ancsosa
Tot de n-e generatie.
1 . Lambert Pannekoeck, Onderschout Apeldoorn, geboren in 1606, gestorven in 1658 (leeftijd bij overlijden: 52 jaar oud), Landbouwer op Wachteveldt.
2 . Claes Pannekoeck, geboren in 1575, gestorven in 1624 (leeftijd bij overlijden: 49 jaar oud), Gerichtsman, Onderscholtis, Herbergier.
... gehuwd met ...
... hieruit :
4 . Geurt Pannekoeck, Buurtscholtis Hoog Soerderheegte, geboren in 1545, gestorven in 1635 (leeftijd bij overlijden: 90 jaar oud), Gerichtsman. [Aantekening 4]
... gehuwd met ...
... hieruit :
8 . Willem Pannekoeck, Scholtis Apeldoorn (1533-1549), geboren in 1505, gestorven na 1566, Gerichtsman. [Aantekening 8]
... gehuwd met ...
... hieruit :
16 . Jorrien Pannekoeck, geboren in 1470, gestorven in 1544 (leeftijd bij overlijden: 74 jaar oud).
... gehuwd in 1509 met ...
... hieruit :
32 . Willem Pannekoeck, geboren in 1400, gestorven na 1458, Gerichtsman, ca 1440, gezworen peinder van Apeldoorn 1491-1493. [Aantekening 32]
... gehuwd met ...
... hieruit :
64 . Godfrid Pannekoeck, geboren tussen 1370 en 1390, gestorven na 1454, Gerichtsman te Ermelo.
... gehuwd met ...
... hieruit :
koster van Beekbergen Custos van Beekoster van Beekbergen van ca 1650-1665. Bezat land aan de Loenensebeek
gerichtsman in 1636, papiermaker op de Pannekoeksmolen in Wenum (later genoemd de Rotterdamse Kopermolen) Bezit in 1648 1/3 schepel zaailand in Wiessel, een papiermolen in Wenum en 1 mrg. in de Havercamp. Is in 1659 momber over de onmundige kinderen van zijn broer Lambert
ca 1545 †ca 1635, gerichtsman, buurtscholtis van de Hoog Soerderheegde, kerkmeester van Apeldoorn, holtrichter van het Asseltsebos, karspelman van Apeldoorn [VG 27e nr 3 p. 43: beleend met een erf in Hoog Soeren.
Vermeld als scholtis van Apeldoorn: 1539 (14), 1544 en 1549 (23), 1542 (68), 1533 (24); krijgt dan een getuigenis over een schuld van Wilhelm Pannekoek, de olde scholt die afbetaald zou zijn, 1552 (98), 1534 (25), 1561 (26), 1554 (27), 1555 (28 en 31), 1561/62; betaalt dan voor van St. Marie gepachte goederen in Hoog Soeren (16), 1541 (21), 1544 (30.4-9-1545 (30), 1546 (33), 1549 (8), 1551 (40), 1553/54 (38), 1557 (32 en 36), 1560 (77), 1561 (37), 1563 (37), 1566 (26) Vermeld als gerichtsman: 1539 (21), 1541 (21), 1544 (26), 1547 (39), 1551 (40) en 1562 (37). Is in 1529 getuige bij een huwelijk (31).Bezit een vierendeel holt in Hoog Soerdermark (bos) (29); dat later in bezit is van Jacob Heimerix. Wordt in 1546 genoemd als Willem Jorriens, scholt van Apeldoorn (33), als buur in de Hoog Soerheegde. Het tijnsregister vermeld dat hij (Willem Pannekoeck scholt) tijns betaalt als opvolger van Jorrien Pannekoeck, voor goed in Hoog Soeren. Zijn tijnsopvolger is (zijn zoon) Geurt Pannekoeck. Tevens vermeld het register dat het gaat om een deel in de "heegte" (= Soerderheegde) (34). Tevens blijkt hij een goed te hebben in Orden, dat later in bezit is van Jan Cornelis en daarna van Wolter Jans; mogelijk gaat het hier om het Homoetsgoed en waarschijnlijk om het goed dat zijn vader had geerfd van zijn broer (34). Wordt nog op 4-4-1568 vermeld als getuige (26). Is scheidsman (als momber) inzake de kinderen van Geerligh Huigen (uit de Huigenfamilie) (36). Haalt in 1537 de huislieden van Apeldoorn op die toen met Henrick van Arler (te velde?) lagen (bij Hattem), verteerde toen -als scholt-met hen bier etc. welk in 1558 nog niet betaalt zou zijn (36). Betaalt in 1546 aan St. Marie als "schulteto" (schout) voor het Apeldoornse tiendblok en voor goed in de Hoog Soerdermark (104).
