Op 12 maart 1547 verkoopt Elias van Winssen, oudste zoon en erfgenaam van zijn (inmiddels overleden) vader Gerrit van Winssen, aan Jan van Tiel, zoon van Bernt van Tiel en Joostge van Winssen, heer Jacob van Winssens natuurlijke dochter, voor de 300 gulden die zij van Gerrit van Winssen in 1524 als haar deel van de 24 morgen land had gekregen, een rente van 18 gulden, te betalen op 22 augstus en 22 februari, onder voorwaarde dat Elias, of diens erfgenamen, de erfrente kunnen afkopen voor de somma van 300 gulden.
In 1569, na de dood van Elias van Winssen, wordt diens broer Peter van Winssen met de 24 morgen land beleend.