Op 03-01-1769 compareren G.M. van Seumeren, Rentmeester en secretaris te Scherpenseel als gevolmagtigde van Evertje van Twillaar, weduwe van Gerrit Overeem, Weijmtjen Glashorst huijsvrouw van Jan van Breeschoten, Willemijntjen Glashorst, huijsvrouw van Cornelis Romeijn, mitsgaders van Jan van Breeschoten en Derk van Wagensveld als voogden over de onmundige kinderen van Hendrik van Wagensveld bij wijlen Maartjen Glashorst ehelijk verweckt egter volgens volmagt in dato den 1e augustus 1768 voor Schout en Scheepenen der Heerlijkheijt Scherpenseel gepasseert, te zamen erffgenamen van Anthonia van der Vliert laast weduwe van Melchior van Wolffswinkel in leven Schout en ontfanger der Heerlijkheijt Scherpenseel. Zij verklaren na publicqe veijling en verkoping in dato den 5e september 1768 in Barneveld geschied verkogt te hebben aan Hendrik Berghuijs en sijne erven, een geregte agste part van een plaats genaamt Westerveld in buijrschap Callenbroek gelegen, waarvan de eene helvt Joost van Vheenschoten het vierde part den koper reets en het overige agste part de kinderen van Romeijn cum suis is toebehorende en sulks voor een summa van drie hondert carolij guldens. Geërfden: Elbertus Beek en Joost van Veenschoten. [379]