Vermeld als scholtis van Apeldoorn: 25-9-1570 (30j,1573 (78), 1583 (50), 1584 (26), 1590 (71 en 42), 1601(56) samen met Gaert Pannekoeck, "gebroeders", 1602 (69), 1607 (46), 1608 (26), 1616 (70), 16-2-1620 (44). Gekoren (gekozen) momber 1581 (26).Volgt op als tijnsbetaler van (34): †zijn neef Jurgen Pannekoick Claesz †Arndt Rijckss; deze of zijn vader is ws. zoon van Rijck Arnts, die tijnsopvolger was van Wilhem Pannekoick Wilhernss, voor de "loco molendini in Wyssel" (64). Bezit een halfdeel in het Hoog Soerderbos (8), is daar in 1600/02 holtrigter. Bezit de helft van het goed Wachteveld (29 en 43). Betaalt o.a. 1594-1604 voor het gebruik van Hesevelt (20), pacht de Hoppencamp (1594-1604) (29). Bezat een graf te Harderwijk, volgens het grafregister. N.B. Uit zowel de tijnsregisters als uit het archief van Sint Marie blijkt dat hij meerdere goederen bezit die eerst van zijn neef IV D, Jorrien Claesz Pannekoeck waren
ca 1545 †ca 1635, gerichtsman, buurtscholtis van de Hoog Soerderheegde, kerkmeester van Apeldoorn, holtrichter van het Asseltsebos, karspelman van Apeldoorn [VG 27e nr 3 p. 43: beleend met een erf in Hoog Soeren.
Is een zwager van de zonen van Jacob Heimericks . Zegt in een proces dat zijn voorouders het goed Holthuizen bezeten. In 1625 is Hendrick, samen met Gerrit van Cooth, scholtis van Ermelo, momber over Jurrijen van Erckelens, zoon van Joost van Erckelens en Maria Pannekoeck . Hij vordert op 19-6-1526 van zijn zwager Warner Henricks rekening van ontvangst en uitgaven over de nalatenschap van Henrick Pannekoeck. Hij vordert dan o.a. een 5e deel van 100 gld. en 1/12 deel van een vierendeel in de Soerdermark; hij wordt door het gerecht in het gelijk gesteld. Op 2-3-1633 maakt hij zijn testament te Dieren . Volgens een later gevoerd proces was hij in gevecht geraakt met een zwager, die hem een dodelijke wond toebracht
Vermeld als scholtis van Apeldoorn: 1539 (14), 1544 en 1549 (23), 1542 (68), 1533 (24); krijgt dan een getuigenis over een schuld van Wilhelm Pannekoek, de olde scholt die afbetaald zou zijn, 1552 (98), 1534 (25), 1561 (26), 1554 (27), 1555 (28 en 31), 1561/62; betaalt dan voor van St. Marie gepachte goederen in Hoog Soeren (16), 1541 (21), 1544 (30.4-9-1545 (30), 1546 (33), 1549 (8), 1551 (40), 1553/54 (38), 1557 (32 en 36), 1560 (77), 1561 (37), 1563 (37), 1566 (26) Vermeld als gerichtsman: 1539 (21), 1541 (21), 1544 (26), 1547 (39), 1551 (40) en 1562 (37). Is in 1529 getuige bij een huwelijk (31).Bezit een vierendeel holt in Hoog Soerdermark (bos) (29); dat later in bezit is van Jacob Heimerix. Wordt in 1546 genoemd als Willem Jorriens, scholt van Apeldoorn (33), als buur in de Hoog Soerheegde. Het tijnsregister vermeld dat hij (Willem Pannekoeck scholt) tijns betaalt als opvolger van Jorrien Pannekoeck, voor goed in Hoog Soeren. Zijn tijnsopvolger is (zijn zoon) Geurt Pannekoeck. Tevens vermeld het register dat het gaat om een deel in de "heegte" (= Soerderheegde) (34). Tevens blijkt hij een goed te hebben in Orden, dat later in bezit is van Jan Cornelis en daarna van Wolter Jans; mogelijk gaat het hier om het Homoetsgoed en waarschijnlijk om het goed dat zijn vader had geerfd van zijn broer (34). Wordt nog op 4-4-1568 vermeld als getuige (26). Is scheidsman (als momber) inzake de kinderen van Geerligh Huigen (uit de Huigenfamilie) (36). Haalt in 1537 de huislieden van Apeldoorn op die toen met Henrick van Arler (te velde?) lagen (bij Hattem), verteerde toen -als scholt-met hen bier etc. welk in 1558 nog niet betaalt zou zijn (36). Betaalt in 1546 aan St. Marie als "schulteto" (schout) voor het Apeldoornse tiendblok en voor goed in de Hoog Soerdermark (104).
