ancsosa
Tot de n-e generatie.
1 . Philip Livingston, geboren op 3 november 1740, gestorven.
2 . Peter Van Brugh Livingston, geboren op 13 maart 1712, Albany, New York, gedoopt in 1712, Albany, New York, gestorven in 1793 (leeftijd bij overlijden: 81 jaar oud). [Aantekening 2]
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Elizabeth Ricketts
...
... gehuwd op 3 november 1739, New York City, met ...
3 . Mary Alexander, geboren op 16 oktober 1721, gestorven op 26 september 1767 (leeftijd bij overlijden: 45 jaar oud).
... hieruit :
4 . Philip Livingston, geboren op 9 juli 1686, gestorven op 4 februari 1749 (leeftijd bij overlijden: 62 jaar oud). [Aantekening 4]
... gehuwd op 19 september 1709 met ...
5 . Catrina van Brugh, geboren in 1689, gedoopt op 10 november 1689, Albany, New York, gestorven op 20 februari 1756 (leeftijd bij overlijden: 67 jaar oud).
... hieruit :
6 . James Alexander.
... gehuwd met ...
7 . Maria Spratt.
... hieruit :
8 . Robert (the Elder) Livingston, geboren op 12 december 1654, Ancrum, Roxburghshire, Scotland, gestorven op 1 oktober 1728, Boston, Suffolk, Massachusettes, begraven in 1728, Livingston, Columbia, New York (leeftijd bij overlijden: 73 jaar oud). [Aantekening 8]
... gehuwd op 9 juli 1679, Rensselaerswyck, Albany, New York, met ...
9 . Alida Schuyler, geboren op 28 februari 1656, Beverwyck, Albany, New York, gestorven op 27 maart 1729 (leeftijd bij overlijden: 73 jaar oud).
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd in 1680, New York, met ...
...
Gerrit van Slichtenhorst, geboren in 1626, gedoopt op 17 januari 1626, Nijkerk, gestorven op 9 januari 1683, Esopus Ulster New York (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud) [Aantekening 9x1]
...
zoon
van Brant Aerts van Slichtenhorst ca 1587-1666 en
Aeltje van Wenckum 1595-/1644
...
... -(X2) :
gehuwd op 10 februari 1675, Rensselae¦rswyck, Albany, New York, met ...
...
Nicholas van Rensselaer, geboren op 14 september 1636, Amsterdam, North Holland, Netherlands, gestorven op 1 november 1678 (leeftijd bij overlijden: 42 jaar oud), Predikanr Dominee in Renselaerwyck Albany [Aantekening 9x2]
...
zoon
van Killian van Rensselaer 1586-1643 en
Anna van Wely 1598-1670
...
... gehuwd met ...
11 . Sara Cuyler.
... hieruit :
16 . John Livingston, geboren op 21 juni 1603, Kilsyth, Stirlingshire, Scotland, gestorven in augustus 1672, Rotterdam, South Holland, Netherlands (leeftijd bij overlijden: 69 jaar oud), Reverend. [Aantekening 16]
... gehuwd op 23 juni 1635, Edinburgh, Lothian, Scotland, met ...
17 . Janet Fleming, geboren op 16 november 1613, Edinburgh, Lothian, Scotland, gestorven op 13 februari 1693, Rotterdam, South Holland, Netherlands (leeftijd bij overlijden: 79 jaar oud). [Aantekening 17]
... hieruit :
18 . Philip Pieterse Schuyler, geboren in 1628, Amsterdam, North Holland, Netherlands, gestorven op 9 maart 1683, Albany, New York (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud), Colonel. [Aantekening 18]
... gehuwd op 12 december 1650, Rensselaerswyck, Albany, New York, met ...
19 . Margriete Brandsen van Slichtenhorst, geboren in 1628, Nijkerk, Gelderland, Netherlands, gestorven op 22 januari 1711, Rensselaerswyck, Albany, New York (leeftijd bij overlijden: 83 jaar oud). [Aantekening 19]
... hieruit :
22 . Hendrick IJsbrandt Cuyler, geboren in 1637, Hasselt NL, gestorven in 1691 (leeftijd bij overlijden: 54 jaar oud), Kleermaker. [Aantekening 22]
... gehuwd in 1660, Amsterdam, met ...
23 . Annetje Schepmoes, geboren in februari 1642, New Amsterdam, gestorven.
... hieruit :
32 . William Alexander Livingston, geboren, Monybroch, Scotland. [Aantekening 32]
... gehuwd met ...
33 . Agnes ??, geboren, Dunipace, Fairfax, Scotland, gestorven in 1650.
... hieruit :
34 . Bartholomew Fleming, gestorven in 1624, London, England. [Aantekening 34]
... gehuwd met ...
35 . Marion Hamilton, geboren in 1587, gestorven.
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
John Stevenson
...
36 . Pieter Tjercks Schuyler, geboren in 1587, gestorven in 1656 (leeftijd bij overlijden: 69 jaar oud). [Aantekening 36]
... gehuwd met ...
... hieruit :
38 . Brant Aerts van Slichtenhorst, geboren circa 1587, Nijkerk op het Westphalingsgoed, later op de Slichtenhorst, gedoopt op 5 december 1616, Nijkerk, gestorven op 26 september 1666, Nijkerk, Gelderland, Netherlands (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 79 jaar oud), Jurist,geschiedschrijver STICHTER VAN ALBANY in nieuw Nederland. [Aantekening 38]
... gehuwd op 19 december 1613, Nijkerk, met ...
39 . Aeltje van Wenckum, geboren in 1595, Nijkerk, gestorven voor 1644, Nijkerk. [Bron 39]
... hieruit :
44 . Isebrandt Cuyler, geboren in 1612, gestorven.
... gehuwd met ...
45 . Evertje Jansz, geboren in 1608, gestorven.
... hieruit :
... gehuwd met ...
47 . Sara Pieterse.
... hieruit :
64 . Alexander Livingston, geboren in 1561, Monyabroch, Kilsyth, Scotland, gestorven in 1598, Pinkiefield, Scotland (leeftijd bij overlijden: 37 jaar oud). [Aantekening 64]
... gehuwd in 1564, Scotland, met ...
65 . Barbara Livingston, geboren, Kilsyth, Strathclyde, Scotland.
... hieruit :
68 . John Fleming.
... gehuwd met ...
... hieruit :
70 . John Hamilton.
... gehuwd met ...
... hieruit :
... gehuwd met ...
73 . Styntje Doudes.
... hieruit :
76 . Arendt Hermansz van Slichtenhorst, geboren circa 1565, Slichtenhorst, gestorven. [Bron 76]
... -(X2) :
gehuwd op 26 april 1618, Nijkerk, met ...
...
Goudje Henricks [Bron 76x2]
...
dochter van Henrick Heymans Beeckman en
? ?
...
... gehuwd, Nijkerk, met ...
77 . Grietgen van Wenckum, geboren in 1570, gestorven voor 1617. [Bron 77]
... hieruit :
78 . Gijsebert Morren van Wenckum, geboren in 1563, Nijkerk, gestorven op 25 januari 1613 (leeftijd bij overlijden: 50 jaar oud). [Bron 78]
... gehuwd op 20 mei 1589, Amersfoort, met ...
79 . Elisabeth van Dompseler, geboren in 1566, gestorven in 1614, Amersfoort (leeftijd bij overlijden: 48 jaar oud). [Bron 79]
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd in 1543, Nijkerk, met ...
...
Hendrick van Wenckum [Aantekening 79x1]
... hieruit :
88 . Reynier Cuyler, geboren in 1578, gestorven.
... gehuwd met ...
89 . Hendryckien Jans, geboren in 1590, gestorven.
... hieruit :
92 . Jan Schepmoes.
... gehuwd met ...
... hieruit :
128 . James Livingston. [Aantekening 128]
... gehuwd in 1582, Dalgeth Fifeshire Scotland, met ...
129 . Margaret Hay, geboren in 1547, Dalgeth Fifeshire Scotland, gedoopt op 15 maart 1566, Errol Perth Scotland, gestorven op 30 december 1659, Dalgeth Fifeshire Scotland, begraven op 20 januari 1659, Dalgeth Fifeshire Scotland (leeftijd bij overlijden: 112 jaar oud). [Aantekening 129]
... hieruit :
130 . Alexander of Nether Inches Livingston, gestorven in 1565.
... gehuwd met ...
... hieruit :
152 . Herman van Slichtenhorst.
... gehuwd met ...
... hieruit :
156 . Mor Gisebert van Wenckum, geboren in 1590, Nijkerk, gestorven, Kuiper (Beernink blz 3). [Bron 156]
... gehuwd op 3 september 1615, Nijkerk, met ...
157 . Aeltgen Brantz. [Bron 157]
... hieruit :
158 . Johan van Emeler Dompseler, geboren in 1498, Amersfoort, gestorven op 15 maart 1526 (leeftijd bij overlijden: 28 jaar oud). [Aantekening 158]
... gehuwd met ...
159 . Bartraet van Ewijck, geboren in 1493, gestorven. [Aantekening 159]
... hieruit :
176 . Cornelius Cuyler, geboren in 1550, gestorven in 1591 (leeftijd bij overlijden: 41 jaar oud).
... gehuwd met ...
177 . Marrietien Isebrants, geboren in 1554, gestorven.
... hieruit :
178 . Jan Hendrix Koopman, geboren in 1563, gestorven.
... gehuwd met ...
179 . Claesien Jans, geboren in 1565, gestorven.
... hieruit :
256 . William Livingston, gestorven in 1518. [Aantekening 256]
... gehuwd met ...
257 . Agnes Hepburn.
... hieruit :
258 . John Hay, geboren in 1531, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
260 . William of Kilsyth Livingston, gestorven in 1545.
... gehuwd met ...
261 . Janet Bruce.
... hieruit :
304 . Elbert van Slichtenhorst. [Bron 304]
... gehuwd met ...
... hieruit :
312 . Gysbrecht Morren van Wenckum, geboren in 1575, gestorven.
... gehuwd met ...
313 . Hillegonda van Wencum N.
... hieruit :
314 . Brant Killen. [Bron 314]
... gehuwd met ...
... hieruit :
316 . Evert (de Oude) van Dompseler, geboren in 1484, gestorven in 1526 (leeftijd bij overlijden: 42 jaar oud). [Aantekening 316]
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Gerberich Luikensen [Bron 316x2]
... hieruit :
... gehuwd met ...
317 . Abrahams ??.
... hieruit :
352 . Andries Cuyler, geboren in 1524, gestorven.
... gehuwd met ...
353 . Ida N, geboren in 1528, gestorven.
... hieruit :
354 . Isebrants Reyniers, geboren in 1530, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
512 . James Livingston, gestorven in 1503. [Aantekening 512]
... gehuwd met ...
513 . Agnes Houston.
... hieruit :
... gehuwd met ...
515 . Janet Napier.
... hieruit :
520 . William of Kilsyth Livingston, gestorven op 9 september 1513, Battle of Flodden Field.
... gehuwd met ...
... hieruit :
632 . Gijsbert van Dompseler, Ridder Veluwe (1471), geboren in 1442, Huis Emeler, Ommeland, gestorven in 1500, Huis Emeler, Ommeland (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud). [Aantekening 632]
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Bertreat ?
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Agnes van Byler, geboren, Amersfoort
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.042 . Patrick 1st Lord Graham, Earl of Mar , gestorven in 1466.
... gehuwd met ...
1.043 . Christian of Mar Erskine, geboren in 1402, gestorven na 1479.
... hieruit :
1.264 . Johan van Dompseler, Ridder , Raad van Reinald Hertog van Gelre , geboren in 1379, Barneveld, gestorven op 23 mei 1476, Barneveld, begraven, Barneveld (leeftijd bij overlijden: 97 jaar oud). [Aantekening 1264]
... -(X1) :
gehuwd in 1401 met ...
...
