ancsosa
Tot de n-e generatie.
1 . Cornelis Rengerse van Diermen, geboren op 7 april 1702, Nijkerk, gestorven. [Bron 1]
2 . Jan of Renger Willems van Diermen, geboren in augustus 1658, Nijkerk, gestorven. [Aantekening 2]
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Maritie van Beefting, gestorven voor 1695
...
... gehuwd op 10 november 1695, Nijkerk, met ...
3 . Grietje Cornelisdr van Eck, geboren in 1670, Nijkerk, gestorven. [Bron 3]
... hieruit :
4 . Willem Reinders van Diermen, geboren in 1632, Nijkerk, gestorven.
... gehuwd met ...
5 . Stijntje Aerts, geboren in 1636, Nijkerk, gestorven.
... hieruit :
8 . Reyner Lubberts van Diermen, geboren op 7 mei 1605, Nijkerk, gestorven.
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
? ?
...
... gehuwd met ...
... hieruit :
16 . Lubbert Rengers, geboren in 1570, gestorven. [Bron 16]
... gehuwd met ...
17 . Elbertgen Aelts van Diermen, geboren in 1580, gestorven. [Bron 17]
... hieruit :
34 . Aelt van Diermen, geboren in 1555, Nijkerk/Putten, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
68 . Cosijn van Diermen, geboren in 1530, gestorven. [Aantekening 68]
... gehuwd met ...
69 . Hendrikje N.
... hieruit :
136 . Claes van Diermen, geboren in 1480, gestorven in 1537 (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud). [Aantekening 136]
... gehuwd met ...
137 . Aleid Melisdr van Luxhool. [Aantekening 137]
... hieruit :
272 . Pilgrom van Diermen, geboren in 1435, gestorven. [Aantekening 272]
... gehuwd in 1461, Putten, met ...
273 . Bijen Casins van Luxhool. [Bron 273]
... hieruit :
274 . Melis Cosijns van Luxhool, geboren in 1517, Luxhool bij Nijkerk, gestorven. [Aantekening 274]
... gehuwd met ...
275 . Bya Hanegraaf. [Aantekening 275]
... hieruit :
544 . Claes van Diermen, geboren in 1400, gestorven voor 1461. [Aantekening 544]
... gehuwd in 1436 met ...
545 . Eefse N, gestorven in 1463, Arian van Diermen. [Aantekening 545]
... hieruit :
546 . Cosijn van Luxhool. [Bron 546]
... gehuwd met ...
547 . Geertruit van Hennekeler. [Bron 547]
... hieruit :
1.088 . Servaes van Diermen, geboren in 1370, gestorven. [Aantekening 1088]
... gehuwd met ...
... hieruit :
2.176 . Claes Servaesz van Diermen, geboren in 1340, gestorven. [Aantekening 2176]
... gehuwd met ...
... hieruit :
4.352 . Searvaes van Diermen, geboren in 1310, gestorven. [Aantekening 4352]
... gehuwd met ...
... hieruit :
Renger jongeman van Nijkerk, huwt in 1652 de Amersfoortse Maritie van Beefsting. Hij is de stamvader van de latere Spakenburgse familie met al meer dan 1600 nakomelingen, waarvan er ruim 500 in Bunschoten Spakenburg wonen.
Renger jongeman van Nijkerk, huwt in 1652 de Amersfoortse Maritie van Beefsting. Hij is de stamvader van de latere Spakenburgse familie met al meer dan 1600 nakomelingen, waarvan er ruim 500 in Bunschoten Spakenburg wonen.
Erfgenaam van het halve vrije Abstgoed Luxhool.
Werd nog vermeld in 1570. Zijn boer Rijkt erft het gehele goed Diermen nadat die zijn boers en zusters heeft afgegoed. In 1570 schonken Cosijn en zijn broer Rijkt 60 philipsguldens aan O.L.H Sacramentsgilde in Putten als zoengeld voor een gepleegde doodslag.
rentmeester St. Catharina-Convent te Nijkerk; bewoner van boerderij Luxool te Nijkerk; Bron-Anita Willemse
In 1503 verkreeg Claes de 4 kampjes van Servaeas nl: Luxhool, Bokhorst, Bijen en Hanagraaff. In 1517 verkreeg Aleid het halve abstgoed Luxhool na het overlijden van haar vader. Als versterf werd 5 loot zilver betaald. De andere helfyt ging naar haar zus Bija, getrouwd met Jan Henriksen van Renselaar die dat ook moesten betalen.
