De Bunschoter—no. 2 (53e jaargang) — Woensdag 12 januari 1983

 

Een kleine Van Twillert familiekroniek:

Van gouverneur in New York tot

Boerengeslacht in Bunschoten

Door ir. W. van Twillert

 

Het is al weer ruim drie jaar geleden er in ,,de Bunschoter” (17 okt. 1979) een artikel stond over het familie-onderzoek, getiteld ,,Op zoek naar onze voorouders”. Uit de daarop volgende reacties was op te maken dat dit artikel door velen gelezen is, en ook gewaardeerd werd.

Hoeveen daardoor getimuleerd zijn om de eigen familie eens was verder uit té diepen, is onbekend. Maar als men zo zijn oor te lüisteren legt en ook via onze Historische Vereniging ,,Bunscote” verschillende reacties beluistert, dan moeten er intussen in ons dorp al tientallen zijn, die in de stoffige archieven gedoken zijn Nu zijn we de laatste jaren al flink op weg geholpen door de uitgave van de ,,Eemlandse Klappers” door J. Putman; en misschien zou ,,de Bunschoter” ook eens willen overwegen om de zeer gedegen en uitvoerige studie van onze onovertroffen plaatselijke dorpshistoricus dhr J Koelewijn, verwerkt in de serie ,,De graven van de Oude Kerk te Bunschoten” te herpubliceren. Daarmee zouden velen bijzonder in hun sas zijn. Maar als je al die gegevens hebt verzameld en misschien ook wel in kwartierstaten verwerkt (zie voorbeeld) wat doe je daar dan verder mee? Als je het alleen maar laat bij een dorre, droge opsomming van geboorte trouw en begrafenisdata, dan is dat wel interessant voor de samensteller, maar veel minder voor hen die daarvan zouden willen meegenieten. Hoe je daaraan iets zou kunnen doen, zal u aan de hand van voörbeelden in onderstaand artikel worden duidelijk gemaakt

 

Zoals in het eerder genoemde artikel opgemerkt, begon de interessevoor deze hobby zich pas goed te ontwikkelen toen ik op een avond, eind 1973 dus bijna tien jaar geleden, een boek las over de ontdekkingsreizen van de Hollanders naar Noord-Amerika. Het boek heette ,,De verovering van de wildernis” en onder het hoofdstuk ,,De Hollanders in New York” viel mijn oog plotseJing op de naam Wouter van Twiller, die van 1633-1638 gouverneur was van de kolonie Nieuw-Nederland, waarv Nieuw-Amsterdam de hoofdstad was, de voorloper van het huidige New Yorrk!

Het ligt voor de hand dat in zo’n situatie, waarin interesse voor de historie samen gaan met interesses voor de familie-oorsprong, weleens de wens de vader is van een bepaalde gedachte. In ieder geval spoorde die naam aan tot verder onderzoek van de algemene geschiedenis van New York c.q. Nieuw-Amsterdam.

Nu trof het dat we in die jaren in de buurt van grote bibliotheken woonden met een uitgebreide collectie boeken. Dat was in de eerste plaats de grote bibliotheek van de Technische Hogeschool te Delft die niet al leen technische boeken bevat, maar eveneens zeer uitgebreide collecties boeken op diverse terreinen, waar onder ook historie. En verder onze nationale Koninklijke Bibliotheek te Haag die de grootste collectie boeken van ons land bezit, terwijl het Algemeen Rijksarchief  op een steenworp afstand daarvan, onder andere zeer gespecialiseerd is in onze koloniale geschiedenis. Tientallen boeken betreffende onze geschiedenis in Noord-Amerika heb ik daar kunnen nasnuffelen en grotendeels kunnen kopiêren.

Gouverneur

Zodoende zou er alleen al van bovengenoemde Wouter van Twiller een complete familiegeschiedenis te reconstrueren zijn, waar zelfs zijn karakter, aard en gedrag uit valt te destilleren In dit verband moet ze ker genoemd worden de grote historische (of satirische) roman van Die drich Knickerbocker (schuilnaam van Irving Washington) die in 1821 in Londen een boek uitgaf, getiteld ,,A history of New York”. Het derde deel daarvan, 80 bladzijden beslaand, is genoemd ,,The unut terable ponderings of Walter the Doubter”, oftewel ,,De onuitsprekeljjke overpeinzingen van Wouter de Twijfelaar. Het zou op zich al leuk zijn als er eens een Van Twillert kwam die de aanzet zou geven tot bijvoorbeeld de oprichting van een familievereniging, zoals bij de familie Blokhuis, die de heruitgave van dergelijke boeken mogelijk zou kunnen maken. Er bestaan tientallen boeken waaruit gegevens over deze Wouter van Twiller met zijn familie zijn op te diepen. Uit die boeken is ook op te maken dat Van Twiller uit Nijkerk kwam. In de gepubliceerde scheepslijsten is ook te zien dat Nijkerk in die jaren meerdere avonturiers geleverd heeft, die meegetrokken zijn op ontdekkingsreizen.

