ancsosa
Tot de n-e generatie.
1 . Anna Elisabeth Blom, geboren op 20 september 1789, Alkmaar, gestorven op 8 oktober 1789, Alkmaar (leeftijd bij overlijden: 18 dagen oud).
2 . Timon Henricus Blom, geboren op 11 februari 1763, Schoorl, gestorven op 28 mei 1843, Alkmaar (leeftijd bij overlijden: 80 jaar oud), IJzerhandelaar te Alkmaar. [Aantekening 2]
... -(X2) :
gehuwd op 19 februari 1804, Alkmaar, met ...
...
Guurtje Bruinvis, geboren op 22 maart 1771, Alkmaar, gestorven op 15 september 1833, Alkmaar (leeftijd bij overlijden: 62 jaar oud) [Bron 2x2]
...
... gehuwd op 30 april 1786, Alkmaar, met ...
3 . Anna Bucerus, gedoopt op 11 februari 1766, Medemblik, gestorven op 11 februari 1801, Alkmaar (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 35 jaar oud). [Bron 3]
... hieruit :
4 . Simon Blom, geboren op 2 april 1726, Bunschoten of Eemnes, gestorven op 19 januari 1809, Alkmaar (leeftijd bij overlijden: 82 jaar oud), Predikant te Schoorl. [Aantekening 4]
... gehuwd op 7 juni 1760, Delft, met ...
5 . Alida Meester, geboren op 19 december 1730, Delft, gestorven op 13 november 1802, Alkmaar (leeftijd bij overlijden: 71 jaar oud). [Bron 5]
... hieruit :
6 . Sigbertus Bucerus, Ds. , Predikant.
... gehuwd met ...
... hieruit :
8 . Tijmen Adriaansz Henricus *** Bunschoter Stamvader ***** Blom, gestorven na 26 oktober 1726, Eemnes Buitendijk. [Aantekening 8]
... gehuwd op 1 november 1721, Blaricum, met ...
9 . Fuysje Jacobs. [Bron 9]
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
16 . Adriaan Tijmensz Blom, geboren in 1660, gestorven, begraven op 16 maart 1720, Eemnes Buitendijk (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 60 jaar oud), Burgemeester, Schepen waarnemens Schout van Eemnes. [Bron 16]
... gehuwd met ...
17 . Hilligje Tijssen. [Bron 17]
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
64 . Lambert Blom.
... gehuwd met ...
... hieruit :
ijzerhandelaar te Alkmaar, en lid van het Administratief Bestuur daar ter stede 1795—1802 en 1811—1813
De Nederlanse Leeuw uitgave 1900 blz 166 ev bevat de volgende annekdote
De heer C. W . Bruinvis, oud-wethouder te Alkmaar, had de welwillendheid het volgende omtrent Ds. Simon Blom mede te deelen:
Simon (Blom), geboren te Eemnes 2 April 1726 of '27 bezoekt de latijnsche school en de academie to Harderwijk, ingeschreven te Leiden einde 1749, weder Mei 1755, wordt daar proponent 1752, gaat in Juni 165 166 1753 op reis, doorkruist geheel Noord- en Midden-Duitschland, colleges behoorende te Jena, Leipzig, Wittenberg en Halle (te Helmstadt was hij tijdens de vacantie), en komt in November 1754 te Leiden terug.
Na het overlijden zijns broeders neemt hij voor de weduwe de 2 gevorderde jaren van de gaarderij waar, loopende over ruim 25 mille 's jaars (de regenten erkenden hem dien tijd ook als schout) en verlieft op haar zuster Alida, ged. te Delft 19 Dec. 1730.
Bij het groot aantal proponenten slaagt hij eerst in 1760 in een beroep te Schoorl. Hij trouwt 7 Juni en houdt zijne intreerede den 17 Augustus. Den 20 April 1779 stort de oude kerk in, eene nieuwe werd gebouwd 1783. In 1787 had Blom veel te lijden van het Oranje-grauw, in 1799 had hij veel inkwartiering van fransche en hollandsche troepen,
wat hem f 400 kostte, terwijl de Engelschen en Russen in September wel voor f 3500 aan huisraad en boeken roofden en vernielden. Zijn gezin was aleer, hij ten laatste ook gevlucht. Alida de Meester f 13 Nov. 1802.
Blom sukkelend, al meermalen .emeritaat verzocht, verkrijgt het kort daarna en trekt den 15 December met zijne jongste, ongehuwde dochter naar Alkmaar, daar wonende aan de Ridderstraat. Van de plundering bij Ds. Blom in 1799 hoorde ik wel verhalen, dat de Russen de blank geschuurde tinnen nachtpotten medenamen, meenende dat zij van zilver waren.
ijzerhandelaar te Alkmaar, en lid van het Administratief Bestuur daar ter stede 1795—1802 en 1811—1813
ijzerhandelaar te Alkmaar, en lid van het Administratief Bestuur daar ter stede 1795—1802 en 1811—1813
Genealogie der Geslachten Coster en B l o m
door Jhr. H . H . RÖELL .
(Vervolg en slot van kolom 135).
Blom: eene vaas, waarin drie rozen met bladeren; kleuren onbekend.
