VVG APRIL 15, 2014 DOOR ODEEBY Een goed te Norden Van oudsher lagen er goederen van de kloosters van Elten, Paderborn en Werden in de buurtschap Norden te Putten. Enkele werden aanvankelijk simpelweg aangeduid als ‘het goed te Norden’ of ‘het goed Norden’.
Het goed ‘Groot Norden’ was vóór 1559 bezit van Werden en werd daarna eigendom van Paderborn. Sinds 1560 was dit in bezit van Elbert Willemsen Vlieck en zijn nageslacht. Dit goed werd toen behalve ‘Groot Norden’, meestal Elbert Vliekengoed genoemd.
‘Cleyn Norden’ van Elten kwam ook in het bezit van het geslacht Vlieck via Aertgen Dercksen vrouw van Henrick Willems Vlieck. In 1620 voert Gijsbert van Twiller een proces tegen deze Henrick Vlieck (namens zijn vrouw Aertgen Dercksdr.) over dit goed. Gijsbert van Twiller beweert af te stammen van de Van Nordens via zijn grootmoeder van moederszijde Margarythe/Gryte van Kayenbeeck of Brincks (zie fragment parenteel van Zeger van Kayenbeeck). Aertgen Derksen is een dochter van Dirck Aerts en zijn vrouw Willemtgen. Zij woonden samen op deze boerderij. Kennelijk hadden de voorouders van Dirck of Willemtgen, waarschijnlijk als afstammeling van de Van Nordens, Cleyn Norden geheel of voor een gedeelte in eigendom. Hun dochter Aertgen Dercksdr. kreeg minstens tien kinderen bij Henrick Vlieck. Eén van hun zonen, Elbert Henricksen Vlieck (en zijn vrouw Geertje Gerrits Wijncoop), verkrijgt door magescheid behalve het ‘kleine goed te Norden’, het ‘grote goed te Norden’ en ‘de Olde Oven’.
Broers en zussen
|
|