Nieuw-Nederland

De familie Van Curler b.v. dat is nu Korlaar, heeft ook diverse nakomelingen in Noord-Amerika achtergelaten. De Van Rensselaers, waarmee in ons dorp de familie Van der Kolk verwant is, hadden vele bezittingen in Noord-Amerika. Wouter van Twiller’s moeder was trouwens ook een Van Rensselaar.  Omdat Van Twiller bij zijn oom Kilean  van Rensselaer als klerk op het kantoor in Amsterdam werkte is hij zeer waarschijnlijk door toedoen van zijn oom tot gouverneur van Nieuw-Nederland benoemd geworden. Kiliaen van Rensselaer dreef een diamant en bont (beverbont)  in Arnsterdam en voede het bewind over de grootste kolonie in Nieuw Nederland. Hij is er zelf nooit  geweest maar zijn zoons zijn er later naar toe getrokken en hebben in de Amerikaanse geschiedenis op diverse plaatsen een belangrijke rol gespeeld.

Tegenwoordig herrinneren alleen nog maar de namen “Rensselaerswijck  en “Twillersdael” bij de Noordamerikaanse stad Albany, en  kiloneter of  30 van New York aan vergane gebuertenissen. Ook in New York herrinnert het bekende Governors Isalnd, waarop het hoofdkwartier van de bevelhebber van het Amerikaanse leger is gevestigf, aan de eerste en enoge particuliere eigenaar van dir eiland; Gouverner Wouter van Twiller.

Van get een komt het ander: toen eenmaal bekend was dat Van Twiller uit Nijkerk afkomstig was lag het voor de hand om de geschiedenis van Nijkerk eens uit te vorsen. En ook daaroever is met behulp van goede bibliotheken en archieven zeer veel materiaal te vinden.

 

Kinderloos

Gelukkig  voor alle Van Twillerts,  die hoofdzakelijk alleen nog maar in Bunschoten-Spakenburg zijn over gebleven, hoeft niemand er zich op te beroemen af te stammen van een gouverneur, want uit de archieven blijkt dat Wouter van Twiller wel getrouwd is geweest, namelijk met Maria Momma in Amsterdam., maar helaas bleef dit huwelijk kinderloos. Ook neven en nichten van hem hebben in de mannelijke lijn de naam niet verder kunnen overbrengen. Wel bleken achterneven via boerderij Slichtenhorst, daarna de Bonte Poort en tenslotte Bunschoten de naam Van Twillert te hebben behouden. Alhoewel op de keper beschouwd die naam op dezelfde manier is behouden als bij het Oranje-huis. Want de bewoners van de Bonte Poort hadden in de volksmond de naam Van Twillert omdat de boerin zo heette, terwijl haar man Albert Gerrits was. Dat was aan het begin van de 19e eeuw. Bij de officiële invoering van de Burgerlijke Stand in 1812 heeft men daar echter geen probleem van gemaakt: zoals men genoemd werd, zo heette men voortaan.

Wat ook de familiegeschiedenis verlevendigt is het kopiëren van de diverse ontdekte gegevens, allereerst de met de hand geschreven Doop- en Trouw Boekenregisters, later uit de Burgerlijke Stand. Diverse bijkomende gegevens komen daaruit te voorschijn, zoals de beroepen en de aanverwante familie en/of kennissen. Ook werden soms notabelen uit het dorp gevraagd om als getuigen op te treden.

Een verdere uitbouw van het familie-archief is te bereiken door de nog levende familieleden op te zoeken en hen te interesseren voor het al bereikte. Jarenlang hëb ik dat, toen wij nog buiten Bunschoten woonden, kunnen doen en in het algemeen met zeer veel plezier en genoegen. Resultaat daarvan is dat er veel anncdotes opgediept en opgetekend konden worden van diverse al  lang overleden familieleden Ook is op die manier een prachtig foto-archief aan te leggen, natuurlijk volgens de verschillende takken.

 

Twee takken

Zo kent de familie Van Twillert twee hoofdtakken die ik maar kortweg zal aanduiden met de Bunschoter en Eemdijker tak. Beiden vinden hun gemeenschappelijke stamhouders in Harmen van Twillert, geb. 1796, overl. 1859 en Jannetje Varenkamp, geb. 1799, overl. 1858. Daar de fotografie zich pas eind 19e eeuw ontwikkelde, zal van hen geen foto te vinden zijn. Van de tien kinderen die zij kregen zijn alleen de oudste twee zoons stamvader geworden van de nu nog levende Van Twillerts.

 

De Bunschoter tak

De Bunschoter tak, nr. 1, wordt gevormd door de oudste zoon Klaas van Twillert, geb. 1823 overl. 1859 (geen foto) gehuwd met Wijmpje Heuveling, geb. 1825, overl. onbekend- Van hun zes kinderen hebben er vier nakomelingen:

Tak 1.1 Harmen van Twillert, geb. 1847 gehuwd met J Koelewijn, geb. 1853, trouwt naderhand met Cornelis Hermans Keldermans, 3 zoons, 2 dochters. Afstammeling van  deze familie is b.v. de familie L.van Twillert. Molenstraat, supermarkt.

