ancsosa
Fino alla n-esima generazione.
1 . Johanna Jacoba Sara van Rensselaer, nata, Amsterdam. [Fonte 1]
2 . Jan Jacob van Rensselaer, nato il 31 gennaio 1747, Amsterdam, battezzato il 1o febbraio 1747, Amsterdam, Nieuwezijdskapel, deceduto il 5 febbraio 1795, Amsterdam, sepolto il 12 febbraio 1795, Amsterdam NieuweKerk (all'età di 48 anni), Koopman, Dichter.
... sposato con ...
3 . Suzanne Catharina Beeldsnijder, nata il 7 settembre 1758, Amsterdam, battezzata il 10 settembre 1758, Amsterdam, deceduta il 3 ottobre 1816, Rosmalen (all'età di 58 anni).
... da cui :
4 . Williem van Rensselaer. [Fonte 4]
... sposato con ...
5 . Cornelia Judith Cramer. [Fonte 5]
... da cui :
8 . Antonie van Rensselaer, deceduto. [Fonte 8]
... sposato con ...
9 . Bertha Peckstok.
... da cui :
16 . Rickert Wolter van Rensselaer, Patroon Rensselaerswyck, Burgemeester Vianen, nato il 28 febbraio 1639, Netherlands, deceduto nel 1695, Netherlands (all'età di 56 anni). [Nota 16]
... sposato il 26 gennaio 1672 con ...
... da cui :
32 . Killian van Rensselaer, nato nel 1586, Hasselt, Overyssel, Netherlands, deceduto il 7 ottobre 1643, Amsterdam, sepolto, Amsterdam in de Oudekerk (all'età di 57 anni), Koopman,Juwelier, Patroon, Bewindvoerder van de West Indische Compagnie. [Nota 32]
... -(X1) :
sposato il 31 luglio 1616, Utrecht in de Geertekerk, con ...
...
Hillegonda van Byler, nata nel agosto 1598, Amsterdam, battezzata il 2 agosto 1598, Amsterdam in de NIeuwe Kerk, deceduta nel dicembre 1626, Oude Kerk, Amsterdam, Netherlands,
sepolta il 1o gennaio 1627, Amsterdam in de Oudekerk
(all'età di 28 anni)
...
figlia di Jan van Byler e
Geertruijt de Rode
... da cui :
... sposato il 14 dicembre 1627, Amsterdam, Nieuwe Kerk, con ...
33 . Anna van Wely, battezzata il 2 agosto 1598, deceduta il 12 giugno 1670, Amsterdam, sepolta il 17 luglio 1670, Amsterdam in de Oudekerk (all'età di forse 71 anni). [Fonte 33]
... da cui :
64 . Hendrik van Rensselaer, nato nel 1555, Hasselt, ucciso il 6 giugno 1602, Oostende, Vlaanderen, Belgie (all'età di 47 anni), Hopman in het Staatse Leger. [Nota 64]
... sposato forse nel 1585 con ...
65 . Maria Pafraet, nata il 5 ottobre 1558, Amsterdam, deceduta.
... da cui :
66
. Johan van Wely, nato circa 1562, Barneveld, Gelderland, Netherlands, assassinato il 14 marzo 1616, s'Gravenhage (all'età di forse 54 anni), Gezant van prins Maurits en Diamanthandelaar.
Lid van VOC.
[Nota 66]
... sposato con ...
67 . Elenanor Haeckens, nata tra 1543 e 1590, Antwerp, Belgium, deceduta tra 1580 e 1673, sepolta .
... da cui :
128 . Kille Jansz van Rensselaer, nato, Gelre, deceduto tra 1583 e 1592. [Nota 128]
... sposato con ...
129 . Nella Claesz van Wenckum.
... da cui :
130 . Jan Pafraet. [Nota 130]
... sposato nel 1560, Deventer, con ...
... da cui :
132 . Jan Jansz van Wely, nato circa 1545, deceduto dopo 1574. [Nota 132]
... sposato con ...
133 . Geertruid Wynantsdr van Byler.
... da cui :
... sposato con ...
... da cui :
... -(X2) :
sposata nel 1594 con ...
...
Wolfert van Byler [Fonte 135x2]
... da cui :
256 . Johan Hendriksz van Rensselaer, deceduto prima del 10 giugno 1542, nijkerk, sepolto, Nijkerk . [Nota 256]
... -(X2) :
sposato con ...
...
Andreesken van Oldenbarnevelt, deceduta circa 1600 [Fonte 256x2]
...
figlia di Ernst van Oldenbarnevelt †1522/ e
? ?
... da cui :
... sposato il 30 giugno 1523, Harderwijk, con ...
257 . Derykebia van (Bija) Luxhool, deceduta, sepolta, Nijkerk .
... da cui :
258 . Claes Henricksz van Wenckum, nato nel 1500, deceduto. [Nota 258]
... sposato con ...
259 . Engel van der Hell. [Nota 259]
... da cui :
260 . Albert Pafraet, Drukker in Deventer. [Fonte 260]
... sposato con ...
261 . Fenne Suseler.
... da cui :
264 . Jan van Leeuwen van Wely.
... sposato con ...
... da cui :
266 . Wynandt van Byler, nato nel 1485, deceduto nel 1558 (all'età di 73 anni).
... sposato con ...
... da cui :
512 . Hendrick Woltersz van Rensselaer, nato prima del 1470, Netherlands, deceduto il 21 giugno 1526, Harderwijk, sepolto . [Nota 512]
... sposato con ...
513 . Swaene van Indijck, nata, Hemegsels, Netherlands.
... da cui :
514 . Melis Cosijns van Luxhool, nato nel 1517, Luxhool bij Nijkerk, deceduto. [Nota 514]
... sposato con ...
515 . Bya Hanegraaf. [Nota 515]
... da cui :
... sposato con ...
517 . NN Scholten.
... da cui :
518 . Evert van der Hell. [Nota 518]
... sposato con ...
519 . NN van Bijler.
... da cui :
520 . Rickelt Pafraet, Drukker in Deventer. [Fonte 520]
... sposato con ...
... da cui :
528 . Jan van Leeuwen van Wely, deceduto nel 1570. [Nota 528]
... sposato con ...
... da cui :
532 . Wulf Morrens van Byler, nato nel 1425, deceduto nel 1493 (all'età di 68 anni).
... -(X1) :
sposato con ...
...
Geertje van Wenckum
... da cui :
... sposato con ...
533 . Geertgen Wijnsdr van Appel.
... da cui :
1.024 . Wolter Egbertsz Rensselaer, nato, Harderwijk. [Nota 1024]
... sposato nel 1485, Maelsted en Rensselaer, con ...
1.025 . Nelle van Garderen van Norden, deceduta il 21 giugno 1526.
... da cui :
1.028 . Cosijn van Luxhool. [Fonte 1028]
... sposato con ...
1.029 . Geertruit van Hennekeler. [Fonte 1029]
... da cui :
1.036 . Reyner Gerrtiz van Hell.
... sposato il 1o luglio 1460 con ...
