daslist
Tot de 11de generatie.
Jantien Aelbertsen van Glashorst, geboren op 17 november 1644, Scherpenzeel, gedoopt op 17 november 1644, Scherpenzeel, gestorven in 1723 (leeftijd bij overlijden: 79 jaar oud) [Bron 1]
...
gehuwd op 9 augustus 1668, Scherpenzeel, met ...
...
Aris Aelbertsen van 'tWiller, gedoopt, Scherpenzeel, gestorven op 6 november 1689, Scherpenzeel, Brouwer [Aantekening 2]
...
zoon
van Aelbert Arissen 1626 en
Jannitgen Arissen van 'tWiller /1626-1673
, hieruit :
Totaal : 81 personen, (echtgenoten weggelaten = 41)
Lidm. Scherpenzeel sept. 1668 Arris Aelbertsen van ´t Willer en Jantien van Glashorst:
Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Aris Aelbertsen van ´t Willaer en Jantje Aelbertsen van Glashorst.
Genoemd in lidm. reg. van 1715.
Aris Aelbertsen van ´t Willaer, brouwer, moet 63 gl. betalen aan Grietjen Arissen, wed. Sander Huijbertsen van Wolfswinckel voor geleverde winkelwaren aan zal. Aelbert Arissen, zijn vader zaliger (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 12-11-1683, 17-03-1684, 28-07-1684).
Aris Aelbertsen van ´t Willaer eist betaling van 503 gl. 5 st. van Grietjen Arissen, wed. Sander Huijbertsen van Wolfswinckel voor geleverd bier enz. voor de bruiloft van haar zoon Arris Cornelissen (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 28-07-1684, 01-12-1684, 08-12-1684, 17-12-1684).
In 1692 moet Jantje Boers van Glashorst, wed. Aris van ´t Willaer 4 gl. loon betalen voor naailes van haar dochter Jantje (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 05-09-1692).
In 1695 wordt Aelbert Arisen van 't Willaer namens zijn moeder Jantje Aelberts van Glashorst, wed. Arris Aelberts van 't Willaer beleend door opdracht van Aelbert Antonissen van Glashorst met "de gedeelten lants in het lange dorp afgedeijlt tegen Cornelis Aelberts van 't Willaer en vorder de Bree, het Broeck, 't Nieuwe lant, het heetvelt soo als het selve mede is afgedeijlt van de kinderen van Aris Cornelis van Willaer", oost: de grote Scherpenzeelder wateringe, zuid: de Scherpenzeelder weg, west: de dijk, noord: Vlastuijn en Wittenbergh. (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 15; 15-02-1695).
In 1695 wordt Aelbert Arisen van 't Willaer namens zijn moeder Jantje Aelberts van Glashorst, wed. Arris Aelberts van 't Willaer beleend door opdracht van Aelbert Antonissen van Glashorst met "de gedeelten lants in het lange dorp afgedeijlt tegen Cornelis Aelberts van 't Willaer en vorder de Bree, het Broeck, 't Nieuwe lant, het heetvelt soo als het selve mede is afgedeijlt van de kinderen van Aris Cornelis van Willaer", oost: de grote Scherpenzeelder wateringe, zuid: de Scherpenzeelder weg, west: de dijk, noord: Vlastuijn en Wittenbergh. (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 15; 15-02-1695).
