek van Harderwijk). - 1660: Den halven EnkCamp waar van Elbert Vlyek de wederhelffte van toekomt. Nogh den SchraenCamp soo deselve in bepalinge is liggende het halve Broek aan de Oostzijde, waar van Elbert Vlyek d wederhelffte van toekomt. Nogh de halve leege hoffstede van d´Erffgen: van Toenis van Hussel cum suis de wederhelffte van toekomt toebehorende Gerrit Jansen en Wendele Jans. Beswaart met 200 gln: ten profijte van Wilhelmus van Westervelt den Jongen. Ao. 1660. den 3 april te Boek gebrogt den 18. April 1676 ([GA PROT] inv. nr. 160, Norden, fol. 1). - 7-11-1669: Vlykengoett. 7 Novembris R[elicta]. Elbert Vlyck solvit pro cormeda viri sui ratione boni nostri Vlykengoett 40 Kar. gld. pro coquina 36 stb. pro vino 1 gld. ([STAMA 441] (1669)). - 1692: Elbert Henrixen Vlyck moritur et relinquit post se prolem Henrick Elbertsen Vlyck nomine´ ([GA AKP] inv. nr. 327, fasc. Cuyltjen en Breenacker nr. 4).
20-1-1642: Vermeld `Henrico Vlieck qi mortuo in ostindien´([GA AKP] inv. nr. 148, idem 327, fasc. Vlyckengoed nr. 11
Elbert Hendricks Vlyck, ged. Putten 22-12-1616, v. Putten, overl. v7-11-1669, otr./tr. ald. 18-06/sept. 1641 Geertijen Gerrits Wyncop, ged. ? 18-03-1613, v. Putten, begr. 10-12-1692 of 1679, dr. van Gerrit Jansen Wyncoop en Cornelischen Maesen. - 20-1-1642: Hij verkrijgt bij magescheid het vrouwengoed ´de Olde Oven´, het abtsgoed ´Groot Norden´ en het vrouwengoed ´Klein Norden´. Dit laatste goed is hem aangekomen van zijn moeder ([GA AKP] inv. nr. 148, fas. Vlyckengoed nr. 7). - 5-5-1654: Schout, Burgemeesters en Schepenen ingevolge een verjaarde plechte, namens Aelt Gerritzen voor hemzelf, Jacob Jansz Suijk en Elbert Fleeck als man en voogd van hun vrouwen en allen erfgenamen van Gerrit Janzen Wincoop en openbaar wordt verkocht aan Elbert Fleeck betreft een huis op de hoek van de Bloemendalse Poort, behorend aan het onmondige kind van Gerrit Thonisz en Trijntghen Maurits, beiden overleden ([AE Transp Amersfoort] inv. nr. 436-22). - 9-5-1654: Elbert Fleeck en Geertgen Gerrits, zijn vrouw; Jacob Jansen Suijck voor zich en voor Aeltgen Gerrits, zijn vrouw, wonend onder ´t Ambt van Putten transporteren aan Stephania Harris ´n huis op de hoek van de Bloemendaalsebinnenpoort. Belending aan de voorzijde: de gemene straat Belending aan de achterzijde: Gijsbert Appel ([AE Transp Amersfoort] inv. nr. 436-22). - 1657: Eigendomsbewijs voor Henrick van Essen en zijn vrouw van een stukje plaggeveld in het Broeck, afkomstig van Elbert Vlieck c.s. en diens vrouw Geertjen Gerrits, 1656. Met de blijkbaar achteraf vervaardigde akte van verkoop door Rycket Aertsz. aan Elbert Hendricksz. Vlyeck, waaruit blijkt, dat het goed 1½ morgen groot is en aan de Engesteeg onder Nulde is gelegen ([GA] 0539 Huis Vanenburg, inv. nr. 41, 1 charter en 1 stuk). - 1-2-1644: Elbert Henricksen Vlieck vestigt te Nulde een veer op Amsterdam (Kroniek van harderwijk). - 18-5-1644: Elbert Henricksen Vlieck neemt aan dit veer weer op te heffen (Kroniek van Harderwijk). - 1660: Den halven EnkCamp waar van Elbert Vlyek de wederhelffte van toekomt. Nogh den SchraenCamp soo deselve in bepalinge is liggende het halve Broek aan de Oostzijde, waar van Elbert Vlyek d wederhelffte van toekomt. Nogh de halve leege hoffstede van d´Erffgen: van Toenis van Hussel cum suis de wederhelffte van toekomt toebehorende Gerrit Jansen en Wendele Jans. Beswaart met 200 gln: ten profijte van Wilhelmus van Westervelt den Jongen. Ao. 1660. den 3 april te Boek gebrogt den 18. April 1676 ([GA PROT] inv. nr. 160, Norden, fol. 1). - 7-11-1669: Vlykengoett. 7 Novembris R[elicta]. Elbert Vlyck solvit pro cormeda viri sui ratione boni nostri Vlykengoett 40 Kar. gld. pro coquina 36 stb. pro vino 1 gld. ([STAMA 441] (1669)). - 1692: Elbert Henrixen Vlyck moritur et relinquit post se prolem Henrick Elbertsen Vlyck nomine´ ([GA AKP] inv. nr. 327, fasc. Cuyltjen en Breenacker nr. 4).
