Wat je doet in het dagelijks leven: In mijn dagelijks leven ben ik student. Ik studeer psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ik ben druk bezig met afstuderen en hoop dat ik op het moment dat we naar Mozambique gaan toch wel afgestudeerd ben. Naast het afronden van mijn studie psychologie, ben ik net gestart met een Master opleiding pedagogiek.
Van wie je er één bent: Om dat duidelijk te maken zal ik beginnen te vertellen dat ik bijna mijn hele leven op Eemdijk woon, bij mijn ouders. Dat maakt meestal al een groot deel duidelijk. Mijn vader heet Wout Bos, hij is de zoon van mijn opa en oma Bos. Mijn opa en oma Bos zijn Cornelis Bos en Klaasje Bos-Koelewijn. Cornelis Bos, beter bekend als Cees, is er een van de Zeekatten. Oma Klaasje, is er een van de soldeerders, zij is de oudste zus van Hendrikje Koelewijn. Hendrikje Koelewijn wordt hoogstwaarschijnlijk genoemd in de beschrijvingen van Hanneke, Tine, Irene en Weidy van wie zij respectievelijk de oma en moeder is.
Mijn moeder is Kuin Bos-Duijst, zij is de dochter van mij opa en oma Diek (eigenlijk heten ze Duijst, maar omdat ze op Eemdijk wonen noemen wij ze Diek). Mijn opa en oma Diek zijn Willem Duijst en Leen (Helena) Duijst-Varenkamp. Mijn opa Diek heeft ook een bijnaam, maar hij wordt boos als deze naam genoemd wordt, daarom zal ik die naam in dit stukje achterwege laten (het heeft iets te maken met kippen en uitwerpselen).
Waarom je mee doet: Ik doe mee met expeditie Mozambique omdat ik al een tijd met het idee liep dat ik ergens, ver weg, arme mensen wilde helpen. Toen ik hoorde van dit plan, werd ik meteen enthousiast. Het helpen van de allerarmste, vooral de kleine hulpeloze wezentjes, spreekt mij erg aan. Ik denk ook dat het goed is om naar zo’n arm land te gaan, om tot besef te komen hoe goed wij het hier wel niet hebben. En ook denk ik dat we het goede en de gaven die we ontvangen hebben, moeten gebruiken om andere mee te helpen