http://nl.wikipedia.org/wiki/Lodewijk_van_Nassau
Lodewijk van Nassau was het zesde kind van Willem de Rijke en het vierde kind van zijn tweede vrouw, gravin Juliana van Stolberg. Lodewijk groeide op in Dillenburg en verbleef daarna veel in de aanwezigheid van zijn broer Willem, voor wie hij dienst deed als secretaris. Ook voerde hij de onderhandelingen in Dresden met keurvorst Maurits van Saksen over het huwelijk van Willem met diens dochter Anna van Saksen.
Aan de vooravond van de Tachtigjarige Oorlog was hij een van de leiders van het Eedverbond der Edelen en mede-opsteller van het Smeekschrift der Edelen dat het verbond aanbood aan landvoogdes Margaretha van Parma. Het smeekschrift om een minder streng regime in de Nederlanden te voeren vond geen gehoor, de Spaanse koning Filips II stuurde in reactie op de onlusten die tot de Beeldenstorm leidden troepen onder leiding van de hertog van Alva.
Lodewijk voerde de troepen van Willem van Oranje aan bij de Slag bij Heiligerlee, waarbij zijn broer Adolf sneuvelde. Hierna werd hij bij de Slag bij Jemmingen verslagen door de troepen van de hertog van Alva. Door naakt over de Eems te zwemmen wist hij ternauwernood het vege lijf te redden.
Vervolgens ging hij naar Frankrijk waar hij diplomatieke diensten verrichtte voor zijn broer Willem. In Frankrijk onderhield hij ook contacten met de hugenoten, met name met hun leider, Gaspard de Coligny. In 1569 leidde hij een contingent hugenootse troepen bij Montcontour. Maar de hugenoten werden verslagen en Lodewijk moest Frankrijk ontvluchten, waarna hij in de Nederlanden weer dienst nam als legeraanvoerder.
Toen de Watergeuzen op 1 april 1572 Den Briel hadden ingenomen, zag hij kans om op 23 en 24 mei bij verrassing de steden Valencijn en Bergen in het graafschap Henegouwen in te nemen (zie Bezetting van Bergen). Alva belegerde hierop Bergen en bij het uitblijven van versterkingen (zijn bondgenoot Gaspard de Coligny, die met een protestants leger vanuit Frankrijk de Spanjaarden zou aanvallen, werd in de Bartholomeusnacht vermoord) moest Lodewijk de stad opgeven. Samen met zijn broer Hendrik voerde hij vervolgens de legers aan bij de Slag op de Mookerheide, waar hij sneuvelde. Zijn stoffelijk overschot werd nooit teruggevonden.