verkreeg het halve abtsgoed Luxhool in 1517 na het overlijden van haar vader; daar werd 5 loot zilver “als versterf” voor betaald (Veluwse Geslachten, 1983, p. 261)
DNL 1949 kol 198. notitie C.P.H. 1653 no. 33. Een oudere zuster van Bye was gehuwd met Claes van Dierman (of Dyrum). Volgens het dossier „Boockhorst Majus" in het archief der keinarij van Putten, omslag no. 19, betaalde Melis van Luxool van zes morgen land uit dit erf cijns 1506—1510 en volgende jaren
Hij erft het geheld goed Diermen nadat hij zijn boers en zusters heeft afgegoed. In 1548 wordt Rijck van Diermens goed als thinsgoed vermeld. In 1570 schonken Rijkt en zijn broer Cosijn co Casijn 60 philipsguldens ann O.L.H Sacramentsgilde in Putten als zoengeld voor een gepleegde doodslag.
Erfgenaam van het halve vrije Abstgoed Luxhool.
Werd nog vermeld in 1570. Zijn boer Rijkt erft het gehele goed Diermen nadat die zijn boers en zusters heeft afgegoed. In 1570 schonken Cosijn en zijn broer Rijkt 60 philipsguldens aan O.L.H Sacramentsgilde in Putten als zoengeld voor een gepleegde doodslag.
Bijen kreeg van haar boer Melis van Luxhool huisraad mee.
In hun huwelijksbrief werd bepaald door moeder Eefse, die dus al weduwe was van Claes, dat zoon Pilgrom het recht op het hof te Diermen krijgt op voorwaarde dat Eefse daar kan blijven wonen en wordt verzorgd. Ook worden de broers Servaes, Willem en Claes genoemd.
In 1481 doet Pilgrom en een erfscheiding 4 kampjes land, met de namen de Rije, de MAet, Biesenstruick en Nijeland over aan zijn broer Servaes. In 1491 worden de broers Servaes en Claes nog vermeld in de dijkrol van poler Arkemheen.
In 1503 verkreeg Claes de 4 kampjes van Servaeas nl: Luxhool, Bokhorst, Bijen en Hanagraaff. In 1517 verkreeg Aleid het halve abstgoed Luxhool na het overlijden van haar vader. Als versterf werd 5 loot zilver betaald. De andere helfyt ging naar haar zus Bija, getrouwd met Jan Henriksen van Renselaar die dat ook moesten betalen.
verkreeg het halve abtsgoed Luxhool in 1517 na het overlijden van haar vader; daar werd 5 loot zilver “als versterf” voor betaald (Veluwse Geslachten, 1983, p. 261)
DNL 1949 kol 198. notitie C.P.H. 1653 no. 33. Een oudere zuster van Bye was gehuwd met Claes van Dierman (of Dyrum). Volgens het dossier „Boockhorst Majus" in het archief der keinarij van Putten, omslag no. 19, betaalde Melis van Luxool van zes morgen land uit dit erf cijns 1506—1510 en volgende jaren
Bezitter van het goed Luxool en het aan de kelnarij van Putten behorende horige goed Groot Boekhorst;
Dienstman te Nijkerk
Dienstwijf te Nijkerk
verkreeg het halve abtsgoed Luxhool in 1517 na het overlijden van haar vader; daar werd 5 loot zilver “als versterf” voor betaald (Veluwse Geslachten, 1983, p. 261)
DNL 1949 kol 198. notitie C.P.H. 1653 no. 33. Een oudere zuster van Bye was gehuwd met Claes van Dierman (of Dyrum). Volgens het dossier „Boockhorst Majus" in het archief der keinarij van Putten, omslag no. 19, betaalde Melis van Luxool van zes morgen land uit dit erf cijns 1506—1510 en volgende jaren
In 1503 verkreeg Claes de 4 kampjes van Servaeas nl: Luxhool, Bokhorst, Bijen en Hanagraaff. In 1517 verkreeg Aleid het halve abstgoed Luxhool na het overlijden van haar vader. Als versterf werd 5 loot zilver betaald. De andere helfyt ging naar haar zus Bija, getrouwd met Jan Henriksen van Renselaar die dat ook moesten betalen.
