daslist
Tot de 13de generatie.
Anna van (Esvelt) Velpen, geboren, Amerongen, gestorven op 3 april 1603
...
gehuwd met ...
...
Evert Jans van Dompseler, geboren in 1499, gestorven op 6 juli 1559 (leeftijd bij overlijden: 60 jaar oud) [Aantekening 2]
...
zoon
van Johan Everts van Dompseler ca 1456-1537 en
Elisabeth van Estvelt
, hieruit :
Totaal : 114 personen, (echtgenoten weggelaten = 94)
Bezit het goed Klein Malckenhorst en het goed Estveld; kerkmeester te Barneveld; zijn weduwe verwerft in 1564 de halve tiend uit Estveld. Trouwt Anna van Velpen, geboren te Amerongen en overleden te Barneveld 3 april 1603. Dochter van Jan van Velpen. Zij komt meestal voor als Anna op Estvelt. Zij hertrouwt met Hendrik Willems.
Krijgt in 1579 bij zijn huwelijk half Groot Esveld; Was waard in Barneveld en wever te Amersfoort.Trouwt voor de 1e keer op huwelijkse voorwaarden op Mathiasdag 1579 met Jacoba van Domseler, overleden vóór 16 december 1599. Met zijn 2e vrouw Anna van Dompseler lijftochten zij elkaar op 25 september 1602 in Estveld en in 1/10 van het goed Ruler te Ede, haar aanbestorven van haar vader.
Bij het magenscheid van 19 mei 1732 tussen Wijnand en zijn beide zusters verkreeg hij het heerengoed Schothorst. Een huis in de Groene Steeg te Barneveld was hen reeds in het jaar 1715 toegekend met hof en boomgaard daaraan gelegen alsmede het land op d’Oze, de Angelkamp genaamd, met drie kampen en het bos erbij. De 4de januari 1784 werd Wijnand van Dompseler verleid met de ..aalweer en het halve heerengoed Esveld, kreeg appropiatie en transporteerde het.
trouwde 20 oktober 1711 te Oene met Johanna Wilhelmina van Ommeren, dochter van Willem van Ommeren Johansz. en Anna van Holthe, de ene achterkleindochter was van Josina Karckolff, dochter van Anna van Steenbergen, afstammeling van de Gelderse Hertogen. VAn de van Ommeren’s hadden velen zich verdienstelijk gemaakt als Burgemeesters der steden Arnhem, Harderwijk of Elburg, schouten van Ede en Barneveld, als kapiteis en vaandrigs in het Statsche leger, terwijl Jacob van Ommeren, de oude, in 1519 rentmeester van den Vorst van Gelre was en diens kleinzoon Jacob van O, de jonge, in 1581 als rekenmeester en eerste medegedeputeerde van Veluwe wegens de steden voorkomt.
Bij het magenscheid van 19 mei 1732 tussen Wijnand en zijn beide zusters verkreeg hij het heerengoed Schothorst. Een huis in de Groene Steeg te Barneveld was hen reeds in het jaar 1715 toegekend met hof en boomgaard daaraan gelegen alsmede het land op d’Oze, de Angelkamp genaamd, met drie kampen en het bos erbij. De 4de januari 1784 werd Wijnand van Dompseler verleid met de ..aalweer en het halve heerengoed Esveld, kreeg appropiatie en transporteerde het.
trouwde 20 oktober 1711 te Oene met Johanna Wilhelmina van Ommeren, dochter van Willem van Ommeren Johansz. en Anna van Holthe, de ene achterkleindochter was van Josina Karckolff, dochter van Anna van Steenbergen, afstammeling van de Gelderse Hertogen. VAn de van Ommeren’s hadden velen zich verdienstelijk gemaakt als Burgemeesters der steden Arnhem, Harderwijk of Elburg, schouten van Ede en Barneveld, als kapiteis en vaandrigs in het Statsche leger, terwijl Jacob van Ommeren, de oude, in 1519 rentmeester van den Vorst van Gelre was en diens kleinzoon Jacob van O, de jonge, in 1581 als rekenmeester en eerste medegedeputeerde van Veluwe wegens de steden voorkomt.
kwam in 1756 met att. van Wageningen naar Harderwijk, waar hij theologie studeerde; vertrok in 1761 met att. naar Utrecht; dominee te Otterloo (2-1-1763), Domburg (25-8-1765), Elburg (3-5-1767) en Amsterdam (Leleystraat); beroepen te Domburg 16-6-1765, bevestigd aldaar 25-8-1765; diende bij vertrek naar Elburg de kosten van zijn beroeping (ad. 108 pond, 15 schellingen en 9 groten Vlaams) te vergoeden; hiervan betaalde de ambachtsvrouwe van Domburg ongeveer de helft (H.M. Kesteloo, Domburg in woord en beeld, Middelburg 1913, p. 196); bezat in 1774 “Ebbenerve” in Oosterwolde bij 22 Elburg. In 1788 is hij om zijn staatkundige gevoelens ter dood veroordeeld tegelijk met zijn ambtgenoot G. H. Hein. Op het verzoek om gratie werd hij levenslang verbannen. In 1795 weder in zijn ambt hersteld, werd hij in 1796 emeritus, waarna hij te Amsterdam woonde;
Notitie bij publiceren van Johannes: Bericht van het hof van Gelderland dat J.H.Rouwenhof en M.Sels burgemeesters dezer stad,en de secret. H.H.Vitringa de predikanten van Diermen en Hein verder G.Hengeveld Wzn en de bakker Claas van Diermen zich hebben schuldig gemaakt aan geweld en aan onttrekking van het gezag binnen deze stad en als zodanig worden hun bezittingen tot nader order in beslag genomen enz enz. get 9 nov 1786
Arian van Diermen, Zeven eeuwen Van Diermen, Wageningen 1998
rentmeester van de kloostergoederen van Harderwijjk Stadhouder en griffier van de Abdinckhof te Putten