Margriet van Griete van Delen, geboren in 1380, gestorven in 1405 (leeftijd bij overlijden: 25 jaar oud)
...
dochter van Brand van Delen 1356-1412 en
Truda Gosen †1424
... hieruit :
... gehuwd in 1406 met ...
... hieruit :
1.266 . Peter van Meeckeren. [Bron 1266]
... gehuwd met ...
1.267 . Margaretha van Iseren. [Bron 1267]
... hieruit :
2.048 . James Livingston. [Aantekening 2048]
... gehuwd met ...
... hieruit :
2.080 . William Livingston, gestorven in 1459.
... gehuwd met ...
2.081 . Elizabeth de Caldotis.
... hieruit :
2.086 . Robert 1st Lord Erskine, Earl of Mar , geboren in 1367, gestorven in 1452 (leeftijd bij overlijden: 85 jaar oud).
... gehuwd met ...
2.087 . Eliabeth Lindsay, gestorven na 1452.
... hieruit :
2.528 . Evert Lubberts van Dompseler, geboren in 1350, Barneveld, gestorven in 1425, Op de Veluwe (leeftijd bij overlijden: 75 jaar oud). [Aantekening 2528]
... gehuwd in 1378 met ...
2.529 . Ghijsen van Byler, geboren in 1357, gestorven in 1425 (leeftijd bij overlijden: 68 jaar oud).
... hieruit :
4.096 . Alexander Livingston, gestorven in 1451. [Aantekening 4096]
... gehuwd met ...
... hieruit :
4.160 . John Livingston, gestorven op 14 september 1402, BAttle of Homildon Hill. [Aantekening 4160]
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Marjorie of Carse Menteith
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
4.174 . David of Glenesk Lindsay, geboren in 1360, gestorven in 1407 (leeftijd bij overlijden: 47 jaar oud).
... gehuwd met ...
4.175 . Elizabeth Catharine Steward.
... hieruit :
5.056 . Johan van Dompseler, gestorven na 1375. [Aantekening 5056]
... gehuwd met ...
... hieruit :
5.058 . Ghise van Byler. [Aantekening 5058]
... gehuwd met ...
... hieruit :
8.193 . Marjorie of Carse Menteith.
... hieruit :
8.320 . William Livingston, gestorven in 1364. [Aantekening 8320]
... gehuwd met ...
8.321 . Christian de Callendar.
... hieruit :
8.350 . Robert II Steward, 35th King of Scots , geboren in 1316, gestorven in 1390 (leeftijd bij overlijden: 74 jaar oud).
... gehuwd met ...
8.351 . Elizabeth of Rowallan Mure, Queen of Scotland , geboren in 1320, gestorven in 1355 (leeftijd bij overlijden: 35 jaar oud).
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
16.640 . William Sir of Gorgyn Livingston, geboren in 1275, gestorven circa 1339 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 64 jaar oud).
... gehuwd met ...
... hieruit :
16.642 . Patrick de Callendar.
... gehuwd met ...
16.643 . MArgareth de la Vall, geboren in 1272, Stirling Scotland, gestorven.
... hieruit :
16.700 . Walter Steward, 6th High Steward of Scotland , geboren in 1292, gestorven in 1327 (leeftijd bij overlijden: 35 jaar oud).
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Isabel (of Dalkeith and Abercorn) Graham
...
... gehuwd met ...
16.701 . Marjorie de Bruce, Heires of Scotland , geboren in 1297, gestorven in 1316, Renfrews (leeftijd bij overlijden: 19 jaar oud).
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
33.280 . Archibald Livingston, geboren in 1250, gestorven, Sir. [Aantekening 33280]
... gehuwd met ...
... hieruit :
33.400 . James (seamus) Steward, 5th Lord High Steward of Scotland , geboren in 1243, gestorven.
... gehuwd met ...
33.401 . Egidia de (Jill of Ulster) Burgh, geboren in 1255, gestorven.
... hieruit :
33.402 . Robert I (the Good) Bruce, 32nd King of Scotland , geboren in 1274, gestorven in 1329 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud). [Aantekening 33402]
... gehuwd met ...
33.403 . Elizabeth de Bruce, geboren in 1284, gestorven in 1327 (leeftijd bij overlijden: 43 jaar oud).
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
66.800 . Alexander (of Dunonald) Steward, 4th Lord High Steward of Scotland , 1th Steward , geboren in 1214, gestorven in 1283 (leeftijd bij overlijden: 69 jaar oud).
... gehuwd met ...
66.801 . Jean MacRory, Heiress of Arran and Bute MacDonald) , Marchioness de Buidhe , geboren in 1228, gestorven.
... hieruit :
66.804 . Robert VII Bruce, Earl of Carrick , 6th Lord of Annandale , geboren in 1243, gestorven in 1304 (leeftijd bij overlijden: 61 jaar oud).
... gehuwd met ...
66.805 . Margereth (Countess) of Carrick, Countess .
... hieruit :
133.120 . Livingus Livingston, geboren in 1109, gestorven in 1128 (leeftijd bij overlijden: 19 jaar oud).
... gehuwd met ...
... hieruit :
133.608 . Robert VI of Bruce, Lord of Annandale , geboren in 1210, gestorven in 1295 (leeftijd bij overlijden: 85 jaar oud). [Aantekening 133608]
... gehuwd met ...
133.609 . Isabel (lady of Cloucester) de Clare.
... hieruit :
267.216 . Robert V (the Noble) Bruce, geboren in 1164, gestorven in 1245 (leeftijd bij overlijden: 81 jaar oud).
... gehuwd met ...
267.217 . Isabelle de Huntingdon, Heiress of Scotland , geboren in 1199, gestorven in 1251 (leeftijd bij overlijden: 52 jaar oud).
... hieruit :
Member of the Committe of One Hundred 1775.
Member of the Provincial Congress 1776.
President of the Provincial Congress 1775.
Treasurer of the Provincial Congress 1776.
Town Clerk of Albany and Secretary of Indian Affairs 1721-49.
Member of the Legislative Ciuncil 1725-49.
Member of the Assembly for the Manor 1737-58.
accoring to Maria van Renselares correspondence index blz 195, was hij een luis in de pels met en proeerde met veel claisms de bezitting van de Rensselaers te bemachtigen
Member of the Committe of One Hundred 1775.
Member of the Provincial Congress 1776.
President of the Provincial Congress 1775.
Treasurer of the Provincial Congress 1776.
Educated at Yale University
Colonial Assembly 1763-1769
Continental Congress 1774-1778
New York Senate 1777-1778
Signer of the Declaration of Independance 1776
Member of the Assembly for New York 1759-1769
Member for the Manor 1769
Speaker of the Assembly 1768
Member of the Assembly 1759-1761.
Governor of New Jersey 1776-1790.
Educated at Yale College, now Yale University.
Continental Congress 1774.
Delegate for the Constitutional Convention 1787.
Signer of the Constitution.
MAJOR-GENERAL IN THE AMERICAN REVOLUTION.
Member of the Committe of One Hundred 1775.
Member of the Provincial Congress 1776.
President of the Provincial Congress 1775.
Treasurer of the Provincial Congress 1776.
Born in Scotland in 1654, the fourteenth child of John Livingston and Janet Fleming, he followed his father, a refugee Calvinist minister, to the Netherlands in 1663. Considerably younger and not close to his siblings, young Robert grew up in Rotterdam learning the intricacies of business and trade and becoming fluent in both English and Dutch. By 1670, he was keeping his own Dutch-language account book. Following the death of his father, in 1673 Robert Livingston returned to Scotland and then sailed for Boston to find his fortune in America.
Following the death of his father in 1673, Robert Livingston returned to Scotland for a time. He sailed for Boston to find his fortune in North America. Livingston's father was well known in Puritan Boston, and a merchant advanced the young son enough stock and credit to undertake a trading venture to Albany, New York. Livingston arrived in Albany in late 1674. With his business and language skills, in August 1675 he became secretary to Nicholas Van Rensselaer, director of Rensselaerswyck, who died a few years later.
In 1679 Livingston married Van Rensselaer's widow, Alida Schuyler. She was the daughter of Philip Pieterse Schuyler, vice-director of Fort Orange, giving Livingston an important connection in the community. Robert Livingston amassed one of the largest fortunes in 17th-century New York
Many Americans are descended from the Livingston family, including George W. Bush, the entire Fish and Kean families, First Lady Eleanor Roosevelt, First Lady of New York Anna Morton, actors Montgomery Clift and Michael Douglas, actress Jane Wyatt, medical resident Asad Rizvi, poet Robert Lowell, cinematographer Floyd Crosby and his son David Crosby, author Wolcott Gibbs, and almost the entire Astor family
Secretary to the Commissaries of Albany 1676-1686
Town Clerk and Collector 1686-1721
Secretary of Indian Affairs 1676-1721
Member of the Legislative Council 1698-1701
Member of the General Assembly for Albany 1709-1711
Member of the General Assembly for the Manor 1716-1726
Speaker of the Assembly 1718-1725
Raised in the Netherlands.
14th child of John Livingstone and Janet Fleming.
April 28, 1672, sailed from Grenock, Scotland, on the passenger ship
Catherine, bound for Charlestown, New England.
Dropped the last 'e' from his name.
Robert was the 1st Lord of the Manor. His son, Philip, became the 2nd
Lord of the Manor.
Colonel of the Connecticut Militia.
FIRST ENGLISH GOVERNOR OF ANNAPOLIS ROYAL.
Town Clerk of Albany and Secretary of Indian Affairs 1721-49.
Member of the Legislative Ciuncil 1725-49.
First Proprietor of Clermont.
Member of the Assembly for the Manor 1726-7.
Register of the Colonial Court of Chancery 1720.
County Clerk of Ulster 1722.
Member of the Assembly for the Manor 1728-37.
He was the son of Brant Van Slichtenhorst - director of Rensselaerswyck and Aeltje van Wenckum Van Slichtenhorst. He may have come to New Netherland with his father in 1648.
His father returned to Holland about 1660 and Gerrit seems to have represented Van Slichtenhorst family interests in America after that. In that year, he was counted among the most prominent Beverwyck-based fur traders. In 1668, Gerrit also made a trip to the Netherlands to deal with his father's estate.
In 1672, he married Alida (Aeltie) Lansing. At that time, he was identified as a Schenectady magistrate and/or commissary. The marriage produced at least five children.
In 1679, his name was included on a census of Albany householders. In addition to a number of Albany parcels, he also owned property at Claverack.
Gerrit Van Slichtenhorst filed a will and died in Kingston in January 1684. His sister was the wife and widow of Philip Pieterse Schuyler. With Gerrit's passing, the Van Slichtenhorst family name dropped from Albany rolls.
vi. Nicholas Van Rensselaer, (Rev) was baptized in Amsterdam on September 14, 1636, and died in Albany in 1678. He was religious from childhood and shunned the family business. He curried favor with King Charles II and was appointed co-minister in Albany tho he never took the pulpit. He married Alida Schuyler when he was 39 and she was 19. They had no children. See more information at The People of Colonial Albany.
Town Clerk of Albany and Secretary of Indian Affairs 1721-49.
Member of the Legislative Ciuncil 1725-49.
Fifteen children in all: John (eldest), James (9th), Robert (14th)
Elizabeth (15th).
Chaplain to the Countess of Wigtoun.
Insdtalled as chaplain at the church of Killinchie in Ireland.
Settled in 1638 in Stranraer, Scotland.
1648 moved to Ancrum, Teviotdale, Scotland.
March 1650, sent as a commissioner to Brede to negotiate terms for the
restoration of Charles II.
See notes for John Livingstone
Oldest child out of fifteen of John Livingstone & Janet Fleming.
Ninth child of John Livingstone & Janet Fleming.
Born in Scotland in 1654, the fourteenth child of John Livingston and Janet Fleming, he followed his father, a refugee Calvinist minister, to the Netherlands in 1663. Considerably younger and not close to his siblings, young Robert grew up in Rotterdam learning the intricacies of business and trade and becoming fluent in both English and Dutch. By 1670, he was keeping his own Dutch-language account book. Following the death of his father, in 1673 Robert Livingston returned to Scotland and then sailed for Boston to find his fortune in America.