Op 03-01-1769 compareren G.M. van Seumeren, Rentmeester en secretaris te Scherpenseel als gevolmagtigde van Evertje van Twillaar, weduwe van Gerrit Overeem, Weijmtjen Glashorst huijsvrouw van Jan van Breeschoten, Willemijntjen Glashorst, huijsvrouw van Cornelis Romeijn, mitsgaders van Jan van Breeschoten en Derk van Wagensveld als voogden over de onmundige kinderen van Hendrik van Wagensveld bij wijlen Maartjen Glashorst ehelijk verweckt egter volgens volmagt in dato den 1e augustus 1768 voor Schout en Scheepenen der Heerlijkheijt Scherpenseel gepasseert, te zamen erffgenamen van Anthonia van der Vliert laast weduwe van Melchior van Wolffswinkel in leven Schout en ontfanger der Heerlijkheijt Scherpenseel. Zij verklaren na publicqe veijling en verkoping in dato den 5e september 1768 in Barneveld geschied verkogt te hebben aan Hendrik Berghuijs en sijne erven, een geregte agste part van een plaats genaamt Westerveld in buijrschap Callenbroek gelegen, waarvan de eene helvt Joost van Vheenschoten het vierde part den koper reets en het overige agste part de kinderen van Romeijn cum suis is toebehorende en sulks voor een summa van drie hondert carolij guldens. Geërfden: Elbertus Beek en Joost van Veenschoten. [379]
Ook wel genoemd "Aelbert van de kleine Vliert"
Lidm. Scherpenzeel 04-04-1686: Maeijtje Willemsen van Coudijs, jd.
Lidm. Scherpenzeel 25-12-1696: Maeijtje Willemsen van Coudijs, huisvrouw Cornelis Aelbertsen(?) van ’t Willer, met attestatie van Amsterdam.
Lidm. Scherpenzeel 23-05-1697: Cornelis Arisen van ’t Willer. Beiden genoemd in lidm. reg. Scherpenzeel 1715.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1756-1758: Gijsbertje Wolfswinckel, wed. van Twillaer.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Gijsbertje van Wolfswinkel, wed. van ´t Willaar.
Lidm. Scherpenzeel 16-10-1768: Anna van Twillaer, met attestatie van Amsterdam.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Anna van ´t Willaar.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1805: Anna van ´t Willaar
Lidm. Scherpenzeel 06-04-1760: Cornelis Willemsz van Twillaer, jm.
Lidm. Scherpenzeel 06-08-1771: Sara Reisdorp, hv Kornelis Willemsz van ´t Willaer, met attestatie van Amsterdam.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Cornelis Willemsz van ´t Willaar en Sara Reisdorp.
ongehuwd, nalatende twee zusters.
Lidm. Scherpenzeel 25-02-1779: Jannetje van Twillaar, met attestatie van Amsterdam.
Lidm. reg .Scherpenzeel 1805: Jannetje van Twillaar.
Lidm. Scherpenzeel 18-04-1765: Geertje Willems van Twillaar, jd, won. aan de straat.
GA: Schuldbekentenis van de echtelieden Sander van Willaar, ten behoeve van de kerk te Scherpenzeel, groot 400 gulden. Deze schuldbekentenis is op 19 maart 1756 vernieuwd. Wat het laatste betreft (1756), 1736 april 13. 1 stuk
GA: Aanstelling van Tymen van Colleschooten tot schepen, Teunis van Ginckel tot zetmeester, en Sander van Twillaar tot kerkmeester, bij overlijden van Cornelis van Moorst, door de vrouw van Scherpenzeel, 1749 september 26. 1 stuk
GA
269 Aanstelling van Gerrit van Twillaar tot koster en schoolmeester te Scherpenzeel, bij vrijwilligen afstand van F. Fulscher, door de vrouwe van Scherpenzeel, 1766 april 8. 1 omslag
GA 252 -2 Aanstelling bij provisie van Gerrit Twillaar tot secretaris, tengevolge van de benoeming van G. Maassen van Seumeren, tot stadhouder en griffier der lenen door J.A. van Heeckeren als curator van W.C. Alex. van Westerholt, 1777 october 8. 1 stuk
Lidm. Scherpenzeel 27-03-1701: Jantje Arisen van ´t Willer.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715; Jantje Arissen van ´t Willer, jd., woont bij haar moeder en broer Albert in één huis. Jantje Aarissen van t Willaer genoemd in lidm. reg. van 1740.