... da cui :
... da cui :
... sposato con ...
... da cui :
2.048 . Egbert Rensselaer, nato circa 1440, deceduto.
... sposato con ...
... da cui :
2.072 . Gerrit Ryniers van Hell, deceduto dopo 1448. [Nota 2072]
... sposato con ...
... da cui :
Ryckert vertrok in 1651 samen met zijn broer Jan Baptiste naar New Netherland. Zijn broer Jeremias was patroon en na zijn vroege dood nam Rickert het patroonschap over Rensselaerswyck over.
In oktober 1664, was hij onder de mannen die de eed van trouw zwoer aan de Engelse Duke of York.
Hij bezat de "farm at the Flats" dat later werd verkocht aan de Schuyler familie in 1670 or 1672.
Hij was een geboren zakenman en beheerde de familiebezittingen in de Hudson Valley. In de historie van Albany is veel terug te vinden van zijn optreden en correspondentie met de weduwe van zij broer Jeremias Van Rensselaer.
Richard (of Ryckert) keerde terug naar Europe in de 1670er jaren teneinde de zaken daar op zich te nemen.
In Augustus 1681 huwde hij Anna Van Beaumont in Amsterdam. Al zijn zeven kinderen werden in Holland geboren.
Hij diende onder andere in de functie van burgemmeester van Vianen waar hij in 1695 stierf.
Juwelier te Amsterdam Lid van de heren19 ( XIX ) van de West Indische Company (Chairman of the board of WIC) Bezat veel landerijen o.a. Langs de Hudson rivier
Korte biografie van Kiliaen van Rensselaer http://stuyvesant.library.uu.nl/kaarten/toetessay.htm
Vader Hendrik van Rensselaer was evenals diens tweelingbroer Johan, hopman in het Staatse leger. Hij was in 1580 gelegerd in het Overijsselse Hasselt toen zijn vrouw, Maria Pafraet, het leven schonk aan een zoon. Hij was hun derde kind[3] en werd naar zijn grootvader Kiliaen genoemd. De vroege jeugd van Kiliaen zal waarschijnlijk mede bepaald zijn geweest door het beroep van zijn vader, maar daarover zijn geen gegevens beschikbaar. Hendrik sneuvelde in 1602 bij het beleg van Oostende. Later zou Kiliaen hem en Johan die een jaar eerder dan zijn tweelingbroer in zijn garnizoen in Deventer was overleden bijzetten in een grafkelder in de kerk te Nijkerk, gedekt met een met de familiewapens verrijkte grafzerk.[4]
Op jonge leeftijd, waarschijnlijk nog tijdens het leven van zijn vader, kwam Kiliaen als koopmansdienaer in dienst bij zijn oom, de Amsterdamse juwelier Wolfert van Byler Wynantszoon, afkomstig uit Barneveld.[5] Voor hem bereisde Kiliaen een groot deel van Europa en bezocht ook de vorstenhoven oostelijk van de Rijn. In 1608 ging hij naar het hof te Praag om er juwelen te verhandelen. Van die reis dateert zijn oudste bewaard gebleven rapport dat ook informatie bevat over de politieke situatie aldaar.[6]
Toen Van Byler zich uit de zaken terugtrok, richtte Kiliaen met een compagnon het handelshuis Kiliaen van Rensselaer en Co. op.[7] In 1614 werd dit huis verenigd met dat van Johan van Wely (een neef zusterszoon - van Wolfert) tot de firma Jan van Wely en Co.
In 1616 trouwde Kiliaen met Hillegond van Byler, een nicht van en ook erfgename van Wolfert.[8] Zij kregen twee zonen: Hendrik, die al vroeg overleed en Johan, in 1625 geboren, die na de dood van zijn vader patroon van Rensselaerswijck zou worden. In zijn huwelijksjaar bouwde Kiliaen een nieuw huis aan de pas gegraven Keizersgracht te Amsterdam.
In januari 1616 werd Johan van Wely in Den Haag vermoord.[9] Kiliaen diende de termijn van het met hem gesloten contract uit en vestigde zich in 1620 in Amsterdam als onafhankelijk makelaar in juwelen en edele metalen. In hetzelfde jaar begon hij heidevelden in het Gooi te ontginnen ten behoeve van de landbouw (hij kocht er in 1628 ook het landgoed Crailo). Zijn voorkeur voor de landbouw moet ongetwijfeld in verband worden gebracht met de traditie van zijn voorouders, die hoogstwaarschijnlijk boeren waren op de Veluwe, op de hoeve de Rensselaer .[10]
Bij de oprichting van de West-Indische Compagnie in 1621werd Kiliaen daarin hoofdparticipant, bewindhebber van de Kamer van Amsterdam van de WIC en namens die Kamer bewindhebber van de WIC zelf. De Amsterdamse kamer werd belast met het beheer van Nieuw Nederland. Kiliaen maakte deel uit van de daartoe gevormde aparte commissie en had een groot aandeel in de besluitvorming.
Eind 1626 overleed zijn echtgenote Hillegond en in 1627 hertrouwde hij met Anna van Wely, dochter van zijn voormalige compagnon Johan. Zij schonk hem vier zoons en vier dochters. Drie van de zoons, Jan Baptist, Jeremias en Ryckaert, werden later directeur van Rensselaerswijck en de vierde, Nicolaas, werd predikant, ten laatste te Albany.
In 1629 stelde de WIC de Vrijheden en Exemptiën vast. Deze bevatten de basisregels voor het stichten van een particuliere nederzetting (patroonschap) in Nieuw-Nederland. Kiliaen meldde zich terstond aan als patroon voor een kolonie ten noorden van Nieuw Amsterdam aan de Noordrivier (thans Hudson River). Hij kocht er land van de indianen en ging een samenwerkingsverband aan met zijn medebewindhebbers Burg, Blommaert en Godijn. In 1631 trad hij af als bewindhebber van de Amsterdamse Kamer van de WIC en wijdde zich vanuit Amsterdam aan de verdere ontwikkeling van de nieuwe kolonie, naar hem Rensselaerswijck genaamd.
Kiliaen van Rensselaer overleed in oktober 1643
1st Patroon of Rensselaerswyck.
Founder of the colony of Rensselaerswyck in America.
16-June-1628: owner of the estate of Crailo near Huizen, Netherlands.
Kilian never set foot in America. He sent his son, Nicholas, to run his
colony of Rensselaerswyck.
an Amsterdam jeweler and stockholder of the Dutch colony of New
Netherland.
1630 acquired the huge estate surrounding Fort Orange (Albany) and named
it Rensselaerswyck.
2e patroon Rensselaerswyk
- 27-10-1655: Op het verzoek om dispensatie van J. van Renseler, reeds getrouwd zijnde met zijn vaders zustersdochter en om ontheffing van de boete, waartoe hij deswege bij sententie van het Veluwse landgericht was gecondemncerd, verleent de Landdag, onder handhaving der boete, de verzochte dispensatie ([GA] Landdagreces 27 Oct. 1655).