Deze familie Blom schijnt zijn oorsprong te hebben in het Noordelijk deel der provincie Utrecht. Zij begint met twee broeders, beiden te Bunschoten. Het is mij niet
mogen gelukken de namen der ouders te ontdekken; dat het welgestelde lieden waren, [zal uit de volgende aanteekeningen blijken:
A. Adrianus Blom, en
B. Simon Blom.
De Nederlanse Leeuw uitgave 1900 blz 166 ev bevat de volgende annekdote
De heer C. W . Bruinvis, oud-wethouder te Alkmaar, had de welwillendheid het volgende omtrent Ds. Simon Blom mede te deelen:
Simon (Blom), geboren te Eemnes 2 April 1726 of '27 bezoekt de latijnsche school en de academie to Harderwijk, ingeschreven te Leiden einde 1749, weder Mei 1755, wordt daar proponent 1752, gaat in Juni 165 166 1753 op reis, doorkruist geheel Noord- en Midden-Duitschland, colleges behoorende te Jena, Leipzig, Wittenberg en Halle (te Helmstadt was hij tijdens de vacantie), en komt in November 1754 te Leiden terug.
Na het overlijden zijns broeders neemt hij voor de weduwe de 2 gevorderde jaren van de gaarderij waar, loopende over ruim 25 mille 's jaars (de regenten erkenden hem dien tijd ook als schout) en verlieft op haar zuster Alida, ged. te Delft 19 Dec. 1730.
Bij het groot aantal proponenten slaagt hij eerst in 1760 in een beroep te Schoorl. Hij trouwt 7 Juni en houdt zijne intreerede den 17 Augustus. Den 20 April 1779 stort de oude kerk in, eene nieuwe werd gebouwd 1783. In 1787 had Blom veel te lijden van het Oranje-grauw, in 1799 had hij veel inkwartiering van fransche en hollandsche troepen,
wat hem f 400 kostte, terwijl de Engelschen en Russen in September wel voor f 3500 aan huisraad en boeken roofden en vernielden. Zijn gezin was aleer, hij ten laatste ook gevlucht. Alida de Meester f 13 Nov. 1802.
Blom sukkelend, al meermalen .emeritaat verzocht, verkrijgt het kort daarna en trekt den 15 December met zijne jongste, ongehuwde dochter naar Alkmaar, daar wonende aan de Ridderstraat. Van de plundering bij Ds. Blom in 1799 hoorde ik wel verhalen, dat de Russen de blank geschuurde tinnen nachtpotten medenamen, meenende dat zij van zilver waren.
De Nederlanse Leeuw uitgave 1900 blz 166 ev bevat de volgende annekdote
De heer C. W . Bruinvis, oud-wethouder te Alkmaar, had de welwillendheid het volgende omtrent Ds. Simon Blom mede te deelen:
Simon (Blom), geboren te Eemnes 2 April 1726 of '27 bezoekt de latijnsche school en de academie to Harderwijk, ingeschreven te Leiden einde 1749, weder Mei 1755, wordt daar proponent 1752, gaat in Juni 165 166 1753 op reis, doorkruist geheel Noord- en Midden-Duitschland, colleges behoorende te Jena, Leipzig, Wittenberg en Halle (te Helmstadt was hij tijdens de vacantie), en komt in November 1754 te Leiden terug.
Na het overlijden zijns broeders neemt hij voor de weduwe de 2 gevorderde jaren van de gaarderij waar, loopende over ruim 25 mille 's jaars (de regenten erkenden hem dien tijd ook als schout) en verlieft op haar zuster Alida, ged. te Delft 19 Dec. 1730.
Bij het groot aantal proponenten slaagt hij eerst in 1760 in een beroep te Schoorl. Hij trouwt 7 Juni en houdt zijne intreerede den 17 Augustus. Den 20 April 1779 stort de oude kerk in, eene nieuwe werd gebouwd 1783. In 1787 had Blom veel te lijden van het Oranje-grauw, in 1799 had hij veel inkwartiering van fransche en hollandsche troepen,
wat hem f 400 kostte, terwijl de Engelschen en Russen in September wel voor f 3500 aan huisraad en boeken roofden en vernielden. Zijn gezin was aleer, hij ten laatste ook gevlucht. Alida de Meester f 13 Nov. 1802.
Blom sukkelend, al meermalen .emeritaat verzocht, verkrijgt het kort daarna en trekt den 15 December met zijne jongste, ongehuwde dochter naar Alkmaar, daar wonende aan de Ridderstraat. Van de plundering bij Ds. Blom in 1799 hoorde ik wel verhalen, dat de Russen de blank geschuurde tinnen nachtpotten medenamen, meenende dat zij van zilver waren.
Genealogie der Geslachten Coster en B l o m
door Jhr. H . H . RÖELL .
(Vervolg en slot van kolom 135).
Blom: eene vaas, waarin drie rozen met bladeren; kleuren onbekend.
Deze familie Blom schijnt zijn oorsprong te hebben in het Noordelijk deel der provincie Utrecht. Zij begint met twee broeders, beiden te Bunschoten. Het is mij niet
mogen gelukken de namen der ouders te ontdekken; dat het welgestelde lieden waren, [zal uit de volgende aanteekeningen blijken:
A. Adrianus Blom, en
B. Simon Blom.