daslist
Tot de 13de generatie.
Gerrit Mor van Dompseler, geboren in 1436, Barneveld, gestorven op 8 maart 1518, Barneveld (leeftijd bij overlijden: 82 jaar oud), Gerichtsman [Aantekening 1]
...
gehuwd met ...
...
Sophia van Broeckhuijsen, geboren in 1444, gestorven in 1506 (leeftijd bij overlijden: 62 jaar oud), hieruit :
...
gehuwd met ...
...
Geertuijd van Nijkerk, geboren in 1458, gestorven, hieruit :
Totaal : 138 personen, (echtgenoten weggelaten = 148)
Soms Gerrit Mor (gewoonlijk alleen als Mor vermeld) van Domseler genoemd. Staat op een ridderceduul ca. 1460; gerichtsman. Opgeroepen voor een vergadering over bijstand aan de hertog tegen Venlo 1461; bezit het halve goed Byler en Schoonderbeek; zijn broeder Gerrit het land het Barrebroek of Bernevelderbroek op 28 november 1464.
Hans van Veen
. In de ridderschap van Overbetuwe 1539. Ook is aangegeven dat hij in 1510 is overleden, begraven ca 1510 te Barneveld, begraven naast zijn broer Gijsbert voor het St. Anna altaar in de kerk, staat op een ridderceduul ca 1460, op landdagen 1471, 1474, 1494, gerichtsman te Ede 1485, Barneveld 1456 1458, 1474, 1484, 1492, 1501, Nijkerk 1474, Putten, 1488, 1493, Elburg 1491, Heerde 1488, Ermelo 1506 en Apeldoorn 1499. Opgeroepen voor een vergadering over bijstand aan de hertog tegen Venlo 161. Bezat het halve goed Bryler en Schoonderbeek. Klaagde in 1463 over de geweldadigheden van de hertog aan zijn goed Bryler. Kocht de Vedelaerskamp te Doorn in 1478 en transporteerde dat in 1492 aan zijn dochter Margriet, verpande met zijn vrouw Fye en zijn broeder Gerrit het land Barrebroek of Barnevelderbroek op 28 11 1464.
Johan bewoonde de ridderhofstad Dompselaar in Overlangbroek (DNL): Heer van het huis Dompselaer in Overlangbroek na dode van zijn moeder Fye en zijn oom Dirck van Broeckhuyzen; beschreven in 1527 op het Generaal Kappittel te Utrecht; in kinderloze echt gehuwd met Johanna van Tuell, dochter van Johan van Tyell en Jutta van Malsen. Hij was gerichtsman te Barneveld als Jan Mor van Domseler. Hij stond ook bekend als Jan van Domselaar.
Het oorspronkelijke kasteelterrein is nu een weiland, ten oosten van de boerderij Oud Dompselaar, waarin nog een verhoging de plek aangeeft, waar het kasteel gestaan heeft
Zie uitgebreide informatie over het Huis Dompselaer in het document "Overlangbroek"
Hij overlijd kinderloos
enige onduidelijkheid is er over deze Johanna. Zij trouwde met Arnt van der Eem. Zij zou ook de onbekende dochter kunen zijn van grootvader Johan van Domselaar
gerichtsman, geboren ca 1491 te Barneveld, overleden voor 1551 te Overbetuwe, voor 09 03 1551, begraven voor 1551 te Overbetuwe, in de ridderschap van Overbetuwe 1539, kreeg hij het bevel van de hertog zich als lid van de adel van paard en harnas te voorzien. Was gerichtsman te Ede in 1518, Heerde 1518, Barneveld 1518 1520, 1524, 1525, 1533, Bemmel 1545. Hij woonde sedert 1533 in Overbetuwe en heeft goed te Angeren, heeft 1/2 goed Bryler en 1/4 van de olde hofstede te Bryler te Barneveld, die zijn vrouw en dochter Josina overdroegen aan Johan Hackfort en Geertruid van Domseler en waarvoor zij 1/4 van het goed Schoonderbeek tot onderpand stellen. Zijn erfgenamen bezaten het goed de Schaffelaar. Trouwde met een dochter van Otto van der Horst en Belia van der Hoecelick en vervolgens met Adriana van Hackfort, dochter van Olivier Hackfort en Christina Ridder. Zij lijftochtten elkander St. Valentijnsavond 1546. Zij hertrouwd met Goossens Smulling.