VVG Publicatie 27, huwelijksdispensatien in Gelderland 1617 - 1775
H. 1655- 5-10. Johan van Renseler koopman te Amsterdam, en Elisabeth van Twiller, zijn vaders zuster dochter. (L. 1655-10-27, dan reeds getrouwd) (Nijkerk)
Gelders Archief toeg 0529 Huis Vanaburg en Oldenaller, de Wullenhoef
inv 112: Eigendomsbewijs voor Henrick van Essen en zijn vrouw van gedeelten van de Noordercamp bij Luxool, afkomstig van Johan van Renseler en diens vrouw Elisabeth van Twyler c.s., 1660. 1 charter
Jeremias was the Third Director, Fourth Patroon, and Second Lord of the Manor of Rensselaerwyck. On August 3, 1654, he sailed from Holland to join his older brother, Jan Baptist, at Rensselearwyck. He returned to Holland in 1655 but came back to Rensselaerwyck in the following year. Upon the return of Jan Baptist to Holland, Jeremias assumed full control of the estate.
3rd Patroon of Rensselaerswyck.
1st Lord of the Manor.
Colonel.
vi. Nicholas Van Rensselaer, (Rev) was baptized in Amsterdam on September 14, 1636, and died in Albany in 1678. He was religious from childhood and shunned the family business. He curried favor with King Charles II and was appointed co-minister in Albany tho he never took the pulpit. He married Alida Schuyler when he was 39 and she was 19. They had no children. See more information at The People of Colonial Albany.
Ryckert vertrok in 1651 samen met zijn broer Jan Baptiste naar New Netherland. Zijn broer Jeremias was patroon en na zijn vroege dood nam Rickert het patroonschap over Rensselaerswyck over.
In oktober 1664, was hij onder de mannen die de eed van trouw zwoer aan de Engelse Duke of York.
Hij bezat de "farm at the Flats" dat later werd verkocht aan de Schuyler familie in 1670 or 1672.
Hij was een geboren zakenman en beheerde de familiebezittingen in de Hudson Valley. In de historie van Albany is veel terug te vinden van zijn optreden en correspondentie met de weduwe van zij broer Jeremias Van Rensselaer.
Richard (of Ryckert) keerde terug naar Europe in de 1670er jaren teneinde de zaken daar op zich te nemen.
In Augustus 1681 huwde hij Anna Van Beaumont in Amsterdam. Al zijn zeven kinderen werden in Holland geboren.
Hij diende onder andere in de functie van burgemmeester van Vianen waar hij in 1695 stierf.
Hendrik van Rensselaer was, evenals diens tweelingbroer Johan, hopman in het Staatse leger. Hij was in 1580 gelegerd in het Overijsselse Hasselt toen zijn vrouw, Maria Pafraet, het leven schonk aan een zoon. Hij was hun derde kind[3] en werd naar zijn grootvader Kiliaen genoemd.
7696 7697. Hendrick Van Rensselaer, (Capt.) of Hasselt, Holland was born in Amsterdam, The Netherlands, about 1554, and died in Ostend, Holland, on January 6, 1602. He died during the seige of the city. He was buried in the church at Nykerk, Holland, beside his twin brother. Maria Pafraet was born in Amsterdam on Wednesday, October 5, 1558. He is the son of Kiliaen and Nelle (Van Wenckum) Van Rensselear. She is the daughter of Jan and Peterken (TerBecke) Pafraet.
They had three children:
i. Maria Van Rensselaer: She was born in Holland. She married Ryckert Van Twiller in 1605. Their son, Wouter Van Twiller, was Director General of New Netherlands from 1632 to 1638.
ii. Jan Van Rensselaer: He died in 1639.
iii. Kiliaen Van Rensselaer [#3848]: He was born the Fort near Hasselt, Overijssel, Holland, about 1585.
In een aantal publicaties - zie bijvoorbeeld N. de Roever, ‘Kiliaen van Rensselaer en zijne kolonie Rensselaerswijck’ in Oud-Holland 8 (1890) 29-74 en 241-296, aldaar 32 en O.A. Rink, Holland on the Hudson. An economic and social history of Dutch New York (Ithaca, London, Cooperstown, New York 1986) 192 – wordt vermeld dat Kiliaen één zuster had, Maria. Zij trouwde in 1605 met Ryckert van Twiller en hun zoon Wouter was van 1633 tot 1638 Directeur van Nieuw Nederland. Er was echter nog een oudere zuster, Engel, die de grootmoeder zou worden van Arend van Curler, later commies te Rensselaerswijck – zie G. Beernink, De geschiedschrijver en rechtsgeleerde Dr. Arend van Slichtenhorst en zijn vader Brant van Slichtenhorst, stichter van Albany, hoofdstad van den staat New-York (Arnhem 1916) 143 -.
Juwelier te Amsterdam Lid van de heren19 ( XIX ) van de West Indische Company (Chairman of the board of WIC) Bezat veel landerijen o.a. Langs de Hudson rivier
Korte biografie van Kiliaen van Rensselaer http://stuyvesant.library.uu.nl/kaarten/toetessay.htm
Vader Hendrik van Rensselaer was evenals diens tweelingbroer Johan, hopman in het Staatse leger. Hij was in 1580 gelegerd in het Overijsselse Hasselt toen zijn vrouw, Maria Pafraet, het leven schonk aan een zoon. Hij was hun derde kind[3] en werd naar zijn grootvader Kiliaen genoemd. De vroege jeugd van Kiliaen zal waarschijnlijk mede bepaald zijn geweest door het beroep van zijn vader, maar daarover zijn geen gegevens beschikbaar. Hendrik sneuvelde in 1602 bij het beleg van Oostende. Later zou Kiliaen hem en Johan die een jaar eerder dan zijn tweelingbroer in zijn garnizoen in Deventer was overleden bijzetten in een grafkelder in de kerk te Nijkerk, gedekt met een met de familiewapens verrijkte grafzerk.[4]
Op jonge leeftijd, waarschijnlijk nog tijdens het leven van zijn vader, kwam Kiliaen als koopmansdienaer in dienst bij zijn oom, de Amsterdamse juwelier Wolfert van Byler Wynantszoon, afkomstig uit Barneveld.[5] Voor hem bereisde Kiliaen een groot deel van Europa en bezocht ook de vorstenhoven oostelijk van de Rijn. In 1608 ging hij naar het hof te Praag om er juwelen te verhandelen. Van die reis dateert zijn oudste bewaard gebleven rapport dat ook informatie bevat over de politieke situatie aldaar.[6]
Toen Van Byler zich uit de zaken terugtrok, richtte Kiliaen met een compagnon het handelshuis Kiliaen van Rensselaer en Co. op.[7] In 1614 werd dit huis verenigd met dat van Johan van Wely (een neef zusterszoon - van Wolfert) tot de firma Jan van Wely en Co.
In 1616 trouwde Kiliaen met Hillegond van Byler, een nicht van en ook erfgename van Wolfert.[8] Zij kregen twee zonen: Hendrik, die al vroeg overleed en Johan, in 1625 geboren, die na de dood van zijn vader patroon van Rensselaerswijck zou worden. In zijn huwelijksjaar bouwde Kiliaen een nieuw huis aan de pas gegraven Keizersgracht te Amsterdam.