1-4-1650: Henrichen Eversen tot Putten. Aprilis 1mo is met mij veraccordeert Beert Baertzen et Elbert Vlijck nomine Aelt Gerritzen Wynckop voor die koer ende resteerende hooftthyns van Henrichen Eversen des voornoemden Aelt Gerritzen in haeren leven gewesene huysvrouw dochter van Everd Wouters tot Putten, gestorven in het iaer 1650 in Martio ende sulcxs voor een somme van 50 Kar. gld. de welcke oick daetelyck erlagt ende bethaelt zyn. Pro culina dedrunt – – – reliquit Henrichen voors. 4 proles scilicet filias tres et unum filium nomine Goijgen, Cornelisgen, Nael et Evert, omnes anno praedicto vives et minorennes ([STAMA 441] (1650)). - 11-9-1660: Aelt Gerritsen en Henrickje Everts betreffende huis en hof ([GA PROT] inv. nr. 160, fol. 3v): Huijs en hoff an de groene steegh, an de straat toebehorende Aalt Gerritsen en Henrikje Evertsen echtel. Ao. 1649 Den 11 septemb. beswaart met 300 gl. edogh den 11 septemb 1660 afgelost 100 gl. Blijft 200 gl. ten behoeve van den Ermen tot Putten gedaan den 28 meij 1676.
keurmedig, kerkmeester te Putten 1610, bezitter van abtsgoed Bergman en Cootmansgoed in Norden te Putten
In 1503 verkreeg Claes de 4 kampjes van Servaeas nl: Luxhool, Bokhorst, Bijen en Hanagraaff. In 1517 verkreeg Aleid het halve abstgoed Luxhool na het overlijden van haar vader. Als versterf werd 5 loot zilver betaald. De andere helfyt ging naar haar zus Bija, getrouwd met Jan Henriksen van Renselaar die dat ook moesten betalen.
verkreeg het halve abtsgoed Luxhool in 1517 na het overlijden van haar vader; daar werd 5 loot zilver “als versterf” voor betaald (Veluwse Geslachten, 1983, p. 261)
DNL 1949 kol 198. notitie C.P.H. 1653 no. 33. Een oudere zuster van Bye was gehuwd met Claes van Dierman (of Dyrum). Volgens het dossier „Boockhorst Majus" in het archief der keinarij van Putten, omslag no. 19, betaalde Melis van Luxool van zes morgen land uit dit erf cijns 1506—1510 en volgende jaren
Hij erft het geheld goed Diermen nadat hij zijn boers en zusters heeft afgegoed. In 1548 wordt Rijck van Diermens goed als thinsgoed vermeld. In 1570 schonken Rijkt en zijn broer Cosijn co Casijn 60 philipsguldens ann O.L.H Sacramentsgilde in Putten als zoengeld voor een gepleegde doodslag.
Erfgenaam van het halve vrije Abstgoed Luxhool.
Werd nog vermeld in 1570. Zijn boer Rijkt erft het gehele goed Diermen nadat die zijn boers en zusters heeft afgegoed. In 1570 schonken Cosijn en zijn broer Rijkt 60 philipsguldens aan O.L.H Sacramentsgilde in Putten als zoengeld voor een gepleegde doodslag.
