Boudewijn IV van Vlaanderen 975-1035

















Graaf van Vlaanderen
(pulchrae barbae)

Aantekeningen

Boudewijn met de Baard was de zoon van Arnulf II en van Rosela van Italië, dochter van Berengarius II van Italië, de door de Duitse keizer Otto II onttroonde koning van Italië. Toen zijn vader in 988 overleed, was Boudewijn nog minderjarig en werd de zelfstandigheid van het graafschap Vlaanderen door Frankrijk bedreigd. Een tweede huwelijk van Boudewijns moeder, Rosela, met Robrecht II de Vrome, zoon en opvolger van de Franse koning Hugo Capet, kon dit gevaar echter bezweren.

Bij zijn meerderjarigheid nam Boudewijn het bestuur stevig in handen: hij stelde paal en perk aan de onder zijn vader ontstane gezagscrisis in het noorden van het graafschap (Gent, Waasland, Kortrijk) en dwong bij de graven in het zuiden (Boulogne, Guines, Hesdin en Saint-Pol) de erkenning van zijn suzereiniteit af. Hij verplaatste de belangstelling van de Vlaamse graven, die tot dan toe op het zuiden was gericht, naar het oosten, en veroverde aanzienlijke gebieden op de rechteroever van de Schelde, afhankelijk van de Duitse keizer, die de naam Rijks-Vlaanderen zouden vormen. In 1012 werd hij door keizer Hendrik II beleend met de Zeeuwse eilanden en het gebied dat later de Vier Ambachten zou worden. Dankzij gewiekste onderhandelingen met de Duitse keizer verkreeg hij in 1015 het markgraafschap Valenciennes, namelijk met de belofte zich afzijdig te houden in het interne Lotharingse conflict tussen de Reiniers en de graven van Verdun. Het lang begeerde graafschap Ename in het gouwgraafschap Brabant werd hem echter niet door de Duitse keizer gegund, zelfs niet na de inname (en verwoesting) van de hertogelijke burcht te Ename in 1033/1034.

Zijn expansiepolitiek was duidelijk gericht op de beheersing van het Scheldebekken, waarvan hij het economisch belang begreep. In 1009 stelde hij de Heer van Gistel aan als zeeprefect om de kust te beschermen tegen invallen. Tijdens zijn bewind begon de lakenindustrie ook vaste vorm aan te nemen. De graaf was eigenaar van de schorren langs de kust, waar schapen werden gefokt, en hij was waarschijnlijk de eerste wolleverancier van de Atrechtse draperie. Graaf Boudewijn spande zich ook in om de godsvrede te laten respecteren in zijn graafschap. Hij stichtte de abdij van Sint-Winoksbergen in 1022.

Bronnen :
- gezin 1 : Bunschoter Canon


Relaties-huwelijk en kinderen, de kleinkinderen, de achterkleinkinderen


Ouders

Broers en zussen

Voorouders

De overgrootouders

Arnulf I de Grote van Vlaanderen , Graaf van Vlaanderen 885-965   Aleidia van Vermandois 910-958            
|
8
  |
9
     



     
|      

De grootouders

Boudewijn III van Vlaanderen , Graaf van Vlaanderen 940-962   Mathilde van Billung , Prinses van Saksen †1008   Berrerngarius van Ivrea   N N
|
4
  |
5
  |
6
  |
7



 


|   |

De ouders

Arnold II de Jonge van (barbatus) Vlaanderen , Graaf van Vlaanderen 961-988   Rosala van Lombardije van Ivrea †1003
|
2
  |
3



|
  Boudewijn IV van (pulchrae barbae) Vlaanderen , Graaf van Vlaanderen 975-1035
...

[Page displayed by GeneWeb 5.00-exp] Copyright © 1998-2006 INRIA - DOC -

perso.txt