Hendrick Elbertsen Vliek 1642-1713

















Aantekeningen

Henrick Vlieck is eigenaar van 7 morgen van ´t erf Crachtighuijsen ([GA REK] inv. nr. 1496 Tynsboek Putten 1706 “Den thijns van den Nijen Landen bij Hunen ende Spriel in den Kerspel van Putten, fol. 1). - 28-5-1680: Een halff deel holts in den Putten bosch, gaande te deel met Aert Melissen Smidt, toebehorende Henrick Vlieck en Grijetjen Henriks Eluijden. Ao. 1680 den 28 meij getransporteert en opgedragen aan Melis Aertsen en Beertjen Killen van Dijermen Eluijden, ten prothocol gebrocht den 16 October 1680 ([GA PROT] inv. nr. 160, fol. 13v). - 1-4-1680: Eerstelijk twee mergen landt gent. ´Het Dijckerlandt´ in den Ampte van Putten buijrschap Nulde gelegen, daar ootsw. aangelegen sijn ´den Doven Goosen´, west Grietgen op Boeijen, noortw. den Heerenwegh, zuytw. de wed. van Gerrit Jansen Vlieck, item nog een Campien saaijlant groot ongeveer drie schepel gesaijs met sijn holtgewas en plaggevelt daar toe gehorende, gelegen bij het dorp van Putten aan de brink, daar oost en noortw. naest gelandet sijn d´Heer van Schoonderbeek, west den Heerenwegh en zuijtw. den Putterbrink, toebehorende Henrick Elbertse Vlieck en Grietjen Hendrix, echtel. neffens Aeltgen Elberts Vlieck en wij Grietjen en Aeltje in desen geassrt. met den voorn. Hend. Vlieck als onsen gekoren momber. Ao. 1680 den 1. April hebben voorn. echtel. ende bovengnoemde goederen verset en verpantschapt tot vrije en onbecommerde speciale onderpanden om op dato voors. aan te vatten tot haer schoonste vier agter een volgende jaaren te gebruiken, aan ten behoeve van Do. Ellardus Verstege pred. tot Putten en Ewouda Riemer echtel. en haar erven, en sulx voor een sum van duijsent guld. A 20 st. ´t stuk voorts bij de verpanderen voor alle voorcommen tot een speciaal onderpandt gestelt haar halve holts in de Sprielderbos voor geerfden H. Huijberts scholtis en Claas Killen van Diermen vermogens haar subs. En uijthangende zegelen als mede van de Overpander Derk van Haerlem uijt naeme van de verpander. Geregistr. Den 11 Augusti 1680 ([GA PROT] inv. nr. 160, fol. 13v). - 13-2-1694: Erff ende goet ´den Roest´ genaamt t´welk bij Reijer Wolters gebruijkt wordt, in de buijrschap Norden gelegen daar de laste toebehoort Jan Jacobsen en Truijtjen Evertsen, egtel: daar van de voordogter van Hendrik Vlijek de wederhelffte toebehoort, neffens daar de Heer Cockengen, oost Done: Ellardus Verstegen praedicant tot Putten, zuijdtw:, ende gemene wegh west en noorden naast gelandet sijn, item een mergen mehenlandt en een Camp van twee mergen aan de Blynde Steege gelegen, die Gerrit Ryxen in pagt heeft mede met de dogter van Henrik Vlyck in t´gemeen, alsmede een vierdel van een hoeve holts in de Sprijelderbosch van welke perseelen gemelte Jan Jacobsen en Truijtjen Everts de helffte van toebehoren in t voors: holt in tgeheel. Ao. 1694. den 13. februari verpandt aan Jacobus van Westervelt voor een som: van duijsent glden met beding dat pandtholder de pagt en opkomsten sal trekken en tegens de interesse ad ses perCent verreekenen in alle reparatien als anders tot laste van pandtdoeners te verblijven; en pandtdoenders nog tot een ander onderpandt gestellt ses schepel saaijlandt in twee perseelen in den Tellichter Enk in den Ampte van Ermel gelegen als tegenwoordig bij Aart Henriksen en bij een ander gebruijkt wort. Geregistr: den 21 febr/: 1694. 1708 den 15 Sept heeft Berent Henriksen en Truijtjen Everts´, egtel: Dese bovenstaande goederen als de helffte van t´Erff ´de Roest´ met sijn regt en geregtigheijt en nog de helffte van twee mergen meenlandts aan de Blynde Steegh, en de helffte van een halff hoeff holt in de Sprijelderbosch, waar van de wederhelffte Elbert Aertsen Schipper behoort van alle drie de perseelen de voors: Schipper in gemeenschap beseten en dit alles ten behoeff van de Heer Jacobus van Westervelt. Zegelers Henrick Zuijck, Henrik Geltsaijer en Gerrit Heidentrik en daar voor nog tot een waarburg gestellt ses schepel Landt in de Telliger Enk ([GA PROT] inv. nr. 160, Norden, fol. 2). - 16-3-1702: dispositie over goederen van Hendrick Elbertsen Vlieck en Hendrickien Wulffers m.b.t. hun dan in levende zijnde kinderen Steventje, Geertje en Hendrik. Steventje krijgt o.a. Vlyckengoed. Goossen en Arent Vlieck verkopen dit in 1779 aan E.J.B. van Goltstiin ([GA] 0539 Huisarchief Vanenburg inv. nr. 37). Geertje krijgt o.a. Kleyn Norden ([GA AKP] inv. nr. 250a). - 16-3-1702: Henrick Elbersen Vlijck investitus [in abtsleengoed 4 morgen uit Vanenburg], titulo successionis, successit Patri ([GA AKP] inv. nr. 326). - 1713: Volschuldig hofhorig abtsgoed Vliekengoed in Norden te Putten possessor Henrick Elbersen Vlyck, titulo successit parentibus ([GA AKP] inv. nr. 326). - 1713: Possessor Steven Hackschaar volschuldig hofhorig abtsgoed in Nulde te Putten Henrick Elbertsen Vlijck, titulo successit parentibus ([GA AKP] inv. nr. 326). - 1713: Possessor Cuiltje en Breenacker volschuldig hofhorig abtsgoed afgespleten uit Steven Aartsgoed in Nulde te Putten Henrick Elbertsen Vlijck, titulo emptione ([GA AKP] inv. nr. 326).

Bronnen :
- gezin 2 : VVG Genealogie Fragmenten


Relaties-huwelijk en kinderen, de kleinkinderen, de achterkleinkinderen


Ouders

Broers en zussen

Voorouders

De overgrootouders

Willem Elberts Vliek 1543-1617   Aertje Jansen Wincoop 1575-1617       Jan Everts Wincoop 1545-1616   Geertje Melissen 1549-1619    
|
8
  |
9
    |
12
  |
13
 



   


 
|     |  

De grootouders

Henrick Willems Vliek   Aertje Dircks 1615   Gerrit Jans Wincoop 1575-1641   Cornelieken Maesen †1641
|
4
  |
5
  |
6
  |
7



 


|   |

De ouders

Elbert Henricksen Vliek 1616-1670   Geertje Gerrits Wincoop 1613-1679
|
2
  |
3



|
  Hendrick Elbertsen Vliek 1642-1713
...

[Page displayed by GeneWeb 5.00-exp] Copyright © 1998-2006 INRIA - DOC -

perso.txt