5-9-1617: Willem Elberts Vlieck en zijn vrouw Aertje Wincops maken dispositie betreffende hun horige goederen de Olde Oven en Vlyckengoed. Oudste zoon Henrick ontvangt deze goederen en zal zijn zusters Marritjen, Geertjen en Elbertjen elk 1200 carolusgl. betalen ([GA AKP] inv. nr. 327, fasc. Vlykengoed nr. 2).
- 27-2-1618: ´Geven reverentelick te kennen Jan Rutgers als getrout hebben Elbertge Willems. Wolter Rengers als eheman van Geertgen Willems ende Johan Wolters nomine uxoris Maritgen te samen dogters van wijlen Willem Egberts Vliecken en Aertgen sijne gewesene huijsffrou olderen binnen ´s jaers beyde affgestorven.
VVG APRIL 15, 2014 DOOR ODEEBY Een goed te Norden Van oudsher lagen er goederen van de kloosters van Elten, Paderborn en Werden in de buurtschap Norden te Putten. Enkele werden aanvankelijk simpelweg aangeduid als ‘het goed te Norden’ of ‘het goed Norden’.
Het goed ‘Groot Norden’ was vóór 1559 bezit van Werden en werd daarna eigendom van Paderborn. Sinds 1560 was dit in bezit van Elbert Willemsen Vlieck en zijn nageslacht. Dit goed werd toen behalve ‘Groot Norden’, meestal Elbert Vliekengoed genoemd.
‘Cleyn Norden’ van Elten kwam ook in het bezit van het geslacht Vlieck via Aertgen Dercksen vrouw van Henrick Willems Vlieck. In 1620 voert Gijsbert van Twiller een proces tegen deze Henrick Vlieck (namens zijn vrouw Aertgen Dercksdr.) over dit goed. Gijsbert van Twiller beweert af te stammen van de Van Nordens via zijn grootmoeder van moederszijde Margarythe/Gryte van Kayenbeeck of Brincks (zie fragment parenteel van Zeger van Kayenbeeck). Aertgen Derksen is een dochter van Dirck Aerts en zijn vrouw Willemtgen. Zij woonden samen op deze boerderij. Kennelijk hadden de voorouders van Dirck of Willemtgen, waarschijnlijk als afstammeling van de Van Nordens, Cleyn Norden geheel of voor een gedeelte in eigendom. Hun dochter Aertgen Dercksdr. kreeg minstens tien kinderen bij Henrick Vlieck. Eén van hun zonen, Elbert Henricksen Vlieck (en zijn vrouw Geertje Gerrits Wijncoop), verkrijgt door magescheid behalve het ‘kleine goed te Norden’, het ‘grote goed te Norden’ en ‘de Olde Oven’.
vermeld in de veetelling van 1526: zes paarden, twaalf koeien, vijf schoppen, drie vaarzen, zes pinken, 237 schapen, drie ossen en zes varkens.
Bijen kreeg van haar boer Melis van Luxhool huisraad mee.
In hun huwelijksbrief werd bepaald door moeder Eefse, die dus al weduwe was van Claes, dat zoon Pilgrom het recht op het hof te Diermen krijgt op voorwaarde dat Eefse daar kan blijven wonen en wordt verzorgd. Ook worden de broers Servaes, Willem en Claes genoemd.
In 1481 doet Pilgrom en een erfscheiding 4 kampjes land, met de namen de Rije, de MAet, Biesenstruick en Nijeland over aan zijn broer Servaes. In 1491 worden de broers Servaes en Claes nog vermeld in de dijkrol van poler Arkemheen.
In 1503 verkreeg Claes de 4 kampjes van Servaeas nl: Luxhool, Bokhorst, Bijen en Hanagraaff. In 1517 verkreeg Aleid het halve abstgoed Luxhool na het overlijden van haar vader. Als versterf werd 5 loot zilver betaald. De andere helfyt ging naar haar zus Bija, getrouwd met Jan Henriksen van Renselaar die dat ook moesten betalen.