Following the death of his father in 1673, Robert Livingston returned to Scotland for a time. He sailed for Boston to find his fortune in North America. Livingston's father was well known in Puritan Boston, and a merchant advanced the young son enough stock and credit to undertake a trading venture to Albany, New York. Livingston arrived in Albany in late 1674. With his business and language skills, in August 1675 he became secretary to Nicholas Van Rensselaer, director of Rensselaerswyck, who died a few years later.
In 1679 Livingston married Van Rensselaer's widow, Alida Schuyler. She was the daughter of Philip Pieterse Schuyler, vice-director of Fort Orange, giving Livingston an important connection in the community. Robert Livingston amassed one of the largest fortunes in 17th-century New York
Many Americans are descended from the Livingston family, including George W. Bush, the entire Fish and Kean families, First Lady Eleanor Roosevelt, First Lady of New York Anna Morton, actors Montgomery Clift and Michael Douglas, actress Jane Wyatt, medical resident Asad Rizvi, poet Robert Lowell, cinematographer Floyd Crosby and his son David Crosby, author Wolcott Gibbs, and almost the entire Astor family
Secretary to the Commissaries of Albany 1676-1686
Town Clerk and Collector 1686-1721
Secretary of Indian Affairs 1676-1721
Member of the Legislative Council 1698-1701
Member of the General Assembly for Albany 1709-1711
Member of the General Assembly for the Manor 1716-1726
Speaker of the Assembly 1718-1725
Raised in the Netherlands.
14th child of John Livingstone and Janet Fleming.
April 28, 1672, sailed from Grenock, Scotland, on the passenger ship
Catherine, bound for Charlestown, New England.
Dropped the last 'e' from his name.
Robert was the 1st Lord of the Manor. His son, Philip, became the 2nd
Lord of the Manor.
Fifteenth and youngest child of John Livingstone & Janet Fleming.
Zij waren in dec. 1650 gehuwd (Van Rensselaer Bowier manuscripts, blz. 841). Margaretha was een dochter van Brant Aertsz van Slichtenhorst uit Nijkerk (niet uit Nijmegen; de adoptie van Nijmegen door Albany in 1946 op grond van “historische” banden berust op een mystificatie!).
Filip Pietersen Schuyler
Margarita Van Slichtenhorst by Stefan Bielinski
Margarita Van Slichtenhorst was born at Nykerk in the Netherlands in 1628 - the daughter of Brant Van Slichtenhorst and Aeltje Van Wenkum. She came to New Netherland with her parents in 1647 and came of age in Rensselaerswyck where her father served as director of the colony.
In December 1650, she married Philip Pieterse Schuyler - an immigrant carpenter who, following the marriage, became one of the leading traders of Beverwyck/Albany. The marriage produced twelve children between 1652 and 1672. Eight of those offspring went on to establish the Schuyler family in Albany and beyond.
By the 1660s, these Schuylers were established in a new house on upper State Street. Before his death in 1683, Philip Pieterse had stretched the Schuyler family holdings by acquiring property around Albany and beyond.
A widow at age 55, by virtue of their joint will filed in 1683, Margarita Schuyler assumed control of her husband's extensive estate. From her Albany house and at the farm known as "the Flats," Margarita continued her husband's business and sat as the matriarch of early Albany's foremost family. Her children included Pieter Schuyler - first mayor of the city; Alida, the wife of Robert Livingston; and future mayor - Johannes Schuyler. Her other offspring established themselves in favored locations throughout the region. Margarita Van Slichenhorst Schuyler lived until 1711. For much of that time, she was one of colonial Albany's most prominent residents. This active widow participated in business, landholding, and was an active member of theDutch Church. Surrounded by family and supported by a number of slaves, this able women's life was full and advantaged.
Her will, filed in 1707, identified her as a "sometime...Albany merchant" and mentioned the real and personal estate she had acquired since the death of her husband. This seventy-nine-year-old widow had the presence of mind to circumvent English inheritance laws when she divided the Schuyler estate equally among her eight surviving children and their heirs. She died at age eighty-two on January 11, 1711.
1 Cortlandt Manor, New Netherlands 2 Rensselaerwyck, New Netherlands 3 New York City
He was the son of Brant Van Slichtenhorst - director of Rensselaerswyck and Aeltje van Wenckum Van Slichtenhorst. He may have come to New Netherland with his father in 1648.
His father returned to Holland about 1660 and Gerrit seems to have represented Van Slichtenhorst family interests in America after that. In that year, he was counted among the most prominent Beverwyck-based fur traders. In 1668, Gerrit also made a trip to the Netherlands to deal with his father's estate.
In 1672, he married Alida (Aeltie) Lansing. At that time, he was identified as a Schenectady magistrate and/or commissary. The marriage produced at least five children.
In 1679, his name was included on a census of Albany householders. In addition to a number of Albany parcels, he also owned property at Claverack.
Gerrit Van Slichtenhorst filed a will and died in Kingston in January 1684. His sister was the wife and widow of Philip Pieterse Schuyler. With Gerrit's passing, the Van Slichtenhorst family name dropped from Albany rolls.
vi. Nicholas Van Rensselaer, (Rev) was baptized in Amsterdam on September 14, 1636, and died in Albany in 1678. He was religious from childhood and shunned the family business. He curried favor with King Charles II and was appointed co-minister in Albany tho he never took the pulpit. He married Alida Schuyler when he was 39 and she was 19. They had no children. See more information at The People of Colonial Albany.
Born in Scotland in 1654, the fourteenth child of John Livingston and Janet Fleming, he followed his father, a refugee Calvinist minister, to the Netherlands in 1663. Considerably younger and not close to his siblings, young Robert grew up in Rotterdam learning the intricacies of business and trade and becoming fluent in both English and Dutch. By 1670, he was keeping his own Dutch-language account book. Following the death of his father, in 1673 Robert Livingston returned to Scotland and then sailed for Boston to find his fortune in America.
Following the death of his father in 1673, Robert Livingston returned to Scotland for a time. He sailed for Boston to find his fortune in North America. Livingston's father was well known in Puritan Boston, and a merchant advanced the young son enough stock and credit to undertake a trading venture to Albany, New York. Livingston arrived in Albany in late 1674. With his business and language skills, in August 1675 he became secretary to Nicholas Van Rensselaer, director of Rensselaerswyck, who died a few years later.
In 1679 Livingston married Van Rensselaer's widow, Alida Schuyler. She was the daughter of Philip Pieterse Schuyler, vice-director of Fort Orange, giving Livingston an important connection in the community. Robert Livingston amassed one of the largest fortunes in 17th-century New York
Many Americans are descended from the Livingston family, including George W. Bush, the entire Fish and Kean families, First Lady Eleanor Roosevelt, First Lady of New York Anna Morton, actors Montgomery Clift and Michael Douglas, actress Jane Wyatt, medical resident Asad Rizvi, poet Robert Lowell, cinematographer Floyd Crosby and his son David Crosby, author Wolcott Gibbs, and almost the entire Astor family
Secretary to the Commissaries of Albany 1676-1686
Town Clerk and Collector 1686-1721
Secretary of Indian Affairs 1676-1721
Member of the Legislative Council 1698-1701
Member of the General Assembly for Albany 1709-1711
Member of the General Assembly for the Manor 1716-1726
Speaker of the Assembly 1718-1725
Raised in the Netherlands.
14th child of John Livingstone and Janet Fleming.
April 28, 1672, sailed from Grenock, Scotland, on the passenger ship
Catherine, bound for Charlestown, New England.
Dropped the last 'e' from his name.
Robert was the 1st Lord of the Manor. His son, Philip, became the 2nd
Lord of the Manor.
Emmigreerde ~1664 van Hasselt naar New Nederland
Minister of Lanark, Scotland.
Fifteen children in all: John (eldest), James (9th), Robert (14th)
Elizabeth (15th).
Chaplain to the Countess of Wigtoun.
Insdtalled as chaplain at the church of Killinchie in Ireland.
Settled in 1638 in Stranraer, Scotland.
1648 moved to Ancrum, Teviotdale, Scotland.
March 1650, sent as a commissioner to Brede to negotiate terms for the
restoration of Charles II.
See notes for John Livingstone
Earl of Wigton
See notes for John Livingstone
Fifteen children in all: John (eldest), James (9th), Robert (14th)
Elizabeth (15th).
Chaplain to the Countess of Wigtoun.
Insdtalled as chaplain at the church of Killinchie in Ireland.
Settled in 1638 in Stranraer, Scotland.
1648 moved to Ancrum, Teviotdale, Scotland.
March 1650, sent as a commissioner to Brede to negotiate terms for the
restoration of Charles II.
Family name originally Van Schuyler, meaning "One who resides in a place
of shelter" from the Dutch "schuiler", a hider; or "schuil", a shelter.
Spelled Schuijler, and then Schuyler.
Schuyler motto: Semper Fidelis (Always Ready)
Zij waren in dec. 1650 gehuwd (Van Rensselaer Bowier manuscripts, blz. 841). Margaretha was een dochter van Brant Aertsz van Slichtenhorst uit Nijkerk (niet uit Nijmegen; de adoptie van Nijmegen door Albany in 1946 op grond van “historische” banden berust op een mystificatie!).
Filip Pietersen Schuyler
Margarita Van Slichtenhorst by Stefan Bielinski
Margarita Van Slichtenhorst was born at Nykerk in the Netherlands in 1628 - the daughter of Brant Van Slichtenhorst and Aeltje Van Wenkum. She came to New Netherland with her parents in 1647 and came of age in Rensselaerswyck where her father served as director of the colony.
In December 1650, she married Philip Pieterse Schuyler - an immigrant carpenter who, following the marriage, became one of the leading traders of Beverwyck/Albany. The marriage produced twelve children between 1652 and 1672. Eight of those offspring went on to establish the Schuyler family in Albany and beyond.
By the 1660s, these Schuylers were established in a new house on upper State Street. Before his death in 1683, Philip Pieterse had stretched the Schuyler family holdings by acquiring property around Albany and beyond.
A widow at age 55, by virtue of their joint will filed in 1683, Margarita Schuyler assumed control of her husband's extensive estate. From her Albany house and at the farm known as "the Flats," Margarita continued her husband's business and sat as the matriarch of early Albany's foremost family. Her children included Pieter Schuyler - first mayor of the city; Alida, the wife of Robert Livingston; and future mayor - Johannes Schuyler. Her other offspring established themselves in favored locations throughout the region. Margarita Van Slichenhorst Schuyler lived until 1711. For much of that time, she was one of colonial Albany's most prominent residents. This active widow participated in business, landholding, and was an active member of theDutch Church. Surrounded by family and supported by a number of slaves, this able women's life was full and advantaged.
Her will, filed in 1707, identified her as a "sometime...Albany merchant" and mentioned the real and personal estate she had acquired since the death of her husband. This seventy-nine-year-old widow had the presence of mind to circumvent English inheritance laws when she divided the Schuyler estate equally among her eight surviving children and their heirs. She died at age eighty-two on January 11, 1711.
Director van Rensselaerswyck van 1648 tot 1652
After the death of the patroon between 1643 and 1646, Brant Aertsz van Slichtenhorst was appointed Director of the Colony on November 10, 1647. He arrived in the colony on 22 March 1648. (page 14) His contract provided that he was to hold the office of Hoof-officier, as such he was to preside over the court, to act as public prosecutor and to perform the combined duties of a modern sheriff and chief of police. As Director, he was the chief administrative officer of the colony and as such was to collect the patroon’s revenues derived from farms. Mills, licenses to trade, etc. . In addition to his salary, he was to receive on third of the fines and proceeds from confiscated property. As a third source of income, he was to have the toepachten, or fees paid in addition to the annual rent and tithes of the farms.