Bij het magenscheid van 19 mei 1732 tussen Wijnand en zijn beide zusters verkreeg hij het heerengoed Schothorst. Een huis in de Groene Steeg te Barneveld was hen reeds in het jaar 1715 toegekend met hof en boomgaard daaraan gelegen alsmede het land op d’Oze, de Angelkamp genaamd, met drie kampen en het bos erbij. De 4de januari 1784 werd Wijnand van Dompseler verleid met de ..aalweer en het halve heerengoed Esveld, kreeg appropiatie en transporteerde het.
trouwde 20 oktober 1711 te Oene met Johanna Wilhelmina van Ommeren, dochter van Willem van Ommeren Johansz. en Anna van Holthe, de ene achterkleindochter was van Josina Karckolff, dochter van Anna van Steenbergen, afstammeling van de Gelderse Hertogen. VAn de van Ommeren’s hadden velen zich verdienstelijk gemaakt als Burgemeesters der steden Arnhem, Harderwijk of Elburg, schouten van Ede en Barneveld, als kapiteis en vaandrigs in het Statsche leger, terwijl Jacob van Ommeren, de oude, in 1519 rentmeester van den Vorst van Gelre was en diens kleinzoon Jacob van O, de jonge, in 1581 als rekenmeester en eerste medegedeputeerde van Veluwe wegens de steden voorkomt.
Gesneuveld tijdens de slag bij Nordhorn
Bij het magenscheid van 19 mei 1732 tussen Wijnand en zijn beide zusters verkreeg hij het heerengoed Schothorst. Een huis in de Groene Steeg te Barneveld was hen reeds in het jaar 1715 toegekend met hof en boomgaard daaraan gelegen alsmede het land op d’Oze, de Angelkamp genaamd, met drie kampen en het bos erbij. De 4de januari 1784 werd Wijnand van Dompseler verleid met de ..aalweer en het halve heerengoed Esveld, kreeg appropiatie en transporteerde het.
trouwde 20 oktober 1711 te Oene met Johanna Wilhelmina van Ommeren, dochter van Willem van Ommeren Johansz. en Anna van Holthe, de ene achterkleindochter was van Josina Karckolff, dochter van Anna van Steenbergen, afstammeling van de Gelderse Hertogen. VAn de van Ommeren’s hadden velen zich verdienstelijk gemaakt als Burgemeesters der steden Arnhem, Harderwijk of Elburg, schouten van Ede en Barneveld, als kapiteis en vaandrigs in het Statsche leger, terwijl Jacob van Ommeren, de oude, in 1519 rentmeester van den Vorst van Gelre was en diens kleinzoon Jacob van O, de jonge, in 1581 als rekenmeester en eerste medegedeputeerde van Veluwe wegens de steden voorkomt.
Bij het magenscheid van 19 mei 1732 tussen Wijnand en zijn beide zusters verkreeg hij het heerengoed Schothorst. Een huis in de Groene Steeg te Barneveld was hen reeds in het jaar 1715 toegekend met hof en boomgaard daaraan gelegen alsmede het land op d’Oze, de Angelkamp genaamd, met drie kampen en het bos erbij. De 4de januari 1784 werd Wijnand van Dompseler verleid met de ..aalweer en het halve heerengoed Esveld, kreeg appropiatie en transporteerde het.
trouwde 20 oktober 1711 te Oene met Johanna Wilhelmina van Ommeren, dochter van Willem van Ommeren Johansz. en Anna van Holthe, de ene achterkleindochter was van Josina Karckolff, dochter van Anna van Steenbergen, afstammeling van de Gelderse Hertogen. VAn de van Ommeren’s hadden velen zich verdienstelijk gemaakt als Burgemeesters der steden Arnhem, Harderwijk of Elburg, schouten van Ede en Barneveld, als kapiteis en vaandrigs in het Statsche leger, terwijl Jacob van Ommeren, de oude, in 1519 rentmeester van den Vorst van Gelre was en diens kleinzoon Jacob van O, de jonge, in 1581 als rekenmeester en eerste medegedeputeerde van Veluwe wegens de steden voorkomt.
essayeur (toetser van goud en zilver) en muntmeester te Utrecht, geboren ca 1535 te Utrecht, overleden op 01 02 1587 te Utrecht, begraven ca 1587 te Utrecht, essayeur bij de Munt te Hasselt (Ov), 's Konings muntmeester te Utrecht (1577, NL), muntmeester van de Staten van Utrecht (tussen 1567 en 1587). Gezien zij patroniem "Joosten" moet worden geconcludeerd dat hij de buitenechtelijke zoon was van Joost van Domseler. De Munt van Hasselt was in 1567 door Filips II naar Utrecht verplaatst en waarschijnlijk verhuisde hij mee. Hij vermuntte het geconfisqueerde kerkzilver. In 1579 ontving hij zijn instructie uit handen van de Staten van Utrecht. Hij werd in 1580 lidmaat van de gereformeerde gemeente Utrecht. Van koning Filips II kreeg hij op 15 07 1578 de zeggenschap over het landgoed Stoutenberg, dat door zijn kinderen in 1594 verkocht werd aan Johan van Oldenbarneveld .
overleden op 12 12 1600 te Kust van Zuid Amerika, in de Straat van Maggelan (Zuid Amerika) aan boord van de "Oliver van Noort" ten gevolge van scheurbuik
. In 1587 volgde hij zijn vader op als muntmeester van de Staten van Utrecht. Hij verzocht in 1615 ontheven te worden van zijn ambt ten gunste van zijn broer Floris. Dit werd door de Staten op 8 juni van dat jaar goedgekeurd. Van 1613 tot 1618 bekleedde hij diverse stedelijke bestuursfuncties. Van Donselaar werd bij de wetsoverzetting door prins Maurits in 1618 van zijn functies ontheven en was sindsdien niet meer bestuurlijk actief.