In januari 1616 werd Johan van Wely in Den Haag vermoord.[9] Kiliaen diende de termijn van het met hem gesloten contract uit en vestigde zich in 1620 in Amsterdam als onafhankelijk makelaar in juwelen en edele metalen. In hetzelfde jaar begon hij heidevelden in het Gooi te ontginnen ten behoeve van de landbouw (hij kocht er in 1628 ook het landgoed Crailo). Zijn voorkeur voor de landbouw moet ongetwijfeld in verband worden gebracht met de traditie van zijn voorouders, die hoogstwaarschijnlijk boeren waren op de Veluwe, op de hoeve de Rensselaer .[10]
Bij de oprichting van de West-Indische Compagnie in 1621werd Kiliaen daarin hoofdparticipant, bewindhebber van de Kamer van Amsterdam van de WIC en namens die Kamer bewindhebber van de WIC zelf. De Amsterdamse kamer werd belast met het beheer van Nieuw Nederland. Kiliaen maakte deel uit van de daartoe gevormde aparte commissie en had een groot aandeel in de besluitvorming.
Eind 1626 overleed zijn echtgenote Hillegond en in 1627 hertrouwde hij met Anna van Wely, dochter van zijn voormalige compagnon Johan. Zij schonk hem vier zoons en vier dochters. Drie van de zoons, Jan Baptist, Jeremias en Ryckaert, werden later directeur van Rensselaerswijck en de vierde, Nicolaas, werd predikant, ten laatste te Albany.
In 1629 stelde de WIC de Vrijheden en Exemptiën vast. Deze bevatten de basisregels voor het stichten van een particuliere nederzetting (patroonschap) in Nieuw-Nederland. Kiliaen meldde zich terstond aan als patroon voor een kolonie ten noorden van Nieuw Amsterdam aan de Noordrivier (thans Hudson River). Hij kocht er land van de indianen en ging een samenwerkingsverband aan met zijn medebewindhebbers Burg, Blommaert en Godijn. In 1631 trad hij af als bewindhebber van de Amsterdamse Kamer van de WIC en wijdde zich vanuit Amsterdam aan de verdere ontwikkeling van de nieuwe kolonie, naar hem Rensselaerswijck genaamd.
Kiliaen van Rensselaer overleed in oktober 1643
1st Patroon of Rensselaerswyck.
Founder of the colony of Rensselaerswyck in America.
16-June-1628: owner of the estate of Crailo near Huizen, Netherlands.
Kilian never set foot in America. He sent his son, Nicholas, to run his
colony of Rensselaerswyck.
an Amsterdam jeweler and stockholder of the Dutch colony of New
Netherland.
1630 acquired the huge estate surrounding Fort Orange (Albany) and named
it Rensselaerswyck.
23-02-1651 een kindt van Dirck Beertsz
22-L 01-03-1651 Lijsgen, Willem Lubbertsz dochter
08-03-1651 een kindt van Jan Claesz
09-03-1651 Peter Reijnersz op de Schillingh
12-03-1651 Marritgen van Renseler
13-03-1651 een kindt van Arent Abrahamsz
Na zijn broer Amelis kreeg Ryckert de functie van "Veldgraaf van het Appelervelt"
De functies werd door de schoonzoons van Amelis, de Tulleckens, en van Twillers onder elkaar verdeeld.
Ryckert kreeg in totaal 12 kinderen (bun historial juli 1995)
Ryckert was wapenvoerder Hij was één van de stichters van het Weeshuis. Dit weeshuis werd uit barmhartigheid gesticht door de zg. Nijkerker Amtsjonkers. Het weeshuis was hard nodig door het groot aantal wezen als gevolg van twee pest-epidemieën die Nijkerk troffen.
25-9-1636: (vertaald) “In den naem des Heeren desen 25sten September 1636 in Amsterdam.” Aldus vangt de brief aan van Kiliaen van Rensselaer aan zijn neef Wouter van Twiller te Nieuw-Amsterdam. “Wij zijn hier ook – God zij geprezen – nog goed in orde.. . . . Uw vader, moeder, broeders en zusters te Nieukerck waren Donderdag laatstleden ook nog goed gezond; maar de toestand te “Nieukerck” is door het hevige heersenen der pest zeer treurig. Reeds zijn daar 700 personen gestorven en weinig huizen zijn vrij. Moge de Heere hen verder bewaren; echter houdt het niet op, maar vermeerdert dagelijks. Onze schoonbroeder Willem van Wely en zijne vrouw Anna ten Hoof zijn beiden er aan overleden. Het wordt hier ook zeer hevig; meer dan 600 in ene week. Menig bekende is reeds gestorven, maar ons en mijn moeders huishouden zijn, God zij geloofd, nog gezond. De Heere schenke, wat Zijn heiligen wil behage, voor ons behoud in leven en in sterven, Amen.” (Mr. A. J. F. van Laer, Van Rensselaer Bowier, Manuscripts, Albany N. Y. 1908, blz. 319), ([BM Gelre] 3 (1909);.
Rijkers was voogd voor Arent van Corler (de zoon van de nicht van zijn vrouw) (bowier manuscripts pg 403)
Rijkers wapen is links boven op het Weeshuis schilderij afgebeeld daar hij als regent ten tijde van het schilderen reeds was overleden.
DNL 1940 kol 61. Wolter Wulfferts van Hennekeler handelende in compagnie met Rycket van Twiller e.a.)
Gem Nijkerk dhr van Doren / v.d. Kragt. Ryckert wonde met ijn gezien p Kayebeck, later Kwaebeek, tegenwoordig de Spoorstraat.
Jan Van Wely, a member of the Dutch East India Company, and a son of one of the sisters of Wolfret Van Bijler, controlled a diamond business no less important than his uncle Wolfret Van Bijler's. In 1614, Kiliaen was interested in bringing about a merger of the two firms. This was accomplished on 28 February 1614 under the name of Johan Van Wely and Company.
In 1616, Johan Van Wely was sent for by Prince Maurice to come to The Hague and bring with him some diamonds and other precious stones which the Prince wished to purchase. While awaiting the Prince, Van Wely was murdered and his body concealed under a table until it could be taken out and buried in an ashpit.
A few years after the assassination of Johan Wely the firm of Johan Van Wely and Company dissolved, Kiliaen carrying on the business under the name of Kiliaen Van Rensselaer and Company with Jacques L'Hermite as partner.
Jean de Paris was in 1618 kamerheer van Prins Maurits en wist daardoor dat juwelier Jan van Wely langs zou komen om de stadhouder de nieuwste juwelen te tonen. Samen met Jan de la Vigne beraamde De Paris een roofmoord op de juwelier. Een nieuw misdrijf door beide heren, het leegroven van de geldkist van Maurits’ griffier, leidde ook tot de oplossing van de eerste zaak. Tijdens een huiszoeking in de woning van Jean de Paris kwamen de juwelen van Van Wely te voorschijn. De Paris werd wegens roofmoord geradbraakt.