The court as organized by Van Slichtenhorst consisted at first of four and afterwards of five persons, of whom two were designated a Gecommitteerden, or commissioners, and two, or afterwards three, are in the record indiscriminately referred to as raden, raetspersonen, gerechtspersonen, or rechtsvrienden. The duties of the commissioners were primarily of an administrative nature, while those of the raden seem to have been chiefly judicial. The Gecommitteerden represented the patroon and acted under definite instructions. The raden, on the other hand, were appointed by the director, but represented the colonists, it being at that time held sufficient if persons who were to represent others were chosen from among them, so as to represent their class. The only requirement was that they should not be in the patroon’s service. (Page 17) The proceedings of the court presided over by Van Slichtenhorst cover the period from April 2, 1648, to April 15, 1652. They form the most important source for the history of the colony during that period. The outstanding event of the that period was the controversy between Van Slichtenhorst and General Peter Stuyvesant reading the jurisdiction of the territory around Fort Orange, which forms one of the dramatic events of the history of New Netherland. This controversy had it origin in the claim made by the patroon, as early as 1632, that “all lands lying on the west side of the river, from Beyren Island to Moeneminnes Castle” ...” even including the place where Fort Orange stands,” had been bought and paid for by him. The Dutch West India Company, on the other hand, maintained that the territory of the fort, which was erected several years before the land of the colony was purchases from the Indians, belonged to the Company and consequently (Page 18) was not included in the patroon’s purchase. The question ... came to be an issue when Van Slichtenhorst, soon after his arrival in the colony, began to issue permits for the erection of houses in the immediate vicinity of the fort. Stuyvesant objected on the ground that they endanger the security of the fort and ordered the destruction of all building within range of a cannon shot. ...Van Slichtenhorst, protested vigorously and proceeded with the erection of the buildings. In 1651 Van Slichtenhorst was summoned to appear before the director General and council at Manhattan and was there detained for four months. [The controversy was settled on April 10, 1652, when the director General and Council erected a separate Court for Fort Orange, independent of that of the Colony. By virtue of this, the hamlet of Beverwyck was taken out of the jurisdiction of the patroon and became an independent village which afterwards became the city of Albany.] Van Slichtenhorst vigorously protested against the erection of the court at Fort Orange and Beaverwyck and with his own hands tore down the proclamation which had been posted on the house of the patroon. For this he was arrested on April 18, 1652, and taken to Manhattan, where he was detained until August 1653. With his arrest, Van Slichtenhorst’s administration came to a close. On July 24, 1652, he was succeeded as director by Jan Baptist Van Rensselaer and as officer of justice by Gerard Swart, so that thereafter the two functions were no longer combine in one person. [Swart continued as Schout until 1665, when by order of Governor Richard Nicholls the Court of the Colony was consolidated with that of Fort Orange.
VVG Genealogie Fragmenten
Brant Aertsz van Slichtenhorst, luitenant-schout 1635, otr. Nijkerk/Putten 19-12-1613 Aeltgen Gijsberts van Wenckom, dr. van Gijsbert Gerrits van Wenckum, v. Nijkerk 1589, en Bate van Domseler, eigenaar van 1/4 van Emeler, gen. de Olde Hofstede, krankzinnig op latere leeftijd.
- 14-6-1622: Brant Aertsz. van Slichtenhorst, wnd. tot Nykerck, is erfgenaam van Bartraet van Dompselaer, in leven weduwe en boedelhawster van Henrick van Meholt (ook: Mehelt?). In die kwaliteit machtigt hij Evert van Wede, procureur voor de Hove van Utrecht, om mede namens hem te komen tot een akkoord tussen enerzijds de curateur en crediteuren van genoemde boedel en anderzijds Peter Schade voor Mr. Henrick d´Wilt, Raedt in de voornoemde Hove.
Getuigen: Gerrit Willems. (timmerman) en Frederick Jans van der Ham (tekent als: Frederick Janss.) (Amersfoort Volmacht: 14-06-1622 Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 251 V).
- 8-7-1623: Thonis Henricksz en Marritgen Dircx zijn vrouw verkopen aan Brant Aertsz van Slichtenhorst en Aeltgen van Wenckum zijn vrouw huis, hof en hofstede en de Muurhuizen, waaraan belend Heer Peter Man en Brant Aertsz van Slichtenhorst voor 6 gulden, 6 stuivers per jaar aan de Lieve Vrouwe Kapel; 1 gulden, 9 stuivers aan St. Jans Broederschap; 14 stuivers aan St. Petersgasthuis. Hoofdsom 400 gulden aan Coenraat Fransen (Transporten 436-16).
- 1624: Engelbertus Schevenhuijs beleent Brandt Aertsen en Altjen van Wenckum met Strijp ter Beek et welcke sie angekoft van Henric Beekman (Henrick Beekman Henrick draagt goed over aan genoemde echtelieden) (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 1630: Beekmansgoet alias die Strijpe besit Brandt Aerts hij ende sijn huijsfrou onhorich te letten opt misbruijck (in ander handschrift; betaalt Brandt Artzen 5ds. voor opruckinge (onder geschreven in ander handschrift: Carel Gerritzen 4. morgen gnt. Den Duist (AKP (Wartena) 37e).
- 11-6-1632: Brant Aertzn. van Slichtenhorst, Brant Aertzn., wnd. te Nijekerck, man van Alidt van Wenckum. Huwelijkse voorwaarden: 09-12-1613. Zij vermaken elkaar de lijftocht van al hun bezittingen die zij in deze stad staende en uitstaende hebben, tot wederhuwelijk van de langstlevende en langer niet.
Zij secluderen de weeskamer van Amersfoort.
Getuigen: Cornelis van Ingen, Frederick Janzn, van den Ham en Andries Corneliszn. (Testament: 11-06-1632 J. van Ingen AT 002a003 folio 257 V – 258).
- 1633: Aelt Brandtsen hadde lade peinden ant gereide op Strijp ter Beke om te hebben de jure van approbatie over pandschap vor den Kelner de welcke peinding verklaart worden van geenen werde. “In de saecke van Willem van Huijsteen als volm. van sijne beste moeder Aelt Brands doen peinden aan het gerede van Beekmansgoet. Op 2-3-1607 onderpand drie morgen door Henrick Henrichs Beekman met vrouw Weyme Aelts aen voorseyde Aelt en sijne huijsvrouw Wychmoet (van Coot?) ende van Brant Aerts van voorn. Henrick geacquireert..” (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 26-9-1635: Lidmaat NG Gemeente te Amersfoort; in de Muerhuysen in den ouden Lombert bij ´t Gevangenhuys; met attestatie van Harderwijk en zijn huijsvrouw Aeltgen van Wenckom; vertrokken.
- 7-7-1641: Brant Aertsz van Slichtenhorst, Luitenant Schout, verkoopt voor hemzelf en als vader voor zijn onmondige kinderen bij zijn overleden vrouw Juffrouwe alid van Wenckum; Aernt van Slichtenhorst, zoon van Brant aan Johan Francken, Majoor dezer stad, en Catharina du Molin zijn vrouw en hun erven een huis en erf in de Muurhuizen van de straat tot achter aan de Singelgracht, waaraan belend erfgenamen van de heer Renkman en verder nog Brant Aertsz van Slichtenhorst (Transporten 436-19)
- 1643: Brant Aertsen bezitter Beekmansgoed ofte Strijp ter Beek. Verscheidene leenacten te weten:.Rutgerus Fleetman gevet opruckinge aen Brant Aertsen;.Rutgerus Fleetman approbiert het transport van Strijp ter Beek geschiet van Brandt Aertsen op Wolf van Hennekeler den Jonge en Arnolda van Coot, echtelieden (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 1657: Stripterbeek gevrijd (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980).
- 1648: Brant Aertsz van Slichtenhorst from Nykerck province of Gelder land According to O Callaghan History of New Netherland 8 69 van Slichtenhorst was appointed director of the colony Nov 10 1646 and sailed with his family and servants for Virginia Sept 26 1647 The records of the colony show that he arrived March 22 1648 and held the office of director till July 24 1652 when he was succeeded by Jan Baptist van Rensselacr Between June 20 1651 and July 24 1652 van Slichtenhorst was most of the time at the Manhatans and JB van Rensselaer acd d in his stead for the first two months apparently in conjunction with Capt Slijter April 4 1650 de Hooges complained to the council that Director van Slichtenhorst had thus far rendered no accounts The director replied that hy wet wat souwde ontfangen dan dot het Antonij de Hooges hecft opqesnapt hat he would have received something if Antonij de Hooges had not gobbled it up Van Slichtenhorst was still in the colony in July 1655 and lived in Holland in 1660 (Rensselaer Bowier Manuscripts Being the Letters of Kiliaen Van Rensselaer, 1630-1643, and Other Documents Relating to the Colony of Rensselaerswyck By New York State Library, Kiliaen van Rensselaer, Arnold Johan Ferdinand Van Laer, Nicolaas de Roever, Susan De Lancey Van Rennselaer Strong, page 838).
Gelders rechtsgeleerde en historicus Geschiedschrijver van Gelderland
Arend van Slichtenhorst werd gedoopt te Nijkerk als Ardt, zoon van Brand Artzen (van Slichtenhorst) en Aeltgen van Wenckum. Zijn vader was onder meer substituut-ontvanger van Nijkerk, substituut-schout van Amersfoort en zelfs enige tijd ´directeur´ van Rensselaerswijck in Nieuw-Nederland (1648 - 1652).
Arend bezocht de Latijnse school te Nijkerk en vanaf ongeveer 1630 het Gymnasium Illustre te Harderwijk. Daarna studeerde hij in Franeker, waar hij werd ingeschreven op 1 september 1636 als "Arnoldus a Slichtenhorst, Gelriae Neoclesianus".[1] Mogelijk studeerde hij ook in Leiden, waarna hij op 25 augustus 1642 te Franeker promoveerde tot doctor in de rechten. Na zijn studie maakte Slichtenhorst een reis naar Frankrijk, waarna hij zich in Arnhem vestigde als advocaat.
Arriveerde in New Nederland op 22-3-1648 en keerder naar Nijkerk terug in 1655 Waarschijnlijk in 1657 aan de pest overleden
Woonde to Woudenberg (Beernink 109)
He was the son of Brant Van Slichtenhorst - director of Rensselaerswyck and Aeltje van Wenckum Van Slichtenhorst. He may have come to New Netherland with his father in 1648.
His father returned to Holland about 1660 and Gerrit seems to have represented Van Slichtenhorst family interests in America after that. In that year, he was counted among the most prominent Beverwyck-based fur traders. In 1668, Gerrit also made a trip to the Netherlands to deal with his father's estate.
In 1672, he married Alida (Aeltie) Lansing. At that time, he was identified as a Schenectady magistrate and/or commissary. The marriage produced at least five children.
In 1679, his name was included on a census of Albany householders. In addition to a number of Albany parcels, he also owned property at Claverack.
Gerrit Van Slichtenhorst filed a will and died in Kingston in January 1684. His sister was the wife and widow of Philip Pieterse Schuyler. With Gerrit's passing, the Van Slichtenhorst family name dropped from Albany rolls.
Een huijs geleegen in de Venestraet, oostw: de strate, westw: Rijcket Wijnants Brouwer, zuijdw: de vuijle steegh, noortw: Aert Hendriksen, toebehorende Peter van der Schuur ende ..relia van Slichtenhorst.
Ao. 1664, 17: November belast met 100 Car: gl: ad 6 pct: ten behoeve van de Arme proeven van Nijkerk. Reg: den 17: Sept. 1675.
Den 11: december 1666 noch beswaert met 200 gl: tegen 5 percent ten behoeve van Evert Elbertsen Timmerman en Henderickje Westrenen. R: ten prothocolle den 25 feb 1684
Ao. 1692, den 13: 7bris: aen voors: huijsinge gepeijndt ter instantie van Geertruijd en Aleijda van Hennekeler voor haer ende soo veel nodig meede als erfgen: van haer moeder Aleida van Nulde, wede: Hennekeler, om daer van restitutie in vergoedinge alsmede cost en schadelooshoudinge te hebben van alle soodane costen, schade en interesse als de Moeder van voors: kinderen en erfgenamen Hennekeler door die pe. re procedure van d´Heer van Deelen op ofte over het ge.. huijs ten Landrecht eenigssints geleden ofte uijtgeschoten heeft of nog verders soude coemen te lijden. Reg. op den 13 7bris 1692 (Gelders Archief, 0008 Ged. Staten van Veluwe, 878 Protocol van Beswaer Nijkerk 1675-1733, fol. 8v).