burger van Arnhem, gerichtsman (maar niet in Arnhem, komt niet voor in Verkerk, 1992)
Stierf na 1458 [1]. "In 1443 verklaart hij van Wynald van Aller names Garcelis van Aller diverse geldbedragen te hebben ontvangen, die hij zal korten op hetgeen hij tegoed heeft van Garcelis [2]. Vermoedelijk bestond er een familiebetrekking tussen de bovengenoemde Van Allers en de eerder samen met Godert Pannekoeck genoemde Hendrik van Aller. Het bedrag, dat Willem tegoed had, had waarschijnlijk betrekking op het door Godert Pannekoeck in 1424 overgedragen land in het Arnhemmerbroek.
Op 23 januari 1454 wordt hij burger van Arnhem [3].
Op 8 augustus 1458 is hij als gerichtsman betrokken bij de overdracht van goederen te Ugchelen bij Apeldoorn
Vermeld in 1484 (1), 1486 (2) en 1491 (3). Als gezworen peinder 1491 (4). 1492 (5) en 1493 (6) tot Apeldoorn. Een kopie van een akte opgemaakt 21-4-1517, vermeldt dat Joerijen Pannekoeck, peinder tot Apeldoorn, geld leende aan hertog Karel van Gelre, die verklaart dat Joerijen's vader Wilhelm aan hertog Arnolt geld had geleend met het peindersambt als onderpand. N.B. Dit moet voor 1473 zijn geweest.'
burger van Arnhem, gerichtsman (maar niet in Arnhem, komt niet voor in Verkerk, 1992)
Stierf na 1458 [1]. "In 1443 verklaart hij van Wynald van Aller names Garcelis van Aller diverse geldbedragen te hebben ontvangen, die hij zal korten op hetgeen hij tegoed heeft van Garcelis [2]. Vermoedelijk bestond er een familiebetrekking tussen de bovengenoemde Van Allers en de eerder samen met Godert Pannekoeck genoemde Hendrik van Aller. Het bedrag, dat Willem tegoed had, had waarschijnlijk betrekking op het door Godert Pannekoeck in 1424 overgedragen land in het Arnhemmerbroek.
Op 23 januari 1454 wordt hij burger van Arnhem [3].
Op 8 augustus 1458 is hij als gerichtsman betrokken bij de overdracht van goederen te Ugchelen bij Apeldoorn
Vermeld in 1484 (1), 1486 (2) en 1491 (3). Als gezworen peinder 1491 (4). 1492 (5) en 1493 (6) tot Apeldoorn. Een kopie van een akte opgemaakt 21-4-1517, vermeldt dat Joerijen Pannekoeck, peinder tot Apeldoorn, geld leende aan hertog Karel van Gelre, die verklaart dat Joerijen's vader Wilhelm aan hertog Arnolt geld had geleend met het peindersambt als onderpand. N.B. Dit moet voor 1473 zijn geweest.'