verkreeg het halve abtsgoed Luxhool in 1517 na het overlijden van haar vader; daar werd 5 loot zilver “als versterf” voor betaald (Veluwse Geslachten, 1983, p. 261)
DNL 1949 kol 198. notitie C.P.H. 1653 no. 33. Een oudere zuster van Bye was gehuwd met Claes van Dierman (of Dyrum). Volgens het dossier „Boockhorst Majus" in het archief der keinarij van Putten, omslag no. 19, betaalde Melis van Luxool van zes morgen land uit dit erf cijns 1506—1510 en volgende jaren
Bezitter van het goed Luxool en het aan de kelnarij van Putten behorende horige goed Groot Boekhorst;
Dienstman te Nijkerk
Dienstwijf te Nijkerk
verkreeg het halve abtsgoed Luxhool in 1517 na het overlijden van haar vader; daar werd 5 loot zilver “als versterf” voor betaald (Veluwse Geslachten, 1983, p. 261)
DNL 1949 kol 198. notitie C.P.H. 1653 no. 33. Een oudere zuster van Bye was gehuwd met Claes van Dierman (of Dyrum). Volgens het dossier „Boockhorst Majus" in het archief der keinarij van Putten, omslag no. 19, betaalde Melis van Luxool van zes morgen land uit dit erf cijns 1506—1510 en volgende jaren
In 1503 verkreeg Claes de 4 kampjes van Servaeas nl: Luxhool, Bokhorst, Bijen en Hanagraaff. In 1517 verkreeg Aleid het halve abstgoed Luxhool na het overlijden van haar vader. Als versterf werd 5 loot zilver betaald. De andere helfyt ging naar haar zus Bija, getrouwd met Jan Henriksen van Renselaar die dat ook moesten betalen.
Woonde te Harderwijk en later in Nijkerk. Beleend met land aldaar.
Elbert Vlieck, overl. ca. 1557, tr. v1548 N. N. - 1560: Abtsgoed Elbert Vlieckengoed wordt nu bezeten door Elbert Willemsz huisvrouw en erfgenamen onhorich naar het goed. Griet nagelaten weduwe van Willem Vlieck betaalt 3 daalder voor haar kindskinderen. Uitgespleten: hof met zaailand gebruikt door Henrich Willemsen gelegen te Putten in het dorp. Hendrik Willems is onhorig; misbruik beboet met 1 daalder ([GA REK] inv. nr. 1560, hofgericht 1560).
5-9-1617: Willem Elberts Vlieck en zijn vrouw Aertje Wincops maken dispositie betreffende hun horige goederen de Olde Oven en Vlyckengoed. Oudste zoon Henrick ontvangt deze goederen en zal zijn zusters Marritjen, Geertjen en Elbertjen elk 1200 carolusgl. betalen ([GA AKP] inv. nr. 327, fasc. Vlykengoed nr. 2).
- 27-2-1618: ´Geven reverentelick te kennen Jan Rutgers als getrout hebben Elbertge Willems. Wolter Rengers als eheman van Geertgen Willems ende Johan Wolters nomine uxoris Maritgen te samen dogters van wijlen Willem Egberts Vliecken en Aertgen sijne gewesene huijsffrou olderen binnen ´s jaers beyde affgestorven.
vermeld in 1463 (Harderwijk), 1464 (Harderwijk, recognitieboek 128 folium 164, dd. 1.2.1463 en folium 170 dd. 1.2.1464) en 1470 (schildschatting te Essen met één stuijver)
vermeld in de veetelling van 1526: zes paarden, twaalf koeien, vijf schoppen, drie vaarzen, zes pinken, 237 schapen, drie ossen en zes varkens.
woonde op het hof te Diermen; overl. Putten vóór 1461 (Veluwse Geslachten 1983, p. 260); tr. (ook zonen Servaes, Willem en Claes). (mog. identiek met Claes van Dyrom die tot de Veluwse adel behoorde en die in een oorkonde van 1435 verklaarde het verbond van Ridderschap en de steden van Gelre en Zutphen mede te hebben bezworen
(bron Anita Willemse)
bij het huwelijk van haar zoon Pilgrom in 1461 werd vastgelegd dat zij op het hof te Diermen mocht blijven wonen en dat zij daar verzorgd zou worden; zij is nog vermeld in 1463 (als Eefsen van Diermen; oud-arch. Harderwijk, regest 355, 13-11-1463).
Bijen kreeg van haar boer Melis van Luxhool huisraad mee.
In hun huwelijksbrief werd bepaald door moeder Eefse, die dus al weduwe was van Claes, dat zoon Pilgrom het recht op het hof te Diermen krijgt op voorwaarde dat Eefse daar kan blijven wonen en wordt verzorgd. Ook worden de broers Servaes, Willem en Claes genoemd.