– 1666: ….. Peter van der Schuir, aenl. ende Evert Ellerts verw., ter andere sijde, ter oorsaecke des verwrs huisvrouw soude hebben aengenomen ende als haer eijgen te bewaren soodane goederen als Brant Aertsen van Slichtenhorst aenls. schoonvader doen hij hem anno 1664 aenbestadede in de cost, de voorseide goederen (tot haer huise gebracht heeft), soude hebben laten verbrengen, voornamentlick een swarte laekensche rock met bont gevoert, reeckenende tot schade een somma 80 gl. TGericht een quade aenspraeck den 31 maij (Gelders Archief, 0203 ORA Veluwe en Veluwezoom nr. 329, 1666-1669, fol. 33).
- 1666: Nijkerk; Tusschen Peter van der Schuir, aenl. ende Helmichia van Heudt, wed. van scholt Peel van Hennekeler ende erfgenaam van haer vader Lambert van Heudt ook in leven scholtis alhier. Restitutie 116 gl. 5 strs. Vanwege geconsigneerde penningen over de questie soo Slichtenhorst met Broenis Roelen hadde ende bij t leven van hem Heudt ende juffr Sibilla Voeth sijn aengestelt ende geconsigneert den 18. Maij. TGericht….. (Gelders Archief, 0203 ORA Veluwe en Veluwezoom nr. 329, 1666-1669, fol. 34v).
Margarita Van Slichtenhorst by Stefan Bielinski
Margarita Van Slichtenhorst was born at Nykerk in the Netherlands in 1628 - the daughter of Brant Van Slichtenhorst and Aeltje Van Wenkum. She came to New Netherland with her parents in 1647 and came of age in Rensselaerswyck where her father served as director of the colony.
In December 1650, she married Philip Pieterse Schuyler - an immigrant carpenter who, following the marriage, became one of the leading traders of Beverwyck/Albany. The marriage produced twelve children between 1652 and 1672. Eight of those offspring went on to establish the Schuyler family in Albany and beyond.
By the 1660s, these Schuylers were established in a new house on upper State Street. Before his death in 1683, Philip Pieterse had stretched the Schuyler family holdings by acquiring property around Albany and beyond.
A widow at age 55, by virtue of their joint will filed in 1683, Margarita Schuyler assumed control of her husband's extensive estate. From her Albany house and at the farm known as "the Flats," Margarita continued her husband's business and sat as the matriarch of early Albany's foremost family. Her children included Pieter Schuyler - first mayor of the city; Alida, the wife of Robert Livingston; and future mayor - Johannes Schuyler. Her other offspring established themselves in favored locations throughout the region. Margarita Van Slichenhorst Schuyler lived until 1711. For much of that time, she was one of colonial Albany's most prominent residents. This active widow participated in business, landholding, and was an active member of theDutch Church. Surrounded by family and supported by a number of slaves, this able women's life was full and advantaged.
Her will, filed in 1707, identified her as a "sometime...Albany merchant" and mentioned the real and personal estate she had acquired since the death of her husband. This seventy-nine-year-old widow had the presence of mind to circumvent English inheritance laws when she divided the Schuyler estate equally among her eight surviving children and their heirs. She died at age eighty-two on January 11, 1711.
Zij waren in dec. 1650 gehuwd (Van Rensselaer Bowier manuscripts, blz. 841). Margaretha was een dochter van Brant Aertsz van Slichtenhorst uit Nijkerk (niet uit Nijmegen; de adoptie van Nijmegen door Albany in 1946 op grond van “historische” banden berust op een mystificatie!).
Filip Pietersen Schuyler
Emmigreerde ~1664 van Hasselt naar New Nederland
Emmigreerde ~1664 van Hasselt naar New Nederland
A Reverend.
Minister of Lanark, Scotland.
Earl of Wigton
Earl of Wigton
Family name originally Van Schuyler, meaning "One who resides in a place
of shelter" from the Dutch "schuiler", a hider; or "schuil", a shelter.
Spelled Schuijler, and then Schuyler.
Schuyler motto: Semper Fidelis (Always Ready)
vermeld in Herengoederen 30-3-1601 oprukking na transport door schoonmoeder Truijde
Zij kocht in 1605 het halve herengoed Ter Beeck op Slichtenhorst (vvg1999/163)
Document. toegang 0124 inv 998 blad 364ve.
Missive van Harderwijk aan het Hof. Daar zij Claes van Oldebarnevelt beloofd hebben hem alle weigerachtige betalers goed recht te laten wedervaren, verzoeken zij Aelt Godschalx als borg van Gryette van Dasseler en de vrouw van Goert van Twyller voor het gericht hunner staat Claes van Oldbarnevelt te laten te recht staan.
VVG keurmedigen register. Ryckelant Roelofs, ged. Nijkerk 22-10-1598, overl. v28-2-1671, tr. Jan Goerdsen Twiller, wnd. Nijkerk, zn. van Goert Aerts/Aelts van Twiller en Reineke Aerts, keurmedig, op ´t Slichtenhorst.
Director van Rensselaerswyck van 1648 tot 1652
After the death of the patroon between 1643 and 1646, Brant Aertsz van Slichtenhorst was appointed Director of the Colony on November 10, 1647. He arrived in the colony on 22 March 1648. (page 14) His contract provided that he was to hold the office of Hoof-officier, as such he was to preside over the court, to act as public prosecutor and to perform the combined duties of a modern sheriff and chief of police. As Director, he was the chief administrative officer of the colony and as such was to collect the patroon’s revenues derived from farms. Mills, licenses to trade, etc. . In addition to his salary, he was to receive on third of the fines and proceeds from confiscated property. As a third source of income, he was to have the toepachten, or fees paid in addition to the annual rent and tithes of the farms.
The court as organized by Van Slichtenhorst consisted at first of four and afterwards of five persons, of whom two were designated a Gecommitteerden, or commissioners, and two, or afterwards three, are in the record indiscriminately referred to as raden, raetspersonen, gerechtspersonen, or rechtsvrienden. The duties of the commissioners were primarily of an administrative nature, while those of the raden seem to have been chiefly judicial. The Gecommitteerden represented the patroon and acted under definite instructions. The raden, on the other hand, were appointed by the director, but represented the colonists, it being at that time held sufficient if persons who were to represent others were chosen from among them, so as to represent their class. The only requirement was that they should not be in the patroon’s service. (Page 17) The proceedings of the court presided over by Van Slichtenhorst cover the period from April 2, 1648, to April 15, 1652. They form the most important source for the history of the colony during that period. The outstanding event of the that period was the controversy between Van Slichtenhorst and General Peter Stuyvesant reading the jurisdiction of the territory around Fort Orange, which forms one of the dramatic events of the history of New Netherland. This controversy had it origin in the claim made by the patroon, as early as 1632, that “all lands lying on the west side of the river, from Beyren Island to Moeneminnes Castle” ...” even including the place where Fort Orange stands,” had been bought and paid for by him. The Dutch West India Company, on the other hand, maintained that the territory of the fort, which was erected several years before the land of the colony was purchases from the Indians, belonged to the Company and consequently (Page 18) was not included in the patroon’s purchase. The question ... came to be an issue when Van Slichtenhorst, soon after his arrival in the colony, began to issue permits for the erection of houses in the immediate vicinity of the fort. Stuyvesant objected on the ground that they endanger the security of the fort and ordered the destruction of all building within range of a cannon shot. ...Van Slichtenhorst, protested vigorously and proceeded with the erection of the buildings. In 1651 Van Slichtenhorst was summoned to appear before the director General and council at Manhattan and was there detained for four months. [The controversy was settled on April 10, 1652, when the director General and Council erected a separate Court for Fort Orange, independent of that of the Colony. By virtue of this, the hamlet of Beverwyck was taken out of the jurisdiction of the patroon and became an independent village which afterwards became the city of Albany.] Van Slichtenhorst vigorously protested against the erection of the court at Fort Orange and Beaverwyck and with his own hands tore down the proclamation which had been posted on the house of the patroon. For this he was arrested on April 18, 1652, and taken to Manhattan, where he was detained until August 1653. With his arrest, Van Slichtenhorst’s administration came to a close. On July 24, 1652, he was succeeded as director by Jan Baptist Van Rensselaer and as officer of justice by Gerard Swart, so that thereafter the two functions were no longer combine in one person. [Swart continued as Schout until 1665, when by order of Governor Richard Nicholls the Court of the Colony was consolidated with that of Fort Orange.
VVG Genealogie Fragmenten
Brant Aertsz van Slichtenhorst, luitenant-schout 1635, otr. Nijkerk/Putten 19-12-1613 Aeltgen Gijsberts van Wenckom, dr. van Gijsbert Gerrits van Wenckum, v. Nijkerk 1589, en Bate van Domseler, eigenaar van 1/4 van Emeler, gen. de Olde Hofstede, krankzinnig op latere leeftijd.
- 14-6-1622: Brant Aertsz. van Slichtenhorst, wnd. tot Nykerck, is erfgenaam van Bartraet van Dompselaer, in leven weduwe en boedelhawster van Henrick van Meholt (ook: Mehelt?). In die kwaliteit machtigt hij Evert van Wede, procureur voor de Hove van Utrecht, om mede namens hem te komen tot een akkoord tussen enerzijds de curateur en crediteuren van genoemde boedel en anderzijds Peter Schade voor Mr. Henrick d´Wilt, Raedt in de voornoemde Hove.
Getuigen: Gerrit Willems. (timmerman) en Frederick Jans van der Ham (tekent als: Frederick Janss.) (Amersfoort Volmacht: 14-06-1622 Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 251 V).
- 8-7-1623: Thonis Henricksz en Marritgen Dircx zijn vrouw verkopen aan Brant Aertsz van Slichtenhorst en Aeltgen van Wenckum zijn vrouw huis, hof en hofstede en de Muurhuizen, waaraan belend Heer Peter Man en Brant Aertsz van Slichtenhorst voor 6 gulden, 6 stuivers per jaar aan de Lieve Vrouwe Kapel; 1 gulden, 9 stuivers aan St. Jans Broederschap; 14 stuivers aan St. Petersgasthuis. Hoofdsom 400 gulden aan Coenraat Fransen (Transporten 436-16).
- 1624: Engelbertus Schevenhuijs beleent Brandt Aertsen en Altjen van Wenckum met Strijp ter Beek et welcke sie angekoft van Henric Beekman (Henrick Beekman Henrick draagt goed over aan genoemde echtelieden) (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 1630: Beekmansgoet alias die Strijpe besit Brandt Aerts hij ende sijn huijsfrou onhorich te letten opt misbruijck (in ander handschrift; betaalt Brandt Artzen 5ds. voor opruckinge (onder geschreven in ander handschrift: Carel Gerritzen 4. morgen gnt. Den Duist (AKP (Wartena) 37e).
- 11-6-1632: Brant Aertzn. van Slichtenhorst, Brant Aertzn., wnd. te Nijekerck, man van Alidt van Wenckum. Huwelijkse voorwaarden: 09-12-1613. Zij vermaken elkaar de lijftocht van al hun bezittingen die zij in deze stad staende en uitstaende hebben, tot wederhuwelijk van de langstlevende en langer niet.
Zij secluderen de weeskamer van Amersfoort.
Getuigen: Cornelis van Ingen, Frederick Janzn, van den Ham en Andries Corneliszn. (Testament: 11-06-1632 J. van Ingen AT 002a003 folio 257 V – 258).