, het huis Dompselaar bij Overlangbroek staat op honderd roeden ten westen van de kerk, wat voortijds ook op de lijst van de riddermatigen Hofsteden gestaan heeft en bezeten is geweest door de geslachten Van Dompselaer, Wynbergen en Reede van Drakenstein. (bron: Nederland in vroeger tijd, deel XI Utrecht).
Ondertrouwd op 31 03 1752 te Diemen, "Den 31 Maart sijn bij mij in ondertrouw opgenomen Jan Albertsz van Veen, jongman van Diemen woonende onder Hoogbijlmer of Weesper Karspel & Hendrikje Lokhorst, jonge dogter van Amsterdam, wonende aan den Diemerbrug. Nadat Acte van voldoening aan 's Lands geregtigheid vertoont te hebben met belasting van hunne geboden ook te laten gaan te Weesp, waar onder de Bruidegom woont, en sijn getrouwt den 23 April 1752", gehuwd voor de kerk op 21 jarige leeftijd op 23 04 1752 te Diemen (herv). Hendrikje komt van Amsterdam en Jacob komt van Diemen wonende aan de Hoogdijk onder Weesperkarspel, draagt ook kerk belasting in Weesp.
zijn naam was ook geschreven als Florens van Donseler. Hij stond op de munten in 1616. Zijn wapen was een rood ankerkruis op een zilveren achtergrond. Hij was aanvankelijk zijdelaken koopman, maar volgde op 29 oktober 1615 zijn broer Hendrik op als muntmeester. In mei 1618 ontvluchtte hij de stad met medeneming van 180.000 gulden in contanten. De Amsterdamse wisselbank vroeg in de daarop volgende maand zijn failisement aan. In juli 1618, nadat de rust in de stad door prins Maurits was hersteld, keerde hij terug en werd hij in zijn functie als muntmeester hersteld. Voor de productie van enkele penningen liet hij stempels snijden door Jacob Bijler, stempelsnijder van de Hollandse Munt. In 1628 trad hij af als muntmeester en werd hij opgevolgd door Johan van Vianen
doodgestoken, buitenechtelijke zoon van Joost. Was landsknecht met "bleeck aengesicht mit een cleyn geluw baertgen" Volgens het Archief Hof processen 1552 nr. 13 is hij door Andries Gerrits doorstoken toen hij diens vrouw en dochter lastig viel. Hierna hebben de Van Domseler's onder aanvoering van Mor van Domselaar een strafexpeditie tegen Andries Gerrits ondernomen en de inboedel van zijn huis kort en klein geslagen
Genoemd als zwager van Mor van Dompseler in 1551
gerichtsman, geboren ca 1491 te Barneveld, overleden voor 1551 te Overbetuwe, voor 09 03 1551, begraven voor 1551 te Overbetuwe, in de ridderschap van Overbetuwe 1539, kreeg hij het bevel van de hertog zich als lid van de adel van paard en harnas te voorzien. Was gerichtsman te Ede in 1518, Heerde 1518, Barneveld 1518 1520, 1524, 1525, 1533, Bemmel 1545. Hij woonde sedert 1533 in Overbetuwe en heeft goed te Angeren, heeft 1/2 goed Bryler en 1/4 van de olde hofstede te Bryler te Barneveld, die zijn vrouw en dochter Josina overdroegen aan Johan Hackfort en Geertruid van Domseler en waarvoor zij 1/4 van het goed Schoonderbeek tot onderpand stellen. Zijn erfgenamen bezaten het goed de Schaffelaar. Trouwde met een dochter van Otto van der Horst en Belia van der Hoecelick en vervolgens met Adriana van Hackfort, dochter van Olivier Hackfort en Christina Ridder. Zij lijftochtten elkander St. Valentijnsavond 1546. Zij hertrouwd met Goossens Smulling.
doodgestoken, buitenechtelijke zoon van Joost. Was landsknecht met "bleeck aengesicht mit een cleyn geluw baertgen" Volgens het Archief Hof processen 1552 nr. 13 is hij door Andries Gerrits doorstoken toen hij diens vrouw en dochter lastig viel. Hierna hebben de Van Domseler's onder aanvoering van Mor van Domselaar een strafexpeditie tegen Andries Gerrits ondernomen en de inboedel van zijn huis kort en klein geslagen
Testeert 25 februari 1568; komt voor op ridderceduul in 1555, 1565, Gerichtsman te Barneveld 1544-1556, Putten 1564, Nijkerk 1566; Had een Zwarte Baard. Woont op het goed de Cotelet te Barneveld.; is sedert 2 februari 1552 2 jaar lang uitlandig geweest wegens het doodsteken van Hendrik Everts van Domseler en krijgt remise is april 1554. Sterft ongehuwd. Hij heeft bij Adriana Hackfort een bastaardzoon Joost en bij zijn legitieme concubine een dochter Elisabeth