Tak 1.2 Jan van Twillert, geb. 1849, gehuwd met Maria van Vellen, geb. 1858. 2 zoons, 1 dochter. Van deze familie stamt bv. af de familie Alex van Twillert, rijschoolhouder.

Tak 1.4 Melis van Twillert, geb.1853, gehuwd met Mengsje Poort, geb. 1859, 7 zoons, 2 dochters (zie Foto). De Gebrs. Van Twillert, garagehouders uit de Molenstraat zijn hiervan kleinkinderen,

Tak 1.6 Aart van Twillert, geb. 1858,gehuwd met Jannetje Niezen, geb. 1859, 3 zoons, 2 dochters. Onze sportambtenaar Dick van Twil;ert is een achterkleinzoon van dit echtpaar.

Het is natuurlijk uiterst moeilijk om van al  deze echtparen al foto’s te verzamelen, maar tot nu toe is dat al gelukt voor de wat jongere takken 1.4 en 1.6. Mochten er hier en daar onder de lezers nog wat tips door te geven zijn, dan houdt öndergetekende zich gaarne aanbevolen.

 

 

 

 

De Eemdijker tak          

De Eemdijker tak, nr. 2, wordt gevormd door tweedë zoon, Albert van Twillert, geb. 1824, overl. 1915 gehuwd met Hendrikje Huygen, geb. 1834, overl. onbekend. Zij kregen tien kinderen waarvan er vijf zoons nu nog levende nakomelingen hebben:

Tak 2.1 Harmen van Twillert, 1858, gehuwd met Maria Huygen, geb. 1858, 5 zoons, allen op Eemdijk wonend of -gewoond hebbend, b.v.  A. van Twillert, Plashoeve, Eemdijk.

 Tak 22. Arris van Twillert, geb.1861, gehuwd met Mietje van Tamelen, geb. 1879, 1 zoon, nog wonend op Eemdijk 124 (fam. A. van Twillert).

Tak 2.3 Klaas van Twillert, geb. 1862, gehuwd met Rikje van Halteren. geb. 1858, 1 zoon en 1 dochter. Zij zijn later in Bunschoten gaan wonen. A. van Twillert, Stalenhoeve, die kortgeleden zijn 50-jarig huwelijkjubileum vierde, is een kleinzoon van dit echtpaar.

Tak 2.4 Zeger van Twillert, geb. 1863, gehuwd met Jaapje Varen kamp, geb. 1859, 3 zoons en 1 dochter. Deze familie ging in Spakenburg wonen bij de Stenen Brug; de familie Van Twillert uit de Wilhelminastraat en daarmee de schrijver van dit artikel stamt van dit echtpaar af.

Tak 2.5 Willem van Twillert, geb. 1866, gehuwd met Lutje Beukers, geb 1868; 5 dochters, woonde eerst ter plaatse van de groentezaak in de Kerkstraat en later weer op Eemdijk.

Van deze echtparen zij allemaal nog foto’s bewaard gebleven, overigens na jarennlang speurwerk op Eemdijkk, in Bunschoten en Spakenburg.Het is hier op zijn plaats om nu eens publiek al diegenen die zo hulpvaardig en belangeloos hun oude foto’s uit de oude doos beschikbaar hebben gesteld om te kopiéren, heel hartelijk te danken. In het bijzonder de grote gastvrijheid op Eemdijk deed weldadig aan. En ik verwacht in Bunschoten en Spakenburg, waar tot nu toe nog maar een klein deel  van de naspeuringen tot stand heeft kunnen komen, eigenlijk niets anders. U kunt dit artikel dus eigenlijk als een opwarmertje beschouwen! Naast het verzamelen van oude familiefoto’s is het ook bijzonder interessant anecdotische gegevens te noteren. Want bij het bekijken en mijmeren over oude foto’s komen de verhalen al gauw los. Mooie en minder mooie gebeurtenissen, karaktertrekken, familletoestanden, ed, niet alle even geschikt om te pubilceren, maar vaak wel om vast te leggen op wat voor manier ook. In diverse richtingen zijn er nog naspeuringen tedoen. Zo was de familie Van Twlilert van oudsher een boeren familie met grondbezittingen. Aan de hand van testamenten en scheidingen is na te gaan waar die bezittingen uit bestonden en in wiens handen zij overgingen. De ene familie heeft dit bewaard op zolder en de andere heeft weer wat anders.

 

 

Zo vormen al die gegevens kleine deeltjes als een grote puzzel, die eigenlijk nooit volledig is, maar zo wel in de toekomst als in het verleden  steeds meer uitbreidt. Het middenbeeld, het grondthema, wordt echter steeds duidelijker: zomaar een Hollandse c.q. Bunschoter familie, midden in het leven staand, met zijn ups en zijn downs, met goede en slechte voorbeelden, in alle aspecten van het leven deelnemend. De herinnering van het verleden is de belofte voor de toekomst: het is goed om te zien. Hoe het niet moet en hoe het wel kan. Het is genade na achterom gekeken te hebben uit te mogen zien naar de toekomstbelofte. Dat alle lezers daarnaar mee uitzien mogen is de wens van de schrijver aan het begin van dit nieuwe jaar 1983.

Ir. W. van Twillert