In 1481 doet Pilgrom en een erfscheiding 4 kampjes land, met de namen de Rije, de MAet, Biesenstruick en Nijeland over aan zijn broer Servaes. In 1491 worden de broers Servaes en Claes nog vermeld in de dijkrol van poler Arkemheen.
Bijen kreeg van haar boer Melis van Luxhool huisraad mee.
In hun huwelijksbrief werd bepaald door moeder Eefse, die dus al weduwe was van Claes, dat zoon Pilgrom het recht op het hof te Diermen krijgt op voorwaarde dat Eefse daar kan blijven wonen en wordt verzorgd. Ook worden de broers Servaes, Willem en Claes genoemd.
In 1481 doet Pilgrom en een erfscheiding 4 kampjes land, met de namen de Rije, de MAet, Biesenstruick en Nijeland over aan zijn broer Servaes. In 1491 worden de broers Servaes en Claes nog vermeld in de dijkrol van poler Arkemheen.
Bezitter van het goed Luxool en het aan de kelnarij van Putten behorende horige goed Groot Boekhorst;
Dienstman te Nijkerk
Dienstwijf te Nijkerk
- 1517-1542: genoemd in de pastorieregisters van Putten aangaande Vlieckengoed. (1) - 1526: veetelling; bezitter van 6 paarden, 11 koeien, 3 stuks jongvee, 50 schapen en 7 varkens ([GA HERTOG] inv. nr. 1363, “Opteykeninge van den beesten geschiet durch gantz Veluwen, anno etc. XXVI”, register van op de Veluwe gehouden paarden, runderen, varkens en schapen). - 1533: ruil stuk grond met Goert van Aller op Steven Aertsgoet (dit perceel behoorde aan Elbert Vlieck in 1642). (1) - 1542: laatste vermelding ´pie memorie´in pastorieregister aangaande Vlieckengoet. (1) - 1549: Verdeling van de nalatenschap van Wylhem: Elbert ´sal. Wylhem Vlycken alste soen´ krijgt alle roerende goederen+ hij moet echter aan elk van zijn broeders en zusters 300 hertog philipsguldens ad 25 stuver brabants uitkeren. Alleen het jongste kind /ook Elbert geheten/ nog minderjarig zijnde mag als hij mondig is geworden het geld weer inbrengen en van zijn oudste broer een ´ander afgescheit forderen´. Verder wordt genoemd Hendrick als Margriets zoon ´alsten soen neest Elbert weesende´(oudste na Elbert of zoon uit een eerder huwelijk van Margriet?). Deze Henrick is misschien de Henrick Willemsz te wiens behoeve ´een hoffstadt mit zeylandtgelegen tho Putten int Dorp´ van Vlieckengoet afgesplitst werd, die in 1617 in gebruik was bij Garborgh, wed. van Arnt Henricks, Henrick Willemszzoon. Mogelijk is hij Henric Vlyc die volgens de gerichtssignaten van Veluwe in 1565 veertig molder rogge, 28 molder boekweit en 25 rijderguldens -de lopende pacht inbegrepen schuldig was aan Joseph van Arnhem. Die pacht zou betrekking kunnen hebben op de molen te Ermelo. Een Henrick Willemsz Vlieck betaalde volgens de recognitieboeken van Harderwijk in 1567 aan een aantal personen een rente “als zij uit de molen toe Ermel gehad hebben”. Margriet en haar zoon Elbert moesten in 1548 voor het hofgericht van de Kellenaar verschijnen, omdat zij als niet-horigen bezitters waren van Vlieckengoet. Elbert´s vrouw kon niet aanwezig zijn omdat ze zwanger was en “d´ander brueder” was “uuytlendich”. Daarom werd de zaak uitgesteld. In 1557 betaalde Elbert zelf de smalle tiend van Vlieckengoet, maar in 1558 stond de post ten name van de heredes (erfgenamen) Elbert Vlyeck en in 1559 werd er betaald door Griete Willems. Eén van de hierbovengenoemde erfgenamen was, mogen we wel aannemen, de volgende bezitter van Vlieckengoet: Willem Elberts Vlieck. Een andere was waarschijnlijk Geertje Elberts Vlieck, die in 1591 met haar man Steven Dericksz genoemd wordt als bezitter van het Abdisse (van Elten)-goet de Olde Oven. Het is misschien wel aardig te vermelden dat mijn broer Steven, die nu eigenaar van de boerderij is, ook een Dirkszoon is, zodat er bijna 400 jaar later weer een Steven Dericksz op de Olde Oven woont. Geert je is mogelijk kinderloos overleden. Willem Elberts Vlieck woont in 1609 al in Nulde en blijkt in 1617 bezitter te zijn van de Olde Oven (1). – 1560: Abtsgoed Elbert Vlieckengoed wordt nu bezeten door Elbert Willemsz huisvrouw en erfgenamen onhorich naar het goed. Griet nagelaten weduwe van Willem Vlieck betaalt 3 daalder voor haar kindskinderen. Uitgespleten:.hof met zaailand gebruikt door Henrich Willemsen gelegen te Putten in het dorp. Hendrik Willems is onhorig; misbruik beboet met 1 daalder ([GA REK] inv. nr. 1560: Hofgericht 1560).
