(Sander Huibertsen van Wolfswinckel) |
In 1663 worden Sander Huibertsen van Wolfswinckel en Grietgen Arrissen beleend na dode van haar vader Arris Jansz met een derde deel van Tniuwe Willaer (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 30; 21-02-1663).
In 1668 lijftochten Sander Huibertsen van Wolfswinckel en Grietgen Arrissen van Twiller elkaar met Groot Wolfswinkel en hun deel van Twillaer. Haar kinderen uit het eerste en tweede huw. erven na hun dood gelijkelijk. Arris Cornelisz krijgt een half kindsdeel uit de erfenis van zijn stiefvader. Oudste zoon Huijbert van Wolfswinckel kan iedereen uitkopen voor 3500 gl. (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 37; 29-02-1668).
Aris Aelbertsen van ´t Willaer, brouwer, moet 63 gl. betalen aan Grietjen Arissen, wed. Sander Huijbertsen van Wolfswinckel voor geleverde winkelwaren aan zal. Aelbert Arissen, zijn vader zaliger (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 12-11-1683, 17-03-1684, 28-07-1684).
Aris Aelbertsen van ´t Willaer eist betaling van 503 gl. 5 st. van Grietjen Arissen, wed. Sander Huijbertsen van Wolfswinckel voor geleverd bier enz. voor de bruiloft van haar zoon Arris Cornelissen (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 28-07-1684, 01-12-1684, 08-12-1684, 17-12-1684).
In 1703 eist Grietjen van ´t Willaer, wed. Sander van Wolfswinckel betaling van 112 gl. voor 7 jaren pacht van ´t Nieuwe Willaer van Robbert Willemsen en Marija Sanderse van ´t Willaer. Grietjen is voor een twaalfde deel eigenaar. Dit is een schuld uit 1687, toen Sander Arissen dit schuldig was (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 05-03-1703).
|