- 1633: Aelt Brandtsen hadde lade peinden ant gereide op Strijp ter Beke om te hebben de jure van approbatie over pandschap vor den Kelner de welcke peinding verklaart worden van geenen werde. “In de saecke van Willem van Huijsteen als volm. van sijne beste moeder Aelt Brands doen peinden aan het gerede van Beekmansgoet. Op 2-3-1607 onderpand drie morgen door Henrick Henrichs Beekman met vrouw Weyme Aelts aen voorseyde Aelt en sijne huijsvrouw Wychmoet (van Coot?) ende van Brant Aerts van voorn. Henrick geacquireert..” (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 26-9-1635: Lidmaat NG Gemeente te Amersfoort; in de Muerhuysen in den ouden Lombert bij ´t Gevangenhuys; met attestatie van Harderwijk en zijn huijsvrouw Aeltgen van Wenckom; vertrokken.
- 7-7-1641: Brant Aertsz van Slichtenhorst, Luitenant Schout, verkoopt voor hemzelf en als vader voor zijn onmondige kinderen bij zijn overleden vrouw Juffrouwe alid van Wenckum; Aernt van Slichtenhorst, zoon van Brant aan Johan Francken, Majoor dezer stad, en Catharina du Molin zijn vrouw en hun erven een huis en erf in de Muurhuizen van de straat tot achter aan de Singelgracht, waaraan belend erfgenamen van de heer Renkman en verder nog Brant Aertsz van Slichtenhorst (Transporten 436-19)
- 1643: Brant Aertsen bezitter Beekmansgoed ofte Strijp ter Beek. Verscheidene leenacten te weten:.Rutgerus Fleetman gevet opruckinge aen Brant Aertsen;.Rutgerus Fleetman approbiert het transport van Strijp ter Beek geschiet van Brandt Aertsen op Wolf van Hennekeler den Jonge en Arnolda van Coot, echtelieden (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 1657: Stripterbeek gevrijd (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980).
- 1648: Brant Aertsz van Slichtenhorst from Nykerck province of Gelder land According to O Callaghan History of New Netherland 8 69 van Slichtenhorst was appointed director of the colony Nov 10 1646 and sailed with his family and servants for Virginia Sept 26 1647 The records of the colony show that he arrived March 22 1648 and held the office of director till July 24 1652 when he was succeeded by Jan Baptist van Rensselacr Between June 20 1651 and July 24 1652 van Slichtenhorst was most of the time at the Manhatans and JB van Rensselaer acd d in his stead for the first two months apparently in conjunction with Capt Slijter April 4 1650 de Hooges complained to the council that Director van Slichtenhorst had thus far rendered no accounts The director replied that hy wet wat souwde ontfangen dan dot het Antonij de Hooges hecft opqesnapt hat he would have received something if Antonij de Hooges had not gobbled it up Van Slichtenhorst was still in the colony in July 1655 and lived in Holland in 1660 (Rensselaer Bowier Manuscripts Being the Letters of Kiliaen Van Rensselaer, 1630-1643, and Other Documents Relating to the Colony of Rensselaerswyck By New York State Library, Kiliaen van Rensselaer, Arnold Johan Ferdinand Van Laer, Nicolaas de Roever, Susan De Lancey Van Rennselaer Strong, page 838).
Director van Rensselaerswyck van 1648 tot 1652
After the death of the patroon between 1643 and 1646, Brant Aertsz van Slichtenhorst was appointed Director of the Colony on November 10, 1647. He arrived in the colony on 22 March 1648. (page 14) His contract provided that he was to hold the office of Hoof-officier, as such he was to preside over the court, to act as public prosecutor and to perform the combined duties of a modern sheriff and chief of police. As Director, he was the chief administrative officer of the colony and as such was to collect the patroon’s revenues derived from farms. Mills, licenses to trade, etc. . In addition to his salary, he was to receive on third of the fines and proceeds from confiscated property. As a third source of income, he was to have the toepachten, or fees paid in addition to the annual rent and tithes of the farms.
The court as organized by Van Slichtenhorst consisted at first of four and afterwards of five persons, of whom two were designated a Gecommitteerden, or commissioners, and two, or afterwards three, are in the record indiscriminately referred to as raden, raetspersonen, gerechtspersonen, or rechtsvrienden. The duties of the commissioners were primarily of an administrative nature, while those of the raden seem to have been chiefly judicial. The Gecommitteerden represented the patroon and acted under definite instructions. The raden, on the other hand, were appointed by the director, but represented the colonists, it being at that time held sufficient if persons who were to represent others were chosen from among them, so as to represent their class. The only requirement was that they should not be in the patroon’s service. (Page 17) The proceedings of the court presided over by Van Slichtenhorst cover the period from April 2, 1648, to April 15, 1652. They form the most important source for the history of the colony during that period. The outstanding event of the that period was the controversy between Van Slichtenhorst and General Peter Stuyvesant reading the jurisdiction of the territory around Fort Orange, which forms one of the dramatic events of the history of New Netherland. This controversy had it origin in the claim made by the patroon, as early as 1632, that “all lands lying on the west side of the river, from Beyren Island to Moeneminnes Castle” ...” even including the place where Fort Orange stands,” had been bought and paid for by him. The Dutch West India Company, on the other hand, maintained that the territory of the fort, which was erected several years before the land of the colony was purchases from the Indians, belonged to the Company and consequently (Page 18) was not included in the patroon’s purchase. The question ... came to be an issue when Van Slichtenhorst, soon after his arrival in the colony, began to issue permits for the erection of houses in the immediate vicinity of the fort. Stuyvesant objected on the ground that they endanger the security of the fort and ordered the destruction of all building within range of a cannon shot. ...Van Slichtenhorst, protested vigorously and proceeded with the erection of the buildings. In 1651 Van Slichtenhorst was summoned to appear before the director General and council at Manhattan and was there detained for four months. [The controversy was settled on April 10, 1652, when the director General and Council erected a separate Court for Fort Orange, independent of that of the Colony. By virtue of this, the hamlet of Beverwyck was taken out of the jurisdiction of the patroon and became an independent village which afterwards became the city of Albany.] Van Slichtenhorst vigorously protested against the erection of the court at Fort Orange and Beaverwyck and with his own hands tore down the proclamation which had been posted on the house of the patroon. For this he was arrested on April 18, 1652, and taken to Manhattan, where he was detained until August 1653. With his arrest, Van Slichtenhorst’s administration came to a close. On July 24, 1652, he was succeeded as director by Jan Baptist Van Rensselaer and as officer of justice by Gerard Swart, so that thereafter the two functions were no longer combine in one person. [Swart continued as Schout until 1665, when by order of Governor Richard Nicholls the Court of the Colony was consolidated with that of Fort Orange.
VVG Genealogie Fragmenten
Brant Aertsz van Slichtenhorst, luitenant-schout 1635, otr. Nijkerk/Putten 19-12-1613 Aeltgen Gijsberts van Wenckom, dr. van Gijsbert Gerrits van Wenckum, v. Nijkerk 1589, en Bate van Domseler, eigenaar van 1/4 van Emeler, gen. de Olde Hofstede, krankzinnig op latere leeftijd.
- 14-6-1622: Brant Aertsz. van Slichtenhorst, wnd. tot Nykerck, is erfgenaam van Bartraet van Dompselaer, in leven weduwe en boedelhawster van Henrick van Meholt (ook: Mehelt?). In die kwaliteit machtigt hij Evert van Wede, procureur voor de Hove van Utrecht, om mede namens hem te komen tot een akkoord tussen enerzijds de curateur en crediteuren van genoemde boedel en anderzijds Peter Schade voor Mr. Henrick d´Wilt, Raedt in de voornoemde Hove.
Getuigen: Gerrit Willems. (timmerman) en Frederick Jans van der Ham (tekent als: Frederick Janss.) (Amersfoort Volmacht: 14-06-1622 Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 251 V).
- 8-7-1623: Thonis Henricksz en Marritgen Dircx zijn vrouw verkopen aan Brant Aertsz van Slichtenhorst en Aeltgen van Wenckum zijn vrouw huis, hof en hofstede en de Muurhuizen, waaraan belend Heer Peter Man en Brant Aertsz van Slichtenhorst voor 6 gulden, 6 stuivers per jaar aan de Lieve Vrouwe Kapel; 1 gulden, 9 stuivers aan St. Jans Broederschap; 14 stuivers aan St. Petersgasthuis. Hoofdsom 400 gulden aan Coenraat Fransen (Transporten 436-16).
- 1624: Engelbertus Schevenhuijs beleent Brandt Aertsen en Altjen van Wenckum met Strijp ter Beek et welcke sie angekoft van Henric Beekman (Henrick Beekman Henrick draagt goed over aan genoemde echtelieden) (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 1630: Beekmansgoet alias die Strijpe besit Brandt Aerts hij ende sijn huijsfrou onhorich te letten opt misbruijck (in ander handschrift; betaalt Brandt Artzen 5ds. voor opruckinge (onder geschreven in ander handschrift: Carel Gerritzen 4. morgen gnt. Den Duist (AKP (Wartena) 37e).
- 11-6-1632: Brant Aertzn. van Slichtenhorst, Brant Aertzn., wnd. te Nijekerck, man van Alidt van Wenckum. Huwelijkse voorwaarden: 09-12-1613. Zij vermaken elkaar de lijftocht van al hun bezittingen die zij in deze stad staende en uitstaende hebben, tot wederhuwelijk van de langstlevende en langer niet.
Zij secluderen de weeskamer van Amersfoort.
Getuigen: Cornelis van Ingen, Frederick Janzn, van den Ham en Andries Corneliszn. (Testament: 11-06-1632 J. van Ingen AT 002a003 folio 257 V – 258).
- 1633: Aelt Brandtsen hadde lade peinden ant gereide op Strijp ter Beke om te hebben de jure van approbatie over pandschap vor den Kelner de welcke peinding verklaart worden van geenen werde. “In de saecke van Willem van Huijsteen als volm. van sijne beste moeder Aelt Brands doen peinden aan het gerede van Beekmansgoet. Op 2-3-1607 onderpand drie morgen door Henrick Henrichs Beekman met vrouw Weyme Aelts aen voorseyde Aelt en sijne huijsvrouw Wychmoet (van Coot?) ende van Brant Aerts van voorn. Henrick geacquireert..” (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 26-9-1635: Lidmaat NG Gemeente te Amersfoort; in de Muerhuysen in den ouden Lombert bij ´t Gevangenhuys; met attestatie van Harderwijk en zijn huijsvrouw Aeltgen van Wenckom; vertrokken.
- 7-7-1641: Brant Aertsz van Slichtenhorst, Luitenant Schout, verkoopt voor hemzelf en als vader voor zijn onmondige kinderen bij zijn overleden vrouw Juffrouwe alid van Wenckum; Aernt van Slichtenhorst, zoon van Brant aan Johan Francken, Majoor dezer stad, en Catharina du Molin zijn vrouw en hun erven een huis en erf in de Muurhuizen van de straat tot achter aan de Singelgracht, waaraan belend erfgenamen van de heer Renkman en verder nog Brant Aertsz van Slichtenhorst (Transporten 436-19)
- 1643: Brant Aertsen bezitter Beekmansgoed ofte Strijp ter Beek. Verscheidene leenacten te weten:.Rutgerus Fleetman gevet opruckinge aen Brant Aertsen;.Rutgerus Fleetman approbiert het transport van Strijp ter Beek geschiet van Brandt Aertsen op Wolf van Hennekeler den Jonge en Arnolda van Coot, echtelieden (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 1657: Stripterbeek gevrijd (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980).