Willem van WELY Profession: Juwelier in Amsterdam. Son of Jan van Wely, born ±1553 in Rijswijk (Ge), married ±1578 in Rijswijk (Ge) with Geertruyd Bylaer, born ±1557 in Rijswijk (Ge). Amsterdam 1609/01/20: Married with WvW
VAN RENSSELAER BOWIER MANUSCRIPTS
319
Kiliaen van Rensselaer to Wouter van Twiller 82
September 25, I636 Woutter Van Twillcr, director
In the name of the Lord, this 25th of September 1636, in Amsterdam Mon Cousin: I find myself with your honor's favor of the 3Ist of August 1635. sent to me by the ship d'eendracht, from which I learned of your honor's good state of health; we are also, God be praised, still well. My wife is in childbed of a young son, 83 whom I have named after my uncle Claes van Rensselaer, deceased, so that now the names of the three brothers Rensselaer have been bestowed, the youngest having become the oldest. May Almighty God let them grow up in virtue to the honor of His holy name. Amen. Your father, mother, brothers and sisters at Nieukerck wero on Thursday last still feeling well also, but the situation at Nieukerck is very sad on account of the severe sickness of pestilence. Already 700 persons had died there and few houses are free. May the Lord preserve them further; however, it does not stop Jet but increases daily. Our brother in law Willem van Weelij and his wife anna ten hoof both died of it. It rages here pretty badly too; more than 600 in one week. Many acquaintances have died already, too long to relate, but our and my mother's household are still well, God be praised. The Lord grant what is - pleasing to His holy will and for our salvation in life or in death. Amen. …
VAN RENSSELAER BOWIER MANUSCRIPTS
319
Kiliaen van Rensselaer to Wouter van Twiller 82
September 25, I636 Woutter Van Twillcr, director
In the name of the Lord, this 25th of September 1636, in Amsterdam Mon Cousin: I find myself with your honor's favor of the 3Ist of August 1635. sent to me by the ship d'eendracht, from which I learned of your honor's good state of health; we are also, God be praised, still well. My wife is in childbed of a young son, 83 whom I have named after my uncle Claes van Rensselaer, deceased, so that now the names of the three brothers Rensselaer have been bestowed, the youngest having become the oldest. May Almighty God let them grow up in virtue to the honor of His holy name. Amen. Your father, mother, brothers and sisters at Nieukerck wero on Thursday last still feeling well also, but the situation at Nieukerck is very sad on account of the severe sickness of pestilence. Already 700 persons had died there and few houses are free. May the Lord preserve them further; however, it does not stop Jet but increases daily. Our brother in law Willem van Weelij and his wife anna ten hoof both died of it. It rages here pretty badly too; more than 600 in one week. Many acquaintances have died already, too long to relate, but our and my mother's household are still well, God be praised. The Lord grant what is - pleasing to His holy will and for our salvation in life or in death. Amen. …
Juwelier te Amsterdam Lid van de heren19 ( XIX ) van de West Indische Company (Chairman of the board of WIC) Bezat veel landerijen o.a. Langs de Hudson rivier
Korte biografie van Kiliaen van Rensselaer http://stuyvesant.library.uu.nl/kaarten/toetessay.htm
Vader Hendrik van Rensselaer was evenals diens tweelingbroer Johan, hopman in het Staatse leger. Hij was in 1580 gelegerd in het Overijsselse Hasselt toen zijn vrouw, Maria Pafraet, het leven schonk aan een zoon. Hij was hun derde kind[3] en werd naar zijn grootvader Kiliaen genoemd. De vroege jeugd van Kiliaen zal waarschijnlijk mede bepaald zijn geweest door het beroep van zijn vader, maar daarover zijn geen gegevens beschikbaar. Hendrik sneuvelde in 1602 bij het beleg van Oostende. Later zou Kiliaen hem en Johan die een jaar eerder dan zijn tweelingbroer in zijn garnizoen in Deventer was overleden bijzetten in een grafkelder in de kerk te Nijkerk, gedekt met een met de familiewapens verrijkte grafzerk.[4]
Op jonge leeftijd, waarschijnlijk nog tijdens het leven van zijn vader, kwam Kiliaen als koopmansdienaer in dienst bij zijn oom, de Amsterdamse juwelier Wolfert van Byler Wynantszoon, afkomstig uit Barneveld.[5] Voor hem bereisde Kiliaen een groot deel van Europa en bezocht ook de vorstenhoven oostelijk van de Rijn. In 1608 ging hij naar het hof te Praag om er juwelen te verhandelen. Van die reis dateert zijn oudste bewaard gebleven rapport dat ook informatie bevat over de politieke situatie aldaar.[6]
Toen Van Byler zich uit de zaken terugtrok, richtte Kiliaen met een compagnon het handelshuis Kiliaen van Rensselaer en Co. op.[7] In 1614 werd dit huis verenigd met dat van Johan van Wely (een neef zusterszoon - van Wolfert) tot de firma Jan van Wely en Co.
In 1616 trouwde Kiliaen met Hillegond van Byler, een nicht van en ook erfgename van Wolfert.[8] Zij kregen twee zonen: Hendrik, die al vroeg overleed en Johan, in 1625 geboren, die na de dood van zijn vader patroon van Rensselaerswijck zou worden. In zijn huwelijksjaar bouwde Kiliaen een nieuw huis aan de pas gegraven Keizersgracht te Amsterdam.
In januari 1616 werd Johan van Wely in Den Haag vermoord.[9] Kiliaen diende de termijn van het met hem gesloten contract uit en vestigde zich in 1620 in Amsterdam als onafhankelijk makelaar in juwelen en edele metalen. In hetzelfde jaar begon hij heidevelden in het Gooi te ontginnen ten behoeve van de landbouw (hij kocht er in 1628 ook het landgoed Crailo). Zijn voorkeur voor de landbouw moet ongetwijfeld in verband worden gebracht met de traditie van zijn voorouders, die hoogstwaarschijnlijk boeren waren op de Veluwe, op de hoeve de Rensselaer .[10]
Bij de oprichting van de West-Indische Compagnie in 1621werd Kiliaen daarin hoofdparticipant, bewindhebber van de Kamer van Amsterdam van de WIC en namens die Kamer bewindhebber van de WIC zelf. De Amsterdamse kamer werd belast met het beheer van Nieuw Nederland. Kiliaen maakte deel uit van de daartoe gevormde aparte commissie en had een groot aandeel in de besluitvorming.
Eind 1626 overleed zijn echtgenote Hillegond en in 1627 hertrouwde hij met Anna van Wely, dochter van zijn voormalige compagnon Johan. Zij schonk hem vier zoons en vier dochters. Drie van de zoons, Jan Baptist, Jeremias en Ryckaert, werden later directeur van Rensselaerswijck en de vierde, Nicolaas, werd predikant, ten laatste te Albany.
