Was een van de eerste leiders van de Opstand tegen Spanje. Studeerde samen met zijn jongere broer Philips in Leuven, Dole, Italië en Genève. Sneuvelde op 13 maart 1567 bij Austruweel.
Hij oefende zich te Genève onder Calvijn en Beza in de godgeleerdheid, was een der eerste teekenaars van het verbond der Edelen, en nam deel aan hunne vergaderingen te Breda en St. Truyen. Ook onderteekende hij het smeekschrift der hervormden, waarbij zij den koning drie millioenen voor hunne godsdienstvrijheid aanboden. Der hervorming hartelijk toegedaan, en bevriend met Willem I, gebruikte deze hem tot verschillende gewigtige zendingen, zoo als naar Antwerpen, om de hervormden te bewegen, dat zij nergens dan in de nieuwe stad hunne godsdienst gemeenschappelijk zouden uitoefenen. Kort na hem kwam Oranje zelf in de stad, en het schijnt dat toen de aanslag op Walcheren en Middelburg gesmeed is, die Jan van Marnix dadelijk, doch vruchteloos, heeft ondernomen.
Was deze aanslag, door Wagenaar en 's Gravezande breedvoerig geboekt, gelukt, dan zou hij vermoedelijk een grooten keer van zaken hebben te weeg gebragt. Hij sneuvelde nog voor de komst van Alva te Oosterweel (3 Maart 1567).