ancsosa
N-s sugupõlveni.
1 . Geertruid de Ridder, sündinud 8. märtsil 1621, Amsersfoort, surnud.
2 . Johan de Ridder, surnud 1645. [Märkus 2]
... abielu 21. mail 1620, Woudenberg, ...
3 . Machteld van Dolre, surnud 1648.
... lapsed :
4 . Jan Willemsz de Ridder, surnud pärast 1613. [Märkus 4]
... abielu ...
5 . Aeltgen Colijns.
... lapsed :
6 . Willem van Dolre. [Allikas 6]
... abielu ...
7 . Geertruyd Jans Brants. [Allikas 7]
... lapsed :
... abielu ...
... lapsed :
Hij was pander van het land van Utrecht in 1608. Hij was raad 1626/27 en schepen 1629/32 en 1642/46 van Amersfoort. (A. van Bemmel, Beschrijving van de stad Amersfoort, Utrecht 1760). Hij testeerde met zijn tweede vrouw Machteld van Dolre op 24-05-1627 en op 13-09-1627 voor notaris W. Zwaardecroon te Utrecht; verder op 26-08-1630 voor notaris J. Mol te Amersfoort, waarbij de helft van het goed De Vliert te Renswoude aan de kinderen uit zijn eerste huwelijk werd vermaakt. De andere helft van de Vliert was al in 1629 verkocht aan Melchor Jansz van Wolfswinkel, schout van Scherpenzeel. Zie S. Laansma, Boerderijen en Boerengeslachten te Renswoude
Hij was afkomstig van Zuid-Polsbroek; droeg in 1580 de beterschap over van 14 morgen in de Vlist als "Jan Willemsz. Ridder" aan Peter Dircksz. Vanaf 1569 woonde hij te Utrecht, waar hij sedert 1606 notaris was.
Hij was pander van het land van Utrecht in 1608. Hij was raad 1626/27 en schepen 1629/32 en 1642/46 van Amersfoort. (A. van Bemmel, Beschrijving van de stad Amersfoort, Utrecht 1760). Hij testeerde met zijn tweede vrouw Machteld van Dolre op 24-05-1627 en op 13-09-1627 voor notaris W. Zwaardecroon te Utrecht; verder op 26-08-1630 voor notaris J. Mol te Amersfoort, waarbij de helft van het goed De Vliert te Renswoude aan de kinderen uit zijn eerste huwelijk werd vermaakt. De andere helft van de Vliert was al in 1629 verkocht aan Melchor Jansz van Wolfswinkel, schout van Scherpenzeel. Zie S. Laansma, Boerderijen en Boerengeslachten te Renswoude
Hij was pander van het land van Utrecht in 1608. Hij was raad 1626/27 en schepen 1629/32 en 1642/46 van Amersfoort. (A. van Bemmel, Beschrijving van de stad Amersfoort, Utrecht 1760). Hij testeerde met zijn tweede vrouw Machteld van Dolre op 24-05-1627 en op 13-09-1627 voor notaris W. Zwaardecroon te Utrecht; verder op 26-08-1630 voor notaris J. Mol te Amersfoort, waarbij de helft van het goed De Vliert te Renswoude aan de kinderen uit zijn eerste huwelijk werd vermaakt. De andere helft van de Vliert was al in 1629 verkocht aan Melchor Jansz van Wolfswinkel, schout van Scherpenzeel. Zie S. Laansma, Boerderijen en Boerengeslachten te Renswoude