Jacob der Kinderen 1700-1766



meer over het geslacht Kinderen
















Aantekeningen

1713 Augustus heb ick Jacob besteedt opt dyamantsnijde bij Egberdt le Feber, opt aenraeden van de Hr. Blanck, maer heb naderhandt bevonden dat het een groote prul was’, ‘ 1715 den 29 april wier ick onbooden bij den Heer Abraham van der Vinkt en sijn vrouws suster Helena Brouwer, die met hem in compangie dee, die mijn vroeg of ick oock genegenthijdt hadt om mijn soon Jacob bij haer opt kantoir te doen. Ick sij dat ick hem op het dyamandtsnijden gedaen hadt en dat ick hem daer sou laeten op blijven en dat ick ai 2 soons op kantoire hadt en dat ick haer bijde hertelijk bedanckte, en daermee was het voor die rijs gedaen, maer een week of 3 daer nae quam hij mijn op de Buers het weer vrage, hetwelke ick weer ofsloeg. Eenicge tijt daernae wierdt ick met mijn vrouw daer versogt en doen quam het weeder te horde en seyden mijn dat van haer vrinden haer versogten om op haer cantoir te sijn, maer dat se liever mijn soon als een ander hebben wilde, maer mijn vrouw had daer geen sin in, maer Jfr. Brouwer hiel soo sterk sen, dat se mijn en mijn vrouw overhaelde, wand sij groote genegenthijt voor ons en mijn soon hadt, gelijk sij soo lang sij leefde betoondt heeft. Doen heb ick hem van zijn meester los gemaeckt en bij haer lieden besteedt.‘, ziek aan de kinderpokken bij zijn patroon 1718, Van der Vinckt weigert hem een portie in de negotie te geven 5 juni 1722, ‘contrarie als hij altijt belooft hadt. Ik presenteerde hem dat indien hij maer mogt in compagnie schrijven, dat ik hem dan nog een jaer of 3 voor niet sou laete blijven, maer dat wilde hij ook niet toestaen. Doen sij ik tegens hem, dan werdt het hoog tijt dat hij tuys komt. Doen vroeg ik hem of mijn soon hem trouw gedient hadt en gaf mijn tot antwoordt van Ja. Ik vroeg hem verder of mijn soon hem ook iets ontvreemt hadt en sij van Neen.Doensij ik tegens mijn soon in sijn patroons presentie,gij sult vanavondt tuys koomen, gelijk hij dee, en ik sij tegens sijn patroon, dan wens ik u goeden avont, en ging met mijn outste soon die daer bij was naa huys, soodat die groote belofte die hij nog kortelings vernuwt hadt op niet uytliepen’. ‘Daegs daeraen sij ik tegens mijn soon, leegloope moet de boodtschap hier niet weesen, siet of gij daeromtrent een kelder kan krijgen en koopt olie en traen en begindt u negootie, gel i j k h i j d e e , e n d a e r w i e r t h e m voordt e e n k e l d e r o p g e d r a e g e o p d e z e l f d e b u r g h w a l v a n s i j n p a t r o o n o n d e r de Roomse kerk, daer hij sijn negootie in begonne heeft sijnde den 1 julij‘., verhuist 1723 naar huis op dezelfde burgwal, 3de van de Lijnbaansteeg, en neemt zijn broers Emanuel en John in huis, april 1726 12 huizen verderop, daar waar de Walvis in de gevel staat, voorf20.000,- koopt hij huis N.Z. Voorburgwal tegenover de Nieuwstraat 11.7.1736, 1742 aldaar als oliekoper get. op inkomen vanf 3500,-,woont hier tot zijn dood, poorter als oliekoper 19.8.1727, st. 26.4, begr. Nieuwe Kerk Amsterdam 2.5.1766 (lste klasse),

Bronnen :
- persoon, gezin : Amstelodammum 1972


Relaties-huwelijk en kinderen


Ouders

Broers en zussen

Voorouders

De overgrootouders

Henry der Kinderen 1616-1652   Mary Allen 1617-1661   Fransiscus Raarda   Catrina Jans Voogelesang        
|
8
  |
9
  |
10
  |
11
   



 


   
|   |    

De grootouders

Adam der Kinderen 1640-1720   Pietertie Raarda 1641-1678    
|
4
  |
5
 



 
|  

De ouders

Fransiscus der (Frans) Kinderen 1667-1737   Susanne van der Eyke 1665-1719
|
2
  |
3



|
  Jacob der Kinderen 1700-1766
...

[Page displayed by GeneWeb 5.00-exp] Copyright © 1998-2006 INRIA - DOC -

perso.txt