In 1629 stelde de WIC de Vrijheden en Exemptiën vast. Deze bevatten de basisregels voor het stichten van een particuliere nederzetting (patroonschap) in Nieuw-Nederland. Kiliaen meldde zich terstond aan als patroon voor een kolonie ten noorden van Nieuw Amsterdam aan de Noordrivier (thans Hudson River). Hij kocht er land van de indianen en ging een samenwerkingsverband aan met zijn medebewindhebbers Burg, Blommaert en Godijn. In 1631 trad hij af als bewindhebber van de Amsterdamse Kamer van de WIC en wijdde zich vanuit Amsterdam aan de verdere ontwikkeling van de nieuwe kolonie, naar hem Rensselaerswijck genaamd.
Kiliaen van Rensselaer overleed in oktober 1643
1st Patroon of Rensselaerswyck.
Founder of the colony of Rensselaerswyck in America.
16-June-1628: owner of the estate of Crailo near Huizen, Netherlands.
Kilian never set foot in America. He sent his son, Nicholas, to run his
colony of Rensselaerswyck.
an Amsterdam jeweler and stockholder of the Dutch colony of New
Netherland.
1630 acquired the huge estate surrounding Fort Orange (Albany) and named
it Rensselaerswyck.
Woonde te Harderwijk, waar hij in 1544 lid werd van het St. Jorisgilde; beleeen met (de helft van) de boven genoemde vijf morgen lands (13 Mei 1542), die hij 22 Oct. 1559 opdraagt aan zijn broeder Wolter Jansz.; in 1582 bezitter van de helft van het Eltense leengoed Renselaar, waarmede hij op 1 Sept. 1542 werd beleend.
Proevemeester der huissittende armen binnen der Nykerk (1575)
Woonde 1588 te Putten
Hendrik van Rensselaer was, evenals diens tweelingbroer Johan, hopman in het Staatse leger. Hij was in 1580 gelegerd in het Overijsselse Hasselt toen zijn vrouw, Maria Pafraet, het leven schonk aan een zoon. Hij was hun derde kind[3] en werd naar zijn grootvader Kiliaen genoemd.
7696 7697. Hendrick Van Rensselaer, (Capt.) of Hasselt, Holland was born in Amsterdam, The Netherlands, about 1554, and died in Ostend, Holland, on January 6, 1602. He died during the seige of the city. He was buried in the church at Nykerk, Holland, beside his twin brother. Maria Pafraet was born in Amsterdam on Wednesday, October 5, 1558. He is the son of Kiliaen and Nelle (Van Wenckum) Van Rensselear. She is the daughter of Jan and Peterken (TerBecke) Pafraet.
They had three children:
i. Maria Van Rensselaer: She was born in Holland. She married Ryckert Van Twiller in 1605. Their son, Wouter Van Twiller, was Director General of New Netherlands from 1632 to 1638.
ii. Jan Van Rensselaer: He died in 1639.
iii. Kiliaen Van Rensselaer [#3848]: He was born the Fort near Hasselt, Overijssel, Holland, about 1585.
Hendrik van Rensselaer was evenals diens tweelingbroer Johan, hopman in het Staatse leger
1580, the Spaniards, through the treason of Count Rennenberg, had taken the city of Groningen. The States General ordered Capt. Johan Van Rensselear to muster a company of 100 foot soldiers for the defense of the province. In 1583, he served with the troops under Count Van den Bergh. He and his wife received from the States General a pension of 200 guilders yearly, this to revert, after the death of the survivor, to his nephew, Kiliean. They had no children.
Jan Pafraet v e r k o c h t i n 1562 z i j n h u i s i n D e v e n t e r en t r o k n a a r Hasselt, w a a r h i j i n 1563 h e t b u r g e r - r e c h t v e r w i e r f . B l i j k e n s een proces 6 ) , i n 1697 ge- v o e r d over de nalatenschap v a n z i j n schoonmoeder Alidt ( f 1 5 8 1 ) , was Jan Pafraet vóór 1593 o v e r l e d e n ; z i j n v r o u w overleefde h e m .
Hendrik van Rensselaer was, evenals diens tweelingbroer Johan, hopman in het Staatse leger. Hij was in 1580 gelegerd in het Overijsselse Hasselt toen zijn vrouw, Maria Pafraet, het leven schonk aan een zoon. Hij was hun derde kind[3] en werd naar zijn grootvader Kiliaen genoemd.
7696 7697. Hendrick Van Rensselaer, (Capt.) of Hasselt, Holland was born in Amsterdam, The Netherlands, about 1554, and died in Ostend, Holland, on January 6, 1602. He died during the seige of the city. He was buried in the church at Nykerk, Holland, beside his twin brother. Maria Pafraet was born in Amsterdam on Wednesday, October 5, 1558. He is the son of Kiliaen and Nelle (Van Wenckum) Van Rensselear. She is the daughter of Jan and Peterken (TerBecke) Pafraet.
They had three children:
i. Maria Van Rensselaer: She was born in Holland. She married Ryckert Van Twiller in 1605. Their son, Wouter Van Twiller, was Director General of New Netherlands from 1632 to 1638.
ii. Jan Van Rensselaer: He died in 1639.
iii. Kiliaen Van Rensselaer [#3848]: He was born the Fort near Hasselt, Overijssel, Holland, about 1585.
Erfde zijn Grootvaders landgoed in Rijswijk (Gelderland) Hij leeftde nij in 1574
Jan Van Wely, a member of the Dutch East India Company, and a son of one of the sisters of Wolfret Van Bijler, controlled a diamond business no less important than his uncle Wolfret Van Bijler's. In 1614, Kiliaen was interested in bringing about a merger of the two firms. This was accomplished on 28 February 1614 under the name of Johan Van Wely and Company.
In 1616, Johan Van Wely was sent for by Prince Maurice to come to The Hague and bring with him some diamonds and other precious stones which the Prince wished to purchase. While awaiting the Prince, Van Wely was murdered and his body concealed under a table until it could be taken out and buried in an ashpit.
A few years after the assassination of Johan Wely the firm of Johan Van Wely and Company dissolved, Kiliaen carrying on the business under the name of Kiliaen Van Rensselaer and Company with Jacques L'Hermite as partner.
Jean de Paris was in 1618 kamerheer van Prins Maurits en wist daardoor dat juwelier Jan van Wely langs zou komen om de stadhouder de nieuwste juwelen te tonen. Samen met Jan de la Vigne beraamde De Paris een roofmoord op de juwelier. Een nieuw misdrijf door beide heren, het leegroven van de geldkist van Maurits’ griffier, leidde ook tot de oplossing van de eerste zaak. Tijdens een huiszoeking in de woning van Jean de Paris kwamen de juwelen van Van Wely te voorschijn. De Paris werd wegens roofmoord geradbraakt.
Jan Van Wely, a member of the Dutch East India Company, and a son of one of the sisters of Wolfret Van Bijler, controlled a diamond business no less important than his uncle Wolfret Van Bijler's. In 1614, Kiliaen was interested in bringing about a merger of the two firms. This was accomplished on 28 February 1614 under the name of Johan Van Wely and Company.