Woonde te Harderwijk en later in Nijkerk. Beleend met land aldaar.
woonde op het hof te Diermen; overl. Putten vóór 1461 (Veluwse Geslachten 1983, p. 260); tr. (ook zonen Servaes, Willem en Claes). (mog. identiek met Claes van Dyrom die tot de Veluwse adel behoorde en die in een oorkonde van 1435 verklaarde het verbond van Ridderschap en de steden van Gelre en Zutphen mede te hebben bezworen
(bron Anita Willemse)
bij het huwelijk van haar zoon Pilgrom in 1461 werd vastgelegd dat zij op het hof te Diermen mocht blijven wonen en dat zij daar verzorgd zou worden; zij is nog vermeld in 1463 (als Eefsen van Diermen; oud-arch. Harderwijk, regest 355, 13-11-1463).
Bijen kreeg van haar boer Melis van Luxhool huisraad mee.
In hun huwelijksbrief werd bepaald door moeder Eefse, die dus al weduwe was van Claes, dat zoon Pilgrom het recht op het hof te Diermen krijgt op voorwaarde dat Eefse daar kan blijven wonen en wordt verzorgd. Ook worden de broers Servaes, Willem en Claes genoemd.
In 1481 doet Pilgrom en een erfscheiding 4 kampjes land, met de namen de Rije, de MAet, Biesenstruick en Nijeland over aan zijn broer Servaes. In 1491 worden de broers Servaes en Claes nog vermeld in de dijkrol van poler Arkemheen.
Bijen kreeg van haar boer Melis van Luxhool huisraad mee.
In hun huwelijksbrief werd bepaald door moeder Eefse, die dus al weduwe was van Claes, dat zoon Pilgrom het recht op het hof te Diermen krijgt op voorwaarde dat Eefse daar kan blijven wonen en wordt verzorgd. Ook worden de broers Servaes, Willem en Claes genoemd.
In 1481 doet Pilgrom en een erfscheiding 4 kampjes land, met de namen de Rije, de MAet, Biesenstruick en Nijeland over aan zijn broer Servaes. In 1491 worden de broers Servaes en Claes nog vermeld in de dijkrol van poler Arkemheen.
Bezitter van het goed Luxool en het aan de kelnarij van Putten behorende horige goed Groot Boekhorst;
Dienstman te Nijkerk
Dienstwijf te Nijkerk
1432 Putten. Casijn van Helle en Geertuid Dagereats sperken Servaes van Dierom aan over een deel van de kleinodien door Griete van Dierom bij haar dood nagelaten. Griete is weduww van Hendrik geweest
woonde op het hof te Diermen; overl. Putten vóór 1461 (Veluwse Geslachten 1983, p. 260); tr. (ook zonen Servaes, Willem en Claes). (mog. identiek met Claes van Dyrom die tot de Veluwse adel behoorde en die in een oorkonde van 1435 verklaarde het verbond van Ridderschap en de steden van Gelre en Zutphen mede te hebben bezworen
(bron Anita Willemse)
bij het huwelijk van haar zoon Pilgrom in 1461 werd vastgelegd dat zij op het hof te Diermen mocht blijven wonen en dat zij daar verzorgd zou worden; zij is nog vermeld in 1463 (als Eefsen van Diermen; oud-arch. Harderwijk, regest 355, 13-11-1463).
Vermeld in 1436 wanneer zij volgende de huwelijksbrief van haar broer Claes, 8 morgen land in Arkemheen, o.a. 3 kampen met de naam Spannet, Goor en Koestege en delen uit Lambertskamp krijt. Na de dood avn Servaes en Goude zal zij eveneens 200 Arnoldus guldens ontvangen.
Hij bewoonde hert goed Diermen (Dyerrum) bij Nijkerk
Vermeld in 1411 in een vrijingsbrief van het hof Dierman waaraan beleend is aan zijn boer Servaes
1432 Putten. Casijn van Helle en Geertuid Dagereats sperken Servaes van Dierom aan over een deel van de kleinodien door Griete van Dierom bij haar dood nagelaten. Griete is weduww van Hendrik geweest
Stamvader van het geslacht van Diermen op het goed/hof Diermen of Dyerum of Dijerum bij Nijkerk
Hij bewoonde hert goed Diermen (Dyerrum) bij Nijkerk
Werd vermeld in 1388 als tenonrechte op het proostgoed Wissel tegen Stine Gijse van Bockhorst, met als getuige Henrick Bostink en Claea van Diermen