- 1648: Brant Aertsz van Slichtenhorst from Nykerck province of Gelder land According to O Callaghan History of New Netherland 8 69 van Slichtenhorst was appointed director of the colony Nov 10 1646 and sailed with his family and servants for Virginia Sept 26 1647 The records of the colony show that he arrived March 22 1648 and held the office of director till July 24 1652 when he was succeeded by Jan Baptist van Rensselacr Between June 20 1651 and July 24 1652 van Slichtenhorst was most of the time at the Manhatans and JB van Rensselaer acd d in his stead for the first two months apparently in conjunction with Capt Slijter April 4 1650 de Hooges complained to the council that Director van Slichtenhorst had thus far rendered no accounts The director replied that hy wet wat souwde ontfangen dan dot het Antonij de Hooges hecft opqesnapt hat he would have received something if Antonij de Hooges had not gobbled it up Van Slichtenhorst was still in the colony in July 1655 and lived in Holland in 1660 (Rensselaer Bowier Manuscripts Being the Letters of Kiliaen Van Rensselaer, 1630-1643, and Other Documents Relating to the Colony of Rensselaerswyck By New York State Library, Kiliaen van Rensselaer, Arnold Johan Ferdinand Van Laer, Nicolaas de Roever, Susan De Lancey Van Rennselaer Strong, page 838).
Willem Pijl en Wobbe van Byler, echtelieden, verklaren, dat zij aan de erfgenamen van wijlen Weym van Byler, ter voldoening van de 200 daalders, die haar door wijlen Reynier van Byler vermaakt zijn uit 1/4 van het erf "Rateler", gelegen te Eede, in de buurtschap "het Wout", hebben overgedragen de hierdoor gestoken 2 rentebrieven, de eene ten laste van Henrick van Wenckum en zijne vrouw Lijsgen van Dompseler, gevestigd op het erf en goed "Hell", de andere in dato 8 November 1531. bron: Berends, P., Het Oud-Archief van Harderwijk, deel II, blz. 532. Oorspr. in inv.nr. 946. Met be- schadigde zegels van Willem Pijl Antonisz. en (voor Wobbe) van Oth Scrasser en mr. Gerardt van Barnevelt, in zwarte was. Regest nr. 1465
543 73a) _ f. Elisabeth, tr. Hendrick van Wenckum, te N i j k e r k 7 3 a ) , 3 8 8 ) , w a a r u i t een dochter: Lysken, geb. ca. 1543, eigenares v a n het erf H e l te Putten 4 0 0 ) , t r . Reiner Jacobs 3 3 7 ) .
2nd son in the family.
Last Earl of Linlithgow and Callendar.
He was a Jacobite, forfieted and exiled.
Apparently lived to be 102 years old.
A Reverend.
A Reverend.
Beleend met de helft van het goed Groot Twiller en de tiend uit Groot- en Klein Emeler en de Horst. Overluid Dom Utrecht op 2 december 1601.
Was geruime tijd voor haar overlijden krankzinnig. Trouwt (huwelijkse voorwaarden 14 mei 1589) op 20 mei 1589 te Amersfoort met Gijsbert van Wenckum (Overleden vóó 25 januari 1613), zoon van Gerrit (Overleden november 1593) om wiens doodskist Bate ronddanste met loshangende haren onder het zingen van :"Vadertje van Wenckum is dood". Brengt een 1/4 van Emeler, gend. de Olde Hofstede, ten huwelijk aan, die zij gemeen heeft met haar zuster Casinne en de kinderen van haar broeder Evert. Zij is de derde dochter en op één na laatste om beleend te worden met de tienden uit Emeler. Haar dochter Alijd trouwt Brandt Aerts.
Willem Pijl en Wobbe van Byler, echtelieden, verklaren, dat zij aan de erfgenamen van wijlen Weym van Byler, ter voldoening van de 200 daalders, die haar door wijlen Reynier van Byler vermaakt zijn uit 1/4 van het erf "Rateler", gelegen te Eede, in de buurtschap "het Wout", hebben overgedragen de hierdoor gestoken 2 rentebrieven, de eene ten laste van Henrick van Wenckum en zijne vrouw Lijsgen van Dompseler, gevestigd op het erf en goed "Hell", de andere in dato 8 November 1531. bron: Berends, P., Het Oud-Archief van Harderwijk, deel II, blz. 532. Oorspr. in inv.nr. 946. Met be- schadigde zegels van Willem Pijl Antonisz. en (voor Wobbe) van Oth Scrasser en mr. Gerardt van Barnevelt, in zwarte was. Regest nr. 1465
4th Lord Livingstone of Callendar (see Burkes Extinct Peerage)
May have died around 1514.
2nd son in the family.
Last Earl of Linlithgow and Callendar.
He was a Jacobite, forfieted and exiled.
Apparently lived to be 102 years old.
Apparently lived to be 102 years old.
2nd son in the family.
Last Earl of Linlithgow and Callendar.
He was a Jacobite, forfieted and exiled.
Volle naam is: Evert van Domseler van Emeler van Schoonderbeek.(Oude Evert te Amersfoort) Draagt als erfgenaam van Margriet van Doornick van Wijnbergen de Begraven Hof te Harderwijk op aan hertog Karel op 15 maart 1526. Trouwt 1e Bartraet, van wier nalatenschap hij in 1484 afstand doet tegen betaling van 32 Rijnlandse Guldens door Jan van Zulen. Trouwt 2e Abraham
.
Koopt Quickborn van de heer Voorst van Keppel
Leefden te epe (Ned Leeuw 1962)
Beleend met de helft van het goed Groot Twiller en de tiend uit Groot- en Klein Emeler en de Horst. Overluid Dom Utrecht op 2 december 1601.
Was geruime tijd voor haar overlijden krankzinnig. Trouwt (huwelijkse voorwaarden 14 mei 1589) op 20 mei 1589 te Amersfoort met Gijsbert van Wenckum (Overleden vóó 25 januari 1613), zoon van Gerrit (Overleden november 1593) om wiens doodskist Bate ronddanste met loshangende haren onder het zingen van :"Vadertje van Wenckum is dood". Brengt een 1/4 van Emeler, gend. de Olde Hofstede, ten huwelijk aan, die zij gemeen heeft met haar zuster Casinne en de kinderen van haar broeder Evert. Zij is de derde dochter en op één na laatste om beleend te worden met de tienden uit Emeler. Haar dochter Alijd trouwt Brandt Aerts.
3rd Lord Livingstone
Sir James Livingstone of Lethbert.
Lord of the Kalendar.
4th Lord Livingstone of Callendar (see Burkes Extinct Peerage)
May have died around 1514.
4th Lord Livingstone of Callendar (see Burkes Extinct Peerage)
May have died around 1514.
Gijsbert van Domseler, ook wel Gijsbert van Emeler genoemd. Overleden na 1500 en begraven naast zijn broer Mor. Was verheven in de ridderschap van de Veluwe in 1471 en 1484.
Jan van Schaffelaar (van Dompseler sprong in Barneveld van de door de Hoeken belegerde kerk.
Jan van Dompseler noemde zich was van Schaffelaar na zijn huweleijk met Aleid van Schaffelaar. Zij kwam van de hoeve De Schaffelaar bij Barneveld.
Als één van de bekendste nazaten van Evert Lubberts van Domselaar mag worden genoemd Jan van Schaffelaar.
Het onderzoek, gedaan door Dr. A.H.J. Prins en beschreven in "Jan van Schaffelaar, Requiem van een Gelderse ruiter"(Schaffelaarreeks nr. 12) geeft aan met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat Jan een zoon was van Gijsbert van
Volle naam is: Evert van Domseler van Emeler van Schoonderbeek.(Oude Evert te Amersfoort) Draagt als erfgenaam van Margriet van Doornick van Wijnbergen de Begraven Hof te Harderwijk op aan hertog Karel op 15 maart 1526. Trouwt 1e Bartraet, van wier nalatenschap hij in 1484 afstand doet tegen betaling van 32 Rijnlandse Guldens door Jan van Zulen. Trouwt 2e Abraham
.
Koopt Quickborn van de heer Voorst van Keppel
3rd Lord Livingstone
Sir James Livingstone of Lethbert.
Lord of the Kalendar.
I n het jaar 1772 stond ruim honderd roeden ten westen van de kerk te Overlaugbroek nabij W i j k bij Duurstede het huis Dompselaer, het stamhuis van het oud adellijk ge- slacht van Dompselaer, Dompselaar of Dompzelaar, welk huis eertijds ook op de lijst der riddermatige hofsteden heeft gestaan en i n het bezit is.geweest van de geslachten van Dompselaer, 'van Wijnbergen en van Eeede van Draakestein.
http://www.malkenhorst.nl/familiegeschiedenis/genealogie.html
Wordt vermeld in 1411, 1428, 1430 en 1440. Zegelt met zijn zoon Evert het verbond der Ridderschap van Veluwe in 1436. Raad van Hertog Reinald van Gelre. Bron: Genealogie van Malkenhorst. Johan is overleden na 14 maart 1452. Hij was gerichtsman te Barneveld; Raad van Hertog Arnold van Gelder. Hij krijgt van Hertog Arnold op of omstreeks 1430 het buitenhuis in het kerspel Voorthuizen, buurtschap Harselen. Hij bezit de helft van de "Brieler"
Johan van Domselaar had 28 kleinkinderen en 57 achterkleinkinderen die de naam van Domseler droegen........" Bron: DNL 09/1962 blz 266."......peinder in Barneveld (o.a. 1434). Jan van Koet belooft 4 september 1436 hem het goed Oteler binnen 4 maanden op te leveren en draagt hem de bediening van het ambt Doornspijk over. Beleend met het Stichtse leen de tienden van het goed Bryler en Schoonhorst als leenvolger van zijn vader(1425). Vernieuwt de eed 11 maart 1434; krijgt 1 augustus 1430 met zijn vrouw van hertog Arnold van Gelre het goed Buitenhuis, dat vroeger horig was, als vrij en riddermatig voor hem en zijn kinderen uit zijn tweede huwelijk; zijn goed Schoonderbeek wordt in 1435 van de schatbaarheid ontslagen. Zijn halve goed Bryler (=Byler hvt) in 1436 van de horigheid gevrijd en tot tynsgoed gemaakt. Trouwt voor de eerste keer met Margriet van Deelen, 2e keer met Mechteld van Emeler......" Toegelicht wordt in voetnoten dat de kinderen uit het 2e huwelijk "inderdaad", in tegenstelling tot die uit zijn eerste huwelijk, riddermatig waren. Die uit het eerste huwelijk komen alleen voor als dienstlieden.
Raad van Hertog Arnold van Gelre, zegelt met zijn vader het verbond der Ridderschap van Veluwe 1436.
van 1441-1457 Gerichtsman te Barneveld, bezweert de verbondsbrief van 1436; zijn goed Malckenhorst van de horigheid gevrijd in 1435
Raad van Hertog Arnold, die hem zijn goed Malkenhorst, "dat Rijckwijn van Malkenhorst te wesen plag" van hoorig tot een edel vrij huisgoed maakt, 1434. Hij zegelt met zijn vader het verbond der Landschap uit de Ridderschap van Veluwe, 1436. Hij is Hertog Arnold trouw gebleven en werd deswege door Adolf uit het land verdreven, maar komt na Arnold’s herstelling terug.
In 1436 was zijn goed "Malckenhorst" vrij van belastingen.
Eigenaar van huis ter Hell 1453
Soms Gerrit Mor (gewoonlijk alleen als Mor vermeld) van Domseler genoemd. Staat op een ridderceduul ca. 1460; gerichtsman. Opgeroepen voor een vergadering over bijstand aan de hertog tegen Venlo 1461; bezit het halve goed Byler en Schoonderbeek; zijn broeder Gerrit het land het Barrebroek of Bernevelderbroek op 28 november 1464.
Hans van Veen
. In de ridderschap van Overbetuwe 1539. Ook is aangegeven dat hij in 1510 is overleden, begraven ca 1510 te Barneveld, begraven naast zijn broer Gijsbert voor het St. Anna altaar in de kerk, staat op een ridderceduul ca 1460, op landdagen 1471, 1474, 1494, gerichtsman te Ede 1485, Barneveld 1456 1458, 1474, 1484, 1492, 1501, Nijkerk 1474, Putten, 1488, 1493, Elburg 1491, Heerde 1488, Ermelo 1506 en Apeldoorn 1499. Opgeroepen voor een vergadering over bijstand aan de hertog tegen Venlo 161. Bezat het halve goed Bryler en Schoonderbeek. Klaagde in 1463 over de geweldadigheden van de hertog aan zijn goed Bryler. Kocht de Vedelaerskamp te Doorn in 1478 en transporteerde dat in 1492 aan zijn dochter Margriet, verpande met zijn vrouw Fye en zijn broeder Gerrit het land Barrebroek of Barnevelderbroek op 28 11 1464.