In 1616, Johan Van Wely was sent for by Prince Maurice to come to The Hague and bring with him some diamonds and other precious stones which the Prince wished to purchase. While awaiting the Prince, Van Wely was murdered and his body concealed under a table until it could be taken out and buried in an ashpit.
A few years after the assassination of Johan Wely the firm of Johan Van Wely and Company dissolved, Kiliaen carrying on the business under the name of Kiliaen Van Rensselaer and Company with Jacques L'Hermite as partner.
Jean de Paris was in 1618 kamerheer van Prins Maurits en wist daardoor dat juwelier Jan van Wely langs zou komen om de stadhouder de nieuwste juwelen te tonen. Samen met Jan de la Vigne beraamde De Paris een roofmoord op de juwelier. Een nieuw misdrijf door beide heren, het leegroven van de geldkist van Maurits’ griffier, leidde ook tot de oplossing van de eerste zaak. Tijdens een huiszoeking in de woning van Jean de Paris kwamen de juwelen van Van Wely te voorschijn. De Paris werd wegens roofmoord geradbraakt.
Woonde te Harderwijk en later in Nijkerk. Beleend met land aldaar.
Woonde te Harderwijk, waar hij in 1544 lid werd van het St. Jorisgilde; beleeen met (de helft van) de boven genoemde vijf morgen lands (13 Mei 1542), die hij 22 Oct. 1559 opdraagt aan zijn broeder Wolter Jansz.; in 1582 bezitter van de helft van het Eltense leengoed Renselaar, waarmede hij op 1 Sept. 1542 werd beleend.
On October 22, 1559, he received half of the farm in Archemede, near Nykerk, in tenure from the Abbey of Paderhorn upon the refusal of his brother, Kiliaen, to accept it.
Met zijn vrouw bezitters van abstgoed "Cleyn Hellengoed" in 1532.
Kocht zih in 1532 met zijn vrouw vrij van verplichting zich horig te maken naar het goed.
Zij bezat, zonder horig te zijn, in 1532 "Cleyn Hellegoed"
Woonde te Harderwijk, waar hij in 1544 lid werd van het St. Jorisgilde; beleeen met (de helft van) de boven genoemde vijf morgen lands (13 Mei 1542), die hij 22 Oct. 1559 opdraagt aan zijn broeder Wolter Jansz.; in 1582 bezitter van de helft van het Eltense leengoed Renselaar, waarmede hij op 1 Sept. 1542 werd beleend.
Jan Pafraet v e r k o c h t i n 1562 z i j n h u i s i n D e v e n t e r en t r o k n a a r Hasselt, w a a r h i j i n 1563 h e t b u r g e r - r e c h t v e r w i e r f . B l i j k e n s een proces 6 ) , i n 1697 ge- v o e r d over de nalatenschap v a n z i j n schoonmoeder Alidt ( f 1 5 8 1 ) , was Jan Pafraet vóór 1593 o v e r l e d e n ; z i j n v r o u w overleefde h e m .
Erfde zijn Grootvaders landgoed in Rijswijk (Gelderland) Hij leeftde nij in 1574
Erfde zijn Grootvaders landgoed in Rijswijk (Gelderland) Hij leeftde nij in 1574
Amsterdamse juwelier, afkomstig uit Barneveld
Kiliean van Rensseleaer kwam op jonge leeftijd, waarschijnlijk nog tijdens het leven van zijn vader, als ‘koopmansdienaer’ in dienst bij zijn oom, de Amsterdamse juwelier Wolfert van Byler Wynantszoon, afkomstig uit Barneveld.[5] Voor hem bereisde Kiliaen een groot deel van Europa en bezocht ook de vorstenhoven oostelijk van de Rijn. In 1608 ging hij naar het hof te Praag om er juwelen te verhandelen. Van die reis dateert zijn oudste bewaard gebleven rapport dat ook informatie bevat over de politieke situatie aldaar
Woonde te HArderwijk, bezitter vsn de Renselaer(1493)
In 1488, Hendrick Wolter Van Rensselaer bought the perpetual lease of the farm belonging to the Abbey of Elten, called the Rensselaer, and the Maelstede in the district of Putten, Holland.
Rensselaer motto: Niemand Zonder (No one without a cross)
Manor of the Van Rensselaer family was called the same as late as 1880,
located about three miles southeast of Nykerk, Netherlands.
ongetrouwd
Woonde te Harderwijk en later in Nijkerk. Beleend met land aldaar.
Bleef ongehuwd
Bezitter van het goed Luxool en het aan de kelnarij van Putten behorende horige goed Groot Boekhorst;
Dienstman te Nijkerk
Dienstwijf te Nijkerk
verkreeg het halve abtsgoed Luxhool in 1517 na het overlijden van haar vader; daar werd 5 loot zilver “als versterf” voor betaald (Veluwse Geslachten, 1983, p. 261)
DNL 1949 kol 198. notitie C.P.H. 1653 no. 33. Een oudere zuster van Bye was gehuwd met Claes van Dierman (of Dyrum). Volgens het dossier „Boockhorst Majus" in het archief der keinarij van Putten, omslag no. 19, betaalde Melis van Luxool van zes morgen land uit dit erf cijns 1506—1510 en volgende jaren
In 1503 verkreeg Claes de 4 kampjes van Servaeas nl: Luxhool, Bokhorst, Bijen en Hanagraaff. In 1517 verkreeg Aleid het halve abstgoed Luxhool na het overlijden van haar vader. Als versterf werd 5 loot zilver betaald. De andere helfyt ging naar haar zus Bija, getrouwd met Jan Henriksen van Renselaar die dat ook moesten betalen.
Woonde te Harderwijk en later in Nijkerk. Beleend met land aldaar.
4941 Wolter Henrickss. van Wenckum contra Willem van Haeften Ottenss., Leengoed. Datering:
1559 Procesdossiernummer:
1559/22 Eiser:
Wolter Henrickss. van Wenckum Gedaagde:
Willem van Haeften Ottenss. Feit:
Leengoed. Vindplaats:
Gelders Archief
Met zijn vrouw bezitters van abstgoed "Cleyn Hellengoed" in 1532.
Kocht zih in 1532 met zijn vrouw vrij van verplichting zich horig te maken naar het goed.
Zij bezat, zonder horig te zijn, in 1532 "Cleyn Hellegoed"
Bezitter van het goed "Halfbrink" gelegen by sine "Hofstad". Bezit ook "abstgoed" horige van de kelnarij van Putten (abstman)
Zij bezat, zonder horig te zijn, in 1532 "Cleyn Hellegoed"
Met zijn vrouw bezitters van abstgoed "Cleyn Hellengoed" in 1532.
Kocht zih in 1532 met zijn vrouw vrij van verplichting zich horig te maken naar het goed.
Veranderd zijn Familienaam in Van Wely op 15 -5- 1549
Bezitter van het goed "Halfbrink" gelegen by sine "Hofstad". Bezit ook "abstgoed" horige van de kelnarij van Putten (abstman)
Bezit een tiend in het Garderbroek, het goed Creyenoort en een derder van het goed Byler dat vroeger één erf was maar nu in 3 is gedeeld. Hij bewoont het goed Byler met zijn vrouw Alijdt in 1544
"he was away from his native district for quite some time. Upon his return he became burgher of Harderwijk."
