De ned Leeuw 1912 Kol 39.
Gijsbert van Aller Seroaaszoon betaalt wegens Allerscampe, 1392. Na hem betalen achtereenvolgens tins: Arndt van Menegate (hij kan een Van Aller zijn, daar een Aernt van Aller 15 Dec. 1452 als kerkmeester te Putten voorkomt, Reiner Henricks [Van Rhemen noemt onder de zegelaars van den Verbondsbrief in 1436 Reyner van Aller Hendrikszoon, die bij Nijhoff (Gedenkwaardigheden IV, bh. 139) Reyner Henrichsoon heet en Gisbert ten Haeve. (Thinsboek, 1549-1576. Gijsbert van Alsen (moet zijn Aller) heeft van Elten een morgen lands, die „Lange Monecs plach te wesen" en eene kamp lands, die „Peel Bergens plachte wesen op den langen lande."
Bronnen :
- gezin : DNL 1911 kol 367
Broers en zussen
|
|