Elbert Vlieck, overl. ca. 1557, tr. v1548 N. N. - 1560: Abtsgoed Elbert Vlieckengoed wordt nu bezeten door Elbert Willemsz huisvrouw en erfgenamen onhorich naar het goed. Griet nagelaten weduwe van Willem Vlieck betaalt 3 daalder voor haar kindskinderen. Uitgespleten: hof met zaailand gebruikt door Henrich Willemsen gelegen te Putten in het dorp. Hendrik Willems is onhorig; misbruik beboet met 1 daalder ([GA REK] inv. nr. 1560, hofgericht 1560).
vermeld 1432, bij een rechtzitting te Barneveld.
vermeld in 1463 (Harderwijk), 1464 (Harderwijk, recognitieboek 128 folium 164, dd. 1.2.1463 en folium 170 dd. 1.2.1464) en 1470 (schildschatting te Essen met één stuijver)
1432 Putten. Casijn van Helle en Geertuid Dagereats sperken Servaes van Dierom aan over een deel van de kleinodien door Griete van Dierom bij haar dood nagelaten. Griete is weduww van Hendrik geweest
woonde op het hof te Diermen; overl. Putten vóór 1461 (Veluwse Geslachten 1983, p. 260); tr. (ook zonen Servaes, Willem en Claes). (mog. identiek met Claes van Dyrom die tot de Veluwse adel behoorde en die in een oorkonde van 1435 verklaarde het verbond van Ridderschap en de steden van Gelre en Zutphen mede te hebben bezworen
(bron Anita Willemse)
bij het huwelijk van haar zoon Pilgrom in 1461 werd vastgelegd dat zij op het hof te Diermen mocht blijven wonen en dat zij daar verzorgd zou worden; zij is nog vermeld in 1463 (als Eefsen van Diermen; oud-arch. Harderwijk, regest 355, 13-11-1463).
Vermeld in 1436 wanneer zij volgende de huwelijksbrief van haar broer Claes, 8 morgen land in Arkemheen, o.a. 3 kampen met de naam Spannet, Goor en Koestege en delen uit Lambertskamp krijt. Na de dood avn Servaes en Goude zal zij eveneens 200 Arnoldus guldens ontvangen.
Elbert Vlieck, vermeld ca. 1470-1490, abtsman van Paderborn, tr. N. N., praestwijf van Werden, bezitster? van `Elbert Vlieckengoet`in Norden te Putten. (1) - 1455: Elbert Vlieck, Abtzman, Abtzgueth, praestwieff ([GA AKP] inv. nr. 37G).