Woonde te HArderwijk, bezitter vsn de Renselaer(1493)
In 1488, Hendrick Wolter Van Rensselaer bought the perpetual lease of the farm belonging to the Abbey of Elten, called the Rensselaer, and the Maelstede in the district of Putten, Holland.
Rensselaer motto: Niemand Zonder (No one without a cross)
Manor of the Van Rensselaer family was called the same as late as 1880,
located about three miles southeast of Nykerk, Netherlands.
Bijen kreeg van haar boer Melis van Luxhool huisraad mee.
In hun huwelijksbrief werd bepaald door moeder Eefse, die dus al weduwe was van Claes, dat zoon Pilgrom het recht op het hof te Diermen krijgt op voorwaarde dat Eefse daar kan blijven wonen en wordt verzorgd. Ook worden de broers Servaes, Willem en Claes genoemd.
In 1481 doet Pilgrom en een erfscheiding 4 kampjes land, met de namen de Rije, de MAet, Biesenstruick en Nijeland over aan zijn broer Servaes. In 1491 worden de broers Servaes en Claes nog vermeld in de dijkrol van poler Arkemheen.
Bezitter van het goed Luxool en het aan de kelnarij van Putten behorende horige goed Groot Boekhorst;
Dienstman te Nijkerk
Dienstwijf te Nijkerk
Bezitter van het goed "Halfbrink" gelegen by sine "Hofstad". Bezit ook "abstgoed" horige van de kelnarij van Putten (abstman)
die mogelijk dezelfde was als Gerrit Reynersz van Hell, een bastaard die in 1483 werd genoemd als man van Aleyd, zijn “echte” vrouw. Met haar bezat hij het “Pepsgoed”.
Hier is sprake van een bastaard van een geslacht dat zelf hoogstwaarschijnlijk is voortgesproten uit bastaardij.
Volgens Mr. W. de Vries kan in het algemeen worden opgemerkt dat bij de Van der Hell´s het aantal onwettige kinderen groot is geweest.
In tegenstelling tot de onwettige kinderen van lieden van “geringe komaf”, die makkelijk verloren gingen in de grote hoop, is dit bij de Van der Hell´s niet het geval geweest. Uit bronnen krijgt men de indruk dat de Van der Hell´s in een tijd, waarin het hebben van natuurlijke kinderen ook niet aan de man als een schande werd toegerekend, zich het lot van hun onwettige zonen bleven aantrekken. Volgens de gegevens van Hans van Hell, één van de samenstellers van de stamboom van het Amsterdamse geslacht Van Hell , werden die bastaardkinderen opgenomen in de familie van de Van der Hell´s; kregen een gedegen opvoeding en opleiding en werden ook in testamenten genoemd. Zij kregen echter als familienaam “van Hell”.
Bezitter van het goed "Halfbrink" gelegen by sine "Hofstad". Bezit ook "abstgoed" horige van de kelnarij van Putten (abstman)
Bezit een tiend in het Garderbroek, het goed Creyenoort en een derder van het goed Byler dat vroeger één erf was maar nu in 3 is gedeeld. Hij bewoont het goed Byler met zijn vrouw Alijdt in 1544
Veranderd zijn Familienaam in Van Wely op 15 -5- 1549
"he was away from his native district for quite some time. Upon his return he became burgher of Harderwijk."
Corselis heeft zijn vrouw Aleyd, die volgens het Stamboeck een dochter zou zijn geweest van Gerrit van der Hell, daaraan getuchtigd.
Voorzover na te gaan stamt deze horige tak"(?) af van een Gerrit Reynersz. van Hell, vermeld in 1423 en ± 1448, als bezitter van abtsgoed(d.i. horig goed van de aan de abdij van Paderborn toebehorende kelnarij van Putten) en 't horige goed "te Helle" (Klein Hell) , dat, naar beweerd werd, eveneens tôt de abtsgoederen moest worden gerekend.
Deze Gerrit huwde een aan de hertog horige vrouw, Aleyd, en tôt hun — dus eveneens horige — kinderen behoorde Reyner Gerritz van Hell, die op 1 (morgengave Harderwijk 2 Juli 14601 huwde met zekere Nese™) of Nyse (Agnes); zij waren de ouders van Evert van Hell, die een dochter van
Wulfer van Byler tôt vrouw nam. Reyner Gerritsz had voorts nog een zoon Gerrit, die misschien identiek was met Gerrit Reynersz. van Hell, bastaard, voorkomende in 1483 als man van Alyd, zijn "echte vrouw", met wie hij tesamen het "Pepsgoed" bezat. Het betreft in dit geval dus een bastaard
van een geslacht, dat zelf vermoedelijk zijn oorsprong aan bastaardij zal hebben te danken. In het algemeen kan opgemerkt worden, dat bij de Van der Hell's het aantal onwettige
geboorten opvallend groot is geweest — of wellicht is het beter te zeggen, dat meer dan bij de meeste andere geslachten de sporen van de vrije omgang der sexen, die één der (meestal niet besproken) kenmerken van de Renaissancetijd is geweest, ten aanzien van de Van der Hell's nog in de
bronnen teruggevonden kan worden. In dit opzicht leefde destijds de kleinere man waarlijk niet anders, dan de aanzienlijke heren en vorsten. Maar de onwettige telgen van lieden van "geringe kom-af" gingen gemakkelijk verloren in de grote hoop, waartoe ook hun vaders behoorden, en dat d i t bij de Van der Hell's niet het geval is geweest, pleit, kan men zeggen, voor hun maatschappelijke ,,standing". Uit de bronnen krijgt men de indruk, dat zij in een tijd, waarin het hebben
van natuurlijke kinderen ook niet aan de man als een schande toegerekend werd, zich het lot van hun onwettige zonen zijn blijven aantrekken, en hen niet aan de vergetelheid
prijs hebben gegeven.
Zij was horig aan de Hertog van Gelre
Carselis van Aller. Als Gersilius van Aller moet hij wegens Helle tins betalen, 1411. Hij is ambtman van Paderborn, 1395. (Van Schomven.) Zijne vrouw Aleid kan eene dochter zijn van Wouter van der Helle, die den hof te Putten van Paderborn in pacht heeft gehad , 1351, 1357. (Sloet, Paderborn, nTS 4 en 5 der stukken.) Behalve Hendrik zal hij nog twee zoons gehad hebben Wolter en Otto. Carcelis van Aller is dood in 1424 en in dat jaar wordt Hendrik met half-Watergoor beleend en verkrijgt Wolter van Aller land in Nybroeck [volgens Van Spaen; maar volgens Register op de Leenaktenboeken in 1425] wiens opvolger zijn zoon Corzelis van Aller is. Otto en Wolter van Aller bezitten eene oliemolenstede te Barneveld. (Thinsboek van Veluwe.)