Gijsbert van Domseler, ook wel Gijsbert van Emeler genoemd. Overleden na 1500 en begraven naast zijn broer Mor. Was verheven in de ridderschap van de Veluwe in 1471 en 1484.
Gijsbert van Domseler, ook wel Gijsbert van Emeler genoemd. Overleden na 1500 en begraven naast zijn broer Mor. Was verheven in de ridderschap van de Veluwe in 1471 en 1484.
Created the title Lord Livingstone in 1458.
Captain of Sterling Castle.
Keeper of the King's person 1444.
Great Chamberlain of Scotland 1448.
Made Lord Livingstone of Callendar.
2nd Lord Livingstone.
He was unmarried and reportedly suffered from mental illness.
Evert Lubberts werd beleend met het goed Bryler als leenvolger van Ghise van Brijler met wiens dochter hij was gehuwd en die hem ook het goed Schoonhorst, by Bryler gelegen, zal hebben aangebracht. Zijn (enige ?) zoon Johan verwierf, mogelijk door zijn huwelijk met Margriet van Delen, het goed Malckenhorst, terwijl zijn tweede vrouw, Mechteld van Emeler, het goed Emeler aan de van Domseler’s bracht........" DNL 09/1962, Blz 265:"Beleend met het Stichtse leen de tienden van het landgoed Bryler als leenvolger van Ghise van Bryler: verkoopt in 1387 8 morgen land en koopt 16 morgen land bij Schothorst(Rijks Archief Gelderland). Heeft in 1387 een "neef" Bronis Peterszoon (mogelijk een Van Meerveld); komt in de domeinrekeningen van de Veluwe ook voor als Everhardus Lubberti. Trouwt NN, mogelijk een dochter van Ghise van Bryler, wiens leenvolger hij is. Uit dit huwelijk Johan. DNL 08/1912, blz 289: ......Vermeld in eene door hem aangenomen uitdaging met de handschoen 1386.(G. van Hasselt, Gelders Maandwerk 1, blz 285)......... Hij wordt 10 februari ......beleend met "die tiende van den goede to Brilaer, geleghen in den kerspel van Barnevelde........."
I n het jaar 1772 stond ruim honderd roeden ten westen van de kerk te Overlaugbroek nabij W i j k bij Duurstede het huis Dompselaer, het stamhuis van het oud adellijk ge- slacht van Dompselaer, Dompselaar of Dompzelaar, welk huis eertijds ook op de lijst der riddermatige hofsteden heeft gestaan en i n het bezit is.geweest van de geslachten van Dompselaer, 'van Wijnbergen en van Eeede van Draakestein.
http://www.malkenhorst.nl/familiegeschiedenis/genealogie.html
Wordt vermeld in 1411, 1428, 1430 en 1440. Zegelt met zijn zoon Evert het verbond der Ridderschap van Veluwe in 1436. Raad van Hertog Reinald van Gelre. Bron: Genealogie van Malkenhorst. Johan is overleden na 14 maart 1452. Hij was gerichtsman te Barneveld; Raad van Hertog Arnold van Gelder. Hij krijgt van Hertog Arnold op of omstreeks 1430 het buitenhuis in het kerspel Voorthuizen, buurtschap Harselen. Hij bezit de helft van de "Brieler"
Johan van Domselaar had 28 kleinkinderen en 57 achterkleinkinderen die de naam van Domseler droegen........" Bron: DNL 09/1962 blz 266."......peinder in Barneveld (o.a. 1434). Jan van Koet belooft 4 september 1436 hem het goed Oteler binnen 4 maanden op te leveren en draagt hem de bediening van het ambt Doornspijk over. Beleend met het Stichtse leen de tienden van het goed Bryler en Schoonhorst als leenvolger van zijn vader(1425). Vernieuwt de eed 11 maart 1434; krijgt 1 augustus 1430 met zijn vrouw van hertog Arnold van Gelre het goed Buitenhuis, dat vroeger horig was, als vrij en riddermatig voor hem en zijn kinderen uit zijn tweede huwelijk; zijn goed Schoonderbeek wordt in 1435 van de schatbaarheid ontslagen. Zijn halve goed Bryler (=Byler hvt) in 1436 van de horigheid gevrijd en tot tynsgoed gemaakt. Trouwt voor de eerste keer met Margriet van Deelen, 2e keer met Mechteld van Emeler......" Toegelicht wordt in voetnoten dat de kinderen uit het 2e huwelijk "inderdaad", in tegenstelling tot die uit zijn eerste huwelijk, riddermatig waren. Die uit het eerste huwelijk komen alleen voor als dienstlieden.
Sir Alexander Livingstone of Callendar, knighted for his part in the
release of James I from England. Also had custody of young James II. Later
captured Aullen (?). He was the most powerful man in Scotland at the time.
Created the title Lord Livingstone in 1458.
Captain of Sterling Castle.
Keeper of the King's person 1444.
Great Chamberlain of Scotland 1448.
Made Lord Livingstone of Callendar.
Sir John Livingstone of Callendar.
Sir Alexander Livingstone of Callendar, knighted for his part in the
release of James I from England. Also had custody of young James II. Later
captured Aullen (?). He was the most powerful man in Scotland at the time.
NOg vermeld in 1375
I n het jaar 1772 stond ruim honderd roeden ten westen van de kerk te Overlaugbroek nabij W i j k bij Duurstede het huis Dompselaer, het stamhuis van het oud adellijk ge- slacht van Dompselaer, Dompselaar of Dompzelaar, welk huis eertijds ook op de lijst der riddermatige hofsteden heeft gestaan en i n het bezit is.geweest van de geslachten van Dompselaer, 'van Wijnbergen en van Eeede van Draakestein.
Evert Lubberts werd beleend met het goed Bryler als leenvolger van Ghise van Brijler met wiens dochter hij was gehuwd en die hem ook het goed Schoonhorst, by Bryler gelegen, zal hebben aangebracht. Zijn (enige ?) zoon Johan verwierf, mogelijk door zijn huwelijk met Margriet van Delen, het goed Malckenhorst, terwijl zijn tweede vrouw, Mechteld van Emeler, het goed Emeler aan de van Domseler’s bracht........" DNL 09/1962, Blz 265:"Beleend met het Stichtse leen de tienden van het landgoed Bryler als leenvolger van Ghise van Bryler: verkoopt in 1387 8 morgen land en koopt 16 morgen land bij Schothorst(Rijks Archief Gelderland). Heeft in 1387 een "neef" Bronis Peterszoon (mogelijk een Van Meerveld); komt in de domeinrekeningen van de Veluwe ook voor als Everhardus Lubberti. Trouwt NN, mogelijk een dochter van Ghise van Bryler, wiens leenvolger hij is. Uit dit huwelijk Johan. DNL 08/1912, blz 289: ......Vermeld in eene door hem aangenomen uitdaging met de handschoen 1386.(G. van Hasselt, Gelders Maandwerk 1, blz 285)......... Hij wordt 10 februari ......beleend met "die tiende van den goede to Brilaer, geleghen in den kerspel van Barnevelde........."
Beleend met Byler, zoal zijn vader Heyn te halden placht...
Evert Lubberts werd beleend met het goed Bryler als leenvolger van Ghise van Brijler met wiens dochter hij was gehuwd en die hem ook het goed Schoonhorst, by Bryler gelegen, zal hebben aangebracht. Zijn (enige ?) zoon Johan verwierf, mogelijk door zijn huwelijk met Margriet van Delen, het goed Malckenhorst, terwijl zijn tweede vrouw, Mechteld van Emeler, het goed Emeler aan de van Domseler’s bracht........" DNL 09/1962, Blz 265:"Beleend met het Stichtse leen de tienden van het landgoed Bryler als leenvolger van Ghise van Bryler: verkoopt in 1387 8 morgen land en koopt 16 morgen land bij Schothorst(Rijks Archief Gelderland). Heeft in 1387 een "neef" Bronis Peterszoon (mogelijk een Van Meerveld); komt in de domeinrekeningen van de Veluwe ook voor als Everhardus Lubberti. Trouwt NN, mogelijk een dochter van Ghise van Bryler, wiens leenvolger hij is. Uit dit huwelijk Johan. DNL 08/1912, blz 289: ......Vermeld in eene door hem aangenomen uitdaging met de handschoen 1386.(G. van Hasselt, Gelders Maandwerk 1, blz 285)......... Hij wordt 10 februari ......beleend met "die tiende van den goede to Brilaer, geleghen in den kerspel van Barnevelde........."
Sir Alexander Livingstone of Callendar, knighted for his part in the
release of James I from England. Also had custody of young James II. Later
captured Aullen (?). He was the most powerful man in Scotland at the time.
Served under Sir William Douglass at the seige of Sterling Castle in 1339.
Received the lands of Callendar from King David II, son of Robert the
Bruce, in 1347. The lands had been forfeited by Patrick de Callendar and
Livingstone married his daughter, Christian. From these Livingstones of
Callendar descend the Livingstones of Westquarter, Kinnaird, Bonton, and
Dunipace.
Founder of the House of Callendar.
"Sir William de Livingstone" Sir of Calendar
Sir John Livingstone of Callendar.
he and his heirs schemed for the Throne of SCOTLAND, he arrested his nephew David among other knavery
helped foil Albany, becoming Heir Presumptive of Scotland after the Albany heirs were beheaded or attainted, later turned against his nephew King
Beleend met Byler, zoal zijn vader Heyn te halden placht...
Served under Sir William Douglass at the seige of Sterling Castle in 1339.
Received the lands of Callendar from King David II, son of Robert the
Bruce, in 1347. The lands had been forfeited by Patrick de Callendar and
Livingstone married his daughter, Christian. From these Livingstones of
Callendar descend the Livingstones of Westquarter, Kinnaird, Bonton, and
Dunipace.
Founder of the House of Callendar.
"Sir William de Livingstone" Sir of Calendar
Served under Sir William Douglass at the seige of Sterling Castle in 1339.
Received the lands of Callendar from King David II, son of Robert the
Bruce, in 1347. The lands had been forfeited by Patrick de Callendar and
Livingstone married his daughter, Christian. From these Livingstones of
Callendar descend the Livingstones of Westquarter, Kinnaird, Bonton, and
Dunipace.
Founder of the House of Callendar.
"Sir William de Livingstone" Sir of Calendar
Remotely descended from Leving, a Hungarian noble, who came to Scotland in
the train of Margaret, queen of King Malcolm III of Scotland, about 1068.
though outnumbered he destroyed English at Bannockburn 24 June 1314 (``no more grievous slaughter of English chivalry ever took place in a single day.
He died of Leprosy Wikipeadia
David bleef kinderloos
Remotely descended from Leving, a Hungarian noble, who came to Scotland in
the train of Margaret, queen of King Malcolm III of Scotland, about 1068.
though outnumbered he destroyed English at Bannockburn 24 June 1314 (``no more grievous slaughter of English chivalry ever took place in a single day.
He died of Leprosy Wikipeadia
`the Competitor'; signatory of the Turnberry Band as g-grandson of David de Huntingdon, he claimed the Throne of SCOTLAND, invoking proximity of blood , since John de Baliol, q.v., the heir by primogeniture, was 2-g grandson of Huntingdon
`the Competitor'; signatory of the Turnberry Band as g-grandson of David de Huntingdon, he claimed the Throne of SCOTLAND, invoking proximity of blood , since John de Baliol, q.v., the heir by primogeniture, was 2-g grandson of Huntingdon