Johan Maurits van Nassau-Siegen 1604-1678

















Vorst van Nassau en Siegen
Click voor vergrotingen

Aantekeningen

Johan Maurits (Dillenburg, in maart of op 17 juni 1604 – Berg und Tal[1] (bij Kleef), 20 december 1679) was een Duitse graaf (1606-1652) en vervolgens vorst van Nassau-Siegen. Hij was veldmaarschalk aan het eind van de Nederlandse Opstand, maar de Braziliaan zoals hij genoemd werd, is vooral bekend als gouverneur-generaal van Nederlands-Brazilië (1636-1644). Na zijn terugkeer betrok hij het Mauritshuis in Den Haag. Voor de bouw had hij al in 1633 opdracht gegeven. Zijn uitgebreide natuurlijk-historische en etnografische collectie, in Brazilië verzameld, trok de aandacht van meerdere Europese hoven. In 1644 trad Johan Maurits in dienst van de Staten-Generaal en is dat de rest van zijn leven gebleven.[bron?] Hij werd gouverneur van Wesel en was tevens in dienst van de Grote Keurvorst in Brandenburg, een groot bewonderaar van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Johan Maurits werd verder gouverneur van het hertogdom Kleef, en de graafschappen Mark en Ravensberg. In 1664, tijdens de Eerste Münsterse Oorlog kwam hij terug naar de Republiek en bestreed de bisschop van Münster, beter bekend als Bernard van Galen, die ook zijn tegenstander was tijdens de Tweede Münsterse Oorlog. In 1675 trok hij zich terug uit actieve dienst en vestigde zich in Kleef.

Stadhouder Maurits was zijn peetoom en Willem van Oranje was zijn oudoom. Toen hij drie was, erfde zijn vader het graafschap Siegen. Johan Maurits studeerde in Bazel, Genève en aan de Ritterschule in Kassel. Hij trad als zestienjarige in dienst van het Staatse leger. Als adelborst was hij betrokken bij het Beleg van Groenlo (1627), Beleg van 's-Hertogenbosch (1629) en het Beleg van Maastricht (1632). In de functie van kapitein leidde hij de herovering in 1636 van de Schenkenschans, een onneembaar geachte vesting in de Rijn bij Millingen. Johan Maurits wist de vesting op de Spanjaarden te heroveren. Het jaar daarop vertrok hij in dienst van de West-Indische Compagnie.

In 1637 veroverde hij het fort São Jorge te Elmina aan de Goudkust van Afrika. Johan Maurits ging met zijn manschappen aan land en belegerde daar de onderbezette Portugese versterking. Al na enkele dagen gaven de Portugezen zich over. Hij was verbaasd over de snelheid van zijn succes, bovendien waren er nauwelijks slachtoffers gevallen. Ter versterking van de vestiging werd na de verovering begonnen met de bouw van een tweede fort. Dit kreeg de naam Coenraadsburg. Johan Maurits vervolgde zijn tocht en voer naar Brazilië. Hij was 33 toen hij in Pernambuco aan land ging. De Portugese machthebbers werden verjaagd en Johan Maurits installeerde zich als gouverneur in wat nu Nederlands-Brazilië werd genoemd. Hij beveiligde het land tegen Portugese en Spaanse aanvallen, zoals in 1640 bij Itamaracá. In 1641 sloot hij een verdrag met de Portugezen, maar dat zou niet stand houden. Eind juni stuurde hij admiraal Cornelis Jol, alias Houtebeen, met een vloot van 21 schepen en meer dan 2000 soldaten naar Luanda in Angola, waar een slavendepot werd veroverd, evenals het eiland Sao Tomé dat van belang was vanwege de suikerriet. De West-Indische Compagnie was vooral van plan in de nieuwe bezitting de aanplant van het winstgevende suikerriet uit te breiden, maar de gouverneur wilde er meer van maken. In het midden van de zeventiende eeuw gold de Republiek als de modernste staat ter wereld en de vooruitstrevende gouverneur nam de republiek in verschillende opzichten als voorbeeld voor modern bestuur. Johan-Maurits stichtte Mauritsstad, bouwde er een paleis, genaamd Vrijburg, en voerde een soort parlement in. Uit zijn bestuur bleek zijn liefde voor Brazilië en aandacht voor de flora, fauna en cultuur. Hij organiseerde expedities naar het binnenland. Willem Piso en zijn assistent Georg Markgraf trokken de bossen in om kennis op te doen over geneeskrachtige kruiden en exotische planten. De 17e-eeuwse medici waren zeer geïnteresseerd in remedies tegen allerlei onbekende tropische ziekten, maar uiteraard ook in middelen ter bestrijding van geslachtsziekten en de pest die het leven van menig zeeman en soldaat verkortten. Schilders als Frans Post, Zacharias Wagener en Albert Eckhout schilderden het exotische landschap en assisteerden de botanici bij het produceren van afbeeldingen voor hun plantkundige beschrijvingen in de Historia naturalis Brasiliae. De Europese heersers maakten onderscheid tussen christelijke en heidense volken. Heidenen werden tot slaaf gemaakt, maar waren ook voorwerp van bekering. Een deel van de indianenbevolking van Brazilië werd gereformeerd. Johan Maurits erkende deze mensen als de ware Brazilianen en zij eerden hem om zijn humane bestuur.

Na de begrafenis van Willem Frederik van Nassau-Dietz in december 1664 zakte hij samen met enkele andere ruiters door een brug in Franeker. Hij bracht het er levend af. Meteen werd er een dankstond gehouden in de gereformeerde kerk in Franeker. Het duurde maanden eer Johan Maurits er helemaal bovenop kwam. Hij had de dood in de ogen gezien. In 1665 leidde hij in Friesland de staatse troepen tegen Bernhard von Galen, de bisschop van Münster, die de Eerste Münsterse Oorlog was begonnen.


Ouders

leeftijd bij geboorte van Johan Maurits van Nassau-Siegen
43 jaar oud  |  
 
Gehuwd op 27 augustus 1603, Rothenburg, met

Broers en zussen

Halfbroers en zusters

Aan de kant van Johan VII van ( de Middelste) Nassau-Siegen 1561-1623

Voorouders

De overgrootouders

Willem van (de Rijke) Nassau Dillenburg , Graaf van Nassau in Siegen 1487-1559   Juliana van Stolberg 1506-1580            
|
8
  |
9
     



     
|      

De grootouders

Johan VI van Dillenburg van Oranje Nassau , Graaf van Nassau-Dillenburg 1536-1606   Elisabeth von Leuchtenberg 1537-1579    
|
4
  |
5
 



 
|  

De ouders

Johan VII van ( de Middelste) Nassau-Siegen 1561-1623   Margaretha van Holstein-Sonderburg
|
2
  |
3



|
  Johan Maurits van Nassau-Siegen , Vorst van Nassau en Siegen 1604-1678
...

[Page displayed by GeneWeb 5.00-exp] Copyright © 1998-2006 INRIA - DOC -

perso.txt