- 1517-1542: genoemd in de pastorieregisters van Putten aangaande Vlieckengoed. (1) - 1526: veetelling; bezitter van 6 paarden, 11 koeien, 3 stuks jongvee, 50 schapen en 7 varkens ([GA HERTOG] inv. nr. 1363, “Opteykeninge van den beesten geschiet durch gantz Veluwen, anno etc. XXVI”, register van op de Veluwe gehouden paarden, runderen, varkens en schapen). - 1533: ruil stuk grond met Goert van Aller op Steven Aertsgoet (dit perceel behoorde aan Elbert Vlieck in 1642). (1) - 1542: laatste vermelding ´pie memorie´in pastorieregister aangaande Vlieckengoet. (1) - 1549: Verdeling van de nalatenschap van Wylhem: Elbert ´sal. Wylhem Vlycken alste soen´ krijgt alle roerende goederen+ hij moet echter aan elk van zijn broeders en zusters 300 hertog philipsguldens ad 25 stuver brabants uitkeren. Alleen het jongste kind /ook Elbert geheten/ nog minderjarig zijnde mag als hij mondig is geworden het geld weer inbrengen en van zijn oudste broer een ´ander afgescheit forderen´. Verder wordt genoemd Hendrick als Margriets zoon ´alsten soen neest Elbert weesende´(oudste na Elbert of zoon uit een eerder huwelijk van Margriet?). Deze Henrick is misschien de Henrick Willemsz te wiens behoeve ´een hoffstadt mit zeylandtgelegen tho Putten int Dorp´ van Vlieckengoet afgesplitst werd, die in 1617 in gebruik was bij Garborgh, wed. van Arnt Henricks, Henrick Willemszzoon. Mogelijk is hij Henric Vlyc die volgens de gerichtssignaten van Veluwe in 1565 veertig molder rogge, 28 molder boekweit en 25 rijderguldens -de lopende pacht inbegrepen schuldig was aan Joseph van Arnhem. Die pacht zou betrekking kunnen hebben op de molen te Ermelo. Een Henrick Willemsz Vlieck betaalde volgens de recognitieboeken van Harderwijk in 1567 aan een aantal personen een rente “als zij uit de molen toe Ermel gehad hebben”. Margriet en haar zoon Elbert moesten in 1548 voor het hofgericht van de Kellenaar verschijnen, omdat zij als niet-horigen bezitters waren van Vlieckengoet. Elbert´s vrouw kon niet aanwezig zijn omdat ze zwanger was en “d´ander brueder” was “uuytlendich”. Daarom werd de zaak uitgesteld. In 1557 betaalde Elbert zelf de smalle tiend van Vlieckengoet, maar in 1558 stond de post ten name van de heredes (erfgenamen) Elbert Vlyeck en in 1559 werd er betaald door Griete Willems. Eén van de hierbovengenoemde erfgenamen was, mogen we wel aannemen, de volgende bezitter van Vlieckengoet: Willem Elberts Vlieck. Een andere was waarschijnlijk Geertje Elberts Vlieck, die in 1591 met haar man Steven Dericksz genoemd wordt als bezitter van het Abdisse (van Elten)-goet de Olde Oven. Het is misschien wel aardig te vermelden dat mijn broer Steven, die nu eigenaar van de boerderij is, ook een Dirkszoon is, zodat er bijna 400 jaar later weer een Steven Dericksz op de Olde Oven woont. Geert je is mogelijk kinderloos overleden. Willem Elberts Vlieck woont in 1609 al in Nulde en blijkt in 1617 bezitter te zijn van de Olde Oven (1). – 1560: Abtsgoed Elbert Vlieckengoed wordt nu bezeten door Elbert Willemsz huisvrouw en erfgenamen onhorich naar het goed. Griet nagelaten weduwe van Willem Vlieck betaalt 3 daalder voor haar kindskinderen. Uitgespleten:.hof met zaailand gebruikt door Henrich Willemsen gelegen te Putten in het dorp. Hendrik Willems is onhorig; misbruik beboet met 1 daalder ([GA REK] inv. nr. 1560: Hofgericht 1560).
vermeld in 1371 en 1379.
vermeld 1432, bij een rechtzitting te Barneveld.
Hij bewoonde hert goed Diermen (Dyerrum) bij Nijkerk
Vermeld in 1411 in een vrijingsbrief van het hof Dierman waaraan beleend is aan zijn boer Servaes
1432 Putten. Casijn van Helle en Geertuid Dagereats sperken Servaes van Dierom aan over een deel van de kleinodien door Griete van Dierom bij haar dood nagelaten. Griete is weduww van Hendrik geweest
Stamvader van het geslacht van Diermen op het goed/hof Diermen of Dyerum of Dijerum bij Nijkerk
Hij bewoonde hert goed Diermen (Dyerrum) bij Nijkerk
Werd vermeld in 1388 als tenonrechte op het proostgoed Wissel tegen Stine Gijse van Bockhorst, met als getuige Henrick Bostink en Claea van Diermen